Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R1919

    VERORDENING (EEG) Nr. 1919/93 VAN DE RAAD van 12 juli 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor stieren, vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

    PB L 174 van 17.7.1993, p. 10–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/1994

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/1919/oj

    31993R1919

    VERORDENING (EEG) Nr. 1919/93 VAN DE RAAD van 12 juli 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor stieren, vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

    Publicatieblad Nr. L 174 van 17/07/1993 blz. 0010 - 0015


    VERORDENING (EEG) Nr. 1919/93 VAN DE RAAD van 12 juli 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor stieren, vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat de Europese Economische Gemeenschap in het kader van de GATT de verplichting op zich heeft genomen voor stieren, vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen, een jaarlijks communautair tariefcontingent te openen van 5 000 stuks tegen een recht van 4 %; dat ten einde tot dit contingent te worden toegelaten de volgende documenten dienen te worden overgelegd:

    - voor stieren: een afstammingsbewijs,

    - voor koeien en vaarzen: een afstammingsbewijs of een bewijs van inschrijving in het rundveestamboek;

    dat bovengenoemd tariefcontingent derhalve dient te worden geopend voor de periode van 1 juli 1993 tot en met 30 juni 1994 tegen een recht van 4 %; dat dient te worden gecontroleerd dat de ingevoerde dieren niet zijn geslacht binnen een bepaalde termijn;

    Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van het contingent en dat de contingentrechten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de bedoelde dieren tot op het tijdstip waarop het contingent is uitgeput;

    Overwegende dat de Gemeenschap tot taak heeft te beslissen over de opening van tariefcontingenten, gevolg gevend aan haar internationale verbintenissen; dat niets belet dat, om de doeltreffendheid van het gemeenschappelijk beheer van deze contingenten te verzekeren, de Lid-Staten de mogelijkheid geboden wordt uit de contingenten de nodige, met hun werkelijke invoer overeenstemmende hoeveelheden op te nemen; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van de contingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

    Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de door genoemde Economische Unie opgenomen hoeveelheden kan worden verricht door een van haar leden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Het recht bij invoer in de Gemeenschap van de hierna genoemde dieren wordt van 1 juli 1993 tot en met 30 juni 1994 geschorst tot het niveau en binnen de grenzen van het daarnaast aangegeven tariefcontingent:

    /* Tabellen: zie PB */

    - voor stieren: een afstammingsbewijs,

    - voor koeien en vaarzen: een afstammingsbewijs of een bewijs van inschrijving in het rundveestamboek.

    3. Voor de toepassing van deze verordening worden beschouwd als niet bestemd voor de slacht, voornoemde dieren die niet worden geslacht binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer.

    In gevallen van overmacht, naar behoren gestaafd door een verklaring van een lokale autoriteit waarin de redenen worden gegeven voor het slachten, kunnen evenwel afwijkingen worden toegestaan.

    Artikel 2

    1. De omvang van het in artikel 1, lid 1, bedoelde contingent wordt onderverdeeld in twee gedeelten.

    Het eerste beloopt 80 %, zijnde 4 000 stuks, en wordt gereserveerd voor de traditionele importeurs die kunnen bewijzen dat zij in de loop van de laatste drie jaar dieren hebben ingevoerd die onder dit contingent vallen.

    Het tweede gedeelte, gelijk aan 20 %, zijnde 1 000 stuks, is gereserveerd voor de importeurs die zich op het ogenblik van hun aanvraag ertoe verbinden het ingevoerde vee op het door hun gebruikte bedrijf te houden of die sedert ten minste een jaar in levend rundvee handelen en in een openbaar register van de Lid-Staat zijn ingeschreven, dan wel kunnen aantonen deze door de bevoegde autoriteit erkende handel uit te oefenen.

    2. De 4 000 stuks worden over de verschillende importeurs verdeeld naar verhouding van de in de in aanmerking genomen drie jaar verrichte eerdere invoer of van de aangevraagde hoeveelheden, indien deze kleiner zijn dan de eerdere invoer, terwijl de 1 000 stuks worden verdeeld naar verhouding van de verzoeken om deelneming die door de importeurs worden ingediend. In laatstgenoemd geval

    a) worden verzoeken om deelneming die op meer dan 50 dieren betrekking hebben automatisch tot dat aantal beperkt;

    b) worden verzoeken die leiden tot een deelnemingscertificaat voor een hoeveelheid van minder dan vijf dieren, niet in aanmerking genomen;

    c) worden hoeveelheden die niet zijn toegekend wegens de beperking tot minimaal vijf dieren, toegekend via loting (met een aantal van vijf stuks).

    3. Hoeveelheden die eventueel niet zijn aangevraagd in het kader van een van de in lid 1 vermelde gedeelten van het tariefcontingent, worden automatisch overgedragen naar het andere gedeelte.

    Artikel 3

    1. De verzoeken om deelneming in elk van de gedeelten van het tariefcontingent moeten worden ingediend bij de gemachtigde instanties van de Lid-Staten, op de wijze en binnen de termijnen die door deze instanties zijn vastgesteld, en eventueel vergezeld gaan van bewijsstukken van eerdere invoer in de vorm van het document waarmee de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, welk document door de bovengenoemde instanties moet worden afgestempeld nadat het als bewijsstuk is voorgelegd.

    Uiterlijk op 31 juli 1993 delen deze instanties aan de Commissie de aldus verzamelde gegevens mee en met name:

    - het aantal aanvragers en het gevraagde aantal dieren voor elke categorie van importeurs,

    - het gemiddelde van de eerdere invoer die door de verschillende aanvragers wordt aangetoond in het kader van de 4 000 stuks die zijn gereserveerd voor de traditionele importeurs.

    2. De Commissie deelt aan de andere Lid-Staten tegen 6 augustus 1993 de hoeveelheden mee die moeten worden toegekend aan elk van de aanvragers, eventueel in de vorm van een percentage van hun oorspronkelijke verzoek of van hun eerdere invoer.

    3. Op basis van de in lid 2 bedoelde gegevens leveren de Lid-Staten aan aanvragers certificaten van deelneming af, waarop staat voor hoeveel stuks ze gelden en waarvan de geldigheid uiterlijk op 30 juni 1994 ten einde loopt.

    Dit certificaat, waarvan het model als bijlage aan deze verordening is gehecht, wordt afgegeven mits een zekerheid wordt gesteld van 20 ecu per dier, die wordt vrijgegeven zodra het certificaat, voorzien van de notities van de douaneautoriteiten die de invoer van de dieren hebben geconstateerd, aan de instantie van afgifte wordt terugbezorgd.

    De certificaten van deelneming zijn niet overdraagbaar en geven slechts recht op gebruikmaking van het tariefcontingent wanneer zij op dezelfde naam zijn gesteld als de aangiften voor het in het vrije verkeer brengen, die ze vergezellen.

    De in Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2101/92 (2), vervatte voorschriften inzake het vrijgeven dan wel de omzetting in ontvangsten van de voor invoercertificaten gestelde zekerheid zijn van toepassing op de in de tweede alinea bedoelde zekerheid.

    4. De hoeveelheden waarvoor op 31 maart 1994 geen certificaten van deelneming zijn afgegeven, worden een laatste keer verdeeld op de in de voorgaande leden omschreven wijze. Deze verdeling is gereserveerd voor de belangstellende importeurs die certificaten van deelneming hebben aangevraagd voor de totale hoeveelheden waarop zij recht hadden.

    Met het oog op deze verdeling stellen de Lid-Staten de Commissie uiterlijk op 10 april 1994 in kennis van de hoeveelheden waarvoor op 31 maart 1994 geen certificaten van deelneming zijn afgegeven, alsmede van de gegevens bedoeld in lid 1, tweede alinea. De Commissie stelt de nieuwe deelnemingspercentages vast voor elk van de categorieën en deelt ze uiterlijk op 15 april 1994 mee aan de Lid-Staten, die onder de in lid 3 vermelde voorwaarden aan de aanvragers certificaten van deelneming afleveren, die uiterlijk tot en met 30 juni 1994 geldig zijn.

    Artikel 4

    1. De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen om bedoeld tariefcontingent te reserveren voor dieren die voldoen aan de in artikel 1, lid 1, omschreven voorwaarden.

    2. De Lid-Staten waarborgen aan de importeurs te allen tijde in gelijke mate toegang tot het betrokken tariefcontingent.

    3. De benuttingsgraad van genoemd contingent wordt vastgesteld op grond van het aantal dieren dat bij de douane ten invoer in het vrije verkeer wordt aangegeven.

    Artikel 5

    De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat de bepalingen van deze verordening worden nagekomen.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1993.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 12 juli 1993.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    Ph. MAYSTADT

    (1) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.

    (2) PB nr. L 210 van 25. 7. 1992, blz. 18.

    BIJLAGE I

    CERTIFICAAT VAN DEELNEMING Nr. COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN VOOR - vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen; - stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen.

    1. Houder (naam, volledig adres en Lid-Staat) 2. Autoriteit van afgifte

    OPMERKINGEN

    A. Dit certificaat is geldig in alle Lid-Staten van de Gemeenschap.

    B. Dit certificaat moet bij de aangifte voor het vrije verkeer worden gevoegd die op dezelfde naam moet zijn gesteld als die van de houder van het genoemde certificaat.

    3. Dit certificaat is geldig tot en met

    dag

    maand

    jaar

    C. Het betrokken douanekantoor boekt de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden af en geeft het certificaat terug aan de houder of aan zijn vertegenwoordiger.

    D. De houder moet dit certificaat aan de autoriteit van afgifte terugbezorgen om teruggave van de zekerheid te bekomen. Plaats en datum van afgifte:

    Handtekening en stempel van de autoriteit van afgifte:

    4. Omschrijving van de dieren 5. GN-code

    6. Aantal dieren, in cijfers

    7. Aantal dieren, voluit geschreven

    8. AFBOEKINGEN DOOR DE DOUANEKANTOREN (in deel 1 van kolom 9 de beschikbare hoeveelheden en in deel 2 de afgeboekte hoeveelheden vermelden)

    9. Aantal dieren

    in cijfers 10. Aantal afgeboekte dieren, voluit geschreven 11. Nummer en datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer 12. Naam, Lid-Staat, handtekening

    en stempel van het douanekantoor

    1.

    2.

    1.

    2.

    1.

    2.

    BIJLAGE II

    Taric-codes

    /* Tabellen: zie PB */

    Top