EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R1116

Verordening (EG) nr. 1116/94 van de Commissie van 16 mei 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 967/91 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 307/91 van de Raad betreffende de verscherping van de controles op bepaalde uitgaven ten laste van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw

PB L 122 van 17.5.1994, p. 13–14 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1997; stilzwijgende opheffing door 31991R0307

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/1116/oj

31994R1116

Verordening (EG) nr. 1116/94 van de Commissie van 16 mei 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 967/91 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 307/91 van de Raad betreffende de verscherping van de controles op bepaalde uitgaven ten laste van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw

Publicatieblad Nr. L 122 van 17/05/1994 blz. 0013 - 0014
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 57 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 57 blz. 0102


VERORDENING (EG) Nr. 1116/94 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 967/91 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 307/91 van de Raad betreffende de verscherping van de controles op bepaalde uitgaven ten laste van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 307/91 van de Raad van 4 februari 1991 betreffende de verscherping van de controles op bepaalde uitgaven ten laste van de afdeling Garantie van het Europees Oiëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (1), en met name op artikel 7,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 967/91 van de Commissie (2) de uitvoeringsbepalingen inzake de in Verordening (EEG) nr. 307/91 bedoelde communautaire financiering zijn vastgesteld;

Overwegende dat dient te worden verduidelijkt dat ook uitgaven voor de controle-instrumenten voor communautaire financiële ondersteuning in aanmerking komen;

Overwegende dat het, om het beheer van de te verdelen financiële middelen te vergemakkelijken, dienstig is te bepalen dat de Lid-Staten tussen de twee soorten communautaire financiering als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van Verordening (EEG) nr. 307/91 een onderscheid dienen te maken;

Overwegende dat de uitgavenramingen van de Lid-Staten niet altijd met de werkelijke programmering van hun activiteiten voor het betrokken jaar overeenstemmen; dat aan deze ramingen bijgevolg een sterker bindend karakter dient te worden gegeven zodat op grond van betrouwbare gegevens over de toe te kennen kredieten kan worden beslist;

Overwegende dat ook dient te worden verduidelijkt dat aan de Lid-Staten wordt meegedeeld welke uitgaven de Gemeenschap voor haar rekening neemt;

Overwegende dat het wenselijk is ervoor zorg te dragen dat de in het kader van Verordening (EEG) nr. 307/91 beschikbare financiële middelen beter worden aangewend; dat daarom dient te worden bepaald dat kredieten die voor een van beide soorten financiering voor een bepaalde Lid-Staat zijn gereserveerd en die op grond van de door die Lid-Staat gemaakte kosten niet kunnen worden overgemaakt, binnen de grenzen van de totale financiële middelen voor dat jaar en voor die Lid-Staat kunnen worden gebruikt om andere, in aanmerking komende maatregelen die dat jaar door die Lid-Staat zijn uitgevoerd, te cofinancieren;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van het Fonds,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 967/91 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:

"4. Tot de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 307/91 bedoelde materiële voorzieningen behoren ook de controle-instrumenten.".

2. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i) de eerste alinea komt te luiden:

"Elk jaar stellen de Lid-Staten de Commissie vóór 31 januari in kennis van hun voornemen om al dan niet van de in de artikelen 1 en/of 2 van Verordening (EEG) nr. 307/91 bedoelde communautaire financiering gebruik te maken, en dienen zij vóór 31 maart bij de Commissie gedetailleerde uitgavenramingen voor het betrokken kalenderjaar in, alsmede een aanvraag om uitkering van een voorschot op grond van artikel 6 van genoemde verordening."

ii) de derde alinea komt te luiden:

"Deze ramingen worden opgesteld volgens de tabel in de bijlage, die voor elk van de twee, in de artikelen 1 en 2 van Verordening (EEG) nr. 307/91 bedoelde soorten financiering afzonderlijk moet worden ingevuld."

b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

"1. bis. Op grond van de in lid 1 bedoelde ramingen, die voor de Lid-Staten bindend zijn ten opzichte van de Commissie, wordt vastgesteld welke kredietbedragen voor de in de artikelen 1 en/of 2 van Verordening (EEG) nr. 307/91 bedoelde acties kunnen worden betaald. De Gemeenschap neemt binnen de grenzen van die kredieten de kosten van de Lid-Staten voor haar rekening."

c) komt lid 3, tweede alinea, te luiden:

"Deze afrekening wordt opgesteld volgens de tabel in de bijlage, die voor de twee, in de artikelen 1 en 2 van Verordening (EEG) nr. 307/91 bedoelde soorten financiering afzonderlijk moet worden ingevuld."

d) worden in lid 4 aan de eerste zin de volgende woorden toegevoegd:

"welk bedrag zij aan de Lid-Staten meedeelt."

e) wordt aan lid 6 de volgende zin toegevoegd:

"Bij de definitieve afrekening kan de Commissie onder dezelfde voorwaarden ook het eventuele restant van de financiële middelen die oorspronkelijk aan een bepaalde Lid-Staat voor maatregelen op grond van de artikelen 1 en/of 2 van Verordening (EEG) nr. 307/91 waren toegekend, binnen de grenzen van het totale bedrag van de voor de voornoemde artikelen vastgestelde communautaire financiering, over de Lid-Staten die daarvan gebruik wensen te maken, verdelen."

f) wordt het volgende lid toegevoegd:

"7. Indien de communautaire kredieten die voor een Lid-Staat op grond van zijn ramingen voor een van de in de artikelen 1 en 2 van Verordening (EEG) nr. 307/91 bedoelde soorten financiering zijn gereserveerd, op grond van de uitgaven van die Lid-Staat niet volledig kunnen worden overgemaakt, kan de Commissie op verzoek van die Lid-Staat het restant gebruiken om de subsidiabele uitgaven die deze Lid-Staat heeft gedaan voor maatregelen die voor de andere soort financiering in aanmerking komen, te cofinancieren op voorwaarde dat de in de genoemde artikelen bedoelde percentages van de communautaire bijstand worden nagekomen, en het totale bedrag voor de twee soorten financiering tezamen dat voor het betrokken jaar voor die Lid-Staat is toegekend, niet wordt overschreden."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

De bepalingen van punt 1 en van punt 2, onder c), d), e) en f) van artikel 1 zijn van toepassing vanaf 1994. De bepalingen van punt 2, onder a) en b), van artikel 1 zijn van toepassing vanaf 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 16 mei 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 37 van 9. 2. 1991, blz. 5.

(2) PB nr. L 100 van 20. 4. 1991, blz. 18.

Top