Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991R0305

    Verordening (EEG) nr. 305/91 van de Raad van 4 februari 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1785/81 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker

    PB L 37 van 9.2.1991, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/09/1999

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1991/305/oj

    31991R0305

    Verordening (EEG) nr. 305/91 van de Raad van 4 februari 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1785/81 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker

    Publicatieblad Nr. L 037 van 09/02/1991 blz. 0001 - 0003
    Bijzondere uitgave in het Fins: blz. 0037
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: blz. 0007


    VERORDENING ( EEG ) Nr . 305/91 VAN DE RAAD van 4 februari 1991 tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1785/81 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),

    Overwegende dat de geldigheidsduur van de communautaire steunregelingen die ten doel hebben analoge prijsvoorwaarden tot stand te brengen voor ruwe suiker die op preferentiële voorwaarden wordt ingevoerd en bestemd is om met name in Portugal te worden geraffineerd, op 30 juni 1991 verstrijkt; dat de Gemeenschap zich evenwel in haar aan de Akte van Toetreding van Portugal gehechte verklaring betreffende de voorziening van de suikerraffinerende industrie in Portugal bereid heeft verklaard om, vóór het einde van de overgangsperiode, de voorziening van de raffinage-industrie in de Gemeenschap in haar geheel te bezien op basis van een verslag van de Commissie; dat, aangezien deze overgangsperiode eind 1992 verstrijkt en ten einde niet vooruit te lopen op de conclusies van dat verslag, de geldigheidsduur van voornoemde regelingen tot het einde van het verkoopseizoen 1992/1993 moet worden verlengd;

    Overwegende dat in artikel 23 van Verordening ( EEG ) nr . 1785/81 ( 4 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3577/90 ( 5 ), is bepaald dat de regeling inzake de produktiequota in deze sector van toepassing is in de verkoopseizoenen 1986/1987 tot en met 1990/1991 en dat de Raad vóór 1 januari 1991 de regeling moet vaststellen die vanaf 1 juli 1991 geldt;

    Overwegende dat de gemeenschappelijke marktordening voor suiker sedert het verkoopseizoen 1986/1987 stoelt op enerzijds het beginsel van de financiële verantwoordelijkheid, per verkoopseizoen, van de producenten voor de verliezen die voortvloeien uit de afzet van hetgeen de Gemeenschap binnen de quota te veel produceert ten opzichte van het interne verbruik en anderzijds een regeling inzake prijs - en afzetgaranties die worden gedifferentieerd naar gelang van de aan elke onderneming toegewezen produktiequota; dat het wenselijk is dit beginsel en deze regeling gedurende een nieuwe periode van twee verkoopseizoenen, namelijk 1991/1992 en 1992/1993, te blijven toepassen, met het oog op beheersing van de produktie in de Gemeenschap, waar een grote technische produktiecapaciteit aanwezig is terwijl de wereldmarkt voor suiker, ondanks een zekere verbetering, nog steeds gekenmerkt wordt door snel fluctuerende prijzen en cyclische ontwikkelingen;

    Overwegende dat het derhalve uiterst moeilijk is de ontwikkeling van de wereldmarkt voor suiker op middellange termijn te voorspellen; dat het voorts door het ontbreken van een internationale suikerovereenkomst met voor alle partijen bindende bepalingen, moeilijk is om de aan de producenten van de Gemeenschap toegekende prijs - en afzetgaranties unilateraal te wijzigen; dat voorts in de huidige situatie elke vermindering van de garanties in deze sector het risico inhoudt dat het suikerbietenareaal dat met de quota overeenkomt, aanzienlijk wordt ingekrompen ten gunste van gewassen van andere sectoren, die niet of slechts gedeeltelijk door de producenten zelf worden gefinancierd; dat de bestaande basishoeveelheden voor suiker en isoglucose derhalve voor de twee voornoemde verkoopseizoenen moeten worden gehandhaafd;

    Overwegende dat er tijdens de verkoopseizoenen 1987/1988 tot en met 1990/1991 overgangsmaatregelen zijn toegepast met het oog op de tenuitvoerlegging van de regeling van produktiequota in het continentale gedeelte van Portugal; dat de bij die tenuitvoerlegging ondervonden moeilijkheden nog altijd bestaan en het daarom wenselijk is die maatregelen gedurende nog eens twee verkoopseizoenen te handhaven;

    Overwegende dat de produktie van suikerbieten in Italië, wegens het specifieke karakter ervan en de omvang van de bedrijven, zelfs in de noordelijke gebieden, nog altijd moeilijkheden oplevert, met name wat de toepassing van moderne produktiemethoden betreft; dat er ook moeilijkheden van structurele aard zijn, met name in Midden - en Zuid-Italië, waar de bietenteelt onontbeerlijk is voor het herstel van de bijzonder kleiachtige bodem, waardoor kan worden voorkomen dat weer op monocultuur wordt overgeschakeld; dat die moeilijkheden niet zonder gevolgen blijven voor de suikerproduktie zelf; dat de Italiaanse Republiek derhalve dient te worden gemachtigd om gedurende een periode die overeenkomt met de geldigheidsduur van de quotaregeling, nationale aanpassingssteun toe te blijven kennen, die degressief is en bij de vaststelling waarvan rekening wordt gehouden met de graad van degressiviteit die voor het verkoopseizoen 1990/1991 reeds is bereikt op grond van de in artikel 4, leden 1 en 2, van Verordening ( EEG ) nr . 1254/89 ( 6 ) vastgestelde bepalingen inzake de machtiging om dergelijke steun te verlenen; dat de Italiaanse Republiek voornemens is om de herstructurering van de produktie van suikerbieten en suiker voort te zetten aan de hand van met de artikelen 92, 93 en 94 van het Verdrag strokende herstructureringsplannen; dat het dan ook gerechtvaardigd is Italië te machtigen om in de verkoopseizoenen 1991/1992 en 1992/1993 de bedoelde steun, onverminderd de bepalingen van voornoemde artikelen, te blijven aanpassen als hij gekoppeld is aan een herstructureringsplan; dat bovendien rekening moet worden gehouden met de rentestand in Italië;

    Overwegende dat, gezien de kenmerken van de markt voor witte suiker in het Verenigd Koninkrijk en de kenmerken van de raffinagenijverheid aldaar, de aan die Lid-Staat verstrekte machtiging om een forfaitaire nationale aanpassingssteun te verlenen aan zijn fabrieken voor de raffinage van preferentiële ruwe suiker, dient te worden verlengd voor de verkoopseizoenen 1991/1992 en 1992/1993, doch dat het bedrag ervan moet worden verlaagd;

    Overwegende dat de toepassing van de bepalingen van deze verordening zo goed mogelijk dient te verlopen; dat in dit verband bepaalde overgangsmaatregelen noodzakelijk kunnen blijken; dat moet worden bepaald dat deze worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 41 van Verordening ( EEG ) nr . 1785/81,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1

    Verordening ( EEG ) nr . 1785/81 wordt als volgt gewijzigd :

    1 . in artikel 9, lid 4 ter, wordt "1987/1988 tot en met 1990/1991" vervangen door "1991/1992 en 1992/1993";

    2 . in artikel 9, lid 4 quater, wordt "1988/1989 tot en met 1990/1991" vervangen door "1991/1992 en 1992/1993";

    3 . artikel 23 wordt vervangen door :

    "Artikel 23

    1 . De artikelen 24 tot en met 32 zijn van toepassing voor de verkoopseizoenen 1991/1992 en 1992/1993 .

    2 . Voor de in lid 1 bedoelde periode en onverminderd het bepaalde in artikel 24, lid 2, en artikel 25, zijn het A-quotum en het B-quotum van de suiker - en isoglucoseproducerende ondernemingen gelijk aan de quota die golden voor het verkoopseizoen 1990/1991 .

    3 . Voor de in lid 1 bedoelde periode zijn de basishoeveelheden voor de produktie van A - en B-suiker en A - en B-isoglucose die als grondslag dienen voor de toewijzing van de quota, gelijk aan de in artikel 24, lid 2, respectievelijk artikel 24 bis, lid 2, vastgestelde hoeveelheden.

    4 . De Raad stelt vóór 1 januari 1993, volgens de procedure van artikel 43, lid 2, van het Verdrag, de regeling vast die vanaf 1 juli 1993 geldt .";

    4 . artikel 24, lid 1, wordt vervangen door :

    "1 . De Lid-Staten kennen, onder de voorwaarden van deze titel, een A-quotum en een B-quotum toe aan iedere op hun grondgebied gevestigde suiker - of isoglucoseproducerende onderneming waaraan voor het verkoopseizoen 1990/1991 een A-quotum en een B-quotum zijn toegewezen .";

    5 . in artikel 24, lid 1 bis, derde alinea, wordt "1987/1988 tot en met 1990/1991" vervangen door "1991/1992 en 1992/1993";

    6 . in artikel 24 worden de leden 3, 4 en 5 vervangen door :

    "3 . Voor de in artikel 23, lid 1, bedoelde periode en onverminderd lid 1 bis en de artikelen 24 bis en 25, zijn het A-quotum en het B-quotum van elke suiker - of isoglucoseproducerende onderneming gelijk aan respectievelijk het A-quotum en het B-quotum die voor het verkoopseizoen 1990/1991 aan die onderneming zijn toegewezen .";

    7 . in artikel 24 wordt lid 7 geschrapt;

    8 . in artikel 28, lid 2, wordt de inleidende zin vervangen door :

    "2 . Vóór het einde van het verkoopseizoen 1992/1993 wordt cumulatief vastgesteld voor de verkoopseizoenen 1991/1992 en 1992/1993 :";

    9 . artikel 29, lid 1, wordt vervangen door :

    "1 . Als, na toepassing van artikel 28 en artikel 28 bis op het verkoopseizoen 1990/1991, wordt geconstateerd dat het werkelijke totale verlies voor dat verkoopseizoen :

    a ) niet geheel wordt gedekt door de opbrengst van de produktieheffing en, in voorkomend geval, de aanvullende heffing, worden de hieruit voortvloeiende financiële lasten opgeteld bij het verwachte totale verlies, bedoeld in artikel 28, lid 1, onder e ), voor het verkoopseizoen waarin die constatering plaatsvindt;

    b ) lager is dan de opbrengst van de produktieheffing en, in voorkomend geval, de aanvullende heffing, wordt een met het betrokken verschil overeenkomend bedrag afgetrokken van het verwachte totale verlies of, naar gelang van het geval, opgeteld bij de verwachte ontvangsten uit de toepassing van artikel 28 en artikel 28 bis op het verkoopseizoen waarin die constatering plaatsvindt .";

    10 . de leden 1 tot en met 5 van artikel 46 worden vervangen door :

    "1 . De Italiaanse Republiek wordt gemachtigd om gedurende de verkoopseizoenen 1991/1992 en 1992/1993 onder de in de leden 2, 3 en 4 vastgestelde voorwaarden aan de suikerbietentelers en in voorkomend geval aan de suikerproducenten aanpassingssteun toe te kennen .

    2 . De in lid 1 bedoelde steun mag slechts worden toegekend voor de produktie van de hoeveelheid suiker die overeenkomt met de suikerproduktie binnen het A-quotum en het B-quotum van iedere suikerproducerende onderneming .

    3 . Het maximumsteunbedrag voor de in lid 2 bedoelde produktie mag :

    a ) per 100 kg witte suiker niet meer bedragen dan 23,64 % van de overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a ), vastgestelde interventieprijs voor witte suiker voor het betrokken verkoopseizoen

    en

    b ) voor elk van de verkoopseizoenen 1991/1992 en 1992/1993 niet meer bedragen dan 70 % van de totale betalingsverplichting in ecu die reeds is toegestaan voor het verkoopseizoen 1988/1989 .

    4 . De Italiaanse Republiek mag de in de leden 2 en 3 bedoelde steun evenwel aanpassen voor zover dit wegens uitzonderlijke omstandigheden in verband met de in Italië in uitvoering zijnde herstructureringsprogramma's voor de suikersector nodig is . Bij de toepassing van de artikelen 92, 93 en 94 van het Verdrag gaat de Commissie met name na of deze steun strookt met de herstructureringsprogramma's .

    5 . Voorts wordt de Italiaanse Republiek voor de verkoopseizoenen 1991/1992 en 1992/1993 gemachtigd om, wanneer in Italië de voor de beste, solvabele klant toegepaste rentevoet ten minste 3 % hoger is dan de rentevoet die gehanteerd wordt voor de berekening van het bedrag van de terugbetaling als bedoeld in artikel 8, de weerslag van dit verschil op de opslagkosten te dekken met nationale steun .";

    11 . in artikel 46, lid 6 wordt :

    - in de eerste alinea "1987/1988 tot en met 1990/1991" vervangen door "1991/1992 en 1992/1993",

    - in de tweede alinea "0,50 ecu" vervangen door "0,45 ecu";

    12 . in artikel 48 wordt "tot en met 30 juni 1987" vervangen door "tot en met 30 juni 1992 ". Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1991 . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel, 4 februari 1991 . Voor de Raad

    De Voorzitter

    R . STEICHEN ( 1 ) PB nr . C 258 van 13 . 10 . 1990, blz . 9 . ( 2 ) PB nr . C 19 van 28 . 1 . 1991 . ( 3 ) Advies uitgebracht op 20 november 1990 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ). ( 4 ) PB nr . L 177 van 1 . 7 . 1981, blz . 4 . ( 5 ) PB nr . L 353 van 17 . 12 . 1990, blz . 23 . ( 6 ) PB nr . L 126 van 9 . 5 . 1989, blz . 1 .

    Top