This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31993D0244
93/244/EEC: Commission Decision of 2 April 1993 concerning additional guarantees relating to Aujeszky's disease for pigs destined for certain parts of the territory of the Community
93/244/EEG: Beschikking van de Commissie van 2 april 1993 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens die voor bepaalde delen van het grondgebied van de Gemeenschap zijn bestemd
93/244/EEG: Beschikking van de Commissie van 2 april 1993 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens die voor bepaalde delen van het grondgebied van de Gemeenschap zijn bestemd
PB L 111 van 5.5.1993, p. 21–24
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2002; opgeheven door 32001D0618
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 31993D0244R(01) | ||||
Modified by | 11994NN01/05/E | aanvulling | bijlage 2 | 01/01/1995 | |
Modified by | 31995D0072 | aanvulling | bijlage 1 | 01/03/1995 | |
Modified by | 31995D0211 | aanvulling | bijlage 1 | 15/06/1995 | |
Modified by | 31996D0190 | aanvulling | bijlage 1 | 01/03/1996 | |
Modified by | 31996D0590 | wijziging | bijlage 1 | 15/10/1996 | |
Modified by | 31996D0725 | wijziging | bijlage 1 | 01/12/1996 | |
Modified by | 31997D0030 | aanvulling | bijlage 1 | 01/01/1997 | |
Modified by | 31997D0423 | vervanging | bijlage 1 | 01/07/1997 | |
Modified by | 31997D0835 | vervanging | bijlage 1 | 15/12/1997 | |
Modified by | 31999D0399 | vervanging | bijlage 1 | 15/06/1999 | |
Modified by | 32000D0280 | vervanging | bijlage 1 | 15/04/2000 | |
Repealed by | 32001D0618 | ||||
Modified by | 32001D0746 | vervanging | bijlage 1 | 15/10/2001 | |
Modified by | 32001D0905 | vervanging | bijlage 1 | 01/01/2002 | |
Modified by | 32002D0270 | vervanging | bijlage 1 | 01/04/2002 |
93/244/EEG: Beschikking van de Commissie van 2 april 1993 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens die voor bepaalde delen van het grondgebied van de Gemeenschap zijn bestemd
Publicatieblad Nr. L 111 van 05/05/1993 blz. 0021 - 0024
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 2 april 1993 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens die voor bepaalde delen van het grondgebied van de Gemeenschap zijn bestemd (93/244/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/102/EEG (2), en met name op artikel 9, lid 2, Overwegende dat Luxemburg voor de ziekte van Aujeszky een uitvoeringsprogramma uitvoert; Overwegende dat dat programma bij Beschikking 93/200/EEG van de Commissie (3) is goedgekeurd; Overwegende dat enkele aanvullende garanties dienen te worden voorgesteld om ervoor te zorgen dat de reeds gemaakte vooruitgang niet in het gedrang wordt gebracht en dat het programma met succes wordt afgerond; Overwegende dat de autoriteiten van Luxemburg op het vervoer van fok- en gebruiksvarkens op hun grondgebied voorschriften toepassen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in deze beschikking zijn vervat; Overwegende dat deze aanvullende garanties niet mogen worden geëist van Lid-Staten of regio's van Lid-Staten die in het kader van Beschikking 93/24/EEG van de Commissie (4) als vrij van de ziekte van Aujeszky worden beschouwd, omdat varkens uit die gebieden voor verspreiding van de ziekte een minimaal risico opleveren; Overwegende dat de in deze beschikking bedoelde garanties ook kunnen worden gegeven aan andere delen van het grondgebied van de Gemeenschap, die, wat de betrokken ziekte betreft, in dezelfde positie als Luxemburg verkeren; Overwegende dat het Wetenschappelijk Veterinair Comité advies heeft uitgebracht; Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Fokvarkens die voor in bijlage I vermelde gebieden zijn bestemd en die uit andere Lid-Staten of regio's komen, moeten aan de volgende voorwaarden beantwoorden: 1. voor de ziekte van Aujeszky geldt in de Lid-Staat van oorsprong een aangifteplicht; 2. in de afgelopen twaalf maanden zijn in het beslag van oorsprong geen klinische, pathologische of serologische indicaties waargenomen die met de ziekte van Aujeszky in verband kunnen worden gebracht; 3. de varkens zijn de laatste 30, onmiddellijk aan het vervoer voorafgaande dagen in een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde inrichting op zodanige wijze geïsoleerd dat rechtstreeks of onrechtstreeks contact met andere varkens was uitgesloten; 4. de varkens hebben met negatief resultaat een Elisa-test op de aanwezigheid van g1-antistoffen volgens het in bijlage II vastgestelde protocol ondergaan, waarbij sera zijn gebruikt die ten minste 21 dagen na binnenkomst in de isolatie-inrichting zijn genomen. Alle geïsoleerde dieren hebben tevens op deze test negatief gereageerd; 5. de varkens hebben de laatste drie maanden of sinds hun geboorte in het beslag van oorsprong verbleven. Artikel 2 Gebruiksvarkens die voor in bijlage I vermelde gebieden zijn bestemd en die uit andere Lid-Staten of regio's komen, moeten aan de volgende voorwaarden beantwoorden: 1. voor de ziekte van Aujeszky geldt in de Lid-Staat van oorsprong een aangifteplicht; 2. in de afgelopen twaalf maanden zijn in het beslag van oorsprong geen klinische, pathologische of serologische indicaties waargenomen die met de ziekte van Aujeszky in verband kunnen worden gebracht; 3. i) indien voor het beslag van oorsprong een officieel controleprogramma geldt, in het kader waarvan jaarlijks ten minste 15 % van de fokvarkens wordt getest (doch ten minste 25 varkens), behoeft vóór het vervoer geen test te worden uitgevoerd. De tests moeten in ten minste drie ongeveer gelijke delen worden uitgevoerd, telkens met een tussenpoos van ten minste twee maanden; dieren die aan dergelijke beslagen worden toegevoegd, mogen alleen afkomstig zijn uit beslagen met een overeenkomstige of hogere gezondheidsstatus; ii) indien voor het beslag van oorsprong geen dergelijk controleprogramma geldt, moeten de varkens vóór het vervoer worden afgezonderd en in de laatste tien dagen vóór het vervoer worden bemonsterd overeenkomstig bijlage III en aan de hand van een test volgens het in bijlage II vastgestelde protocol worden onderzocht. Alle geteste dieren moeten de test doorstaan; 4. de varkens hebben de laatste drie maanden of sinds hun geboorte in het beslag van oorsprong verbleven. Artikel 3 De in artikel 2 bedoelde varkens moeten rechtstreeks naar het bedrijf van bestemming worden vervoerd en moeten tot zij worden geslacht daar blijven, tenzij de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van bestemming anders beslist. Artikel 4 1. Voor varkens die voor in bijlage I vermelde Lid-Staten of regio's zijn bestemd en die uit andere Lid-Staten of regio's komen, moet op het in bijlage F, model III, bij Richtlijn 64/432/EEG opgenomen gezondheidscertificaat een van de volgende vermeldingen worden aangebracht: "Fokvarkens die voldoen aan Beschikking 93/244/EEG van de Commissie" of "Gebruiksvarkens die voldoen aan Beschikking 93/244/EEG van de Commissie". 2. De in lid 1 bedoelde varkens mogen tijdens de doorvoer niet met varkens met een andere gezondheidsstatus in contact komen. Artikel 5 In afwijking van de artikelen 1, 2 en 3 mogen Lid-Staten of regio's van bestemming de aanvullende garanties niet eisen van in bijlage I bij Beschikking 93/24/EEG opgenomen Lid-Staten of regio's of van in bijlage I bij de onderhavige beschikking opgenomen Lid-Staten of regio's. Artikel 6 Deze beschikking wordt op 1 april 1993 van kracht. Artikel 7 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 2 april 1993. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 1977/64. (2) PB nr. L 355 van 5. 12. 1992, blz. 32. (3) PB nr. L 87 van 7. 4. 1993, blz. 14. (4) PB nr. L 16 van 25. 1. 1993, blz. 18. BIJLAGE I Luxemburg: het hele grondgebied. BIJLAGE II Protocol voor "enzyme-linked immunosorbent assay (Elisa)" voor de opsporing van antilichamen tegen "Aujeszky disease glycoprotein 1 (ADV-g1)" in serum 1. De in punt 2, onder d), genoemde instituten dienen de Elisa g1-tests en -testkits te evalueren op basis van de in punt 2, onder a), b) en c), vastgestelde criteria. De bevoegde autoriteit in elke Lid-Staat ziet erop toe dat alleen Elisa g1-testkits die aan deze normen voldoen, worden geregistreerd. De in punt 2, onder a) en b), bedoelde toetsing moet worden uitgevoerd voordat de test wordt goedgekeurd, en de in punt 2, onder c), genoemde toetsing moet nadien voor elke batch worden uitgevoerd. 2. Standaardisering, gevoeligheid en specificiteit van de test a) De gevoeligheid van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een positief resultaat wordt verkregen: - Communautair referentieserum ADV1 in een verdunning 1: 8, - Communautair referentieserum ADV-g1 A, - Communautair referentieserum ADV-g1 B, - Communautair referentieserum ADV-g1 C, - Communautair referentieserum ADV-g1 D, - Communautair referentieserum ADV-g1 E, - Communautair referentieserum ADV-g1 F. b) De specificiteit van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een negatief resultaat wordt verkregen: - Communautair referentieserum ADV-g1 G, - Communautair referentieserum ADV-g1 H, - Communautair referentieserum ADV-g1 J, - Communautair referentieserum ADV-g1 K, - Communautair referentieserum ADV-g1 L, - Communautair referentieserum ADV-g1 M, - Communautair referentieserum ADV-g1 N, - Communautair referentieserum ADV-g1 O, - Communautair referentieserum ADV-g1 P, - Communautair referentieserum ADV-g1 Q. c) Bij de controle van de gehele batch moet met het communautaire referentieserum ADV1 een positief resultaat worden verkregen bij een verdunning 1: 8 en met het communautaire referentieserum ADV-g1 K een negatief resultaat. d) De hieronder genoemde instituten zijn bovendien verantwoordelijk voor de controle op de kwaliteit van de Elisa-methode in elke Lid-Staat en met name voor de produktie en standaardisering van de nationale referentiesera aan de hand van de communautaire referentiesera. 1. Central Veterinary Laboratory, Weybridge, Verenigd Koninkrijk 2. École nationale vétérinaire, Alfort, Frankrijk 3. Statens Veterinaere Institut for Virusforskning, Lindholm, Denemarken 4. Bundesforschungsanstalt fuer Viruskrankheiten der Tiere, Tuebingen, Duitsland 5. Centraal Diergeneeskundig Instituut, Lelystad, Nederland 6. National Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek, Ukkel, België 7. Istituto Zooprofilattico Sperimentale, Brescia, Italië 8. Veterinary Research Laboratory, Dublin, Ierland 9. Laboratorio de Sanidad y Producción Animal, Barcelona, Spanje 10. Laboratório Nacional de Investigaçaõ Veterinária, Lisboa, Portugal 11. Institute for Infectious and Parasitic Diseases, Athens, Griekenland 12. Laboratoire de médecine vétérinaire, 54, avenue Gaston Diderich, Luxembourg-ville, Luxemburg. e) De communautaire referentiesera worden geleverd door de onder d) genoemde laboratoria. BIJLAGE III