Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995R2930

    Verordening (EG) nr. 2930/95 van de Commissie van 18 december 1995 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 762/94 houdende toepassingsbepalingen inzake het uit produktie nemen van grond als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad

    PB L 307 van 20.12.1995, p. 8–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/2000

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/2930/oj

    31995R2930

    Verordening (EG) nr. 2930/95 van de Commissie van 18 december 1995 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 762/94 houdende toepassingsbepalingen inzake het uit produktie nemen van grond als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad

    Publicatieblad Nr. L 307 van 20/12/1995 blz. 0008 - 0009


    VERORDENING (EG) Nr. 2930/95 VAN DE COMMISSIE van 18 december 1995 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 762/94 houdende toepassingsbepalingen inzake het uit produktie nemen van grond als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2800/95 (2), en met name op artikel 7, lid 1, tweede alinea, en artikel 12,

    Overwegende dat de bij Verordening (EEG) nr. 1765/92 ingestelde braaklegging, gezien de wijze waarop die regeling sedert de invoering ervan is toegepast, moet worden beschouwd als een maatregel voor het beheer van de akkerbouwproduktie waarvan het percentage voor ieder verkoopseizoen kan worden aangepast naar gelang van de marktsituatie; dat dit blijkt uit het feit dat de Raad gedurende twee opeenvolgende verkoopseizoenen een braakleggingspercentage heeft vastgesteld dat afwijkt van het basispercentage;

    Overwegende dat de toepassingsbepalingen van de braakleggingsregeling, die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 762/94 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2015/95 (4), daarom de producenten ieder jaar de mogelijkheid moeten laten om hun besluit, bij wijziging van het percentage, daaraan aan te passen; dat het derhalve wenselijk is dat de producenten die voor de bij artikel 5 van voornoemde verordening vastgestelde regeling hebben gekozen, op hun verbintenis mogen terugkomen zonder dat daaraan sancties worden verbonden;

    Overwegende evenwel dat de zekerheid van een minimumcompensatie als tegenprestatie voor braaklegging gedurende een welbepaalde minimumperiode een belangrijke component is van bepaalde maatregelen waarmee milieudoelstellingen worden nagestreefd; dat het bijgevolg niet dienstig is het opzeggen te vergemakkelijken van verbintenissen die reeds zijn aangegaan voor oppervlakten die in het kader van artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 uit produktie zijn genomen en waarvoor bovenop de braakleggingscompensatie de milieusteun wordt verleend; dat om diezelfde redenen de zekerheid van een minimumcompensatie voor dergelijke oppervlakten moet worden gehandhaafd;

    Overwegende dat het Gezamenlijk Comité van beheer voor granen, oliën en vetten, en gedroogde voedergewassen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 762/94 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Artikel 4, lid 4, wordt als volgt gewijzigd:

    "Deze bepaling geldt evenwel niet voor de in 1996 voor het verkoopseizoen 1996/1997 ingediende steunaanvragen "oppervlakte".".

    2. Artikel 5, lid 3, wordt als volgt aangevuld:

    "c) als hij dat aan de bevoegde instantie heeft medegedeeld bij de indiening van zijn aanvraag "oppervlakte" voor het verkoopseizoen 1996/1997; dit geldt evenwel niet voor de percelen waarvoor de in artikel 7, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 of de in artikel 2, lid 1, onder g), en artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2078/92 vastgestelde steunregelingen gelden.".

    3. Aan artikel 5 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

    "5. Voor het bepaalde in dit artikel komen uitsluitend in aanmerking:

    a) de producenten die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 2930/95 van de Commissie (*) voor de in lid 1 bedoelde regeling hebben gekozen en b) de producenten die percelen in de zin van artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 uit produktie hebben genomen en die voor deze percelen steun ontvangen uit hoofde van artikel 7, lid 4, tweede alinea, van voornoemde verordening of artikel 2, lid 1, onder g), en artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2078/92.

    ".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 18 december 1995.

    Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie

    (*) PB nr. L 307 van 20. 12. 1995, blz. 8.

    Top