Acest document este un extras de pe site-ul EUR-Lex
Document 31998D0129
98/129/EC: Commission Decision of 16 December 1997 approving the multiannual guidance programme for the fishing fleet of Portugal for the period from 1 January 1997 to 31 December 2001 (Only the Portugese text is authentic)
98/129/EG: Beschikking van de Commissie van 16 december 1997 houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Portugal voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)
98/129/EG: Beschikking van de Commissie van 16 december 1997 houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Portugal voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)
PB L 39 van 12.2.1998, p. 65-72
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
care nu mai este în vigoare, Data încetării: 31/12/2002
Relație | Act | Comentariu | Subdviziunea vizată | De la | până la |
---|---|---|---|---|---|
prorogat prin | 32002D0652 | 31/12/2002 | |||
modificat prin | 32002D0652 | toevoeging | artikel 2.3 | 01/01/2002 | |
modificat prin | 32002D0652 | toevoeging | artikel 6 BI | 01/01/2002 | |
modificat prin | 32002D0652 | toevoeging | artikel 6 TR | 01/01/2002 | |
modificat prin | 32002D0652 | wijziging | bijlage | 01/01/2002 | |
modificat prin | 32002D0652 | DATE artikel 1 | |||
modificat prin | 32002D0652 | wijziging | titel bijlage | 01/01/2002 |
98/129/EG: Beschikking van de Commissie van 16 december 1997 houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Portugal voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)
Publicatieblad Nr. L 039 van 12/02/1998 blz. 0065 - 0072
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 16 december 1997 houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Portugal voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek) (98/129/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 3699/93 van de Raad van 21 december 1993 tot vaststelling van de criteria en voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en verwerking/afzet van de producten daarvan (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 25/97 (2), en met name op de artikelen 5 en 6, Gelet op Beschikking 97/413/EG van de Raad van 26 juni 1997 inzake de doelstellingen en bepalingen voor de herstructurering, in de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001, van de communautaire visserijsector met het oog op de totstandbrenging van een duurzaam evenwicht tussen de visbestanden en de exploitatie daarvan (3), en met name op artikel 9, lid 1, Overwegende dat Beschikking 97/413/EG is vastgesteld op grond van artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (4), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden; Overwegende dat Portugal, hierna "de lidstaat" genoemd, op 7 juli 1997, overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Beschikking 97/413/EG, bij de Commissie voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 een programma ter beperking van de visserij-inspanning heeft ingediend en op latere data dit programma met verdere informatie heeft aangevuld; dat in artikel 9, lid 1, van Beschikking 97/413/EG is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 30 november 1997 de meerjarige oriëntatieprogramma's (MOP) voor de vissersvloten van de afzonderlijke lidstaten aanneemt; Overwegende dat in artikel 6, lid 2, van Beschikking 97/413/EG is bepaald dat de vermindering van de vlootcapaciteit wordt gewaarborgd doordat in elke lidstaat een permanente regeling wordt ingevoerd om de vernieuwing van de vloot te controleren met daarin, per vlootsegment, de aan te houden ratio tussen inschrijvingen in/uitschrijvingen uit het vlootregister; dat de programma's die door de lidstaten zijn ingediend volstrekt geen of onvoldoende informatie op dit punt bevatten; dat daarom de lidstaten de nodige informatie in een later stadium aan de Commissie moeten verstrekken; Overwegende dat in artikel 7, lid 1, van Beschikking 97/413/EG is bepaald dat de doelstellingen voor de vissersvloten die in de vorige programma's voor 31 december 1996 waren vastgesteld het uitgangspunt zijn voor de bepaling van de per 31 december 2001 te bereiken doelstellingen; Overwegende dat de doelstellingen die in het vorige programma zijn vastgesteld, moeten worden aangepast wanneer dat verantwoord is op grond van nieuwe inlichtingen die door de betrokken lidstaat zijn verstrekt; Overwegende dat, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Beschikking 97/413/EG, bij het vaststellen van de doelstellingen voor de vissersvloot van iedere lidstaat rekening moet worden gehouden met de specifieke kenmerken van de betrokken vissersvloot; Overwegende dat op grond van Beschikking 97/413/EG, en met name van artikel 9, lid 1, jaarlijkse tussentijdse doelstellingen moeten worden bepaald; dat het niet dienstig is een tussentijdse doelstelling voor 1997 vast te stellen, aangezien op het tijdstip waarop deze beschikking wordt gegeven een groot deel van het eerste jaar van de periode waarvoor de programma's gelden, verstreken zal zijn; Overwegende dat, op grond van artikel 9, lid 1, van Beschikking 97/413/EG, de Commissie de bepalingen voor de uitvoering van die beschikking dient vast te stellen; dat het dienstig is bepaalde begrippen te verduidelijken; Overwegende dat voor de bepaling van de tussentijdse doelstellingen en de einddoelstellingen voor de vissersvloot in het kader van MOP-IV wordt uitgegaan van de doelstellingen die voor 31 december 1996 waren vastgesteld in het vorige programma (MOP-III); dat de tonnagedoelstellingen van MOP-III in brutoregisterton (BRT) luidden, maar dat voor MOP-IV de doelstellingen moeten worden uitgedrukt in GT; dat niet alle lidstaten GT-gegevens hebben ingediend voor alle vissersvaartuigen van de betrokken vloot, ondanks de verplichting om de GT van alle vaartuigen van hun vloot te meten of te schatten, en de betrokken gegevens aan de Commissie te zenden; Overwegende dat, gezien deze omstandigheden, de Commissie via een praktische aanpak de ontbrekende GT-gegevens dient te schatten teneinde aan de hand van die schattingen de tussentijdse doelstellingen en einddoelstellingen van het MOP-IV van de betrokken lidstaat voorlopig te bepalen; Overwegende echter dat de Commissie geen verklaringen van de lidstaten dat de visserij-inspanning en/of vangstcapaciteit is verminderd, kan aanvaarden die betrekking hebben op vaartuigen waarvoor de betrokken lidstaat zijn verplichting om een GT-gegeven of schatting daarvan aan de Commissie te doen toekomen, niet is nagekomen, aangezien in die situatie de precieze omvang van de betrokken vermindering niet kan worden nagegaan; Overwegende dat, als gegevens over de GT-tonnage, gemeten of geschat overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad van 22 september 1986 houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (5), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3259/94 (6) en bij Beschikking 95/84/EG van de Commissie (7), ontbreken, de Commissie niet in staat is de procentuele veranderingen in de capaciteit of de visserij-inspanning van de vloot te verifiëren die het gevolg zijn van enerzijds veranderingen in de capaciteit of activiteit van individuele vaartuigen of anderzijds de inschrijvingen in/uitschrijvingen uit het vlootregister; dat de Commissie daarom zal moeten schatten of de vermindering van de visserij-inspanning door vaartuigen waarvoor de vereiste GT-gegevens beschikbaar zijn, groot genoeg is geweest om er vrijwel zeker van te zijn dat een lidstaat zijn MOP-IVdoelstellingen heeft bereikt; Overwegende dat, aangezien de einddoelstellingen voor MOP-III het uitgangspunt zijn voor de bepaling van de doelstellingen voor MOP-IV, een lidstaat niet geacht kan worden tussentijdse doelstellingen of einddoelstellingen voor MOP-IV te hebben bereikt voordat die lidstaat zijn verplichtingen in het kader van MOP-III is nagekomen, en met name de verplichting om minstens 55 % van de in het kader van MOP-III geldende verplichtingen uit te voeren via capaciteitsvermindering; Overwegende dat bij de indeling van de vloot in segmenten rekening moet worden gehouden met de indeling die in het vorige programma is vastgesteld; Overwegende dat op grond van Verordening (EG) nr. 109/94 van de Commissie van 19 januari 1994 betreffende het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 493/96 (9), iedere lidstaat alle wijzigingen in de situatie van de vissersvloot moet meedelen, alsmede de ontwikkeling van de visserij-inspanning per visserijtak; Overwegende dat de doelstellingen voor het programma worden berekend aan de hand van de gegevens die door de lidstaat worden verstrekt; dat het nodig kan zijn deze doelstellingen te herzien als achteraf blijkt dat deze informatie onnauwkeurig was; Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Het door de regering van Portugal op 7 juli 1997 ingediende en vervolgens door haar aangevulde meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 wordt goedgekeurd op de in deze beschikking en in de bijlage daarbij vermelde voorwaarden. Artikel 2 De lidstaat zorgt ervoor dat de verminderingen in capaciteit of visserij-inspanning die nodig zijn om de einddoelstellingen te bereiken geleidelijk worden gerealiseerd. Daartoe worden de tussentijdse doelstellingen zo vastgesteld dat minstens eenkwart van de verminderingen moet zijn gerealiseerd per 31 december 1998, de helft per 31 december 1999 en driekwart per 31 december 2000. Om ervoor te zorgen dat de einddoelstellingen en de tussentijdse doelstellingen van het programma worden gerealiseerd, zenden de lidstaten de Commissie ter goedkeuring de in artikel 6, lid 2, van Beschikking 97/413/EG bedoelde regeling inzake inschrijvingen in/uitschrijvingen uit het vlootregister. Artikel 3 1. Om te bepalen of de einddoelstellingen en de tussentijdse doelstellingen van MOP-IV zijn bereikt, zullen de volgende meeteenheden worden gebruikt: i) de capaciteit van een vaartuig, die wordt uitgedrukt zowel in tonnage, gemeten in bruto ton (GT), als in motorvermogen, gemeten in kW, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2930/86, ii) de visserijactiviteit van een vaartuig, die wordt gemeten in zeedagen, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 109/94, iii) de visserij-inspanning van een vaartuig, die wordt gemeten overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 109/94 zowel in de vorm van de visserij-inspanning in tonnage, zijnde het product van de activiteit vermenigvuldigd met de tonnage in GT, als in visserij-inspanning in motorvermogen, zijnde het product van de activiteit vermenigvuldigd met het vermogen in kW. 2. Voor actief en passief vistuig gelden de lijsten van gesleept, respectievelijk staand vistuig in bijlage I, tabel 2, van Verordening (EG) nr. 109/94, met uitzondering van ringzegens (zegennetten) die in het kader van deze beschikking gelden als actief vistuig. 3. Voor vlootsegmenten en, indien van toepassing, visserijtakken gelden de definities die voorkomen in de bijlage en in punt 1 van de aanvullende bepalingen daarin. Artikel 4 1. Totdat een lidstaat de op grond van Verordening (EEG) nr. 2930/86 geldende verplichting is nagekomen om een gemeten of deugdelijk geschatte GT-tonnage voor een vaartuig op te geven, wordt met het oog op MOP-IV de GT van dat vaartuig door de Commissie geacht gelijk te zijn aan de BRT-tonnage van het betrokken vaartuig. 2. Door een lidstaat gemelde verminderingen van de visserij-inspanning, met inbegrip van vermindering van de capaciteit, worden door de Commissie alleen in aanmerking genomen als de betrokken lidstaat de op grond van Verordening (EEG) nr. 2930/86 geldende verplichting is nagekomen om de Commissie voor het betrokken vaartuig de GT-tonnage of de schatting daarvan mee te delen. 3. Als een lidstaat niet alle op grond van Verordening (EEG) nr. 2930/86 te verstrekken GT-tonnages of schattingen daarvan heeft meegedeeld die nodig zijn om te bepalen of de betrokken lidstaat een tussentijdse doelstelling of een einddoelstelling heeft bereikt, beoordeelt de Commissie of de tonnagegegevens die haar zijn verstrekt niettemin toereikend zijn om aan te nemen dat de betrokken lidstaat de betrokken doelstelling heeft bereikt. Als de Commissie van oordeel is dat dit het geval is, gaat zij ervan uit dat is voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van de steun voor modernisering en bouw van vissersvaartuigen als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 3699/93. Artikel 5 Zolang een lidstaat niet de einddoelstellingen van MOP-III heeft bereikt, en met name niet heeft voldaan aan de verplichting om minstens 55 % van de doelstellingen voor vermindering van de visserij-inspanning die gelden voor MOP-III te realiseren via capaciteitsvermindering, wordt ervan uitgegaan dat die lidstaat zijn verplichtingen inzake de tussentijdse en/of einddoelstellingen in het kader van MOP-IV niet is nagekomen. Artikel 6 Met het oog op het toezicht en de controle op de uitvoering van het programma dienen de lidstaten alle veranderingen in de situatie van de vissersvloot en ook de gegevens over de ontwikkeling van de visserij-inspanning per visserijtak mee te delen overeenkomstig de procedures die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 109/94. Het in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 3699/93 bedoelde jaarlijkse rapport van de Commissie aan de Raad en aan het Europees Parlement over de voortgang van MOP-IV zal worden gebaseerd op de gegevens in het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen en op eventuele aanvullende gegevens in de rapporten die door de lidstaten, eveneens op grond van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 3699/93, worden ingediend. Artikel 7 De doelstellingen van het programma zijn vermeld in de bijlage. Deze doelstellingen kunnen door de Commissie volgens de procedure van artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 worden herzien, als blijkt dat de voor de berekening van de doelstellingen verzamelde gegevens, met name inzake de samenstelling van de vangst per vlootsegment of per visserijtak, het uitgangsniveau van de visserij-inspanning, en de GT-gegevens of de schattingen daarvan, onnauwkeurig waren. Artikel 8 Deze beschikking is gericht tot de Portugese Republiek en is van toepassing vanaf 1 januari 1997. Gedaan te Brussel, 16 december 1997. Voor de Commissie Emma BONINO Lid van de Commissie (1) PB L 346 van 31.12.1993, blz. 1. (2) PB L 6 van 10.1.1997, blz. 7. (3) PB L 175 van 3.7.1997, blz. 27. (4) PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1. (5) PB L 274 van 25.9.1986, blz. 1. (6) PB L 339 van 29.12.1994, blz. 11. (7) PB L 67 van 25.3.1995, blz. 33. (8) PB L 19 van 22.1.1994, blz. 5. (9) PB L 72 van 21.3.1996, blz. 12. BIJLAGE MEERJARIG ORIËNTATIEPROGRAMMA VOOR DE VISSERSVLOOT VAN PORTUGAL VOOR DE PERIODE 1997-2001 I. DOELSTELLINGENTABELLEN De tabellen met de doelstellingen van de vloot zijn vermeld aan het einde van deze bijlage. II. AANVULLENDE BEPALINGEN 1. Segmenten en visserijtakken Vlootsegmenten worden gedefinieerd overeenkomstig artikel 1, punt 4, en artikel 4 van Beschikking 97/413/EG. Binnen een vlootsegment dat actief vistuig gebruikt, kunnen een of meer visserijtakken worden onderscheiden. De in visserij-inspanning per visserijtak vastgestelde doelstellingen zijn geldig op voorwaarde dat de maatregelen ter beperking van de visserij-inspanning worden nagekomen die zijn beschreven in het overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 97/413/EG ingediende programma dat is goedgekeurd door de Commissie. De vastgestelde doelstellingen moeten voor elk van de vlootsegmenten en, indien van toepassing, voor elk van de visserijtakken aan het eind van de programmaperiode zijn bereikt. Ieder vlootsegment krijgt een code waarmee het segment waartoe een vaartuig behoort in het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen wordt geregistreerd. Alle wijzigingen in de indeling van vaartuigen bij vlootsegmenten moeten volgens de procedures van Verordening (EG) nr. 109/94 worden gemeld. 2. Omrekening van tonnagedoelstellingen van BRT in GT De voor 31 december 1996 vastgestelde doelstellingen voor MOP-III zijn het uitgangspunt voor de berekening van de doelstellingen voor MOP-IV. De tonnagedoelstellingen voor MOP-III worden van brutoregisterton (BRT) omgerekend in GT door voor elk vlootsegment of eventuele onderverdeling van vlootsegmenten van MOP-III onderstaande formule toe te passen: Doelstelling voor 31 december 1996 (GT) = Doelstelling voor 31 december 1996 (BRT) × >NUM>Situatie op 31.12.1996 (GT) >DEN>Situatie op 31.12.1996 (BRT) waarbij in de situatie in BRT per 31 december 1996, zo nodig, rekening is gehouden met de berekeningen die zijn gemaakt overeenkomstig Beschikking 97/259/EG van de Commissie (1). 3. Berekening van de doelstellingen De doelstellingen worden aangegeven in tonnage, uitgedrukt in GT, en motorvermogen, uitgedrukt in kW, volgens de definities van Verordening (EEG) nr. 2930/86. 3.1. Doelstellingen per vlootsegment Als op grond van artikel 3 van Beschikking 97/413/EG een vlootsegment voor kleine kustvissersvaartuigen wordt vastgesteld, is de doelstelling voor MOP-IV stabilisatie van de capaciteit van dit vlootsegment op het niveau van 1 januari 1997 of, naar keuze van de lidstaat, beperking van het capaciteitsniveau tot het niveau dat overeenkomt met de doelstellingen van MOP-III voor dit vlootsegment. De capaciteitsdoelstellingen voor 31 december 2001 voor alle andere vlootsegmenten worden berekend door het betrokken verminderingspercentage toe te passen op de capaciteitsdoelstellingen per vlootsegment die voor 31 december 1996 waren vastgesteld in MOP-III. Als de vaartuigen van een of meer vlootsegmenten van MOP-III worden herverdeeld over een of meer vlootsegmenten van MOP-IV, geldt het totaal van de doelstellingen van de betrokken MOP-III-vlootsegmenten voor 31 december 1996 als het totaal van de doelstellingen voor 31 december 1996 van de nieuwe MOP-IV-vlootsegmenten die zijn gevormd. De doelstellingen voor 31 december 1996 van de betrokken MOP-IV-vlootsegmenten worden berekend door laatstgenoemd totaal over de MOP-IV-vlootsegmenten te verdelen naar verhouding van de grootte van de segmenten op 31 december 1996. Het verminderingspercentage voor elk vlootsegment wordt bepaald volgens de methode die is beschreven in bijlage II bij Beschikking 97/413/EG, waarbij het basisverminderingspercentage voor het betrokken vlootsegment wordt vermenigvuldigd met het procentuele aandeel van vis van kritieke bestanden in het gewicht van de totale vangst van het betrokken vlootsegment. 3.2. Doelstellingen per visserijtak Als binnen een of meer vlootsegmenten visserijtakken zijn onderscheiden en als het programma voor beperking van de visserij-inspanning in elk van deze visserijtakken dat overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 97/413/EG is ingediend, door de Commissie is goedgekeurd, wordt voor elk van de betrokken visserijtakken een afzonderlijk verminderingspercentage berekend. Voor de berekening van het verminderingspercentage voor elke visserijtak wordt dezelfde methode gevolgd als voor de bepaling van de capaciteitsvermindering per vlootsegment. De doelstellingen voor de visserij-inspanning per visserijtak worden berekend door het betrokken verminderingspercentage toe te passen op het basisniveau van de visserij-inspanning voor de betrokken visserijtak. De basisniveaus van de visserij-inspanning voor de visserijtakken binnen een vlootsegment worden berekend door de voor 31 december 1996 geldende doelstelling inzake de visserij-inspanning voor het betrokken vlootsegment over de betrokken visserijtakken te verdelen. De doelstelling inzake de visserij-inspanning voor een vlootsegment is gelijk aan het product van de capaciteitsdoelstelling voor dat vlootsegment voor 31 december 1996 vermenigvuldigd met de gemiddelde activiteit van de vaartuigen van dat vlootsegment in de referentieperiode die met de Commissie is overeengekomen. Het gedeelte van de doelstelling inzake de visserij-inspanning voor het vlootsegment dat wordt toegewezen aan iedere visserijtak, wordt bepaald door de lidstaat onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie en wordt vastgesteld voor de hele looptijd van het programma. Niettegenstaande artikel 4 en artikel 5 van deze beschikking worden de tussentijdse doelstellingen inzake de visserij-inspanning geacht te zijn bereikt, als de cumulatieve visserij-inspanning vanaf het begin van het programma tot de datum van de tussentijdse doelstelling niet groter is dan de cumulatieve visserij-inspanning die zou zijn gedaan als alle jaarlijkse tussentijdse doelstellingen exact waren gehaald. Niettegenstaande artikel 4 en artikel 5 van deze beschikking worden de einddoelstellingen inzake de visserij-inspanning geacht te zijn bereikt, als de cumulatieve visserij-inspanning in de programmaperiode niet groter is dan de cumulatieve visserij-inspanning die zou zijn gedaan als alle jaarlijkse tussentijdse doelstellingen exact waren gehaald. 3.3. Toegestane aanpassingen van de doelstellingen De lidstaten mogen te allen tijde aan de Commissie een programma voor verbetering van de veiligheid van de vloot voorleggen. Overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Beschikking 97/413/EG zal de Commissie bepalen of een eventuele capaciteitsvergroting in het kader van zo'n programma reden is voor een overeenkomstige verhoging van de capaciteitsdoelstellingen voor MOP-IV. Wanneer een lidstaat technische maatregelen toepast die resulteren in een verlaging van de bijvangst uit kritieke bestanden, bepaalt de Commissie op verzoek van de lidstaat of deze maatregelen herziening van de gewogen gemiddelde verminderingspercentages voor de betrokken vlootsegmenten of visserijtakken rechtvaardigen. De besluiten van de Commissie in het kader van de bepalingen in dit punt worden genomen volgens de procedures van artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 3760/92. 3.4. Achterstand in de uitvoering van het vorige programma Als de doelstellingen voor 31 december 1996 niet zijn bereikt, kan de achterstand in een segment worden goedgemaakt via een combinatie van capaciteits- en activiteitsvermindering, op voorwaarde dat overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 109/94 een programma voor beperking van de visserij-inspanning ter goedkeuring aan de Commissie wordt voorgelegd en minstens 55 % van de achterstand voor alle segmenten samen wordt weggewerkt via capaciteitsvermindering. De vermindering van de visserijactiviteit als gevolg van zo'n programma wordt meegerekend voor de bepaling van de uitgangsniveaus van de activiteit die gelden voor MOP-IV. 4. Uitvoering van de maatregelen en controle Met het oog op de uitvoering van de maatregelen voor beperking van de visserij-inspanning in bepaalde vlootsegmenten dienen de lidstaten de Commissie aan te tonen dat voor elk van de betrokken segmenten beschikbaar zijn: - gegevens over het niveau van de visserijactiviteiten vóór de inwerkingtreding van de maatregelen; - een effectief instrumentarium voor het beheer van de zeedagen, alsmede de capaciteit voor het beheer van een visvergunningenstelsel; - gegevens aan de hand waarvan het effect van de uitgevoerde maatregelen kan worden vastgesteld. Deze effecten moeten door de Commissie geverifieerd kunnen worden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad (2) met betrekking tot de controle. >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> (1) PB L 104 van 22.4.1997, blz. 28. (2) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.