EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R2458

Verordening (EG) nr. 2458/97 van de Commissie van 10 december 1997 tot vaststelling van bijzondere regels voor het beheer en de verdeling van bepaalde, bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde kwantitatieve contingenten voor textielproducten voor 1998

PB L 340 van 11.12.1997, p. 31–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1998

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1997/2458/oj

31997R2458

Verordening (EG) nr. 2458/97 van de Commissie van 10 december 1997 tot vaststelling van bijzondere regels voor het beheer en de verdeling van bepaalde, bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde kwantitatieve contingenten voor textielproducten voor 1998

Publicatieblad Nr. L 340 van 11/12/1997 blz. 0031 - 0034


VERORDENING (EG) Nr. 2458/97 VAN DE COMMISSIE van 10 december 1997 tot vaststelling van bijzondere regels voor het beheer en de verdeling van bepaalde, bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde kwantitatieve contingenten voor textielproducten voor 1998

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzondere, communautaire regeling (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1457/97 van de Commissie (2), inzonderheid op artikel 17, leden 3 en 6, artikel 21, leden 2 en 3, in verbinding met artikel 25, lid 3,

Overwegende dat de Raad bij Verordening (EG) nr. 517/94 kwantitatieve invoercontingenten heeft ingesteld voor bepaalde textielproducten uit bepaalde derde landen en in artikel 17, lid 2, van genoemde verordening heeft bepaald dat deze contingenten zullen worden toegewezen in de chronologische volgorde van binnenkomst van de kennisgevingen van de lidstaten;

Overwegende dat in artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 517/94 is bepaald dat het in bepaalde omstandigheden mogelijk is bij de toewijzing van hoeveelheden andere methoden toe te passen dan de methode die uitsluitend op de chronologische volgorde van binnenkomst van de kennisgevingen van de lidstaten is gebaseerd, dat het contingent in tranches kan worden onderverdeeld of dat een deel van een specifiek kwantitatief maximum voor aanvragen kan worden gereserveerd die door bewijzen van eerdere invoerprestaties zijn gestaafd;

Overwegende dat het voorts wenselijk is, om de continuïteit van de handel niet te verstoren, de wijze van beheer en verdeling van de bij Verordening (EG) nr. 517/94 voor 1998 vastgestelde contingenten aan te passen voordat het contingentjaar aanvangt;

Overwegende dat de maatregelen bevat in Verordening (EG) nr. 2339/96 van de Commissie (3) tot vaststelling van bijzondere regels voor het beheer en de verdeling van bepaalde, bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde kwantitatieve contingenten voor textielproducten voor 1997 bevredigend bleken;

Overwegende dat het derhalve aanbeveling verdient, om aan de behoeften van een zo groot mogelijk aantal bedrijven te voldoen, de methode van toewijzing op grond van de volgorde van binnenkomst van de kennisgevingen van de lidstaten aan te passen door de hoeveelheden die op grond van deze methode per bedrijf kunnen worden toegewezen tot een maximumhoeveelheid te beperken;

Overwegende dat de continuïteit van het handelsverkeer echter zo veel mogelijk gewaarborgd dient te worden en dat het te dien einde, alsmede om redenen van een doelmatig beheer van de contingenten, wenselijk wordt geacht toe te staan dat de bedrijven een eerste aanvraag voor een invoervergunning voor 1998 indienen voor de hoeveelheid producten van dezelfde categorie uit het zelfde derde land die ze in 1997 hebben ingevoerd;

Overwegende voorts dat het voor een aantal categorieën noodzakelijk is gebleken het niveau van de eerder vastgestelde maximumhoeveelheden te herzien om transacties mogelijk te maken die vanuit commercieel oogpunt significatief zijn;

Overwegende dat, met het oog op een optimale benutting van de contingenten, bepaald dient te worden dat elk bedrijf, na gebruik van 50 % van een vergunning, een nieuwe aanvraag voor een vergunning kan indienen voor een hoeveelheid die een bepaalde, vooraf vastgestelde hoeveelheid niet overschrijdt, voorzover het contingent niet is uitgeput;

Overwegende dat de vergunningen, met het oog op een goed beheer van de contingenten, negen maanden geldig dienen te zijn vanaf de datum van afgifte en dat deze vergunningen door de lidstaten, na ontvangst van het besluit van de Commissie, eerst worden afgegeven nadat het betrokken bedrijf het bestaan van een contract heeft aangetoond en verklaard heeft, behalve in de gevallen waarin dit uitdrukkelijk is voorzien, dat het, op grond van deze verordening, in de Gemeenschap nog geen invoervergunning heeft verkregen voor de betrokken categorieën en landen ; dat de bevoegde nationale autoriteiten de geldigheidsduur van vergunningen op verzoek van de betrokken importeurs met drie maanden, doch uiterlijk tot en met 31 maart 1999 mogen verlengen indien deze vergunningen op de datum van de aanvraag van de verlenging reeds voor ten minste 60 % zijn benut;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden enkele bijzondere regels vastgesteld voor het beheer en de verdeling van de bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde contingenten die in 1998 van toepassing zullen zijn.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde en in de bijlagen III B en IV bij Verordening (EG) nr. 517/94 omschreven contingenten worden toegewezen in chronologische volgorde van binnenkomst van de kennisgevingen van de lidstaten bij de Commissie. In deze kennisgevingen zijn de hoeveelheden aangegeven die de bedrijven hebben aangevraagd en die per bedrijf de in de bijlage aangegeven maximumhoeveelheden niet mogen overschrijden.

Deze maximumhoeveelheden zijn echter niet van toepassing op bedrijven die, bij hun eerste aanvraag voor 1998 bij de bevoegde nationale autoriteiten, aan de hand van de hun in 1997 verleende invoervergunningen, kunnen aantonen uit het betrokken derde land een grotere hoeveelheid van dezelfde categorie producten te hebben ingevoerd dan bovenbedoelde maximumhoeveelheid van die categorie. Voor die bedrijven kan de hoeveelheid die door de bevoegde autoriteiten kan worden toegestaan, binnen de grenzen van de beschikbare hoeveelheden, niet hoger zijn dan de in 1997 uit hetzelfde derde land ingevoerde hoeveelheid van dezelfde categorie.

Artikel 3

Een importeur die een vergunning voor ten minste 50 % van de hem, op grond van deze verordening toegewezen hoeveelheid heeft benut, kan een nieuwe aanvraag voor een vergunning indienen voor de invoer van producten van dezelfde categorie uit hetzelfde land van oorsprong, voor hoeveelheden die de in de bijlage genoemde maximumhoeveelheden niet overschrijden, voorzover het contingent niet is uitgeput.

Artikel 4

De aanvragen voor invoervergunningen kunnen vanaf 2 januari 1998, 10.00 uur plaatselijke tijd Brussel, bij de Commissie worden ingediend. Ze zijn vanaf de datum van afgifte negen maanden geldig, doch uiterlijk tot en met 31 december 1998. Op verzoek van de betrokken importeurs kunnen de bevoegde nationale autoriteiten de geldigheidsduur van een vergunning met drie maanden, doch uiterlijk tot en met 31 maart 1999 verlengen, indien de vergunning op het moment van de aanvraag voor een verlenging voor ten minste 60 % was benut.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten mogen de invoervergunningen, nadat de Commissie haar besluit heeft medegedeeld, eerst afgeven nadat het betrokken bedrijf het bestaan van een contract heeft aangetoond en, onverminderd het bepaalde in artikel 3, schriftelijk heeft verklaard dat het binnen de Gemeenschap, op grond van deze verordening, niet reeds een invoervergunning voor de betrokken categorie en het betrokken land heeft verkregen.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1998.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 1997.

Voor de Commissie

Leon BRITTAN

Vice-Voorzitter

(1) PB L 67 van 10. 3. 1994, blz. 1.

(2) PB L 199 van 26. 7. 1997, blz. 6.

(3) PB L 318 van 7. 12. 1996, blz. 5.

BIJLAGE

In artikel 2 bedoelde maximumhoeveelheden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top