EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996R0386

Verordening (EG) nr. 386/96 van de Commissie van 1 maart 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 220/91 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1360/78 van de Raad betreffende producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen

PB L 53 van 2.3.1996, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1999

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1996/386/oj

31996R0386

Verordening (EG) nr. 386/96 van de Commissie van 1 maart 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 220/91 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1360/78 van de Raad betreffende producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen

Publicatieblad Nr. L 053 van 02/03/1996 blz. 0001 - 0003


VERORDENING (EG) Nr. 386/96 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 220/91 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1360/78 van de Raad betreffende producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1360/78 van de Raad van 19 juni 1978 betreffende producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, en met name op artikel 6, lid 3, tweede en derde streepje,

Overwegende dat de werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1360/78 bij het bepaalde in bijlage I, hoofdstuk V, deel C, punt 2, onder a), van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden is uitgebreid tot het hele Finse grondgebied;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 220/91 van de Commissie (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1755/95 (3), uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld met betrekking tot de economische bedrijvigheid van de producentengroeperingen en de unies daarvan; dat deze uitvoeringsbepalingen moeten worden aangevuld in verband met de uitbreiding van de werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1360/78 tot Finland;

Overwegende dat, om een voldoende concentratie van het aanbod te bereiken, benedengrenzen dienen te worden vastgesteld voor de conventionele en de biologische produktie en het aantal leden van de producentengroeperingen; dat het, om ervoor te zorgen dat de unies een behoorlijke economische betekenis hebben, wenselijk lijkt te bepalen hoeveel leden zij ten minste moeten tellen, en een passende geografische werkingssfeer voor te schrijven;

Overwegende dat een tijdelijke daling van de produktie van een groepering of unie als gevolg van natuurrampen er niet toe mag leiden dat de erkenning van deze groepering of unie automatisch wordt ingetrokken omdat de produktie onder de benedengrens is gedaald;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor de landbouwstructuur en de plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 220/91 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 2 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

"4. Een daling van de omvang van de produktie van een groepering of unie in een bepaald jaar als gevolg van natuurrampen leidt niet automatisch tot de conclusie dat de in artikel 1 vastgestelde erkenningsvoorwaarden niet langer zijn vervuld.

Een forfaitaire berekening van de produktieomvang op basis van de gemiddelde produktie in de voorafgaande drie normale jaren kan worden toegepast en van tevoren aan de Commissie worden medegedeeld om rekening te houden met de natuurrampen in de loop van een jaar die de omvang van de produktie van de groepering in belangrijke mate nadelig hebben beïnvloed, met het oog op handhaving van de erkenning van de producentengroeperingen in gebieden die de Lid-Staat heeft afgebakend als zijnde getroffen door de betrokken natuurramp.

Ten aanzien van de waarde van de produkten van de leden die wordt gebruikt om de in artikel 10, lid 2, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1360/78 bedoelde aanloopsteun te berekenen, kan alleen de werkelijk op de markt gebrachte produktie in aanmerking worden genomen.".

2. Aan artikel 3, lid 2, wordt het volgende punt i) toegevoegd:

"i) moeten voor Finland de unies bestaan uit ten minste vijf erkende producentengroeperingen en werkzaam zijn in ten minste twee provincies; in dit verband wordt Aland als een provincie beschouwd. Met betrekking tot de biologische produktie moeten de unies voldoen aan de in punt IX bis van de bijlage vastgestelde minimumeisen inzake het produktieareaal, de omzet, het aandeel in de nationale biologische produktie en het aantal erkende producentengroeperingen.".

3. In de bijlage worden na tabel VIII en vóór de voetnoten de in de bijlage van de onderhavige verordening vastgestelde tabel IX voor de conventionele produktie en tabel IX bis voor de biologische produktie opgenomen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 1 maart 1996.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 166 van 23. 6. 1978, blz. 1.

(2) PB nr. L 26 van 31. 1. 1991, blz. 15.

(3) PB nr. L 170 van 20. 7. 1995, blz. 7.

BIJLAGE

"IX. Producentengroeperingen in Finland (conventionele produktie)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

IX bis. Producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen in Finland (biologische produktie)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top