Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R0370

    Verordening (EG) Nr. 370/98 van de Commissie van 17 februari 1998 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Duitsland

    PB L 47 van 18.2.1998, p. 10–12 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 07/10/1998; opgeheven door 398R2130

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/370/oj

    31998R0370

    Verordening (EG) Nr. 370/98 van de Commissie van 17 februari 1998 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Duitsland

    Publicatieblad Nr. L 047 van 18/02/1998 blz. 0010 - 0012


    VERORDENING (EG) Nr. 370/98 VAN DE COMMISSIE van 17 februari 1998 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Duitsland

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (2), en met name op artikel 20 en artikel 22, tweede alinea,

    Overwegende dat, wegens het uitbreken van klassieke varkenspest in bepaalde productiegebieden in Duitsland, en met name in Mecklenburg-Voorpommeren, de Commissie bij Beschikking 98/104/EG van 28 januari 1998 betreffende beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Duitsland (3) veterinaire en handelsbeperkingen voor bepaalde gebieden van die deelstaat heeft vastgesteld; dat bijgevolg in deze gebieden het in de handel brengen van levende varkens, en met name van in die gebieden overtollige biggen, tijdelijk verboden is;

    Overwegende dat de uit de toepassing van de veterinaire maatregelen voortvloeiende beperkingen van het vrije verkeer van goederen de markt voor varkensvlees in Duitsland ernstig zouden kunnen verstoren; dat bijgevolg buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt moeten worden genomen die uitsluitend gelden voor levende dieren uit de direct getroffen gebieden en niet langer dan strikt noodzakelijk is;

    Overwegende dat, om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen, de dieren uit de betrokken gebieden buiten het normale handelscircuit voor de voor menselijke consumptie bestemde producten dienen te worden gehouden en tot niet voor menselijke consumptie bestemde producten dienen te worden verwerkt overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 90/667/EEG van de Raad (4), gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (5);

    Overwegende dat steun moet worden verleend voor de levering van biggen uit de betrokken gebieden aan de bevoegde autoriteiten en een regeling moet worden ingevoerd waarbij het steunbedrag bepaald wordt op grond van de wekelijkse noteringen op de biggenmarkten in de nieuwe deelstaten;

    Overwegende dat het, in verband met de omvang van de epizoötie, de duur ervan en bijgevolg ook de omvang van de maatregelen ter ondersteuning van de markt, passend is dat de kosten door de Gemeenschap en de betrokken lidstaat worden gedeeld;

    Overwegende dat moet worden bepaald dat de Duitse autoriteiten de nodige controle- en bewakingsmaatregelen moeten treffen en de Commissie hiervan in kennis moeten stellen;

    Overwegende dat snelle toepassing van de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt een van de middelen is om verspreiding van klassieke varkenspest tegen te gaan; dat het derhalve verantwoord is deze verordening toe te passen vanaf 31 januari 1998;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Met ingang van 31 januari 1998 kan aan producenten die hierom verzoeken, door de bevoegde Duitse autoriteiten steun worden verleend voor de levering aan deze autoriteiten van

    - biggen van GN-code 0103 91 10, met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 25 kg per dier;

    - jonge biggen van GN-code 0103 91 10, met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 8 kg per dier.

    2. 70 % van de uitgaven in verband met deze steun is ten laste van de begroting van de Gemeenschap, voor ten hoogste het in bijlage I vastgestelde aantal dieren.

    Artikel 2

    Voor de bedoelde levering komen alleen biggen in aanmerking die zijn gehouden in de in bijlage II bedoelde administratieve gebieden, voorzover op de dag van levering van de dieren de in Beschikking 98/104/EG vastgestelde veterinaire bepalingen in die gebieden van toepassing zijn.

    Artikel 3

    De dieren worden op de dag van levering gewogen en geslacht, waarbij erop moet worden toegezien dat de epizoötie zich niet verder kan verspreiden.

    Zij worden onverwijld naar een destructiebedrijf vervoerd en tot producten van de GN-codes 1501 00 11, 1518 00 en 2301 10 00 verwerkt overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 90/667/EEG.

    De werkzaamheden worden uitgevoerd onder permanente controle van de bevoegde Duitse autoriteiten.

    Artikel 4

    1. Voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 25 kg per dier is de in artikel 1, lid 1, bedoelde steun, af bedrijf, gelijk aan de gemiddelde prijs voor biggen van de gewichtsklasse "25 kg" die op de markten van de nieuwe deelstaten genoteerd is voor de week die voorafgaat aan de levering van de biggen aan de bevoegde autoriteiten en die wekelijks door het bureau ZMP in de brochure "Vieh und Fleisch" bekendgemaakt wordt.

    2. Voor biggen van andere gewichtsklassen en jonge biggen is de steun gelijk aan het overeenkomstig lid 1 berekende bedrag:

    a) verminderd met 15 % voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van meer dan 24, maar minder dan 25 kg per dier;

    b) verminderd met 20 % voor jonge biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van minstens 8 kg per dier;

    c) verminderd met 30 % voor jonge biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van meer dan 7,6 maar minder dan 8 kg per dier.

    Artikel 5

    De bevoegde Duitse autoriteiten nemen de nodige maatregelen om de naleving van deze verordening, en met name van artikel 2, te garanderen. Zij stellen de Commissie daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.

    Artikel 6

    De bevoegde Duitse autoriteiten delen de Commissie elke woensdag de onderstaande gegevens mee betreffende de voorbije week:

    - aantal en totaal gewicht van de geleverde biggen en jonge biggen;

    - het in artikel 4, lid 1, bedoelde steunbedrag voor biggen.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 31 januari 1998.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 februari 1998.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 282 van 1. 11. 1975, blz. 1.

    (2) PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.

    (3) PB L 25 van 31. 1. 1998, blz. 98.

    (4) PB L 363 van 27. 12. 1990, blz. 51.

    (5) PB L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.

    BIJLAGE I

    Totaalaantal dieren dat vanaf 31 januari 1998 geleverd mag worden:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    In Mecklenburg-Voorpommeren, de in de bijlage bij Beschikking 98/104/EG genoemde administratieve gebieden.

    Top