Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R0655

VERORDENING (EEG) Nr. 655/92 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 1992 tot vaststelling van de referentieprijzen voor tomaten voor het verkoopseizoen 1992

PB L 70 van 17.3.1992, p. 10–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/12/1992

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/655/oj

31992R0655

VERORDENING (EEG) Nr. 655/92 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 1992 tot vaststelling van de referentieprijzen voor tomaten voor het verkoopseizoen 1992 -

Publicatieblad Nr. L 070 van 17/03/1992 blz. 0010 - 0011


VERORDENING (EEG) Nr. 655/92 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 1992 tot vaststelling van de referentieprijzen voor tomaten voor het verkoopseizoen 1992

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1623/91 (2), en met name op artikel 27, lid 1,

Overwegende dat luidens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die voor de gehele Gemeenschap gelden;

Overwegende dat, in verband met de betekenis van de tomatenproduktie in de Gemeenschap, voor dit produkt een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat de in een bepaald produktieseizoen geoogste tomaten worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van januari tot december; dat de kleine hoeveelheden die in januari, februari en maart, alsmede tijdens de laatste tien dagen van december worden geoogst, de vaststelling van voor het hele jaar geldende referentieprijzen niet rechtvaardigen; dat slechts voor de periode van 1 april tot en met 20 december referentieprijzen moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat krachtens artikel 23, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op een peil dat gelijk is aan dat van het voorafgaande verkoopseizoen, verhoogd, na aftrek van het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het voorafgaande verkoopseizoen die op de communautaire produkten drukken vanaf de produktiegebieden tot de verbruikscentra van de Gemeenschap,

- met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit, verminderd met de stijging van de produktiviteit,

- met het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen;

dat het aldus verkregen peil evenwel niet hoger mag zijn dan het rekenkundig gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, verhoogd met de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen, waarbij het aldus verkregen bedrag wordt verhoogd met de ontwikkeling van de produktiekosten, verminderd met de stijging van de produktiviteit; dat de referentieprijs voorts niet lager mag zijn dan de voor het voorafgaande verkoopseizoen geldende referentieprijs;

Overwegende dat, om rekening te houden met de seizoenverschillen in de prijzen, het verkoopseizoen in verscheidene perioden dient te worden verdeeld en voor elke periode een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die in de drie jaren voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan bepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht, buiten beschouwing moeten worden gelaten;

Overwegende dat de tot 10 juli in de Gemeenschap geproduceerde tomaten hoofdzakelijk in kassen worden geteeld; dat de referentieprijzen die voor deze periode van het verkoopseizoen zijn vastgesteld dus op dit type produkt betrekking hebben; dat de uit bepaalde derde landen ingevoerde tomaten van vollegrondsteelten zijn; dat deze tomaten, hoewel zij in klasse I kunnen worden ingedeeld, qua kwaliteit en prijs niet te vergelijken zijn met in kassen geteelde produkten; dat derhalve op de prijzen voor niet in kassen geteelde tomaten een aanpassingscoëfficiënt dient te worden toegepast;

Overwegende dat de in oktober tot en met december uit sommige derde landen ingevoerde tomaten in kassen zijn geteeld; dat op de prijzen voor deze tomaten eveneens een aanpassingscoëfficiënt moet worden toegepast om ze vergelijkbaar te maken met de referentieprijzen die voor deze periode worden berekend op basis van de prijzen voor niet in kassen geteelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor het verkoopseizoen 1992 worden de referentieprijzen voor tomaten (GN-code 0702 00), uitgedrukt in ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, als volgt vastgesteld:

- april: 197,27,

- mei: 136,75,

- 1 juni tot en met 10 juli: 99,96,

- 11 juli tot en met 31 augustus: 41,90,

- september: 44,99,

- 1 oktober tot en met 20 december: 46,47.

2. Voor de berekening van de invoerprijs worden de prijzen, na aftrek van de douanerechten, vermenigvuldigd:

a) voor uit derde landen ingevoerde, niet in kassen geteelde tomaten:

- voor april met de coëfficiënt 1,80,

- voor mei met de coëfficiënt 1,70,

- van 1 juni tot en met 10 juli met de coëfficiënt 1,65;

b) voor uit derde landen ingevoerde, in kassen geteelde tomaten, van 1 oktober tot en met 20 december met de coëfficiënt 0,65.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 april 1992. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 1992. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1. (2) PB nr. L 150 van 15. 6. 1991, blz. 8.

Top