EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995Y0704(01)

Resolutie van de Raad van 27 maart 1995 betreffende de omzetting en de toepassing van de communautaire sociale wetgeving

PB C 168 van 4.7.1995, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

31995Y0704(01)

Resolutie van de Raad van 27 maart 1995 betreffende de omzetting en de toepassing van de communautaire sociale wetgeving

Publicatieblad Nr. C 168 van 04/07/1995 blz. 0001 - 0002


RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 27 maart 1995

betreffende de omzetting en de toepassing van de communautaire sociale wetgeving

(95/C 168/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gezien de conclusies van de Raad van 21 december 1992 betreffende de daadwerkelijke tenuitvoerlegging en toepassing van de communautaire wetgeving op sociaal gebied (1),

Overwegende dat er reeds een omvangrijk geheel van communautaire voorschriften op sociaal gebied bestaat, met name inzake veiligheid en gezondheid op het werk;

Overwegende dat het van wezenlijk belang is dat iedere Lid-Staat de op deze Lid-Staat van toepassing zijnde communautaire wetgeving binnen de voorgeschreven termijnen integraal en getrouw in nationale wetgeving omzet;

Overwegende dat het ook van wezenlijk belang is dat de Lid-Staten maatregelen treffen opdat de nationale wetgeving waarin de communautaire wetgeving is omgezet, daadwerkelijk wordt toegepast;

Overwegende dat het van wezenlijk belang is dat de burgers van de Unie het recht hebben zich, voor wat hen betreft, te beroepen op de communautaire wetgeving; dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft verklaard dat de nationale rechtbanken de nationale wetgeving waarin de communautaire richtlijnen zijn omgezet, moeten interpreteren in het licht van die richtlijnen;

Overwegende dat de door de Lid-Staten in communautair verband aangegane verbintenissen alleen zin krijgen door de omzetting van de richtlijnen in de nationale wetgeving van ieder van de Lid-Staten, en dat bij ontbreken van een integrale en getrouwe omzetting het bestaan zelf van een Europese sociale ruimte in het geding kan komen;

Overwegende dat de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, waarvoor de Raad in zijn resolutie van 8 juni 1993 (2) richtsnoeren heeft vastgesteld, alsmede het gebruik van samenhangende juridische bepalingen en voldoende lange termijnen voor de omzetting zullen bijdragen tot de correcte omzetting en de doeltreffende toepassing van de communautaire wetgeving;

Overwegende dat de Lid-Staten moeten toezien op de volledige en daadwerkelijke toepassing van de regelgeving van de Gemeenschap op sociaal gebied;

Overwegende dat volgens het Witboek van de Commissie "Europees sociaal beleid: Toekomstige acties voor de Unie", en met name hoofdstuk X, van wezenlijk belang wordt geacht dat de communautaire sociale wetgeving in iedere Lid-Staat naar behoren wordt uitgevoerd, wil zij werkelijk effect kunnen sorteren op de situatie van individuele personen in Europa,

I. ONDERSTREEPT DE VOLGENDE BEGINSELEN:

1. Het is onontbeerlijk dat de communautaire sociale wetgeving voor de burgers een tastbare realiteit wordt.

Deze doelstelling zal pas worden bereikt, wanneer de bepalingen van de communautaire sociale wetgeving in alle Lid-Staten even doeltreffend worden toegepast en, wat de richtlijnen betreft, getrouw worden omgezet.

2. Overeenkomstig het Verdrag heeft de Commissie tot taak toe te zien op de integrale omzetting van de communautaire wetgeving door de Lid-Staten, die de toepassing van deze wetgeving moeten garanderen door de passende vorm en de passende middelen te kiezen om hun verplichtingen na te komen.

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen waarborgt dat de communautaire wetgeving wordt geëerbiedigd.

II. VERZOEKT DE COMMISSIE:

3. De omzetting en toepassing door de Lid-Staten van de gehele communautaire sociale wetgeving te vergemakkelijken, met name door:

a) vanaf de voorstelfase de voorafgaande effectstudies inhoudelijk te verrijken, met name, voor zover mogelijk, wat de informatie over de bestaande nationale en communautaire bepalingen betreft en wat de evaluatie van de gevolgen voor de werkgelegenheid en het midden- en kleinbedrijf betreft;

b) voldoende lange omzettingstermijnen voor te stellen.

4. Haar regeling inzake raadpleging van met name de sociale partners te handhaven en uit te bouwen:

a) raadpleging van de sociale partners op communautair niveau verschaft de communautaire sociale wetgeving een betere grondslag en moet dus worden uitgebreid;

b) de richtlijnen zouden voorts de gelegenheid moeten bieden om, telkens als dit mogelijk is, de sociale partners overeenkomstig de nationale wetten en praktijken bij de omzetting van de communautaire sociale wetgeving te betrekken, via op nationaal niveau afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden; de Lid-Staten hebben niettemin de taak om alle nodige maatregelen te treffen teneinde de door de betrokken richtlijn voorgeschreven resultaten te allen tijde te kunnen garanderen;

c) de betrokken comités zal in voorkomend geval worden verzocht binnen het strikte kader van hun bevoegdheden een bijdrage te leveren aan het opstellen van documenten ter evaluatie van de tenuitvoerlegging van de richtlijnen;

5. Met betrekking tot de evaluatie van beroepsrisico's, die een relevante indicator oplevert inzake het resultaat van de maatregelen die getroffen zijn om de veiligheid en de gezondheid op het werk te verbeteren, te trachten:

- de aan de gang zijnde harmonisatie van de arbeidsongevallenstatistieken tot een goed einde te brengen, en

- in overleg met de Lid-Staten de beschikbare gegevens over beroepsziekten te verbeteren;

6. Op basis van door de Lid-Staten verstrekte gegevens de informatie omtrent de tenuitvoerlegging van de bestaande richtlijnen te verbeteren door per richtlijn, op gezette tijden, overzichtstabellen te publiceren van de omzettingen in de nationale wetgeving van iedere Lid-Staat, waarin de door de Lid-Staten gemelde maatregelen worden overgenomen.

III. VERZOEKT DE LID-STATEN:

7. a) In het kader van de transparantie, als waarborg voor de samenhang van de Unie, de Commissie relevante gegevens ter beschikking te stellen over de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de communautaire sociale wetgeving aan de hand van de in de punten 6 en 9 bedoelde documenten en tabellen.

De Commissie kan deze informatie in het kader van haar gebruikelijke verslagen ter kennis brengen van het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's zodat deze op de hoogte zijn van de tenuitvoerlegging van de communautaire sociale wetgeving;

b) de actieve deelneming van de sociale partners aan de tenuitvoerlegging van de communautaire sociale wetgeving op nationaal niveau op de in elke Lid-Staat gebruikelijke wijze te stimuleren.

IV. VERZOEKT DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE:

8. Voorstellen te doen voor samenwerkingsverbanden om gegevens te verzamelen en te verspreiden over de vorderingen met en de problemen bij de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving in iedere Lid-Staat, zulks onder andere door toedoen van het Comité van hoge arbeidsinspecteurs in het kader van zijn bevoegdheden;

9. De informatie over de tenuitvoerlegging van de bestaande richtlijnen te verbeteren door voor iedere richtlijn een document op te stellen met, in voorkomend geval, de relevante indicatoren.

Dit document, waarin de ervaringen van de Lid-Staten en/of de moeilijkheden die zij bij de toepassing ondervinden, zijn opgenomen, zal het mogelijk maken het effect van de richtlijn en/of de eventuele moeilijkheden bij de toepassing ervan te meten.

V. VERBINDT ZICH ERTOE:

10. Regelmatig en met name aan de hand van de in de punten 6 en 9 bedoelde documenten en tabellen een bespreking over de omzetting van de richtlijnen te houden, onverminderd de bevoegdheden van de Commissie op het gebied van toezicht.

11. In het kader van het beraad dat nodig is om lering te trekken uit de tenuitvoerlegging van de communautaire sociale wetgeving, het overleg met de sociale partners op communautair niveau te stimuleren.

(1) PB nr. C 49 van 19. 2. 1993, blz. 6.

(2) PB nr. C 166 van 17. 6. 1993, blz. 1.

Top