Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990R0999

    Verordening (EEG) nr. 999/90 van de Commissie van 20 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rijst van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) of uit de landen en gebieden overzee (LGO)

    PB L 101 van 21.4.1990, p. 20–21 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1997; opgeheven door 397R2603;

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1990/999/oj

    31990R0999

    Verordening (EEG) nr. 999/90 van de Commissie van 20 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rijst van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) of uit de landen en gebieden overzee (LGO)

    Publicatieblad Nr. L 101 van 21/04/1990 blz. 0020 - 0021


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 999/90 VAN DE COMMISSIE

    van 20 april 1990

    houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rijst van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) of uit de landen en gebieden overzee (LGO)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 715/90 van de Raad van 5 maart 1990 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden overzee (LGO) (1), inzonderheid op artikel 12,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de waarde van de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1636/87 (3), en met name op artikel 12,

    Gezien het advies van het Monetair Comité,

    Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 715/90 is bepaald dat de overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1806/89 (5), berekende heffing wordt verlaagd met 50 % van die heffing, alsmede met een forfaitair element dat verschilt naar gelang van de mate van bewerking van de rijst, mits bij de uitvoer uit het betrokken derde land een met die verlaging overeenkomende heffing is opgelegd;

    Overwegende dat een juiste uitvoerheffing alleen dan kan worden opgelegd als de heffing bekend is die bij invoer in de Gemeenschap zal worden toegepast; dat het daarom noodzakelijk is te bepalen dat de invoerheffing vooraf moet worden vastgesteld, zodat aan de handel bekend zal zijn welk bedrag op de heffing in mindering zal worden gebracht en bijgevolg welk bedrag bij uitvoer als heffing moet worden opgelegd;

    Overwegende dat er zekerheid over moet worden verkregen dat het exporterende land inderdaad een uitvoerheffing heeft geïnd die met de toegepaste verlaging van de heffing overeenkomt;

    Overwegende dat passende administratieve maatregelen moeten worden vastgesteld om te waarborgen dat het vastgestelde contingent niet wordt overschreden;

    Overwegende dat, om de Commissie in staat te stellen in voorkomend geval artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 715/90 toe te passen, dient te worden bepaald dat de Lid-Staten de Commissie dagelijks mededelen voor welke hoeveelheden certificaten voor de invoer van rijst van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee (LGO) zijn aangevraagd;

    Overwegende dat voor 1990 de in te voeren hoeveelheden moeten worden bepaald naar evenredigheid van de hoeveelheden zoals vastgesteld voor het oude, respectievelijk, het nieuwe regime overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 715/90;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in artikel 12, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 715/90 bedoelde bedragen van de heffingen worden op grond van de volgens de criteria van artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 1418/76 vastgestelde heffingen wekelijks door de Commissie vastgesteld.

    Artikel 2

    1. Artikel 12, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 715/90 is uitsluitend van toepassing op invoer van rijst waarvoor het door het exporterende land geïnde bedrag van de uitvoerheffing overeenkomt met het verschil tussen de heffing bij invoer van rijst van herkomst uit derde landen en de in artikel 1 bedoelde bedragen.

    2. Het bewijs dat de heffing is geïnd, wordt door de douane van het land van uitvoer geleverd door in de rubriek »Opmerkingen" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR 1 een van de volgende vermeldingen aan te brengen:

    1.2 // - Tasa especial percibida a la exportación del arroz // // - Saerafgift der opkraeves ved eksport af ris // // - Bei der Ausfuhr von Reis erhobene Sonderabgabe // // - Eidikós fóros poy eispráttetai katá tin exagogí orýzis // (bedrag in nationale valuta) // - Special charge collected on export of rice // // - Taxe spéciale perçue à l'exportation du riz // // - Tassa speciale riscossa all'esportazione del riso // // - Bij uitvoer van de rijst opgelegde bijzondere heffing //

    (Handtekening en stempel van het douanekantoor).

    3. Wanneer de door het land van uitvoer opgelegde heffing lager is dan de in artikel 12, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 715/90 bedoelde vermindering, mag die vermindering de opgelegde heffing niet overtreffen.

    4. Als het bedrag van de opgelegde heffing bij uitvoer in een andere valuta is uitgedrukt dan in die van de Lid-Staat van invoer, wordt voor de bepaling van het bedrag van de werkelijk opgelegde heffing als wisselkoers toegepast de koers die op de dag van de voorafgaande vaststelling van de heffing op de meest representatieve wisselmarkt of wisselmarkten van die Lid-Staat werd geregistreerd.

    Artikel 3

    1. Voor toepassing van de in artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 715/90 bedoelde verlaagde heffing moet niet alleen aan de in de communautaire wetgeving vervatte voorwaarden worden voldaan, maar moet bovendien op de certificaataanvraag en op het invoercertificaat worden vermeld:

    a) bij »Opmerkingen", respectievelijk in vak 24, een van de volgende vermeldingen:

    - Exacción reguladora reducida ACP/PTU

    - Reduceret afgift AVS/OLT

    - Verringerte Abschoepfung AKP/UELG

    - Meioméni eisforá AKE/YXE

    - Reduced levy ACP/OCT

    - Prélèvement réduit ACP/PTOM

    - Prelievo ridotto ACP/PTOM

    - Verminderde heffing ACS-Staten/LGO,

    b) in vak 8, de Staat, het land of het gebied van waaruit het produkt van oorsprong is.

    2. Het certificaat verplicht tot invoer uit het vermelde land van oorsprong. Tevens moet de invoerheffing vooraf worden vastgesteld.

    3. Het in lid 1 bedoelde invoercertificaat wordt afgegeven op de vijfde werkdag volgende op de dag van indiening van de aanvraag, voor zover niet binnen die termijn een maatregel tot schorsing van de voorfixatie van de heffing wordt genomen, noch de totale hoeveelheid waarvoor de verlaagde heffing mag worden toegepast, wordt bereikt.

    4. Op de dag waarop de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan die waarvoor een verlaagde heffing wordt toegestaan, stelt de Commissie één enkel percentage vast voor verlaging van de gevraagde hoeveelheden.

    Artikel 4

    De Lid-Staten verstrekken de Commissie dagelijks per telex de volgende gegevens:

    a) de hoeveelheden rijst waarvoor een certificaat voor invoer uit de ACS-Staten en de LGO is aangevraagd, met vermelding van de soort rijst en het land van uitvoer;

    b) de hoeveelheden rijst waarvoor het invoercertificaat daadwerkelijk is afgegeven, met vermelding van de soort rijst, de datum en het land van uitvoer;

    c) de hoeveelheden, per soort rijst, waarvoor de invoercertificaten niet zijn gebruikt;

    d) de hoeveelheden, per soort rijst, waarvoor de invoercertificaten zijn geannuleerd overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie (1).

    Deze gegevens moeten afzonderlijk van die over de overige aanvragen voor invoercertificaten in de sector rijst worden medegedeeld.

    Artikel 5

    1. Voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 1990 bedragen de hoeveelheden die uit de ACS-Staten en de LGO in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd 124 500 ton gedopte rijst van GN-code 1006 20 en 19 500 ton breukrijst van GN-code 1006 40 00.

    2. Voor de boekhouding wordt rijst die niet in de vorm van gedopte rijst wordt ingevoerd, in gedopte rijst omgerekend met gebruikmaking van de in artikel 1 van Verordening nr. 467/67/EEG (2) vastgestelde coëfficiënten.

    Artikel 6

    Verordening (EEG) nr. 551/85 van de Commissie (3) wordt ingetrokken.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 maart 1990.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 20 april 1990.

    Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 84 van 30. 3. 1990, blz. 85.

    (2) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 1.

    (3) PB nr. L 153 van 13. 6. 1987, blz. 1.

    (4) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 1.

    (5) PB nr. L 177 van 24. 6. 1989, blz. 1.

    (1) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.

    (2) PB nr. 204 van 24. 8. 1967, blz. 1.

    (3) PB nr. L 63 van 2. 3. 1985, blz. 10.

    Top