Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R3841

Verordening (EEG) nr. 3841/92 van de Raad van 17 december 1992 inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

PB L 390 van 31.12.1992, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1993

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/3841/oj

31992R3841

Verordening (EEG) nr. 3841/92 van de Raad van 17 december 1992 inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

Publicatieblad Nr. L 390 van 31/12/1992 blz. 0001 - 0002


VERORDENING (EEG) Nr. 3841/92 VAN DE RAAD van 17 december 1992 inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op de Akte van Toetreding van Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, inzonderheid op artikel 5, lid 2, van het daaraan gehechte Protocol nr. 18,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het Verenigd Koninkrijk bij Verordening (EEG) nr. 2967/89 (1) is gemachtigd om in de kalenderjaren 1989 tot en met 1992 bepaalde hoeveelheden boter uit Nieuw-Zeeland onder bijzondere voorwaarden in te voeren;

Overwegende dat, om de continuïteit van de invoer uit Nieuw-Zeeland te verzekeren, de afwijkende regeling dient te worden gehandhaafd;

Overwegende dat het, gezien de huidige stand van zaken bij de onderhandelingen in het kader van de Uruguay-ronde, wenselijk is de huidige bepalingen inzake de toegang van boter uit Nieuw-Zeeland onder bijzondere voorwaarden met een jaar te verlengen en het jaarlijkse percentage van de verlaging van de hoeveelheid te handhaven;

Overwegende dat moet worden bepaald dat, als wegens de situatie op de botermarkt de voorwaarden bij interventie dienen te worden gewijzigd, die wijzigingen moeten doorwerken in de prijzen voor Nieuwzeelandse boter die in de Gemeenschap in de handel wordt gebracht;

Overwegende dat een speciale heffing, die normaal ongewijzigd blijft zolang de interventieprijs voor boter van oorsprong uit de Gemeenschap niet wordt veranderd, het meest geschikte instrument is om de marktprijs van boter uit de Gemeenschap te beschermen en om Nieuw-Zeeland in staat te stellen zijn uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk te plannen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd om onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden bepaalde hoeveelheden boter uit Nieuw-Zeeland in te voeren.

Artikel 2

1. Deze regeling geldt van 1 januari tot en met 31 december 1993.

In 1993 mag 51 830 ton worden ingevoerd.

2. De Raad kan, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en op voorstel van de Commissie, de in lid 1 vermelde hoeveelheid verlagen om ernstige verstoringen van de botermarkt in het Verenigd Koninkrijk te voorkomen, met name wanneer het rechtstreekse verbruik van boter aanzienlijk zou dalen.

3. Vóór 1 oktober 1993 neemt de Raad met eenparigheid van stemmen en op basis van een voorstel van de Commissie dat vergezeld gaat van een rapport, een besluit over de handhaving van de afwijkende regeling na 1 januari 1994.

Artikel 3

1. De speciale heffing die van toepassing is op de krachtens deze verordening ingevoerde boter uit Nieuw-Zeeland bedraagt 34,28 ecu per 100 kg.

2. Op voorstel van de Commissie past de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de speciale heffing aan, daarbij uitgaande van de wijzigingen van de interventievoorwaarden voor boter in de Gemeenschap.

Artikel 4

Voor de toepassing van de speciale invoerregeling dient een certificaat te worden overgelegd waaruit blijkt dat de betrokken boter:

- van oorsprong uit Nieuw-Zeeland is,

- minstens zes weken oud is,

- een vetgehalte van 80 of meer, doch minder dan 82 gewichtspercenten bevat,

- rechtstreeks uit melk of room van melk is vervaardigd.

Artikel 5

Het Verenigd Koninkrijk deelt alle voor de toepassing van deze verordening vereiste gegevens mede aan de Commissie, die de overige Lid-Staten daarvan in kennis stelt.

Artikel 6

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68 (2).

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 1993. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 december 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

J. GUMMER

(1) PB nr. L 281 van 30. 9. 1989, blz. 114. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1552/90 (PB nr. L 146 van 9. 6. 1990, blz. 14). (2) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2071/92 (PB nr. L 215 van 30. 7. 1992, blz. 64.

Top