EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989R2159

Verordening (EEG) nr. 2159/89 van de Commissie van 18 juli 1989 houdende bepalingen voor de toepassing van de in titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad vastgestelde specifieke maatregelen voor dopvruchten en sint-jansbrood

PB L 207 van 19.7.1989, p. 19–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/02/2009: This act has been changed. Current consolidated version: 26/01/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1989/2159/oj

31989R2159

Verordening (EEG) nr. 2159/89 van de Commissie van 18 juli 1989 houdende bepalingen voor de toepassing van de in titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad vastgestelde specifieke maatregelen voor dopvruchten en sint-jansbrood

Publicatieblad Nr. L 207 van 19/07/1989 blz. 0019 - 0034
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0246
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0246


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2159/89 VAN DE COMMISSIE

van 18 juli 1989

houdende bepalingen voor de toepassing van de in titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad vastgestelde specifieke maatregelen voor dopvruchten en sint-jansbrood

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1119/89 (2), en met name op artikel 14 octies,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de waarde van de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1636/87 (4), en met name op artikel 5, lid 3,

Overwegende dat in titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 verscheidene specifieke maatregelen zijn vastgesteld om produktie en afzet van bepaalde dopvruchten en van sint-jansbrood te verbeteren; dat de steun wordt toegekend aan daartoe specifiek erkende telersverenigingen die een door de bevoegde nationale instantie goedgekeurd programma voor verbetering van kwaliteit en afzet hebben ingediend;

Overwegende dat bovenbedoelde specifieke erkenning niet afhankelijk is van een in toepassing van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1035/72 verleende voorafgaande erkenning; dat de eerstbedoelde erkenning namelijk los staat van de laatstgenoemde en wordt verleend zodra de bijzondere voorwaarden voor de verlening ervan zijn vervuld;

Overwegende dat de erkenningsvoorwaarden een redelijke mate van zekerheid moeten bieden dat de Gemeenschap slechts steun verleent aan telersverenigingen die, gelet op de omvang en de duur van hun activiteit en de wijze waarop zij functioneren, tot de nagestreefde verbetering van de produktie- en afzetvoorwaarden voor de betrokken produkten zullen bijdragen; dat om een minimale stabiliteit van deze telersverenigingen te garanderen minima moeten worden vastgesteld, zowel wat ledental als wat geproduceerde hoeveelheden dopvruchten en sint-jansbrood betreft, waarbij met de specifieke kenmerken van de verschillende gebieden in de Gemeenschap rekening moet worden gehouden; dat daartoe moet worden geëist dat in de statuten van deze verenigingen duidelijke bepalingen voorkomen die de telers zeggenschap over de besluitvorming en de werking van de organisatie waarborgen, alsook bepalingen die inbreuken op de aanvaarde regels aan een sanctie onderwerpen;

Overwegende dat, om de regeling zo doeltreffend mogelijk te maken en zo vlot mogelijk te laten functioneren, dient te worden bepaald dat de Lid-Staat en de Gemeenschap alleen programma's voor verbetering van kwaliteit en afzet mogen financieren die betrekking hebben op in dopvruchten en sint-jansbrood gespecialiseerde boomgaarden, met uitzondering van louter marginale aanplantingen; dat voor elk produktiegebied een minimumoppervlakte voor gespecialiseerde boomgaarden dient te worden bepaald;

Overwegende dat ter uitvoering van artikel 14 quinquies van Verordening (EEG) nr. 1035/72 dient te worden bepaald welke maatregelen in het kader van de ontwerpen kunnen worden genomen om vooral de kwaliteit van de produktie te verbeteren; dat de goedkeuring van de programma's weliswaar uitsluitend tot de bevoegdheid van de nationale autoriteiten behoort, maar dat met het oog op een doeltreffend gebruik de Commissie in het kader van de overlegprocedure en de administratieve samenwerking eventueel moet kunnen vragen het ontwerp-programma op een aantal punten te wijzigen en zelfs toekenning van zowel nationale als communautaire steun moet kunnen afwijzen;

Overwegende dat nader moet worden aangegeven voor welke acties voor ontwikkeling en verbetering van consumptie en gebruik van dopvruchten en sint-jansbrood in de Gemeenschap door deze financiële bijstand kan worden verleend; dat de ingediende ontwerpen daartoe garanties moeten bieden ten aanzien van het communautaire belang en de doeltreffendheid van de maatregelen en het rechtstreekse of onrechtstreekse effect ervan op de consumptie of het gebruik van deze produkten; dat de maatregelen moeten uitgaan van beroepsverenigingen of -groeperingen waarvan vaststaat dat zij technische ervaring ter zake bezitten of die voor de betrokken bedrijfssectoren representatief zijn; dat, onder voorbehoud van door de Commissie toegestane afwijkingen, de uitvoering van de werkzaamheden door de vereniging of de groepering die het programma heeft ingediend of de uitoefening van rechtstreekse controle op die werkzaamheden door bedoelde vereniging of groepering kan garanderen dat de medecontractant van de Commissie de verbintenis ernstig neemt; dat moet worden bepaald dat de wijze waarop de verbintenissen moeten worden nagekomen, contractueel dient te worden vastgelegd;

Overwegende dat een aantal algemene regels en ook regels betreffende de financiering van de steun uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, moeten worden vastgesteld overeen

komstig het bepaalde in titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72; dat erop moet worden gewezen dat de communautaire steun door de Lid-Staat hoe dan ook slechts achteraf of op zijn vroegst tegelijk met de nationale steun mag worden uitgekeerd, doch niet vooraleer adequate verificaties zijn uitgevoerd;

Overwegende dat dient te worden bepaald dat de steun voor de tenuitvoerlegging van het programma voor verbetering van kwaliteit en afzet jaarlijks wordt uitgekeerd naar gelang van de werkzaamheden die daadwerkelijk overeenkomstig het goedgekeurde programma zijn uitgevoerd; dat voor de omrekening van het bij Verordening (EEG) nr. 790/89 van de Raad (1) vastgestelde maximum-steunbedrag per hectare overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1676/85 gebruik moet worden gemaakt van de landbouwomrekeningskoers die geldt op de eerste dag van elk verkoopseizoen;

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van de specifieke maatregelen voor de begunstigde telersvereniging de verplichting inhoudt op gezette tijden nauwkeurige en gedetailleerde gegevens aan de door de Lid-Staat aangewezen autoriteit toe te zenden, zodat deze kan nagaan in hoeverre de door de telersvereniging contractueel aangegane verbintenissen zijn nagekomen;

Overwegende dat de op de begunstigde rustende verplichting om informatie te verstrekken op zichzelf geen goed beheer waarborgt; dat derhalve moet worden bepaald welke verificaties aan de hand van documenten en welke controles ter plaatse de nationale instantie voor de verschillende types van de in titel II bis van voornoemde verordening vastgestelde steunmaatregelen dient te verrichten;

Overwegende dat aan het niet nakomen van de bij Verordening (EEG) nr. 1035/72 of bij deze verordening vastgestelde verplichtingen in ernstige gevallen adequate sancties moeten worden verbonden:

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De op het gebied van produktie en afzet van dopvruchten en/of sint-jansbrood werkzame telersverenigingen

- waaraan een specifieke erkenning als bedoeld in titel I is verleend

- en die voor verbetering van kwaliteit en afzet een door de betrokken Lid-Staat goedgekeurd programma overeenkomstig het bepaalde in titel II hebben ingediend,

komen overeenkomstig het bepaalde in de titels II, III en IV van de onderhavige verordening in aanmerking voor de in titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 bedoelde specifieke maatregelen.

2. De Gemeenschap draagt overeenkomstig het bepaalde in de titels IV en V bij in de financiering van maatregelen om consumptie en gebruik van dopvruchten en/of sint-jansbrood te ontwikkelen en te verbeteren.

TITEL I

Specifieke erkenning van de verenigingen en groeperingen van telers van dopvruchten en/of sint-jansbrood

Artikel 2

De Lid-Staten verlenen een specifieke erkenning aan telersverenigingen en -groeperingen die op het gebied van dopvruchten- en/of sint-jansbroodproduktie en -afzet werkzaam zijn, hierna »telersverenigingen" genoemd, en die:

1. zijn opgericht op initiatief van de telers zelf met het oog op het bereiken van de in artikel 13, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1035/72 genoemde doelstellingen in de sector dopvruchten en sint-jansbrood;

2. hun leden de hierna aangegeven verplichtingen opleggen;

3. hun leden de technische middelen ter beschikking stellen voor de verrichtingen die met het oog op de afzet van de betrokken produkten nodig zijn, en met name die voor opslag en verpakking;

4. de volgende bepalingen in hun statuten hebben opgenomen:

a) de verplichting voor de telers om de afzet van de volledige dopvruchten- en/of sint-jansbroodproduktie over de telersvereniging te laten lopen;

b) garanties dat de telers de controle hebben over de telersvereniging en zeggenschap hebben over de besluiten die worden genomen;

c) sancties op elke inbreuk door de aangesloten telers op de door de telersvereniging vastgestelde regels;

d) de verplichting voor de telers:

- zich voor een periode van ten minste drie jaar bij de telersvereniging aan te sluiten,

- van een vooropzegging van hun lidmaatschap van ten minste twaalf maanden;

e) de bijdragen ten laste van de aangeslotenen;

5. aantonen dat zij een economische activiteit van voldoende betekenis uitoefenen en

- zowel een minimumaantal telers vertegenwoordigen,

- als per produkt en per produktiegebied een bepaald minimumvolume van de produktie voor hun rekening nemen (bijlage I);

6. zich schriftelijk ertoe verbinden het programma voor verbetering van kwaliteit en afzet overeenkomstig titel II in te dienen;

7. een afzonderlijke boekhouding voeren voor activiteiten die met dopvruchten en/of sint-jansbrood verband houden.

Artikel 3

1. De telersverenigingen dienen hun aanvraag voor specifieke erkenning in bij de door de Lid-Staten aangewezen bevoegde autoriteit; bij deze aanvraag voegen zij de oprichtingsakte en de in bijlage II bedoelde gegevens.

2. De bevoegde autoriteit controleert de juistheid van de medegedeelde gegevens aan de hand van documenten en controles ter plaatse. Indien daarna nog twijfel bestaat, verricht zij alle nodige controles om zich ervan te vergewissen dat aan de in artikel 2 vastgestelde voorwaarden is voldaan.

3. De specifieke erkenning wordt verleend binnen drie maanden na de datum waarop de aanvraag is ingediend, de termijn die voor aanvullend onderzoek nodig is, niet meegerekend.

4. De telersverenigingen zenden de bevoegde autoriteit jaarlijks vóór 1 november een bijwerking toe van de in bijlage II bedoelde gegevens.

Artikel 4

De bevoegde autoriteit gaat op geregelde tijdstippen en ten minste eenmaal per drie jaar na of de overeenkomstig artikel 3 erkende telersverenigingen goed functioneren en of nog steeds aan de voorwaarden voor erkenning is voldaan.

De bevoegde autoriteit trekt de specifieke erkenning in wanneer zij naar gelang van het geval vaststelt dat:

- niet langer aan de voor erkenning vastgestelde voorwaarden wordt voldaan;

- de in artikel 3, lid 4, bedoelde gegevens niet zijn verstrekt;

- valse gegevens zijn verstrekt.

Artikel 5

De betrokken Lid-Staten doen de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 december de volgende documenten toekomen:

1. de lijst van verenigingen van telers van dopvruchten en/of sint-jansbrood waaraan een specifieke erkenning is verleend;

2. voor elke telersvereniging: het in bijlage II opgenomen, behoorlijk ingevulde formulier.

TITEL II

Programma voor verbetering van kwaliteit en afzet

Artikel 6

Onder homogene, aaneengesloten aanplanting van dopvruchten en/of sint-jansbrood, hierna »boomgaard" genoemd, wordt in de zin van deze verordening verstaan een niet door andere teelten of andere aanplantingen onderbroken aanplanting die geografisch één geheel vormt. Louter een rij dopvrucht- en/of sint-jansbroodbomen langs wegen of langs percelen met andere teelten wordt niet als boomgaard aangemerkt.

Om voor toepassing van het in deze titel bepaalde en voor toekenning van financiële steun door de Lid-Staat en de Gemeenschap in aanmerking te komen mag een boomgaard niet kleiner zijn dan 0,20 hectare.

Artikel 7

Het programma voor verbetering van kwaliteit en afzet, hierna »het programma" genoemd, tot uitvoering waarvan de telersverenigingen zich voor alle boomgaarden van de aangesloten telers of een gedeelte van die boomgaarden hebben verbonden, heeft met name betrekking op een of meer van de volgende maatregelen met het oog op rendementsverbetering op lange termijn:

- rooiing van dopvrucht- en/of sint-jansbroodbomen en heraanplant;

- omschakeling op andere rassen;

- verbetering van de teelttechniek, vormen en snoeien van bomen;

- genetische verbetering en certificering van het teeltmateriaal, verbetering van het bestuivingsproces;

- bodembewerking, -verbetering en -bemesting;

- opzet en uitvoering van de bestrijding van plagen;

- technische begeleiding van de aangesloten telers op het gebied van opleiding en teeltbeheer;

- aankoop en inbedrijfstelling van installaties voor het marktklaar maken van de produkten, alsmede van opslag- en verpakkingsinstallaties, en dergelijke;

- technische bijstand bij commercieel beheer.

Maatregelen waarvoor in het kader van het structuurbeleid financiële bijstand wordt verleend, komen niet in aanmerking voor financiering op grond van deze verordening.

Artikel 8

1. De telersvereniging legt het ontwerp-programma, dat overeenkomstig bijlage III is opgesteld en waarbij alle bewijsstukken zijn gevoegd, aan de door de betrokken Lid-Staat aangewezen bevoegde autoriteit ter goedkeuring voor.

Met de werkzaamheden ter uitvoering van het programma kan eerst worden begonnen nadat het programma door de bevoegde nationale autoriteit is goedgekeurd.

2. De bevoegde autoriteit neemt over het ingediende ontwerp-programma binnen vijf maanden na de datum van ontvangst een besluit. Deze termijn wordt onderbroken bij ontvangst van een in lid 3, onder b), bedoeld verzoek tot wijziging.

(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

(2) PB nr. L 118 van 29. 4. 1989, blz. 12.

(3) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 1.

(4) PB nr. L 153 van 13. 6. 1987, blz. 1.

(1) PB nr. L 85 van 30. 3. 1989, blz. 6.

De bevoegde autoriteit:

- controleert met alle daartoe geëigende middelen, waaronder controles ter plaatse, de juistheid van de gegevens over de staat en de samenstelling van de boomgaarden van de bij de telersverenigingen aangesloten leden op het tijdstip waarop het programma wordt ingediend;

- gaat na of het programma overeenkomstig het in bijlage III opgenomen model is opgesteld en of het aan de in deze titel aangegeven doelstellingen beantwoordt;

- toetst de economische samenhang en de technische kwaliteit van het ontwerp, alsmede de gegrondheid van de ramingen, het financieringsplan en het tijdschema voor de uitvoering van het programma.

De bevoegde autoriteit deelt vóór het einde van de tweede maand na de datum waarop het ontwerp is ontvangen, aan de Commissie de programma's mede die volgens haar op grond van artikel 14 quinquies van Verordening (EEG) nr. 1035/72 kunnen worden goedgekeurd; voor elk van deze programma's doet zij de Commissie een algemene beoordeling toekomen van de in het derde streepje van voorgaande alinea vermelde elementen.

De Commissie kan binnen 60 dagen na de datum waarop deze mededeling door haar is ontvangen, de bevoegde autoriteit vragen het programma te wijzigen of het af te wijzen.

3. De bevoegde autoriteit kan, naar gelang van het geval:

a) het programma goedkeuren wanneer het voldoet aan artikel 14 quinquies van Verordening (EEG) nr. 1035/72 en aan het bepaalde in deze titel;

b) op eigen initiatief of op verzoek van de Commissie vragen het programma op een aantal punten te wijzigen. Goedkeuring is eerst mogelijk indien de gevraagde wijzigingen in het programma zijn aangebracht;

c) het programma op eigen initiatief of op verzoek van de Commissie afwijzen.

4. De bevoegde autoriteit treft overeenkomstig dit artikel een beslissing over het verzoek tot wijziging van het programma, voor zover dat verzoek om technische redenen of met het oog op de uitbreiding van de oppervlakte waarop het programma betrekking heeft, met name wegens de groei van het aantal aangeslotenen, verantwoord is. De termijn voor de uitvoering van het gewijzigde programma mag echter de oorspronkelijk bepaalde termijn niet overschrijden.

5. Tijdens de uitvoering van het programma gaat de bevoegde autoriteit geregeld aan de hand van de verslagen die haar jaarlijks door de betrokken telersverenigingen worden toegezonden en door middel van controles ter plaatse na hoever de uitvoering van de goedgekeurde programma's is gevorderd, of zij in technisch en financieel opzicht overeenkomstig de voorschriften worden uitgevoerd en of de gegevens van de ingediende bewijsstukken juist zijn. In de loop van de uitvoering van het programma worden ten minste twee controles ter plaatse verricht.

Artikel 9

De bevoegde autoriteit doet de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 december een verslag toekomen over de stand van de werkzaamheden in het kader van de goedgekeurde programma's en over de resultaten van de verrichte controles, en deelt de Commissie alle nuttige informatie mede wanneer zich bij de uitvoering van het programma moeilijkheden voordoen die een goede uitvoering van de door de telersverenigingen aangegane verbintenissen in gevaar kunnen brengen.

TITEL III

Steun voor de oprichting van telersverenigingen en van een fonds voor bedrijfskapitaal

Artikel 10

Voor de berekening van de in artikel 14 ter van Verordening (EEG) nr. 1035/72 bedoelde forfaitaire extra steun voor de oprichting van telersverenigingen:

1. wordt, voor dopvruchten, uitgegaan van de hoeveelheid dopvruchten in de dop en, voor sint-jansbrood, van de hoeveelheid sint-jansbrood in de peul;

2. wordt, wat de afzet betreft, uitgegaan van de hoeveelheid die in het eerste verkoopseizoen dat volgt op de datum van de specifieke erkenning, daadwerkelijk is afgezet.

Artikel 11

Ten einde voor de in artikel 14 quater van Verordening (EEG) nr. 1035/72 bedoelde specifieke steun voor de oprichting van een fonds voor bedrijfskapitaal in aanmerking te kunnen komen, moeten de telersverenigingen aan de bevoegde autoriteit de volgende stukken doen toekomen:

1. de kapitaalstructuur van het fonds en de bewijsstukken waaruit blijkt dat de telersvereniging in dat kapitaal deelneemt;

2. gegevens over de wijze waarop het fonds wordt gevoed, hetgeen zodanig moet geschieden dat met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 14 quater, lid 2, omschreven doeleinden een geregelde functionering ervan wordt gewaarborgd; dit bewijs kan met name worden geleverd aan de hand van afschriften van een gescheiden bankrekening;

3. de bewijsstukken waaruit de waarde van de afgezette produktie blijkt:

- in de loop van het eerste verkoopseizoen dat op de datum van de specifieke erkenning volgt of,

- in voorkomend geval, in de loop van een ander verkoopseizoen na de specifieke erkenning.

Voor het bepalen van de waarde van de afgezette produktie wordt uitgegaan van:

- de in het betrokken verkoopseizoen op jaarbasis daadwerkelijk verkochte hoeveelheid;

- de gemiddelde produktieprijzen in dat zelfde verkoopseizoen.

Artikel 12

De bevoegde autoriteit verifieert in de drie verkoopseizoenen die op de uitkering van de steun overeenkomstig artikel 18 volgen of:

- het fonds functioneert en wordt gevoed overeenkomstig de mededeling die op grond van artikel 11, punt 2, is gedaan; - het kapitaal van het fonds aan het begin van ieder verkoopseizoen opnieuw volledig is samengesteld. Met het oog op de inachtneming van deze verplichting mag ook de waarde van de opgeslagen produkten in aanmerking worden genomen.

De telersvereniging houdt voor controle de rekeningafschriften en de bewijsstukken in verband met verrichtingen van het fonds steeds ter beschikking van de bevoegde autoriteit.

TITEL IV

Afzetbevorderende acties

Artikel 13

1. De in artikel 14 sexties van Verordening (EEG) nr. 1035/72 bedoelde acties om consumptie en gebruik van dopvruchten en/of sint-jansbrood in de Gemeenschap te ontwikkelen en te verbeteren, kunnen betrekking hebben op:

- marktonderzoek;

- het zoeken naar nieuwe afzetmogelijkheden;

- economische studies in verband met de ontwikkeling van nieuwe verpakkingstechnieken en presentatievormen;

- organisatie van contacten tussen de diverse sectoren van het bedrijfsleven;

- organisatie van en deelname aan beurzen en andere commerciële evenementen;

- afzetbevorderende maatregelen, met uitzondering van reclamecampagnes;

- verbruiksenquêtes en -tests;

- gespecialiseerde publikaties;

- studies op het gebied van voeding en dieet.

2. Om voor financiering door de Gemeenschap in aanmerking te komen, moeten de voorgestelde acties:

- vooral de communautaire oorsprong van de produkten naar voren brengen;

- wat de marktsituatie en de ontwikkeling van de markt betreft, een aanzienlijk actieterrein bestrijken;

- garanties bieden dat de acties daadwerkelijk worden uitgevoerd;

- worden ingediend door hetzij een lichaam waarvan vaststaat dat het over een specifieke technische ervaring beschikt, hetzij door een vereniging of groepering die representatief is voor de diverse geledingen van het bedrijfsleven of voor de desbetreffende economische activiteiten in de Gemeenschap. De acties worden voorgesteld door lichamen, verenigingen of groeperingen die hun zetel in de Gemeenschap hebben.

Acties die op bepaalde handelsmerken zijn afgestemd en acties die naar een bepaald land of een bepaald produktiegebied verwijzen, komen niet in aanmerking.

Artikel 14

Behoudens door de Commissie toegestane afwijkingen, moeten de acties worden uitgevoerd door het lichaam, de vereniging of de groepering die het ontwerp heeft ingediend.

Om voor de bij deze verordening vastgestelde regeling in aanmerking te komen, mogen de acties eerst ten uitvoer worden gelegd wanneer het ontwerp door de Commissie is goedgekeurd.

De algemene kosten met betrekking tot de acties worden voor niet meer dan het in het met de Commissie gesloten contract vastgelegde percentage ten laste genomen.

Artikel 15

1. De ontwerpen voor acties moeten ieder jaar vóór 31 december in tweevoud bij de Commissie worden ingediend.

2. In de ontwerpen moeten ten minste worden vermeld:

a) de titel van de voorgenomen actie, dit wil zeggen een verwijzing naar de in artikel 13 genoemde actie of acties die men beoogt te voeren;

b) de naam van het lichaam, de vereniging of de groepering die het ontwerp indient;

c) een korte beschrijving van de voorgenomen actie met een duidelijke omschrijving van de diagnose, de doelgroepen, de strategie, en dergelijke:

- de resultaten die men met de actie denkt te behalen, in het bijzonder met betrekking tot het rechtstreekse of onrechtstreekse effect van de actie voor afzet en verbruik van de produkten;

- tijdschema voor de uitvoering van de actie;

d) een kostenraming, in ecu, exclusief belastingen, met uitsplitsing van het bedrag over de verschillende posten, eventueel gestaafd met vergelijkende kostenramingen, en het financieringsplan;

e) in voorkomend geval, het recentste jaarverslag van het betrokken lichaam, respectievelijk de betrokken vereniging of groepering.

3. De Commissie stelt het betrokken lichaam, respectievelijk de betrokken vereniging of groepering vóór 1 juni van het daaropvolgende jaar in kennis van het gevolg dat zij aan het voorstel heeft gegeven. Zij sluit met de betrokkenen wier voorstellen in aanmerking zijn genomen, contracten voor het voeren van de in artikel 14 bedoelde acties.

Artikel 16

1. Op verzoek van de begunstigde en na overlegging van de nodige bewijsstukken wordt een voorschot van ten hoogste 50 % van de bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van de actie betaald nadat de vierde maand die op de ondertekening van het in artikel 14 bedoelde contract volgt, is ingegaan. Het voorschot wordt eerst betaald wanneer voor hetzelfde bedrag ten gunste van de Commissie een zekerheid wordt gesteld. De zekerheid wordt slechts met toestemming van de Commissie vrijgegeven. 2. Het saldo van de bijdrage van de Gemeenschap wordt betaald wanneer het contract behoorlijk is uitgevoerd en wanneer de begunstigde uiterlijk drie maanden na de beëindiging van de actie of acties een evaluatie van de ermee bereikte resultaten doet toekomen.

Artikel 17

De ontvanger van de bijstand verstrekt de Commissie, uit eigen beweging of wanneer hij daarom wordt verzocht, alle gegevens betreffende de uitvoering van de actie en onderwerpt zich aan alle door de Commissie te verrichten verificaties en controles.

TITEL V

Algemene bepalingen en financiering

Artikel 18

Het bedrag van de specifieke steun voor de vorming van het fonds omvat zowel de door de Lid-Staat als de door de Gemeenschap verleende steun en wordt uiterlijk drie maanden na de indiening van de bijstandsaanvraag en na verificatie of aan artikel 11 is voldaan, door de bevoegde autoriteit aan de telersverenigingen uitgekeerd.

Artikel 19

De telersverenigingen moeten, om voor het programma voor verbetering van kwaliteit en afzet van de Gemeenschap steun te kunnen ontvangen, na afloop van elke referentieperiode bij de bevoegde autoriteit een steunaanvraag indienen.

Onder referentieperiode wordt verstaan elke periode van één jaar voor de uitvoering van het programma, welke periode ingaat op de datum waarop het programma is goedgekeurd.

De steunaanvragen worden overeenkomstig bijlage IV binnen twee maanden na de begindatum van elke referentieperiode ingediend; bij de aanvragen moeten de facturen en ieder ander dienstig bewijsstuk van de uitgevoerde werkzaamheden worden gevoegd.

Artikel 20

De bevoegde autoriteiten verifiëren de steunaanvragen en de daarop betrekking hebbende bewijsstukken en betalen ieder jaar binnen twee maanden na de indiening van de steunaanvraag de overeenkomstig artikel 14 quinquies, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 vastgestelde steun van de Lid-Staat en van de Gemeenschap.

Artikel 21

De koers die ieder jaar voor de omrekening van het in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 790/89 bedoelde maximumbedrag van de steun per hectare wordt toegepast, is de representatieve koers die geldt op de eerste dag van het verkoopseizoen dat in de referentieperiode begint.

Artikel 22

1. Wanneer ten onrechte steun is betaald, vorderen de Lid-Staten, behoudens in geval van overmacht, de uitgekeerde bedragen terug, vermeerderd met een rente die wordt berekend vanaf de dag waarop het bedrag is uitgekeerd tot de dag waarop het bedrag daadwerkelijk is terugbetaald. De toe te passen rentevoet is gelijk aan die welke naar nationaal recht voor soortgelijke terugvorderingen geldt.

De Lid-Staten vorderen alle uit hoofde van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 betaalde bedragen terug die zijn uitgekeerd aan telersverenigingen die hun activiteit vóór het einde van het derde jaar volgende op de datum van de in titel I van de onderhavige verordening bedoelde specifieke erkenning beëindigen, respectievelijk aan telersverenigingen waarvan de specifieke erkenning op grond van artikel 4 is ingetrokken.

2. De terugbetaalde bedragen worden aan de betaalorganen overgemaakt die deze naar verhouding van het financieringsaandeel van de Gemeenschap op de uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw gefinancierde uitgaven in mindering brengen.

3. De financiële gevolgen van de onmogelijkheid om teruggave van de betaalde bedragen te verkrijgen, worden naar verhouding van haar aandeel in de financiering door de Gemeenschap gedragen.

Artikel 23

De Lid-Staten nemen alle nodige maatregelen om aan ernstige inbreuken op de verbintenissen en verplichtingen op grond van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 en van de onderhavige verordening sancties te verbinden.

TITEL VI

Slotbepaling

Artikel 24

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 juli 1989.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

BIJLAGE I

MINIMALE REPRESENTATIEVE GEGEVENS BETREFFENDE DE ECONOMISCHE ACTIVITEIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, PUNT 5

1.2.3,4.5 // // // // // GN-code // Produkt // Telersvereniging // Gebied 1.2.3.4.5 // // // Minimumaantal leden // Minimum- produktie (1) // // // // // // // // // // // // 0802 11 // Amandelen // // // Frankrijk: // // // 10 // 100 ton // alle gebieden // // // // // Spanje: // // // 50 // 1 000 ton // - bergstreken en probleemgebieden (2) en eilanden // // // 50 // 2 000 ton // - andere // // // // // Portugal: // // // 10 // 150 ton // alle gebieden // // // // // Griekenland: // // // 30 // 50 ton // alle gebieden // // // // // Italië: // // // 40 // 3 000 ton // - Sicilia // // // 40 // 2 500 ton // - Puglia // // // 30 // 1 000 ton // - Sardegna en andere gebieden // // // 10 // 50 ton // Andere Lid-Staten // // // // // // 0802 21 00 // Hazelnoten // // // Frankrijk: // // // 100 // 1 000 ton // alle gebieden // // // // // Spanje: // // // 50 // 1 000 ton // - bergstreken en probleemgebieden (2) en eilanden // // // 50 // 2 000 ton // - andere // // // // // Portugal: // // // 10 // 50 ton // alle gebieden // // // // // Griekenland: // // // 30 // 40 ton // alle gebieden // // // // // Italië: // // // 30 // 1 000 ton // - Sicilia // // // 40 // 3 000 ton // - Campania // // // 40 // 2 500 ton // - Lazio // // // 30 // 1 000 ton // - Piemonte en andere gebieden // // // 10 // 40 ton // Andere Lid-Staten // // // // // // 0802 31 00 // Walnoten // // // Frankrijk: // // // 25 // 250 ton // alle gebieden // // // // // Spanje: // // // 25 // 250 ton // - bergstreken en probleemgebieden (2) en eilanden // // // 25 // 500 ton // - andere // // // // // Portugal: // // // 10 // 50 ton // alle gebieden // // // // // Luxemburg: // // // 5 // 10 ton // alle gebieden // // // // // Griekenland: // // // 40 // 15 ton // alle gebieden // // // // // Italië: // // // 30 // 2 000 ton // alle gebieden // // // 5 // 10 ton // Andere Lid-Staten // // // // // 1.2.3,4.5 // // // // // GN-code // Produkt // Telersvereniging // Gebied 1.2.3.4.5 // // // Minimumaantal leden // Minimum- produktie (1) // // // // // // // // 0802 50 00 // Pimpernoten // // // Griekenland: // // // 30 // 25 ton // alle gebieden // // // // // Italië: // // // 20 // 150 ton // alle gebieden // // // 20 // 25 ton // Andere Lid-Staten // // // // // // 1212 10 10 // Sint-jansbrood // // // Spanje: // // // 50 // 1 000 ton // - bergstreken en probleemgebieden (2) en eilanden // // // 50 // 2 000 ton // - andere // // // // // Portugal: // // // 25 // 100 ton // alle gebieden // // // // // Griekenland: // // // 50 // 25 ton // alle gebieden // // // // // Italië: // // // 20 // 500 ton // alle gebieden // // // 20 // 25 ton // Andere Lid-Staten // // // // //

(1) Als de telersvereniging actief is op het gebied van verschillende soorten dopvruchten en/of sint-jansbrood, moet de totale produktie minstens de som zijn van de voor elk van de betrokken gebieden en produkten vastgestelde minimumhoeveelheden.

(2) In de zin van Richtlijn 86/466/EEG van de Raad van 14 juli 1986 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Spanje) (PB nr. L 273 van 24. 9. 1986, blz. 104).

BIJLAGE II

GEGEVENS BETREFFENDE DE TELERSVERENIGINGEN

1.2 // // Lid-Staat: // // Jaar: // Onderstaande gegevens hebben betrekking op // Verkoopseizoen:

1. Naam:

2. Rechtsvorm:

3. Statuten (kopie bijvoegen)

4. Adres (straat, nummer, plaats, telefoon, telex)

- van de administratieve zetel:

- van de commerciële zetel:

5. Gebied waarin de vereniging werkzaam is:

6. Aantal leden:

- aantal telers:

- aantal andere leden die geen teler zijn (eventueel):

7. Ledenbestand

Een aparte lijst bijvoegen met voor elke aangesloten teler de volgende gegevens:

- naam, voornaam;

- aantal percelen waarop dopvruchten en/of sint-jansbrood worden geteeld en registratienummer van deze percelen;

- oppervlakte van de geïrrigeerde en de niet-geïrrigeerde amandel-, hazelnoten, walnoten-, pimpernoten- en/of sint-jansbroodaanplantingen;

- omvang oogst, uitgesplitst naar soort;

- opbrengst, per respectievelijk geïrrigeerde en niet-geïrrigeerde hectare, uitgesplitst naar soort.

8. Financiering ten laste van de aangesloten telers:

Bijdragen Andere vorm van financiering

Bij de toetreding:

Jaarlijks:

a) voor het fonds:

- forfaitair bedrag:

- percentage:

b) voor andere doeleinden (aangeven welke):

- forfaitair bedrag:

- percentage: 9. Door de telersvereniging vastgestelde voorschriften:

- Voorschriften betreffende vakkennis: JA NEEN

- Produktievoorschriften

- Afzetvoorschriften

(Een kopie van deze voorschriften bijvoegen)

10. Technische middelen ter beschikking van de leden:

A. Station voor het marktklaar maken en verpakken van de produkten: JA NEEN

Korte beschrijving van de installatie (componenten, overdekte oppervlakte, enz.):

B. Installaties :

1.2.3.4.5 // - koelhuis: // JA // NEEN // // // // // // capaciteit: // m3 of ton // - sorteerinstallatie: // JA // NEEN // capaciteit: // ton/uur // - kraakinstallatie: // JA // NEEN // capaciteit: // ton/uur // - drooginstallatie: // JA // NEEN // capaciteit: // ton/uur 1,4.5 // - andere installaties (aangeven welke): // 1,3.4.5 // // capaciteit: // ton/uur

11. Personeel voor:

- administratie:

- beheer:

- marktklaar maken van de produkten, verpakking, opslag:

- technische bijstand:

- andere activiteiten:

12. Totale oppervlakte van de boomgaarden (alle leden samen):

1.2,3 // // // Produkt // Oppervlakte (ha) // 1.2.3 // // geïrrigeerd // niet-geïrrigeerd // // // // Dopvruchten: // // // - amandelen // // // - walnoten // // // - hazelnoten // // // - pimpernoten // // // - andere (1) // // // // // // Sint-jansbrood // // // // // // Andere groenten en fruit (1) // // // // // 1,4 // (1) Facultatief. //

13. Gegevens over de afzet tijdens het voorgaande verkoopseizoen (1) (2):

1.2.3.4.5.6.7 // // // // // // // // Produkt // Oogst (ton) // Onverkochte voorraad (ton) // Verlies (ton) // Afzet (ton) // Gemiddelde prijs waartegen de produkten zijn verkocht (nationale valuta/ton) // Waarde van de afzet // // // // // // // // Amandelen // // // // // // // Hazelnoten // // // // // // // Walnoten // // // // // // // Pimpernoten // // // // // // // Sint-jansbrood // // // // // // // Totaal

// // // // // // // // // // // // // 14. Resultaten exploitatierekening voor het laatste verkoopseizoen:

15. Kapitaal van het Fonds (2):

1.2 // a) Oorspronkelijk fonds: // (nationale valuta)

b) Voor reeds erkende verenigingen:

1.2 // - eigen middelen: // (nationale valuta) // - overheidsmiddelen: // (nationale valuta) // Totaal:

// 16. Programma voor de verbetering van de kwaliteiten en van de afzet:

a) Datum van indiening (2):

Datum van goedkeuring (2):

Datum van tenuitvoerlegging:

b) Beknopte beschrijving van de overwogen, voorgestelde, in uitvoering zijnde acties (doorhalen wat niet van toepassing is):

- omschakeling op andere variëteiten:

- verbetering van de afzet:

In te vullen door de Lid-Staat

17. ERKENNING - Uit hoofde van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1035/72 voor dopvruchten en/of sint-jansbrood (na 20. 3. 1989)

- Uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1360/78 voor sint-jansbrood (vóór 20. 3. 1989)

Datum: Nr. van het besluit:

Bekendgemaakt in: op:

18. SPECIFIEKE ERKENNING UIT HOOFDE VAN ARTIKEL 14 TER VAN VERORDENING (EEG) Nr. 1035/72

Datum: Nr. van het besluit:

Bekendgemaakt in: op:

19. TOEKENNING FORFAITAIRE EXTRA STEUN (eventueel)

- Bedrag van de steun:

- Datum waarop de steun is toegekend:

20. INTREKKING VAN DE SPECIFIEKE ERKENNING

Datum: Nr. van het besluit:

Bekendgemaakt in: op:

21. CONTROLES

1.2 // Datum: // // Betreffende: // // // // Opmerkingen: // // // // // // //

(1) Voor dopvruchten.

(2) Eventueel.

BIJLAGE III

BESCHRIJVING VAN HET PROGRAMMA VOOR DE VERBETERING VAN DE KWALITEIT EN VAN DE AFZET ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8, LID 1

A. Gebied waar het programma zal worden uitgevoerd

B. Omschrijving van de uitgangssituatie qua:

1. Produktie:

- aantal bedrijven, teeltareaal, opbrengst per hectare, oogstvolume en aandeel daarvan in de nationale produktie. Deze gegevens moeten worden uitgesplitst naar soort van dopvruchten en/of sint-jansbrood,

- staat van de boomgaarden (ouderdom, plantdichtheid, snoeiwijze en onderstammen, aanwezigheid van andere vruchtbomen, enz.),

- technische hulpmiddelen in de bedrijven.

2. Technische bijstand

3. Afzet:

Korte beschrijving van de bestaande installatie en de capaciteit daarvan.

C. Produktiepotentieel - doelstellingen en perspectieven van de afzet

D. In het programma nagestreefde doelstellingen met betrekking tot:

1. Produktiemiddelen:

- herstructurering en/of omschakeling van de boomgaarden (heraanplant van nieuwe variëteiten of vervanging door andere dopvruchten- en/of sint-jansbroodbomen),

- teelttechnieken (vorm- en snoeiwijzen, vernieuwing van het bomenbestand, plantdichtheid, keuze van de variëteiten, keuze van de onderstammen, enz.),

- genetische verbetering (onderzoek naar nieuwe hybriden),

- introductie van nieuwe variëteiten (proefboomgaarden om na te gaan hoe de variëteiten zich gedragen en welke opbrengst zij geven),

- kweken van gecertificeerd materiaal (boomkwekerijen en boomgaarden die loten voortbrengen voor selectie- en kloonwerkzaamheden),

- bestrijding van plagen,

- bestuiving,

- bodembewerking, -bemesting en -verbetering (pedologische studies, verbetering van de voeding en van bemesting, bodeminstandhouding, enz.).

2. Technische bijstand (hoeveel personeel is nodig voor produktie, opleiding en commercieel en administratief beheer).

3. Afzet (aankoop van de nodige installaties voor het marktklaar maken, verpakken en het opslaan van de produkten; aanschaf van computersystemen en systemen voor het voorraadbeheer).

E. Nodige investeringen:

1. Totale kosten van het programma en uitsplitsing van deze kosten over de acties.

2. Verwachte kosten, uitgesplitst naar jaar van tenuitvoerlegging van het programma.

F. Tijdschema voor de uitvoering van het programma en jaarlijkse spreiding van de tenuitvoerlegging:

Over een periode van maximaal 10 jaar.

BIJLAGE IV

STEUNAANVRAAG ALS BEDOELD IN ARTIKEL 19

Naam van de telersvereniging:

Administratief adres:

(straat, nummer, plaats, telefoon, telex):

Bank en rekeningnummer waarop de steun moet worden overgemaakt:

Specifieke erkenning uit hoofde van artikel 14 ter van Verordening (EEG) nr. 1035/72:

Datum: Nr. van het besluit:

Totale bedrijfsoppervlakte:

Referentieperiode: van:

tot:

LIJST VAN DE IN DE LOOP VAN DE PERIODE VERRICHTE WERKZAAMHEDEN

1,2.3 // // // Aard van de actie en in de bijlage opgenomen bewijsstukken // Bedrag // // // // // A. Rooiing van dopvruchten- en/of sint-jansbroodbomen en heraanplant: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // B. Omschakeling op andere variëteiten: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // C. Verbetering van teelttechnieken, vorm- en snoeiwijzen van boomgaarden: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // D. Genetische verbetering en certificering van het teeltmateriaal, stimulering van de bestuiving: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // E. Bodembewerking, -bemesting en -verbetering: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // // // te transporteren // // // // // // Aard van de actie en in de bijlage opgenomen bewijsstukken // Bedrag // // // // Transport // // F. Bestrijding van plagen: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // G. Verlening van technische bijstand en hulp bij het beheer van de teelten: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // H. Aankoop en inbedrijfstelling van installaties voor het marktklaar maken van de produkten, opslag, verpakking, enz.: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: //

1,2.3 // I. Technische bijstand bij het commercieel beheer: // 1.2.3 // 1. Factuur nr.: // van: // // 2. Factuur nr.: // van: // // 3. Factuur nr.: // van: // // 4. Factuur nr.: // van: // 1,2.3 // // // Totaal uitgaven verbeteringsprogramma voor de referentieperiode: // // // 1,2.3 // // // In te vullen door de Lid-Staat: // // Aanvraag ontvangen op // // // // A. SUBSIDIABELE UITGAVEN // Bedrag // 1. Totaal van de opgegeven kosten: // // 2. Totaal van de bedragen die niet voor steun in aanmerking komen: // // 3. (1 - 2) In aanmerking te nemen uitgaven: // // 4. (3 × 0,55) Bedrag subsidiabele uitgaven: // // // // B. MAXIMAAL IN AANMERKING KOMEND BEDRAG // 1.2.3 // 1. Ecu: // // // 2. Koers op 1. 9. 19 . .: // // // 3. Totale oppervlakte: // // 1,2.3 // 4. (1 × 2 × 3) In aanmerking komend totaalbedrag: // // // // C. TE BETALEN BEDRAG: // // //

Betaald op:

D . IN HET PROGRAMMA NAGESTREEFDE DOELSTELLINGEN MET BETREKKING TOT :

1 . PRODUKTIEMIDDELEN :

_ HERSTRUCTURERING EN/OF OMSCHAKELING VAN DE BOOMGAARDEN ( HERAANPLANT VAN NIEUWE VARIETEITEN OF VERVANGING DOOR ANDERE DOPVRUCHTEN - EN/OF SINT-JANSBROODBOMEN ),

_ TEELTTECHNIEKEN ( VORM - EN SNOEIWIJZEN, VERNIEUWING VAN HET BOMENBESTAND, PLANTDICHTHEID, KEUZE VAN DE VARIETEITEN, KEUZE VAN DE ONDERSTAMMEN, ENZ .),

_ GENETISCHE VERBETERING ( ONDERZOEK NAAR NIEUWE HYBRIDEN ),

_ INTRODUCTIE VAN NIEUWE VARIETEITEN ( PROEFBOOMGAARDEN OM NA TE GAAN HOE DE VARIETEITEN ZICH GEDRAGEN EN WELKE OPBRENGST ZIJ GEVEN ),

_ KWEKEN VAN GECERTIFICEERD MATERIAAL ( BOOMKWEKERIJEN EN BOOMGAARDEN DIE LOTEN VOORTBRENGEN VOOR SELECTIE - EN KLOONWERKZAAMHEDEN ),

_ BESTRIJDING VAN PLAGEN,

_ BESTUIVING,

_ BODEMBEWERKING, -BEMESTING EN -VERBETERING ( PEDOLOGISCHE STUDIES, VERBETERING VAN DE VOEDING EN VAN BEMESTING, BODEMINSTANDHOUDING, ENZ .).

2 . TECHNISCHE BIJSTAND ( HOEVEEL PERSONEEL IS NODIG VOOR PRODUKTIE, OPLEIDING EN COMMERCIEEL EN ADMINISTRATIEF BEHEER ).

3 . AFZET ( AANKOOP VAN DE NODIGE INSTALLATIES VOOR HET MARKTKLAAR MAKEN, VERPAKKEN EN HET OPSLAAN VAN DE PRODUKTEN; AANSCHAF VAN COMPUTERSYSTEMEN EN SYSTEMEN VOOR HET VOORRAADBEHEER ).

E . NODIGE INVESTERINGEN :

1 . TOTALE KOSTEN VAN HET PROGRAMMA EN UITSPLITSING VAN DEZE KOSTEN OVER DE ACTIES .

2 . VERWACHTE KOSTEN, UITGESPLITST NAAR JAAR VAN TENUITVOERLEGGING VAN HET PROGRAMMA .

F . TIJDSCHEMA VOOR DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA EN JAARLIJKSE SPREIDING VAN DE TENUITVOERLEGGING :

OVER EEN PERIODE VAN MAXIMAAL 10 JAAR .

BIJLAGE IV

STEUNAANVRAAG ALS BEDOELD IN ARTIKEL 19

NAAM VAN DE TELERSVERENIGING :

ADMINISTRATIEF ADRES :

( STRAAT, NUMMER, PLAATS, TELEFOON, TELEX ):

BANK EN REKENINGNUMMER WAAROP DE STEUN MOET WORDEN OVERGEMAAKT :

SPECIFIEKE ERKENNING UIT HOOFDE VAN ARTIKEL 14 TER VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1035/72 :

DATUM : NR . VAN HET BESLUIT :

TOTALE BEDRIJFSOPPERVLAKTE :

REFERENTIEPERIODE : VAN :

TOT :

LIJST VAN DE IN DE LOOP VAN DE PERIODE VERRICHTE WERKZAAMHEDEN

1,2.3AARD VAN DE ACTIE EN IN DE BIJLAGE OPGENOMEN BEWIJSSTUKKEN

BEDRAG // // // //

A . ROOIING VAN DOPVRUCHTEN - EN/OF SINT-JANSBROODBOMEN EN HERAANPLANT : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3B . OMSCHAKELING OP ANDERE VARIETEITEN : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3C . VERBETERING VAN TEELTTECHNIEKEN, VORM - EN SNOEIWIJZEN VAN BOOMGAARDEN : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3D . GENETISCHE VERBETERING EN CERTIFICERING VAN HET TEELTMATERIAAL, STIMULERING VAN DE BESTUIVING : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3E . BODEMBEWERKING, -BEMESTING EN -VERBETERING : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3 // //

TE TRANSPORTEREN

AARD VAN DE ACTIE EN IN DE BIJLAGE OPGENOMEN BEWIJSSTUKKEN

BEDRAG // // //

TRANSPORT

F . BESTRIJDING VAN PLAGEN : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3G . VERLENING VAN TECHNISCHE BIJSTAND EN HULP BIJ HET BEHEER VAN DE TEELTEN : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3H . AANKOOP EN INBEDRIJFSTELLING VAN INSTALLATIES VOOR HET MARKTKLAAR MAKEN VAN DE PRODUKTEN, OPSLAG, VERPAKKING, ENZ .: //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3I . TECHNISCHE BIJSTAND BIJ HET COMMERCIEEL BEHEER : //

1.2.31 . FACTUUR NR .:

VAN : //

2 . FACTUUR NR .:

VAN : //

3 . FACTUUR NR .:

VAN : //

4 . FACTUUR NR .:

VAN : //

1,2.3 // //

TOTAAL UITGAVEN VERBETERINGSPROGRAMMA VOOR DE REFERENTIEPERIODE :

1,2.3IN TE VULLEN DOOR DE LID-STAAT : //

AANVRAAG ONTVANGEN OP // // //

A . SUBSIDIABELE UITGAVEN

BEDRAG

1 . TOTAAL VAN DE OPGEGEVEN KOSTEN : //

2 . TOTAAL VAN DE BEDRAGEN DIE NIET VOOR STEUN IN AANMERKING KOMEN : //

3 . ( 1 - 2 ) IN AANMERKING TE NEMEN UITGAVEN : //

4 . ( 3 X 0,55 ) BEDRAG SUBSIDIABELE UITGAVEN : // // //

B . MAXIMAAL IN AANMERKING KOMEND BEDRAG //

1.2.31 . ECU : // //

2 . KOERS OP 1 . 9 . 19 . .: // //

3 . TOTALE OPPERVLAKTE : // //

1,2.34 . ( 1 X 2 X 3 ) IN AANMERKING KOMEND TOTAALBEDRAG : // // //

C . TE BETALEN BEDRAG : // // //

BETAALD OP :

Top