Vyberte si experimentálne prvky, ktoré chcete vyskúšať

Tento dokument je výňatok z webového sídla EUR-Lex

Dokument 31997Y0917(01)

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (Voor de EER relevante tekst)

    PB C 281 van 17.9.1997, s. 4 – 10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
    bijzondere uitgave in het Slowaaks: Hoofdstuk 08 Deel 001 blz. 147 - 154

    Andere speciale editie(s) (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SL)

    Právny stav dokumentu Už nie je účinné, Dátum ukončenia platnosti: 31/12/2010

    31997Y0917(01)

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. C 281 van 17/09/1997 blz. 0004 - 0010


    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (97/C 281/03)

    (Voor de EER relevante tekst)

    1. Inleiding

    1.1. De lidstaten geven aanzienlijke bedragen aan overheidsmiddelen uit om hun industrie te ondersteunen. Van de totale steun die de lidstaten in de periode 1992-1994 aan hun industrie hebben verleend, was omstreeks 9 % bestemd voor de ondersteuning van de uitvoer, grotendeels in de vorm van gunstige voorwaarden voor exportkredieten en exportkredietverzekeringen (1).

    1.2. Uitvoersubsidies hebben een rechtstreekse ongunstige invloed op de mededinging op de markt tussen potentiële leveranciers van goederen en dienstverrichters. Zich bewust van deze schadelijke gevolgen heeft de Commissie, die ingevolge het Verdrag belast is met de bescherming van de mededinging, uitvoersteun in het intracommunautaire handelsverkeer steeds streng veroordeeld (2). Hoewel de steun van de lidstaten voor hun uitvoer buiten de Gemeenschap de mededinging in de Gemeenschap eveneens ongunstig kan beïnvloeden (3), heeft de Commissie op dit gebied niet stelselmatig maatregelen genomen uit hoofde van de in de artikelen 92, 93 en 94 van het Verdrag neergelegde regels inzake staatssteun. Hiervoor bestonden enkele redenen. Ten eerste zijn de bepalingen van het Verdrag op het gebied van buitenlandse handel, de artikelen 112 en 113, gedeeltelijk op deze activiteit van toepassing, en beoogt artikel 112 met name de harmonisatie van uitvoersteun. Ten tweede wordt niet alleen de mededinging in de Gemeenschap door steun voor extra-communautaire uitvoer ongunstig beïnvloed, maar ook het concurrentievermogen van communautaire exporteurs ten opzichte van die van de handelspartners van de Gemeenschap, die soortgelijke steun verlenen. Ten slotte is vooruitgang geboekt bij het reguleren van steun op grond van de verdragsbepalingen inzake het handelsverkeer en in het kader van de OESO en de WHO.

    1.3. Hoewel de Commissie tot dusver ervan heeft afgezien, gebruik te maken van haar controlebevoegdheden op het gebied van de uitvoer en de exportkredietverzekering, is uit de werkzaamheden van de Coördinatiegroep kredietverzekering en financieringskredieten van de Raad (4) en uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (5) gebleken, dat ten minste in één sector, die van de kortlopende exportkredietverzekering, de feitelijke of potentiële verstoringen van de mededinging in de Gemeenschap wellicht maatregelen van de Commissie rechtvaardigen uit hoofde van de regels inzake staatssteun, zonder vooruitgang op andere gebieden af te wachten. De mededingingsdistorsies kunnen zich niet alleen voordoen tussen exporteurs in verschillende lidstaten bij hun handelsactiviteiten in en buiten de Gemeenschap, maar ook tussen exportkredietverzekeraars die hun diensten in de Gemeenschap aanbieden.

    1.4. Het doel van deze mededeling is om de distorsies op te heffen, die het gevolg zijn van staatssteun in de sector van het exportkredietverzekeringsbedrijf waar openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars en particuliere exportkredietverzekeraars met elkaar concurreren. Deze commerciële sector van de exportkredietverzekering betreft de verzekering van kortlopende exportkredietrisico's in de handel binnen de Gemeenschap en met vele landen erbuiten. Dergelijke risico's worden "verhandelbaar" genoemd en zullen in deel 2 hieronder worden gedefinieerd. De definitie omvat thans uitsluitend de zogenoemde "commerciële" risico's, in tegenstelling tot de "politieke" risico's, in de handel in de Gemeenschap en met de meeste OESO-landen die in de bijlage zijn opgenomen. Hoewel de lidstaten, vooruitlopend op maatregelen van de Gemeenschap, aanzienlijke inspanningen hebben verricht om steun in de commerciële sector van de exportkredietverzekering af te schaffen, vereist de interne markt waarborgen ter verzekering dat de concurrentieverhoudingen onder alle omstandigheden eerllijk blijven.

    Deze mededeling betreft niet de verzekering van middellange en langetermijnexportkredietrisico's, die tot dusverre grotendeels onverhandelbaar zijn. De factoren die de Commissie ervan hebben weerhouden in deze sector uitvoerig gebruik te maken van haar controlebevoegdheden op het gebied van staatssteun, verzetten zich nog steeds tegen dergelijke stappen. In plaats daarvan worden pogingen ondernomen om de voorwaarden van de exportkredietverzekering, premies en landendekkingsbeleid te harmoniseren, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de programma's van derde landen, om te voorkomen dat het concurrentievermogen van communautaire exporteurs wordt ondermijnd.

    1.5. In deel 2 van deze mededeling wordt de structuur van de exportkredietverzekeringsmarkt beschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de commerciële of marktsector, waar particuliere verzekeraars opereren en waarop deze mededeling betrekking heeft, en de niet-commerciële sector. In deel 3 worden de belangrijkste factoren opgesomd, die de mededinging tussen particuliere en openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars kunnen vervalsen, en wordt uitgelegd waarom en in hoeverre de artikelen inzake staatssteun van het Verdrag van toepassing zijn. Ten slotte deelt de Commissie in deel 4 mee, welke maatregelen zij nodig acht om te verzekeren dat eventuele nog bestaande staatssteun van de in deel 3 genoemde soorten uit de marktsector wordt verwijderd en verzoekt zij de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het Verdrag zo nodig dergelijke maatregelen te nemen.

    2. De commerciële en de niet-commerciële sector van de kortlopende exportkredietverzekering

    2.1. Uit het verslag van de bovengenoemde Coördinatiegroep kredietverzekering en financieringskredieten van de Raad, hierna "verslag" genoemd, klachten van particuliere exportkedietverzekeringsmaatschappijen en uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is gebleken, dat in sommige lidstaten dezelfde "officiële" exportkredietmaatschappijen die de middellange- en langetermijnrisico's van exporteurs voor rekening of met de garantie (6) van de staat verzekeren, ook voor rekening of met de garantie van de staat, actief zijn in segmenten van de kortlopende exportkredietverzekeringsmarkt, waar zij aldus concurreren met particuliere exportkredietverzekeraars die geen banden met de staat hebben. Deze "officiële"exportkredietmaatschappijen kunnen regeringsdepartementen zijn, ondernemingen die in staatseigendom zijn of onder de zeggenschap van de staat vallen, of ondernemingen die volledig in particuliere handen zijn en onder particuliere zeggenschap staan. In deze mededeling worden dergelijke maatschappijen "openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars" genoemd. Evenals de "officiële" maatschappijen, die zowel op de middellange en lange als de korte termijn opereren, kunnen sommige exportkredietverzekeraars die in particuliere eigendom zijn of onder particuliere zeggenschap staan en die uitsluitend kortlopende verzekeringen afsluiten, door de overheid worden gesteund door middel van garanties of gelijkwaardige herverzekeringsovereenkomsten voor bepaalde onderdelen van hun activiteiten. Ook deze verzekeringsmaatschappijen moeten worden gerangschikt onder de "openbare of door de overheid gesteunde verzekeraars". Anderzijds worden exportkredietverzekeringsmaatschappijen die hoofdzakelijk of uitsluitend op de korte termijn werken en voor geen enkel onderdeel van hun activiteiten voor rekening of met de garantie (7) van de staat opereren, "particuliere exportkredietverzekeraars" genoemd.

    Uit het verslag bleek dat, wanneer openbare of door de overheid gesteunde exportkedietverzekeraars voor rekening of met de garantie van de overheid op gedeelten van de kortetermijnmarkt opereren waar zij met particuliere verzekeraars concurreren, zij bepaalde financiële voordelen hadden die de mededinging kunnen vervalsen ten koste van particuliere verzekeraars. In geen enkel land hebben openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars een monopolie op de kortetermijnmarkt.

    Eén van de moeilijkste onderwerpen die in het verslag zijn behandeld, was het verstrekken van herverzekeringen door de staat, hetzij rechtstreeks, hetzij indirect. Het verslag merkt herverzekeringsovereenkomsten die 100 % dekking verschaffen en gelijkwaardig zijn met garanties, als subsidies aan. Thans wordt erkend, dat herverzekeringsfaciliteiten, waarbij de staat uitsluitend in een herverzekeringsovereenkomst in de particuliere sector deelneemt of deze aanvult, de verzekeraars die hiervan profiteren ook in een voordelige positie kunnen brengen ten opzichte van particuliere verzekeraars die een dergelijke dekking niet ontvangen, en derhalve de mededinging vervalsen.

    2.2. Ondanks recente verbeteringen - waarbij openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars in toenemende mate hun kortetermijnactiviteiten onderbrengen in afzonderlijke ondernemingen of een aparte boekhouding invoeren - is hierboven reeds opgemerkt, dat het nog steeds nodig is om maatregelen te nemen om de gewenste eerlijke concurrentieverhoudingen tot stand te brengen. Om te beginnen moet worden nagegaan, in welke sector een concurrerende markt bestaat. In het verslag werd voor het onderzoek van de marktsector als doorslaggevend criterium gebruikt, of particuliere herverzekering algemeen beschikbaar was, en niet alleen in individuele gevallen. Het antwoord was over het algemeen bevestigend voor commerciële particuliere kopersrisico's; wat de politieke risico's betreft (waaronder risico's met betrekking tot openbare kopers, wisselkoersrisico's en niet-commerciële rampenrisico's) is de capaciteit tot dusverre onvoldoende om het dekken van dergelijke risico's duidelijk als een marktactiviteit aan te merken. Op grond van een analyse van de particuliere herverzekeringsmarkt, gebaseerd op de drie critiera duur, plaats en aard van de verzekerde risico's, is er in het verslag van uit gegaan, dat "verhandelbare" risico's commerciële risico's zijn met een risicoperiode van normaal maximaal drie jaar voor uitvoer over de gehele wereld.

    2.3. Uit latere opmerkingen van de lidstaten, bedrijfsverenigingen en verzekeraars bleek, dat deze definitie over het algemeen te ruim was. Van degenen die opmerkingen indienden deelden de meesten de opvatting van het verslag, dat politieke risico's moeten worden uitgesloten, omdat de particuliere herverzekeringsmarkt niet groot genoeg is, en zij gaven de voorkeur aan een maximale risicoperiode van twee jaar voor commerciële risico's. Verder was het kennelijk erg moeilijk om op de particuliere verzekeringsmarkt het commerciële risico van langdurige niet-nakoming van betalingsverplichtingen door niet-OESO-landen te herverzekeren.

    2.4. Gezien het nauwe verband tussen langdurige niet-nakoming van betalingsverplichtingen en insolventie - doordat het risico van langdurige niet-nakoming een insolventierisico kan worden - en de daaruit voortvloeiende noodzaak om beide risico's tot dezfelde categorie te rekenen (verhandelbaar of onverhandelbaar), lijkt het verstandig voorlopig alle commerciële risico's met betrekking tot niet-OESO-landen van de definitie van verhandelbare risico's en de werkingsfeer van deze mededeling uit te sluiten. Ten slotte schijnen op dit moment nog steeds problemen te bestaan bij de particuliere herverzekering van commerciële risico's met betrekking tot bepaalde OESO-landen.

    2.5. In het licht van het bovenstaande worden verhandelbare risico's voor de toepassing van deze mededeling als volgt gedefinieerd: commerciële risico's met betrekking tot niet-openbare debiteuren (8), die in de in de bijlage genoemde landen zijn gevestigd. Voor deze risico's bedraagt de maximale risicoperiode (dit wil zeggen fabricage- plus kredietperiode met het gebruikelijke uitgangspunt van de Berner Unie en de gewone krediettermijn) minder dan twee jaar.

    Alle andere risico's (dit wil zeggen politieke risico's, rampenrisico's (9) en commerciële risico's met betrekking tot openbare kopers en met betrekking tot niet in de bijlage genoemde landen) worden nog niet als verhandelbare risico's beschouwd.

    Voor de toepassing van deze mededeling worden commerciële risico's als volgt omschreven:

    - ongegronde opzegging van een contract door een debiteur, dit wil zeggen het door een niet-openbare debiteur zonder geldige reden opschorten of beëindigen van het contract;

    - ongegronde weigering van een particuliere debiteur om de goederen waarop het contract betrekking heeft te accepteren;

    - insolventie van een niet-openbare debiteur of zijn garant;

    - niet-betaling door een niet-openbare debiteur of door een garant van een schuld uit het contract, dit wil zeggen langdurige niet-nakoming van een betalingsverplichting.

    2.6. De capaciteit van de particuliere herverzekeringsmarkt is flexibel. Dit heeft tot gevolg, dat de definitie van verhandelbare risico's niet constant is en in de loop van de tijd kan veranderen (in de toekomst wellicht met uitbreiding tot politieke risico's). Deze definitie moet derhalve regelmatig (ten minste éénmaal per jaar) door de Commissie worden herbezien. De Commissie zal de lidstaten en andere belanghebbenden hiertoe raadplegen (10). Voorzover wijzigingen van de definitie noodzakelijk zijn, zal hierbij rekening moeten worden gehouden met de werkingsfeer van Gemeenschapswetgeving inzake exportkredietverzekering, teneinde tegenstrijdigheden of rechtsonzekerheid te voorkomen.

    3. Factoren die de mededinging tussen particuliere en openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars vervalsen

    3.1. De factoren die de mededinging kunnen vervalsen ten gunste van openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars die verhandelbare risico's verzekeren, zijn (11):

    - een staatsgarantie, rechtens of feitelijk, voor leningen en verliezen. Dergelijke garanties stellen de verzekeraar in staat, tegen lagere rentevoeten dan de normale markttarieven te lenen of om hoe dan ook leningen aan te gaan. Bovendien voorkomen zij dat verzekeraars zich op de particuliere markt moeten herverzekeren;

    - eventuele verschillen met particuliere verzekeraars ten aanzien van de verplichting om adequate voorzieningen aan te houden. Toen Richtlijn 73/239/EEG van de Raad (12) werd gewijzigd bij Richtlijn 87/343/EEG (13), werd ervan uitgegaan, dat de uitzonderingsbepaling voor verrichtingen op het gebied van de exportkredietverzekering voor rekening of met garantie van de staat (artikel 2, lid 2, onder d), van de richtlijn) niet gold voor verrichtingen op het gebied van kortlopende commerciële risico's welke door openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars voor eigen rekening en zonder overheidsgarantie worden uitgevoerd (14). Dit betekent, dat openbare of door de overheid gesteunde verzekeraars, om kortlopende commerciële risico's te kunnen verzekeren, eerst moeten beschikken over een welbepaald bedrag aan eigen middelen (solventiemarge en garantiefonds) en technische voorzieningen (met name een egalisatiereserve) en een vergunning moeten hebben overeenkomstig artikel 6 en volgende van Richtlijn 73/239/EEG;

    - belastingverlichting of -vrijstelling van normaal verschuldigde belastingen (bijvoorbeeld vennootschapsbelasting en belasting op verzekeringspolissen);

    - steunverlening of kapitaalverstrekking door de staat. Wat het laatste betreft dient het beginsel in acht te worden genomen dat, tenzij de staat optreedt als een particuliere investeerder in een markteconomie, kapitaalinjecties staatsteun inhouden (15); het verlenen van diensten in natura door de staat, zoals de toegang tot en het gebruik van infrastructuur, faciliteiten of bevoorrechte informatie van de staat (bijvoorbeeld door ambassades verzamelde informatie over debiteuren) tegen voorwaarden die geen juiste afspiegeling van de kosten vormen; en de herverzekering door de staat, ofwel rechtstreeks, ofwel indirect via een openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraar, op voorwaarden die gunstiger zijn dan die welke door de particuliere herverzekeringsmarkt worden aangeboden, hetgeen ofwel tot een te lage prijs van de herverzekering leidt, ofwel tot de kunstmatige schepping van capaciteit die op de particuliere markt niet beschikbaar zou komen.

    3.2. De in punt 3.1 genoemde faciliteiten geven exportkredietverzekeraars die hiervan gebruik maken, feitelijk of potentieel een financieel voordeel boven andere exportkredietverzekeraars. Dergelijke financiële voordelen die aan bepaalde ondernemingen worden verleend, vervalsen de mededinging en vormen staatssteun in de zin van artikel 92, lid 1, van het Verdrag.

    Artikel 92, lid 1, is van toepassing op alle maatregelen die bepaalde ondernemingen of producten in financieel of economische opzicht bevoordelen en die een feitelijke of mogelijke belasting van of verlies aan openbare middelen meebrengen en waarvoor nauwelijks of geen tegenprestatie van de desbetreffende steunontvangende onderneming wordt verlangd, voorzover deze maatregelen het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden en de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen (16).

    De in punt 3.1 genoemde financiële voordelen leiden voor de in punt 2.5 omschreven verhandelbare risico's tot een vervalsing van het intracommunautaire dienstenverkeer. Bovendien veroorzaken zij verschillen in de voor de verhandelbare risico's beschikbare verzekeringsdekking in verschillende lidstaten, waardoor de mededinging tussen ondernemingen in de lidstaten wordt vervalst en neveneffecten voor het intracommunautaire handelsverkeer ontstaan, ongeacht of het om intra- of extracommunautaire uitvoer gaat (17). De uitzonderingen van artikel 92 van het Verdrag zijn niet van toepassing op steun voor de verzekering van verhandelbare risico's, aangezien het verstorende effect van dergelijke steun in de Gemeenschap zwaarder weegt dan de mogelijke nationale of communautaire belangen die met uitvoersteun worden gediend. Het hierboven weergegeven standpunt is bevestigd door het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-63/89 (18), die rechtstreeks betrekking had op het in deze mededeling behandelde onderwerp. Het Hof was van oordeel dat, hoewel de richtlijn inzake de gedeeltelijke harmonisatie van de egalisatiereserves voor verzekeringsondernemingen, waardoor exportkredietverzekeringsverrichtingen voor rekening of met garantie van de overheid worden vrijgesteld, niet onwettig is, de factoren die de mededinging tussen particuliere en openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars vervalsen, "wel grond opleveren voor een beroep in rechte om de inbreuk op de bepalingen (van artikel 92) te doen bestraffen". In zijn arrest in zaak C-44/93 (19) concludeerde het Hof, dat de desbetreffende voordelen staatssteun inhouden en bevestigde het dat de Commissie stappen zou kunnen nemen om hieraan een einde te maken.

    4. Maatregelen die noodzakelijk zijn om mededingingsvervalsingen op het gebied van de kortlopende exportkredietverzekering met betrekking tot verhandelbare risico's op te heffen

    4.1. De hierboven in punt 3.1 genoemde vormen van steun die worden verleend aan openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars voor de in punt 2.5 omschreven verhandelbare risico's, kunnen de mededinging vervalsen en kunnen derhalve niet in aanmerking komen voor vrijstelling van de regels inzake staatssteun van het Verdrag.

    4.2. De lidstaten wordt derhalve ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag verzocht, hun stelsels van exportkredietverzekering voor verhandelbare risico's zodanig te wijzigen, dat het verlenen van de volgende vormen van staatssteun aan openbare of door de overheid gesteunde kredietverzekeraars met betrekking tot dergelijke risico's binnen één jaar na de bekendmaking van deze mededeling wordt beëindigd:

    a) staatsgaranties voor leningen of verliezen;

    b) vrijstelling van de verplichting om adequate reserves te vormen en van de andere in het tweede streepje van punt 3.1 genoemde verplichtingen;

    c) verlaging of vrijstelling van belasting of van andere lasten welke gewoonlijk verschuldigd zijn;

    d) steunverlening of kapitaalverstrekking of andere vormen van financiering in omstandigheden waarin een particuliere investeerder die onder normale marktvoorwaarden handelt, niet in de onderneming zou investeren, of op voorwaarden die een particuliere investeerder niet aanvaardbaar zou achten;

    e) het verlenen van diensten in natura door de staat, zoals de toegang tot en het gebruik van de infrastructuur, faciliteiten of bevoorrechte informatie van de staat (bijvoorbeeld door ambassades verzamelde informatie over debiteuren), tegen voorwaarden die geen juiste afspiegeling vormen van de kosten, en

    f) herverzekering door de staat, hetzij rechtstreeks, hetzij indirect via een openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraar, op voorwaarden die gunstiger zijn dan die welke op de particuliere herverzekeringsmarkt gelden, hetgeen ofwel tot een te lage prijs van de herverzekeringsdekking leidt of tot de kunstmatige totstandbrenging van capaciteit, die op de particuliere markt niet beschikbaar zou komen.

    Hangende de resultaten van het in punt 4.3 genoemde onderzoek blijven de bestaande aanvullende herverzekeringsovereenkomsten van de staat evenwel voorlopig toegestaan, mits:

    - de herverzekering door de staat een ondergeschikt element vormt in het totale herverzekeringspakket van de verzekeraar;

    - wanneer de herverzekeringsovereenkomsten van de verzekeraar zowel verhandelbare als onverhandelbare risico's omvatten, en een eventuele overheidsherverzekering dus onvermijdelijk betrekking heeft op verhandelbare risico's, het niveau van herverzekering voor de verhandelbare risico's niet hoger is dan dat de particuliere herverzekeringsmarkt indien deze risico's afzonderlijk zouden worden herverzekerd;

    - de herverzekering door de staat de verzekeraar niet in staat stelt bij de verzekering van activiteiten voor individuele kopers de grenzen die de deelnemende herverzekeraars op de particuliere markt hebben vastgesteld, te overschrijden;

    - de premie voor staatsherverzekering een onmiskenbare afspiegeling vormt van het risico, wordt berekend op basis van commerciële markttechnieken en, wanneer een gelijkwaardig commercieel tarief beschikbaar is, tenminste gelijk is aan dat tarief;

    - de staatsherverzekering voor verhandelbare risico's toegankelijk is voor alle kredietverzekeraars die voldoen aan de gemeenschappelijke criteria om hiervoor in aanmerking te komen.

    4.3. Teneinde te voldoen aan punt 4.2, dienen openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars op zijn minst een gescheiden administratie en gescheiden rekeningen te voeren voor het verzekeren van verhandelbare en onverhandelbare risico's voor rekening of met garantie van de staat, waaruit blijkt dat zij bij hun activiteiten inzake het verzekeren van verhandelbare risico's geen staassteun ontvangen. De rekeningen voor activiteiten die voor eigen rekening van de verzekerar worden verzekerd, dienen in overeenstemming te zijn met Richtlijn 91/674/EEG van de Raad (20).

    Bovendien zullen lidstaten die herverzekeringsdekking verstrekken aan een exportkredietverzekeraar door middel van deelneming aan of betrokkenheid bij particuliere herverzekeringsovereenkomsten die zowel op verhandelbare als op onverhandelbare risico's betrekking hebben, moeten aantonen dat deze geen staatssteun omvatten in de zin van punt 4.2, onder f).

    Hiertoe zal de Commissie, in nauwe samenwerking met de lidstaten, vanaf de bekendmaking van deze mededeling, voortdurend toezicht houden op dergelijke overeenkomsten op basis van halfjaarlijkse verslagen die door de betrokken lidstaten moeten worden ingediend, en zal zij einde 1998 een uitvoerig onderzoek naar dergelijke overeenkomsten doen. Dit onderzoek zal alle kennis en ervaring in aanmerking nemen, die in de tussentijd is opgedaan inzake de werking van de kortlopende exportkredietverzekeringsmarkt, en de rol die de lidstaten daarin spelen, op basis van de verslagen inzake de tenuitvoerlegging die ingevolge punt 4.5 moeten worden uitgebracht en van eventuele aanmeldingen van het gebruik van de ontsnappingsclausule overeenkomstig punt 4.4. Komt het onderzoek tot de conclusie, dat de overeenkomsten in een lidstaat staatssteun behelzen, dan zal de lidstaat worden verzocht deze uiterlijk eind 1999 te beëindigen.

    4.4. Onder de volgende omstandigheden mag worden afgeweken van het beginsel dat exportkredietverzekering voor verhandelbare risico's uitsluitend door openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars mag worden verstrekt indien de in punt 2.4 genoemde financiële voordelen ontbreken.

    In sommige landen kan voor verhandelbare exportkredietrisico's tijdelijk geen dekking beschikbaar zijn bij particuliere exportkredietverzekeraars of openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars die voor eigen rekening opereren, door een gebrek aan verzekerings- of herverzekeringscapaciteit. Derhalve worden deze risico's tijdelijk als onverhandelbaar beschouwd.

    Onder dergelijke omstandigheden kunnen deze tijdelijk onverhandelbare risico's worden verzekerd door een openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraar voor onverhandelbare risico's voor rekening of met garantie van de overheid. De verzekeraar moet zijn tarieven voor dergelijke risico's zoveel mogelijk afstemmen op die welke elders door particuliere exportkredietverzekeraars voor het betrokken soort risico worden berekend.

    Een lidstaat die van deze ontsnappingsclausule gebruik wil maken, moet zijn ontwerp-besluit onmiddelijk bij de Commissie aanmelden. Deze aanmelding moet een marktverslag bevatten, waarin wordt aangetoond dat er op de particuliere verzekeringsmarkt geen dekking beschikbaar is. Dit dient te worden gestaafd met verklaringen van twee grote, bekende internationale particuliere exportkredietverzekeraars, alsmede van een nationale kredietverzekeraar, teneinde aldus het gebruik van deze ontsnappingsclausule te rechtvaardigen. Bovendien dient dit verslag een beschrijving te bevatten van de voorwaarden die de openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraar voor deze risico's wil hanteren.

    De Commissie onderzoekt, binnen twee maanden na deze aanmelding, of het gebruik van de ontsnappingsclausule strookt met de bovengenoemde voorwaarden en verenigbaar is met het Verdrag.

    Komt de Commissie tot de conclusie, dat de voorwaarden voor het gebruik van de ontsnappingsclausule zijn nagekomen, dan geldt haar beschikking inzake de verenigbaarheid voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de beschikking, op voorwaarde dat de marktomstandigheden die het gebruik van de ontsnappingsclausule rechtvaardigen, zich in die periode niet wijzigen.

    Voorts kan de Commissie, in overleg met de andere lidstaten, de voorwaarden voor het gebruik van de ontsnappingsclausule aanpassen. Tevens mag zij deze opschorten of vervangen door een ander, geschikter systeem.

    4.5. Deze bepalingen worden per 1 januari 1998 van kracht, met een geldigheidsduur van vijf jaar. De lidstaten wordt verzocht de Commissie binnen twee maanden na bekendmaking van deze mededeling mede te delen of zij de erin vervatte aanbevelingen aanvaarden. Uiterlijk op 1 januari 1999 delen de lidstaten de Commissie mede, welke maatregelen zij hebben genomen om hieraan te voldoen. Mocht door middel van deze verslagen of anderzins blijken dat de in de lidstaten geldende regelingen nog steeds staatssteun behelzen, dan zal de Commissie deze steun beoordelen op grond van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag, in het licht van het hierboven uiteengezette beleid.

    4.6. In samenwerking met de lidstaten en belanghebbende derden zal de Commissie de definitie van verhandelbare risico's en de werking van deze mededeling in het licht van de marktontwikkelingen en eventuele communautaire wetgeving, aan een onderzoek onderwerpen. Alle informatie die de Commissie in verband met een dergelijk onderzoek van de lidstaten en belanghebbenden ontvangt, zal, met de toestemming van de informatieverstrekker, aan alle andere bij dit onderzoek betrokken deelnemers ter beschikking worden gesteld.

    (1) Bron: Vijfde Overzicht van de steunmaatregelen in de Europese Gemeenschap, Commissie EG, 1997, blz. 20. Het cijfer is vanaf 1992 waarschijnlijk gedaald wegens de beperking van de gesubsidieerde exportkredieten waartoe in het kader van het Helsinki-pakket is besloten.

    (2) In haar Zevende Verslag over het mededingingsbeleid (1977), punt 242, deelde de Commissie mee, dat steunmaatregelen voor de export in het intracommunautaire handelsverkeer niet in aanmerking komen voor toepassing van enige der uitzonderingsbepalingen ongeacht de intensiteit, de vorm, de motivering of de strekking van de steunmaatregelen.

    (3) Zie het arrest van het Hof van Justitie van 21 maart 1990 in zaak C-142/87, België/Commissie, Jurispr. 1990, I-959. Zie ook het arrest van 9 augustus 1994 in zaak C-44/93, Assurances du Crédit/NDD en België, Jurisprudentie 1994, I-3829, rechtsoverweging 30.

    (4) "L'assurance crédit et le marché unique 1992 (court terme)", bij de coördinatiegroep ingediend verslag, rapporteur: Ph. Callut.

    (5) Zie arresten van het Hof van Justitie van 18 april 1991 in zaak C-63/89, Assurances du Crédit en Cobac/Raad en Commissie, Jurispr. 1991, I-1799, en in zaak C-44/93 (zie voetnoot 3).

    (6) In sommige gevallen, zoals in Nederland, worden middellange- en langetermijnrisico's niet door een garantie gedekt, maar door een alomvattende herverzekeringsovereenkomst met de overheid.

    (7) Of met gelijkwaardige herverzekeringsovereenkomsten

    (8) Of niet-openbare garanten. Een openbare debiteur of garant is een debiteur of garant die, op een of andere wijze, de overheid zelf vertegenwoordigt en die niet bij gerechtelijke of administratieve procedure insolvent kan worden verklaard. Voor de toepassing van deze mededeling worden openbare bedrijven of bedrijven waarover de overheid zeggenschap heeft en die gevestigd zijn in de landen welke in de bijlage als landen met een verhandelbaar risico worden genoemd en waarop de gebruikelijke voorschriften van het vennootschapsrecht van toepassing zijn, als niet-openbare debiteurs/garanten beschouwd.

    (9) Dit wil zeggen oorlog, revolutie, natuurrampen, kernongevallen enz., niet de zogenoemde "commerciële rampenrisico's" (catastrofale cumulering van verliezen met betrekking tot individuele kopers of landen) die door een schade-excedent-herverzekering kunnen worden gedekt en die commerciële risico's zijn.

    (10) De Commissie zal onder meer de hulp inroepen van de Raad (bijvoorbeeld de Groep exportkredieten).

    (11) De koppeling door een openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraar van het verzekeren van niet-marktrisico's aan de dekking van marktrisico's kan een inbreuk vormen op artikel 86 van het EG-Verdrag. Een dergelijke handelwijze kan zowel door de Commissie worden vervolgd als in rechte en bij nationale mededingingsautoriteiten worden aangevochten.

    (12) Eerste Richtlijn 73/239/EEEG van de Raad van 24 juli 1973 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan (PB L 228 van 16. 8. 1973, blz. 3).

    (13) Richtlijn 87/343/EEG van de Raad van 22 juni 1987 tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan (PB L 185 van 4. 7. 1987, blz. 72).

    (14) Zie arrest van het Hof van Justitie in zaak C-63/89 (zie voetnoot 5), blz. 1848, rechtsoverweging 22.

    (15) Zie mededeling van de Commissie aan de lidstaten betreffende deelnemingen van onverheidsinstanties in het kapitaal van ondernemingen (Bulletin EG 9-1984) en de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag op openbare bedrijven in de industriesector (PB C 307 van 13. 11. 1993, blz. 3).

    (16) Zie arresten van het Hof van Justitie van 23 februari 1961, zaak 30/59, Steenkolenmijnen/Hoge Autoriteit, Jurisprudentie 1961, blz. 1, rechtsoverweging 19; 2 juli 1974, zaak 173/73, Italië/Commissie, Jurisprudentie 1974, blz. 709 e.v.; 17 september 1980, zaak 730/79, Philip Morris/Commissie, Jurisprudentie 1980, blz. 2671 e.v.

    (17) In zijn arrest in zaak C-142/87, België/Commissie (zie voetnoot 3), was het Hof van oordeel, dat niet alleen de steun voor intracommunautaire uitvoer, doch ook steun voor uitvoer uit de Gemeenschap het intracommunautaire handelsverkeer nadelig kan beïnvloeden. In beide gevallen wordt steun verleend in de vorm van exportkredietverzekering, en steun voor beide vormen van uitvoer kan derhalve gevolgen hebben voor de mededinging en het handelsverkeer binnen de Gemeenschap.

    (18) Arrest in zaak C-63/89 (zie voetnoot 5), blz. 1849, rechtsoverweging 24. Advocaat-generaal Tesauro was in zijn conclusie in deze zaak van oordeel dat, wanneer er zich mededinging tussen particuliere en openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars voordoet, het "hoogst twijfelachtig is of de lidstaten wel financiële steun mogen verlenen aan openbare bedrijven. Dat zou immers onverenigbaar kunnen zijn met de bepalingen betreffende steunmaatregelen van staten", Jurisprudentie 1991, I-1835, rechtsoverweging 15.

    (19) Arrest in zaak C-44/93 (zie voetnoot 3).

    (20) Richtlijn 91/674/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 374 van 31. 12. 1991, blz. 7).

    BIJLAGE

    Lijst van landen met een verhandelbaar risico

    Europese Unie

    België

    Denemarken

    Duitsland

    Finland

    Frankrijk

    Griekenland

    Ierland

    Italië

    Luxemburg

    Nederland

    Oostenrijk

    Portugal

    Spanje

    Verenigd Koninkrijk

    Zweden

    OESO-landen die als landen met een verhandelbaar risico worden beschouwd

    Australië

    Canada

    IJsland

    Japan

    Nieuw-Zeeland

    Noorwegen

    Verenigde Staten

    Zwitserland

    Začiatok