EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992D0039

92/39/EEG: Beschikking van de Commissie van 13 december 1991 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Beschikking 91/341/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren in eerste opleiding (Matthaeus-programma)

PB L 16 van 23.1.1992, p. 14–18 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1992/39/oj

31992D0039

92/39/EEG: Beschikking van de Commissie van 13 december 1991 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Beschikking 91/341/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren in eerste opleiding (Matthaeus-programma)

Publicatieblad Nr. L 016 van 23/01/1992 blz. 0014 - 0018
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 16 Deel 2 blz. 0018
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 16 Deel 2 blz. 0018


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 13 december 1991 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Beschikking 91/341/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren in eerste opleiding (Matthaeus-programma) (92/39/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 91/341/EEG van de Raad van 20 juni 1991 tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren (Matthaeus-programma) (1), inzonderheid artikel 9,

Overwegende dat volgens artikel 4, onder c), van Beschikking 91/341/EEG de Commissie met de taak wordt belast gemeenschappelijke programma's vast te stellen voor de beroepsopleiding van de douaneambtenaren;

Overwegende dat deze gemeenschappelijke programma's absoluut noodzakelijk zijn om de doeleinden van het Matthaeus-programma te bereiken, inzonderheid de uniforme toepassing van het communautaire recht aan de buitengrenzen van de Gemeenschap;

Overwegende dat deze gemeenschappelijke programma's nodig zijn gezien de diversiteit van het onderricht dat thans aan de douanescholen van de Lid-Staten wordt gegeven;

Overwegende dat het noodzakelijk is bij voorrang een gemeenschappelijk opleidingsprogramma vast te stellen voor ambtenaren in eerste opleiding; dat dit programma enerzijds betrekking dient te hebben op douaneaangelegenheden in het algemeen en anderzijds op het gemeenschappelijke handels- en landbouwbeleid alsmede op de beginselen van de indirecte belastingheffing gezien de nauwe band tussen het communautaire douanerecht en deze vakken;

Overwegende dat bepaalde internationale overeenkomsten een belangrijke bron van het communautaire recht vormen en dat het derhalve van belang is dat de douaneambtenaren kennis nemen van de bepalingen van deze overeenkomsten en de gevolgen ervan voor het communautaire recht;

Overwegende dat het absoluut noodzakelijk is dat in dit programma een grote plaats wordt ingeruimd voor het onderricht over de Europese Gemeenschappen en de grondslagen ervan, daar de douaneambtenaar steeds meer voor rekening van de gehele Gemeenschap zal optreden;

Overwegende dat dit gemeenschappelijke programma de eenheid zal bevorderen van het douaneonderricht in de Gemeenschap en ertoe zal bijdragen dat de douaneambtenaren zich steeds meer bewust worden van de toenemende communautaire dimensie van hun taak;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité Matthaeus,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Aan de douanescholen van de Lid-Staten wordt een gemeenschappelijk programma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren, hierna "gemeenschappelijk programma" genoemd, ingevoerd waarvan de inhoud in de bijlage nader is omschreven.

Artikel 2

In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:

1. "douaneschool": elke instelling waar aan douaneambtenaren onderricht in verband met hun beroepsopleiding wordt gegeven;

2. "ambtenaren in eerste opleiding": de ambtenaren die aan het begin van hun loopbaan staan of pas in een nieuwe rang zijn benoemd, alsmede de ambtenaren die reeds in dienst zijn, maar die niet langer dan vijf jaar bij de betrokken instantie werkzaam zijn.

Artikel 3

Het gemeenschappelijke programma is bestemd voor douaneambtenaren die belast zijn met de toepassing van het communautaire recht, ongeacht de plaats van hun tewerkstelling.

Artikel 4

1. Het gemeenschappelijke programma is bedoeld voor alle ambtenaren in eerste opleiding.

2. Met betrekking tot die ambtenaren die hun eerste opleiding reeds hebben beëindigd, zal de inhoud van het gemeenschappelijke programma voor beroepsopleiding, voor zover dit nog nodig is, gedurende seminaries die plaatsvinden in het kader van de "éducation permanente" worden onderricht.

Artikel 5

Het onderricht in de materies van het gemeenschappelijke programma wordt gespreid over een periode die overeenstemt met de duur die door iedere nationale douaneadministratie voor de eerste opleiding wordt gereserveerd. Voor de douaneadministraties die op dit moment niet in een eerste opleiding voorzien, mag deze duur niet meer dan drie jaar zijn.

Artikel 6

Elke Lid-Staat deelt aan de Commissie mede op welke wijze hij het gemeenschappelijke programma uitvoert en welke bepalingen hij ten aanzien daarvan heeft vastgesteld.

Artikel 7

De uitvoering van het gemeenschappelijke programma belet niet dat de douanescholen aanvullende nationale programma's ten uitvoer leggen.

Artikel 8

De Lid-Staten voeren het gemeenschappelijke programma vanaf 1 januari 1992 in.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 13 december 1991. Voor de Commissie

Christiane SCRIVENER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 187 van 13. 7. 1991, blz. 41.

BIJLAGE

GEMEENSCHAPPELIJK PROGRAMMA VOOR DE BEROEPSOPLEIDING VAN DE DOUANEAMBTENAREN IN EERSTE OPLEIDING VAN DE LID-STATEN

Inleidende opmerkingen

Het gemeenschappelijke programma voor de beroepsopleiding, zoals hierna beschreven, poogt niet een volledige lijst te geven van de te verstrekken opleiding binnen het kader van dit programma.

Het is eerder de bedoeling om aan de ambtenaren van de douaneadministraties van de Lid-Staten een basis te geven voor een gemeenschappelijke beroepsopleiding die noodzakelijk is voor het begrip en de goede uitvoering van hun taken.

In het kader van specifieke programma's die later zullen worden uitgewerkt, zal een aanvullende opleiding worden gegeven aan de ambtenaren die een zekere beroepservaring hebben verworven.

I. De Europese Gemeenschappen

- De juridische grondslag:

het EGKS-, het Euratom- en het EEG-Verdrag, de Europese Akte.

- De communautaire Instellingen en hoe zij werken:

- het Europese Parlement,

- de Raad,

- de Commissie,

- het Hof van Justitie.

- De Europese Raad (artikel 2 van de Europese Akte).

- Raadgevende en controle-organismen:

- de Rekenkamer,

- het Economisch en Sociaal Comité.

- De eigen middelen van de Gemeenschappen:

- douanerechten,

- landbouwheffingen,

- bijdrage BTW,

- bijdrage van de Lid-Staten in verhouding tot het BNP.

II. De grondslagen van de Gemeenschap

- De Douane-unie.

- De binnenmarkt:

- het vrije verkeer van goederen,

- het vrije verkeer van personen,

- het vrije verkeer van kapitaal,

- het vrije verkeer van diensten.

- Het gemeenschappelijk beleid, met name:

- het landbouwbeleid,

- het handelsbeleid,

- het visserijbeleid.

III. De bronnen van het gemeenschappelijk douanerecht

- De interne bronnen:

- de Verdragen,

- het afgeleide recht,

- de jurisprudentie van het Hof van Justitie.

- Het internationaal recht:

- de internationale overeenkomsten waarbij de Europese Gemeenschap partij is en de akkoorden door de Gemeenschap afgesloten,

- de akkoorden door de Lid-Staten afgesloten.

IV. Het gemeenschappelijk douanerecht

- Toepassingsgebied:

het douanegebied van de Gemeenschap.

- Het gemeenschappelijk douanetarief:

- de gecombineerde nomenclatuur en het Taric,

- de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief,

- het systeem van de bindende tariefinlichtingen,

- de uitzonderingen op de algemene beginselen van het Tarief:

- de douanevrijstelling,

- de bijzondere bestemmingen,

- de autonome schorsingen,

- de contingenten,

- het stelsel van algemene preferenties enz.

- De oorsprong van goederen:

- niet preferentieel,

- preferentieel.

- De douanewaarde.

- De douaneverplichting:

- de douaneschuld,

- het uitstel van betaling,

- de navordering van douanerechten,

- de terugbetaling of kwijtschelding van douanerechten.

- Het enig document.

- De gemeenschappelijke douaneregelingen:

- het in het vrije verkeer brengen,

- de uitvoer,

- de economische douaneregelingen:

- de douane-entrepots,

- de actieve veredeling,

- de tijdelijke invoer,

- de verwerking onder douanetoezicht,

- de passieve veredeling.

- De vrije zones.

- Het goederenverkeer:

- het internationale douanevervoer,

- de gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer,

- het communautaire douanevervoer.

V. Het communautaire belastingrecht:

- de beginselen van de BTW,

- de beginselen van de accijnsheffing,

- de fiscale vrijstellingen,

- de regels van administratieve samenwerking en van toezicht op belastinggebied.

VI. De gemeenschappelijke handelspolitiek:

- de beginselen,

- de middelen tot tenuitvoerlegging:

- het kader: de GATT,

- artikel 113:

- de verordeningen,

- de handelsovereenkomsten,

- de douane-instrumenten.

VII. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid:

- de grondbeginselen,

- de douanemechanismen,

- de strijd tegen de fraude bij de invoer en bij de uitvoer van landbouwgoederen.

VIII. De douanewerkzaamheden:

- de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk douanerecht,

- de toepassing en de controle van de gemeenschappelijke, internationale en nationale juridische regelgeving wanneer er sprake is van invoer, uitvoer of doorvoer (gezondheid, strategische goederen, drugs, milieu, gevaarlijke stoffen, kunstwerken, . . .),

- de fraudebestrijding,

- de wederzijdse bijstand.

Top