Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R0388

    Verordening (EEG) nr. 388/92 van de Commissie van 18 februari 1992 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen (DOM) met graanprodukten en tot vaststelling van de voorzieningsbalans

    PB L 43 van 19.2.1992, p. 16–18 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 02/06/2006; opgeheven door 32006R0793

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/388/oj

    31992R0388

    Verordening (EEG) nr. 388/92 van de Commissie van 18 februari 1992 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen (DOM) met graanprodukten en tot vaststelling van de voorzieningsbalans

    Publicatieblad Nr. L 043 van 19/02/1992 blz. 0016 - 0018
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 41 blz. 0004
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 41 blz. 0004


    VERORDENING (EEG) Nr. 388/92 VAN DE COMMISSIE van 18 februari 1992 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen (DOM) met graanprodukten en tot vaststelling van de voorzieningsbalans

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3763/91 van de Raad van 16 december 1991 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwprodukten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (1), en met name op artikel 2, lid 6,

    Overwegende dat de gemeenschappelijke bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen (DOM) met bepaalde landbouwprodukten bij Verordening (EEG) nr. 131/92 van de Commissie (2) zijn vastgesteld;

    Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 92/91 (4), met name de gemeenschappelijke bepalingen inzake de toepassing van de invoercertificaten zijn vastgesteld; dat bij Verordening (EEG) nr. 891/89 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3562/91 (6), aanvullende of afwijkende bepalingen voor de sector granen zijn vastgesteld;

    Overwegende dat, om rekening te houden met de specifieke handelsgebruiken in de graansector en de bijzondere kenmerken van de handel in zemelen, bepalingen moeten worden vastgesteld waarbij Verordening (EEG) nr. 131/92 wordt aangevuld of waarbij van die verordening wordt afgeweken;

    Overwegende dat, ter uitvoering van artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3763/91, de voorzieningsbalans inzake graanprodukten voor de DOM moet worden vastgesteld; dat die balans de onderlinge verwisselbaarheid van de daarin voor bepaalde produkten voorziene hoeveelheden mogelijk moet kunnen maken; dat eveneens de vastgestelde totale hoeveelheid voedergraan, indien nodig, in de loop van het verkoopseizoen moet kunnen worden verhoogd;

    Overwegende dat moet worden bepaald dat de Lid-Staat de instantie aanwijst die voor de afgifte van de invoer- en de steuncertificaten, de ontvangst van de steunaanvraag en de betaling van de steun bevoegd is;

    Overwegende dat een tijdschema voor de indiening van de certificaataanvragen moet worden bepaald en vastgesteld onder welke voorwaarden, met name inzake het stellen van een zekerheid, de aanvragen ontvankelijk zijn; dat gelet op de voorzieningsbehoeften en de noodzaak van een goed beheer, de geldigheidsduur van de invoer- en de steuncertificaten moet worden vastgesteld waarbij, rekening houdend met de bijzondere situatie van de DOM, een langere geldigheidsduur voor de steuncertificaten moet gelden;

    Overwegende dat moet worden bepaald dat de steun voor de levering van graanprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap wordt aangepast al naar gelang van het verschil tussen de drempelprijs van het betrokken produkt in de maand waarin het steuncertificaat wordt aangevraagd en die in de maand waarin het certificaat wordt gebruikt, om te voorkomen dat vóór de oogst verbintenissen tot levering van produkten, met toekenning van de steun voor het nieuwe verkoopseizoen, worden aangegaan en om rekening te houden met de gebruiken in de graansector;

    Overwegende dat, voor een goed beheer van de voorzieningsregeling, aanvullende voorwaarden voor de vrijgave van de zekerheid dienen te worden vastgesteld;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. De in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde hoeveelheden van de voorzieningsbalans die van de heffing bij invoer uit derde landen zijn vrijgesteld of waarvoor de communautaire steun wordt toegekend, zijn vastgesteld in de bijlage.

    2. Onverminderd een verhoging in de loop van het verkoopseizoen van de vastgestelde totale hoeveelheid voedergraan, mogen de respectieve, voor de betrokken graansoorten vastgestelde hoeveelheden met maximaal 20 % worden overschreden voor zover de totale hoeveelheid in acht wordt genomen.

    Artikel 2

    De Lid-Staat wijst de instantie aan die bevoegd is voor:

    a) de afgifte van het in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 131/92 bedoelde invoercertificaat;

    b) de afgifte van het in artikel 3 van genoemde verordening bedoelde steuncertificaat en,

    c) de betaling van de steun aan de betrokken handelaren en het beheer van de zekerheden.

    Artikel 3

    De bepalingen van Verordening (EEG) nr. 131/92 zijn van overeenkomstige toepassing.

    Artikel 4

    1. De certificaataanvragen moeten tijdens de eerste vijf werkdagen van elke maand bij de bevoegde instantie worden ingediend. Een certificaataanvraag is slechts geldig, indien

    a) de aangevraagde hoeveelheid niet groter is dan de maximumhoeveelheid die per termijn voor de indiening van certificaataanvragen beschikbaar is;

    b) de belanghebbende vóór het einde van de termijn voor indiening van de certificaataanvragen het bewijs levert dat hij tot een beloop van 25 ecu per ton zekerheid heeft gesteld.

    2. Wanneer de certificaten wegens de vaststelling van één enkele verlagingscoëfficiënt voor kleinere dan de gevraagde hoeveelheden worden afgegeven, kan de handelaar binnen een termijn van één werkdag volgend op de datum van vaststelling van de verlagingscoëfficiënt schriftelijk zijn aanvraag intrekken.

    Artikel 5

    1. De geldigheidsduur van de invoercertificaten verstrijkt op de laatste dag van de maand volgend op de maand van afgifte.

    2. De geldigheidsduur van de steuncertificaten verstrijkt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand van afgifte.

    Artikel 6

    Het bedrag van de steun wordt aangepast al naar gelang van het verschil tussen de drempelprijs voor de betrokken graansoort in de maand waarin het steuncertificaat is aangevraagd en die van de maand waarin op het certificaat een hoeveelheid is afgeboekt.

    Artikel 7

    De zekerheid wordt vrijgegeven, wanneer

    a) de bevoegde instantie aan de aanvraag geen gevolg heeft gegeven,

    b) de handelaar zijn aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 2, heeft ingetrokken,

    c) het bewijs wordt geleverd dat van het certificaat gebruik is gemaakt; de zekerheid wordt dan vrijgegeven naar rata van de op het certificaat afgeboekte hoeveelheden,

    d) het bewijs wordt geleverd dat het betrokken produkt voor elk gebruik ongeschikt is geworden of wanneer de transactie ten gevolge van overmacht niet heeft kunnen geschieden.

    Artikel 8

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 18 februari 1992. Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 356 van 24. 12. 1991, blz. 1. (2) PB nr. L 15 van 22. 1. 1992, blz. 13. (3) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1. (4) PB nr. L 11 van 16. 1. 1991, blz. 11. (5) PB nr. L 94 van 7. 4. 1989, blz. 13. (6) PB nr. L 336 van 7. 12. 1991, blz. 30.

    BIJLAGE

    VOORZIENINGSBALANS VAN DE DOM VOOR GRANEN VOOR 1992

    Eerste halfjaar 1992

    (in ton)

    Granen van oorsprong uit derde landen (ACS/ontwikkelingslanden) of EEG Zachte tarwe Gerst Maïs Guadeloupe 30 000 5 000 10 000 Martinique 5 000 5 000 10 000 Guyana 1 000 500 1 000 Réunion 20 000 10 000 50 000 TOTAAL 56 000 20 500 71 000 147 500

    Tweede halfjaar 1992

    (in ton)

    Granen van oorsprong uit derde landen (ACS/ontwikkelingslanden) of EEG Zachte tarwe Gerst Maïs Guadeloupe 30 000 5 000 10 000 Martinique 5 000 5 000 10 000 Guyana 1 000 500 1 000 Réunion 20 000 10 000 50 000 TOTAAL 56 000 20 500 71 000 147 500

    Top