EUR-Lex Access to European Union law

?

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988S0194

Beschikking nr. 194/88/EGKS van de Commissie van 6 januari 1988 tot verlenging van het stelsel van toezicht en produktiequota voor bepaalde produkten van de ondernemingen van de ijzer- en staalindustrie

PB L 25 van 29.1.1988, p. 1–59 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/1988

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1988/194/oj

31988S0194

Beschikking nr. 194/88/EGKS van de Commissie van 6 januari 1988 tot verlenging van het stelsel van toezicht en produktiequota voor bepaalde produkten van de ondernemingen van de ijzer- en staalindustrie

Publicatieblad Nr. L 025 van 29/01/1988 blz. 0001


*****

BESCHIKKING Nr. 194/88/EGKS VAN DE COMMISSIE

van 6 januari 1988

tot verlenging van het stelsel van toezicht en produktiequota voor bepaalde produkten van de ondernemingen van de ijzer- en staalindustrie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op de artikelen 47 en 58,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Wijziging van de situatie op de markt voor bepaalde categorieën ijzer- en staalprodukten

De ijzer- en staalindustrie van de Europese Gemeenschap werd door het stelsel van produktiequota voor ijzer- en staalprodukten, dat sedert 1 oktober 1980 krachtens artikel 58 van het EGKS-Verdrag van toepassing is, in staat gesteld zich geleidelijk te herstructureren.

Door de verbetering van de situatie was het mogelijk de beklede platte produkten van categorie Id en de beklede plaat van categorie Ic uit het stelsel voor produktiequota te lichten. De produktietechniek ontwikkelt zich wat het walsdraad van categorie IV en het staafstaal van categorie VI betreft - evenals zulks het geval is met het reeds geliberaliseerde betonstaal van categorie V - steeds verder in de richting van het elektrostaalprocédé. Indien deze produkten in het stelsel zouden worden gehandhaafd bestaat het gevaar dat deze evolutie wordt opgehouden. De meeste producenten die zich met de voortbrenging van deze produkten bezighouden bevinden zich niet in een crisissituatie. Zij dienen dus van het stelsel van produktiequota te worden uitgesloten.

De structurele wijzigingen die zich in de afgelopen jaren in de ijzer- en staalindustrie hebben voorgedaan maken ook de handhaving in het stelsel van produktiequota overbodig van de voorprodukten van de categorieën Ia en Ib die voor herwalsing of verwerking in andere ondernemingen van de Gemeenschap zijn bestemd; dit geldt te meer nu het stelsel van toezicht op deze produkten van toepassing blijft.

De Commissie stelt vast dat er bij de warmwalserijen voor breedband nog sprake is van overcapaciteit. Niettemin wordt, rekening houdend met de conjunctuur, de situatie voor warmgewalst breedband (categorie Ia) en koudgewalste plaat (categorie Ib) in het algemeen als bevredigend aangemerkt. Toch zou een onmiddellijke terugkeer tot het marktmechanisme het gevaar van een te abrupte prijsdaling meebrengen. Het lijkt daarom gerechtvaardigd deze produkten nog twee kwartalen in het quotastelsel te handhaven met - ter voorbereiding van de liberalisatie na 30 juni 1988 die de Commissie bij de huidige marktsituatie nodig acht - een verruiming van de quota in het tweede kwartaal.

Wat betreft de produkten van de categorieën II (kwartoplaat) en III (zware profielen) is de marktsituatie ondanks enige verbeteringen nog steeds uitermate zwak en zijn de capaciteitsoverschotten in verhouding tot het totaal van de produktie van elk van deze categorieën naar verhouding nog zeer groot.

2. Het bijzondere geval van de kleine ondernemingen (artikel 4)

De voortbrenging van de ijzer- en staalproduktie van de categorieën Ia, Ib, II en III geschiedde in hoofdzaak altijd al door de grote geïntegreerde bedrijven. Er is evenwel een bepaald aantal kleine bedrijven dat de betrokken produkten eveneens voortbrengt. Hun produktie is marginaal en vaak gespecialiseerd; zij hebben dan ook een slechts geringe invloed op de markt. Het lijkt dan ook gewenst deze ondernemingen van het quotastelsel uit te sluiten door het totaal van de referentieproduktiecijfers waaronder een onderneming van het quotastelsel is uitgesloten, te verhogen.

Om te voorkomen dat de ondernemingen die buiten het quotastelsel vallen en hoeveelheden op de markt brengen die verstoringen kunnen veroorzaken, dient de produktiedrempel waarboven een onderneming opnieuw in het quotastelsel wordt opgenomen op een voldoende laag niveau te worden vastgesteld.

3. De monoproducenten (artikel 6)

De produktie van sommige ondernemingen is beperkt tot of sterk geconcentreerd op een enkele categorie produkten, waardoor zij bijzonder gevoelig worden voor de repercussies van het stelsel. Deze ondernemingen hebben met name niet kunnen profiteren van de wijzigingen in de referentiecijfers die het gevolg zijn van ruilingen, cessies en aanpassingen, die de Commissie heeft toegestaan. Wanneer hun relatieve positie is verslechterd nadat in het kader van Beschikking nr. 3485/85/EGKS van de Commissie (1) wijzigingen werden aangebracht in de referentiecijfers van de andere ondernemingen, dient deze weer tot het niveau van het eerste kwartaal 1986 te worden opgetrokken.

4. Ondernemingen die in staat van faillissement verkeren of ten aanzien waarvan een akkoord tot stand is gekomen (artikel 8)

Wanneer de produktieactiviteit van een onderneming, die in staat van faillissement verkeert of ten aanzien waarvan een akkoord of een soortgelijke regeling tot stand is gekomen, wordt voortgezet, bij voorbeeld door de curator in het faillissement of akkoord of door degene die de vennootschap heeft »overgenomen" zonder dat een herstructurering heeft plaatsgehad, die evenwel noodzakelijk is, heeft de vennootschap het voordeel dat zich zich van haar passiva of een deel daarvan heeft ontdaan, terwijl de markt niet wordt gesaneerd door de verdwijning van eventueel onrendabele produktie-installaties. Door de mogelijkheid van een vermindering van de referentiecijfers van de onderneming te scheppen beoogt de regeling een aansporing te geven voor een herstructurering van de onderneming, hetgeen niet alleen in het belang is van de Europese ijzer- en staalindustrie maar ook in het welbegrepen belang van de onderneming zelf,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING

VASTGESTELD:

I. Stelsel van toezicht

Artikel 1

Er wordt een stelsel van toezicht voor de produktie en levering van bepaalde produkten van de categorieën I, II, III, IV, V, VI, en van bepaalde van categorie I afgeleide categorieën ingevoerd. Deze categorieën die alle kwaliteiten staal en alle keuzen omvatten, zijn:

1.2 // categorie I: // warmgewalst breedband en bandstaal, gewalst op gespecialiseerde walsgroepen, // categorie II: // kwartoplaat en stalen strippen, // categorie III: // zware profielen, // categorie IV: // walsdraad, // categorie V: // betonstaal, // categorie VI: // staafstaal.

De van categorie I afgeleide categorieën omvatten de volgende produkten:

categorie Ia:

- warmgewalst breedband voor direct gebruik en voor uitvoer,

- warmgewalst breedband voor verdere walsbewerkingen of verwerking in andere ondernemingen in de Gemeenschap,

- middeldikke en dikke plaat van 3 mm dikte en meer, gesneden uit warmgewalst breedband,

- band en warmband voor de produktie van buizen met een breedte van minder dan 600 mm;

categorie Ib:

- koudgewalste plaat in platen of op rollen met een dikte van minder dan 3 mm,

- koudgewalste plaat, in platen of op rollen van 3 mm dikte of meer,

- warmgewalste plaat in platen met een dikte van minder dan 3 mm,

- koud- of warmgewalste plaat voor de verwerking van afgeleide produkten van de categorieën Ic en Id in andere ondernemingen in de Gemeenschap;

categorie Ic:

- warmgewalste verzinkte plaat in platen of op rollen,

- verzinkte plaat voor verwerking van produkten van categorie Id in andere ondernemingen in de Gemeenschap;

categorie Id:

- andere beklede platten produkten.

De gedetailleerde lijst van produkten is in bijlage I opgenomen, met uitzondering van de lijst van produkten voor de Spaanse en Portugese ondernemingen die weergegeven is in bijlage III.

Artikel 2

1. De ondernemingen zijn verplicht maandelijks, met ingang van januari 1988, aan de Commissie opgave te doen van hun produktie en leveringen van de in artikel 1 bedoelde produkten. Deze opgaven dienen de Commissie uiterlijk tien werkdagen na het einde van elke maand te bereiken. Zij dienen overeenkomstig de in bijlage II opgenomen formulieren te luiden, met uitzondering van de opgaven van de Spaanse en de Portugese ondernemingen die moeten worden verricht overeenkomstig de formulieren in bijlage IV.

2. De ondernemingen die een of meer categorieën produkten waarvoor het stelsel van produktiequota van artikel 58 van het Verdrag van kracht is, aan andere ijzer- en staalondernemingen leveren waarvoor het stelsel van produktiequota voor genoemde categorieën niet geldt, zijn gehouden om in afwijking van de verklarende aantekeningen in bijlage II zelf opgave te doen van deze leveringen die ten laste van hun eigen produktiequota zullen worden gebracht.

3. Bij de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde controles dienen de ondernemingen aan de ambtenaren en gemachtigden van de Commissie een kopie van hun maandelijkse opgave te overhandigen en hen mededeling te doen van de verdeling van de tonnages per fabriek.

4. De ondernemingen dienen voor elke fabriek een genummerd register bij te houden waarin de dagelijkse en maandelijkse produktie en leveringen, overeenkomstig de in bijlage II weergegeven formulieren, worden vermeld.

Dit register dient ter plaatse, in elke fabriek aanwezig te zijn en de ambtenaren en gemachtigden van de Commissie ter beschikking te worden gesteld.

5. Een concentratie van ondernemingen als bedoeld in artikel 66 van het Verdrag wordt als een enkele onderneming in de zin van deze beschikking beschouwd, zelfs wanneer deze ondernemingen in verschillende Lid-Staten zijn gevestigd.

Artikel 3

1. De Commissie beheert het stelsel van toezicht. Zij verifieert ter plaatse of de in artikel 2 bedoelde opgaven en inlichtingen aan de voorschriften beantwoorden en juist zijn. Zij kan zich door onafhankelijke instellingen of deskundigen doen bijstaan. Het zakengeheim van de ondernemingen wordt gewaarborgd.

2. In het mandaat van de controleurs dient te worden verwezen naar deze beschikking en daarin wordt vermeld welke door de onderneming verstrekte opgaven zij dienen te verifiëren. De ondernemingen zijn verplicht deze verificaties toe te staan zonder dat daartoe een individuele beschikking noodzakelijk is.

3. Aan de ondernemingen die zich aan de uit artikel 2 en artikel 3, lid 2, voortvloeiende verplichtingen onttrekken of die onjuiste gegevens verstrekken kunnen de in artikel 47 van het Verdrag bedoelde boeten en dwangsommen worden opgelegd.

II. Stelsel van produktiequota

Artikel 4

1. Voor de produktie van alle kwaliteiten staal en voor alle keuzen van de categorieën Ia, Ib, II en III wordt een quotastelsel ingevoerd.

2. Met betrekking tot de categorieën Ia, Ib, II en III zijn de volgende produkten daarvan uitgezonderd:

- gelegeerd speciaalstaal met uitzondering van fijnkorrelig gelegeerd speciaal constructiestaal, dat lasbaar is met een hoge graad van elasticiteit (»Sonderbaustahl" genaamd),

- spoorwegmateriaal,

- damwandplanken,

- profielen voor mijnstutten,

- en, mits het bewijs wordt geleverd dat dit materiaal daadwerkelijk in de Gemeenschap is verwerkt, materiaal dat bestemd is voor vervaardiging in de Gemeenschap van:

- hergewalste produkten van categorie Ib,

- gelaste buizen waarvan de diameter meer dan 406,4 mm bedraagt,

- blik (waaronder begrepen onvertind blik en TFS),

- dynamo- en transformatorplaat met een siliciumgehalte van 1 % of hoger,

- afgeleide produkten van de categorieën Ic en Id.

3. Onverminderd de bij deze beschikking opgelegde verplichtingen met betrekking tot de verstrekking van inlichtingen en onverminderd de daarin bedoelde controles, geldt het produktiequotastelsel niet voor ondernemingen waarvan het jaarlijks referentieproduktiecijfer als bedoeld in artikel 6 niet meer dan 200 000 ton voor alle categorieën waarvoor het quotastelsel geldt, te zamen bedraagt. Dit maximum bedraagt 100 000 ton voor de ondernemingen die slechts de produkten van categorie III voortbrengen.

4. Indien echter de produktie van een onderneming in de loop van een kwartaal 25 000 ton overschrijdt, wordt deze onderneming met ingang van het daaropvolgende kwartaal aan het quotastelsel onderworpen. Het maximum bedraagt dan 12 500 ton voor de ondernemingen die slechts de produkten van categorie III voortbrengen.

In dit geval kent de Commissie deze onderneming referentieproduktiecijfers toe op basis van het produktiecijfer van de twaalf gunstigste kalendermaanden die zijn begrepen in de periode van juli 1982 tot de laatste, aan het kwartaal waarvoor de quota worden toegekend, voorafgaande maand.

Indien de produktiecijfers van een onderneming gedurende deze periode niet ten minste twaalf representatieve maanden bestrijken, wordt het jaarlijkse referentieproduktiecijfer berekend op basis van het gemiddelde van de beschikbare representatieve maanden.

De produktiecijfers dienen voor de berekening van de corresponderende referentieproduktiecijfers, waarbij de voor de betrokken kwartalen geldende verminderingspercentages in aanmerking worden genomen.

Deze bepalingen zijn ook van toepassing op ondernemingen die hun installaties weer in bedrijf stellen na een volledige onderbreking van hun activiteiten op het gebied van de ijzer- en staalproduktie, die tot schorsing van de toekenning van quota heeft geleid.

In het geval dat de produktie van een onderneming de in lid 4 bedoelde maxima overschrijdt als gevolg van een investering die niet werd aangemeld of waarvoor een afwijzend advies werd uitgebracht, wordt de onderneming aan het stelsel onderworpen en worden haar de met de in artikel 5, lid 2, gestelde grenzen overeenkomende quota toegewezen.

Artikel 5

1. De Commissie stelt per kwartaal voor elke onderneming de produktiequota vast en het gedeelte ervan dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd:

- op basis van de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden als bedoeld in artikel 4, lid 4, en in artikel 6,

- door toepassing op die referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden van de in artikel 8 bedoelde verminderingspercentages.

2. Rekening houdend met de in artikel 4, lid 3, vastgestelde limieten, kan de Commissie zo nodig overgaan tot de aanpassing van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde quota.

(1) PB nr. L 340 van 18. 12. 1985, blz. 5.

Deze aanpassing mag niet leiden tot quota van meer dan 25 000 ton per kwartaal voor het totaal van de categorieën van een onderneming. Zij zal geschieden naar evenredigheid van de referentiecijfers en voor zover de onderneming zelf de daarmee overeenstemmende produktie heeft verwezenlijkt en de daarmee overeenstemmende leveringen op de gemeenschappelijke markt heeft verricht.

Voor de ondernemingen die slechts de produkten van categorie III voortbrengen mag deze aanpassing niet leiden tot quota die 12 500 ton per kwartaal overschrijden.

De betrokken onderneming dient daartoe in de loop van het kwartaal een verzoek te doen en uiterlijk een maand na het einde van het kwartaal het bewijs te leveren van de verwezenlijking van deze hoeveelheden.

Artikel 6

1. De referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden zijn die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 6 van Beschikking nr. 3485/85/EGKS, met inbegrip van die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 4, lid 5, alsmede de op grond van de artikelen 13 en 15 van die beschikking toegestane en op jaarbasis omgerekende ruilingen en/of cessies en aanpassingen, waarbij de produkten van categorie Ia die bestemd zijn om tot produkten van categorie Ib te worden herwalst worden afgetrokken.

2. Voor een onderneming die slechts een enkele categorie van de aan quota onderworpen produkten voortbrengt of wier referentieproduktiecijfer voor één categorie 80 % van het referentiecijfer van het totaal van haar aan quota onderworpen produkten overschrijdt, mag de verhouding tussen het totaal van de op basis van artikel 6 van Beschikking nr. 3485/85/EGKS berekende referentiecijfers en het totaal van de dienovereenkomstige referentiecijfers van alle ondernemingen van de Gemeenschap niet geringer zijn dan dezelfde verhouding die voor het eerste kwartaal van 1986 werd berekend. De Commissie besluit in voorkomend geval de nodige aanpassingen aan te brengen.

Artikel 7

Indien binnen een categorie produkten de aan een onderneming in de loop van een kwartaal toegekende quota, met inbegrip van de aanpassingen krachtens de artikelen 14 en 14A zodanig zijn dat de verhouding van deze quota ten opzichte van het totaal aan quota, met inbegrip van de bovenbedoelde aanpassingen, die in de Gemeenschap voor deze categorie worden verstrekt, meer dan 1 % geringer is ten opzichte van de voor hetzelfde kwartaal op grond van artikel 6 respectievelijk voor die onderneming en voor de Gemeenschap in haar geheel berekende quota, en dit gedurende twee achtereenvolgende kwartalen, neemt de Commissie de nodige maatregelen om dat verlies tot ten hoogste 1 % te beperken, op voorwaarde dat die onderneming voor alle categorieën welke zij produceert, ook een verlies in de relatieve positie van ten minste 1 % heeft geleden.

De Commissie stelt bij algemene beschikking de toepassingsvoorwaarden en -criteria voor deze bepaling vast.

Artikel 8

1. De Commissie stelt voor de berekening van de produktiequota en van het gedeelte ervan dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd, elk kwartaal, ongeveer zes weken vóór de aanvang ervan, de verminderingspercentages vast. De Commissie kan uiterlijk in de loop van de eerste week van de tweede maand van het betrokken kwartaal deze verminderingspercentages in het licht van de ontwikkeling van de situatie op de markt wijzigen.

2. De gedeelten van de produktiequota die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd worden voor het tweede kwartaal van 1988 vastgesteld op een niveau dat 2 % hoger is dan het niveau dat overeenkomt met de raming van de vraag.

3. De Commissie deelt aan elke onderneming haar referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden mede alsook haar produktiequota en het gedeelte ervan dat zij op de gemeenschappelijke markt mag leveren.

4. Indien een onderneming in de loop van een kwartaal haar produktie-activiteit staakt, schorst de Commissie met ingang van het volgende kwartaal de toekenning van quota. De quota of gedeelten daarvan waarvoor geen produktie of levering heeft plaatsgehad kunnen niet worden geruild of overgedragen. Wanneer het om een tijdelijke staking van de produktie-activiteit gaat, wordt de schorsing, zodra de produktie-activiteit wordt hervat, beëindigd en worden naar evenredigheid van het nog overblijvende gedeelte van het lopende kwartaal quota toegekend.

5. Wanneer een installatie - fabriek of onderneming - het voorwerp is van een eigendomsoverdracht, gaan de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden van de installaties en de daarmee overeenstemmende quota over op de nieuwe eigenaar, onverminderd het in lid 6 bepaalde.

Het is verboden zich aan deze overgang van referentiecijfers door verkoop, ruil of cessie daarvan te onttrekken.

Indien het gaat om een installatie die de categorieën Ia of Ib produceert, treft de Commissie de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat de totale produktie van elk der categorieën Ia en Ib die op de markt wordt gebracht, ongewijzigd blijft.

6. Indien een vennootschap die in staat van faillissement verkeert of ten aanzien waarvan een akkoord of een soortgelijke regeling tot stand is gekomen, haar produktieactiviteit voortzet, gaat de Commissie na of tot een toereikende herstructurering wordt overgegaan. Te dien einde kan zij zo nodig de referentiecijfers van deze onderneming, of van de onderneming die haar activiteiten overneemt, verminderen of bevriezen.

Artikel 9

Bij de vaststelling van de verminderingspercentages vormt de Commissie elk kwartaal een reserve van ten hoogste 3 % van de totale vraag naar staal.

Deze reserve dient in eerste instantie voor toekenning van extra quota ingevolge artikel 14. Het restant kan worden gebruikt voor de toepassing van artikel 14A. Artikel 10

1. Voor de produkten van categorie Ia, die in de staat van warmgewalst produkt worden gebruikt voor de produktie in de Gemeenschap van gelaste buizen met een doorsnede van 406,4 mm of minder, zijn de ondernemingen bevoegd hun quota en quotagedeelten die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd, te verhogen met een hoeveelheid die ten hoogste 5 000 ton per kwartaal mag bedragen of, naar gelang van het geval, 30 % van de hoeveelheid van deze produkten, welke is begrepen in de quotagedeelten die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd. De laatstgenoemde hoeveelheid stemt overeen met haar aandeel van deze, voor de produktie van deze buizen in de Gemeenschap bestemde leveringen in het totaal van haar communautaire leveringen van categorie Ia gedurende de periode van de twaalf gunstigste maanden, bedoeld in artikel 8, lid 1, van Beschikking nr. 2177/83/EGKS van de Commissie (1).

De onderneming mag slechts tot deze verhoging overgaan, indien uiterlijk in de maand volgende op het betrokken kwartaal het bewijs wordt geleverd van de gebruikmaking van de daarmee overeenstemmende leveringen voor de gestelde doeleinden.

Op een naar behoren met redenen omkleed verzoek van een onderneming, kan de Commissie overgaan tot een opwaartse aanpassing van de quota en quotagedeelten die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd. De Commissie kan het toestaan van deze aanpassing afhankelijk stellen van de overlegging door en ten laste van de betrokken onderneming van een door een accountantskantoor opgesteld verslag waarin de inontvangstneming van de halffabrikaten van deze onderneming door de buizenafnemer(s) en het daadwerkelijk gebruik door deze(n) voor de betrokken produktie wordt bevestigd.

2. Indien een onderneming speciale produkten voortbrengt die ten minste 50 % in tonnage van haar produktie in de betrokken categorie of categorieën vertegenwoordigen en indien:

- de walsen eigendom zijn van de verbruiker en het produkt aan de eigenaar daarvan is voorbehouden,

- de beschikking over het produkt krachtens octrooi aan de verbruiker is voorbehouden,

- van de verbruiker redelijkerwijze niet kan worden verlangd dat hij gebruik maakt van produkten van andere ondernemingen,

kan de Commissie op een naar behoren met redenen omkleed verzoek van die onderneming de quota en quotagedeelten die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd, aanpassen.

Artikel 11

1. Voor elk produktiequotum en voor elk gedeelte ervan dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd, wordt een overschrijdingsmarge van 5 % toegelaten. De produktie van het totaal der categorieën produkten en het gedeelte ervan dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd, mogen evenwel niet het totaal overschrijden van de voor elk dezer categorieën toegekende quota en van het gedeelte ervan dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd.

2. Voor de ondernemingen die slechts één enkele categorie produkten voortbrengen of waarvan het referentieproduktiecijfer van een categorie 80 % of meer van het totaal van haar referentieproduktiecijfers voor de in artikel 4 bedoelde produkten vertegenwoordigt, wordt binnen de grenzen van het produktiequotum voor de betrokken categorie een overschrijdingsmarge toegelaten van 5 % van het gedeelte van hun produktiequota dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd. Deze marge mag niet worden gecumuleerd met die van lid 1.

3. a) De ondernemingen die hun produktiequota of het gedeelte van deze quota dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd, niet hebben uitgeput, mogen deze voor dezelfde categorie produkten tot een hoeveelheid van 10 % van hun quota of gedeelte ervan naar het volgende kwartaal overdragen. Voor de produkten die eventueel zijn onderworpen aan de verplichting tot het respecteren van minimumprijzen, kan de Commissie, op grond van een naar behoren met redenen omklede aanvraag van de onderneming, een grotere overdracht toestaan.

b) Met inachtneming van dezelfde grens zijn overdrachten geoorloofd van het vierde kwartaal van 1987 naar het eerste kwartaal van 1988 voor de produkten van de categorieën Ia, Ib, II en III.

c) Voor het niet gebruikte gedeelte van de gedurende de laatste maand van het vierde kwartaal van 1987 toegekende extra quota of gedeelten daarvan is de volledige overdracht geoorloofd voor de produkten van de categorieën Ia, Ib, II en III.

d) Indien een onderneming haar produktiequota, gedurende het kwartaal waarop deze betrekking hebben, niet heeft geproduceerd, kan de Commissie de onderneming toestaan het totaal van de nietgebruikte quota over te dragen, mits de onderneming bewijst dat een en ander is te wijten aan een geval van overmacht of aan een stillegging wegens reparatie voor een duur van ten minste vier achtereenvolgende weken.

e) Indien een onderneming meent haar quota niet te kunnen gebruiken gedurende het kwartaal waarop deze betrekking hebben, kan de Commissie onder de sub d) gestelde voorwaarden de onderneming toestaan op de quota van het volgende kwartaal vooruit te lopen met een hoeveelheid die gelijk is aan ten hoogste 20 % van de op de lopende kwartaal betrekking hebbende produktiequota.

4. De ondernemingen kunnen gedurende het lopende kwartaal en na voorafgaande mededeling aan de Commissie door elk der betrokken ondernemingen op ditzelfde kwartaal betrekking hebbende quota of gedeelten van quota die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd, met andere ondernemingen ruilen of aan deze verkopen.

5. Leveringen waarvoor een onderneming niet het bewijs levert dat uitvoer uit het grondgebied van de Gemeenschap heeft plaatsgehad, worden geacht binnen de gemeenschappelijke markt te zijn verricht.

Het hiervoor bedoelde bewijs dat uitvoer heeft plaatsgehad kan met name worden geleverd door:

a) een door het douanekantoor van uitvoer afgestempelde copie van het communautaire formulier voor aangifte ten uitvoer »EU", in bijlage bij Besluit 87/267/EEG van de Raad (1) in geval van uitvoer naar de landen van de EVA, ofwel van het communautaire formulier voor aangifte ten uitvoer »EX" bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1900/85 van de Raad (2) in geval van uitvoer naar andere derde landen;

b) documenten met betrekking tot de voor de expeditie van de betrokken produkten gegeven instructies en het vervoer daarvan, met name kopieën van stuwageopdrachten, cognossementen betreffende vervoer over zee, bevrachtingscontracten voor vervoer over de binnenwateren, vrachtbrieven voor het vervoer per spoor of over de weg.

6. De produktie van warmbreedband van een onderneming die - in een bepaald kwartaal - niet valt onder categorie Ia, eerste en tweede streepje, wordt voor de toepassing van deze beschikking beschouwd als produktie van warmgewalst breedband bestemd voor verdere walsbewerkingen of verwerking in de onderneming zelf.

De hierboven bedoelde produktie van warmbreedband die in de loop van volgende kwartalen voor direct gebruik, voor uitvoer of voor verdere walsbewerkingen of andere vormen van verwerking in andere ondernemingen van de Gemeenschap dan die van de producent is bestemd, wordt ten laste gebracht van het produktiequotum van categorie Ia (eerste en tweede streepje) van deze producent voor de betrokken volgende kwartalen.

Artikel 12

Aan de ondernemingen die hun produktiequota of het gedeelte van deze quota dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd overschrijden wordt een boete opgelegd die in de regel 75 Ecu bedraagt voor iedere ton waarmee zij hun quotum of gedeelte daarvan overschrijden.

In het geval dat de produktie van een onderneming haar quotum met 10 % of meer overschrijdt of indien de onderneming gedurende een van de voorafgaande kwartalen haar quotum of quota reeds heeft overschreden, kunnen de boeten het dubbele van het bedrag per ton belopen. Het voorgaande is eveneens van toepassing met betrekking tot de overschrijding van de hoeveelheden die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd.

Over het bedrag van de boete wordt van rechtswege rente berekend.

Artikel 13

Indien aan het quotastelsel onderworpen ondernemingen of groepen ondernemingen na 1 januari 1984 tot concentratie of splitsing van een concentratie of tot oprichting van nieuwe gemeenschappelijke ondernemingen zijn overgegaan of tijdens de geldingsduur van de onderhavige beschikking daartoe overgaan, neemt de Commissie met betrekking tot de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden, met uitzondering van de uit de toepassing van artikel 16 voortvloeiende referentiecijfers, naar gelang van het geval de volgende maatregelen:

1. In geval van een overeenkomstig artikel 66 van het Verdrag goedgekeurde concentratie worden de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden samengesteld uit de totalen van de voorheen voor elk der geconcentreerde ondernemingen berekende referentiebedragen. De referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden van de geconcentreerde ondernemingen worden verminderd met het gedeelte daarvan dat correspondeert met de tijdens de referentieperiode tussen deze ondernemingen plaatsgehad hebbende leveringen van aan quota onderworpen produkten voor verwerking tot andere aan quota onderworpen produkten. Indien een der geconcentreerde ondernemingen als gevolg van de in artikel 4, lid 3, van de op het tijdstip van de concentratie geldende algemene beschikking gestelde maxima geen referentiecijfers had, is het bepaalde in artikel 4, lid 4, van toepassing.

2. In geval van een splitsing van geconcentreerde ondernemingen delen de ondernemingen aan de Commissie de onderlinge verdeling mede van de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden die voorheen aan de groep waarvan zij deel uitmaakten, waren toegekend.

Indien de ondernemingen geen overeenstemming over de hiervoor bedoelde verdeling bereiken, gaat de Commissie over tot verdeling tussen de ondernemingen van de referentieproduktiecijfers en de referentiehoeveelheden van de groep.

De Commissie kan op dezelfde wijze te werk gaan indien de ondernemingen zich in splitsing bevinden en indien hun gedrag de goede werking van het stelsel van produktiequota in gevaar kan brengen.

3. In geval van oprichting van nieuwe onafhankelijke ondernemingen door een of meer ondernemingen die aan deze installaties overdragen die voorheen deel uitmaakten van het produktieapparaat van de oprichtende ondernemingen, delen de ondernemingen aan de Commissie de onderlinge verdeling mede van de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden die voorheen aan de oprichtende ondernemingen alleen werden toegekend.

4. De Commissie gaat in voorkomend geval over tot de nodige aanpassingen, eventueel op basis van het advies van een groep deskundigen.

(1) PB nr. L 208 van 31. 7. 1983, blz. 1.

(1) PB nr. L 134 van 22. 5. 1987, blz. 1.

(2) PB nr. L 179 van 11. 7. 1985, blz. 4.

Artikel 14

Indien als gevolg van de omvang van de voor een kwartaal vastgestelde verminderingspercentages voor een bepaalde categorie produkten het quotastelsel een onderneming die gedurende de twaalf maanden die aan het betrokken kwartaal voorafgaan:

- geen steun met het oog op de dekking van exploitatieverliezen heeft ontvangen, en

- waaraan geen sancties met betrekking tot de prijsvoorschriften zijn opgelegd of die de verschuldigde boeten heeft voldaan,

voor buitengewone moeilijkheden plaatst, gaat de Commissie voor het betrokken kwartaal in de volgende gevallen over tot adequate aanpassing van de quota en/of het gedeelte daarvan dat zij op de gemeenschappelijke markt mag leveren voor de betrokken categorie(ën) produkten, indien de onderneming in de loop van de eerste zes weken van het betrokken kwartaal onder overlegging van bewijsstukken daarom verzoekt:

1. Het referentieproduktiecijfer voor het (de) produkt(en) waarvoor het verminderingspercentage meer dan 30 % bedraagt, vertegenwoordigt ten minste 50 % van het totaal van de referentieproduktiecijfers van alle categorieën door de onderneming vervaardigde produkten.

2. Het jaarlijks referentieproduktiecijfer bedraagt minder dan 350 000 ton en het verminderingspercentage voor één of meer categorieën die ten minste 50 % vertegenwoordigen van het totaal van de referentieproduktiecijfers van alle categorieën door de onderneming vervaardigde produkten bedraagt meer dan 20 %.

In het eerste geval mag het aanvullende quotum en/of het aanvullende gedeelte van het quotum dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd een hoeveelheid niet overschrijden die overeenkomt met een vermindering met 25 % van het verminderingspercentage voor elke betrokken categorie produkten en niet tot een verminderingspercentage van minder dan 30 % leiden. De totale aanpassing van alle betrokken categorieën produkten mag niet meer dan 25 000 ton per kwartaal bedragen.

In het tweede geval mag het aanvullende quotum en/of het aanvullende gedeelte van het quotum dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd een hoeveelheid niet overschrijden die overeenkomt met een vermindering met 50 % van het verminderingspercentage voor elke betrokken categorie produkten en niet tot een verminderingspercentage van minder dan 20 % leiden.

De Commissie kan het toestaan van de aanpassing afhankelijk stellen van de overlegging door de betrokken onderneming van een op haar kosten door een accountantskantoor op te stellen verslag waaruit blijkt dat het quotastelsel haar voor buitengewone moeilijkheden plaatst.

Artikel 14A

De Commissie kan op verzoek van een onderneming, dat moet worden ingediend vóór het einde van de eerste maand van het betrokken kwartaal, aanvullende quota toekennen wanneer deze onderneming ernstige moeilijkheden ondervindt ten gevolge van de voortzetting van het quotastelsel en dientengevolge een aanzienlijke hoeveelheid quota heeft verworven, zulks gedurende ten minste vier kwartalen binnen een periode van zes achtereenvolgende kwartalen na 1 januari 1984.

In dit opzicht wordt geen rekening gehouden met verworven hoeveelheden quota, die naderhand zijn omgezet in verwervingen van overeenkomstige referentiehoeveelheden.

De ondernemingen die in aanmerking komen voor de toepassing van artikel 14 zijn van de toepassing van dit artikel uitgezonderd.

Artikel 14B

1. De Commissie kan aanvullende quota toekennen aan de ondernemingen:

- die orders voor derde landen hebben ontvangen die het gedeelte van het quotum dat de onderneming niet op de gemeenschappelijke markt mag leveren met meer dan 10 % overschrijden;

- die binnen de eerste zes weken van het kwartaal waarin de uitvoer zal plaatsvinden een desbetreffend verzoek onder toevoeging van bewijsstukken indienen;

- waaraan met betrekking tot de prijsvoorschriften geen sancties zijn opgelegd of die de verschuldigde boeten hebben voldaan.

2. Indien de Commissie vaststelt dat deze orders in het belang zijn van de Gemeenschap, kent zij deze ondernemingen aanvullende quota toe overeenkomende met de hoeveelheid waarmede de in lid 1, eerste streepje, genoemde drempel wordt overschreden. Het totaal van deze aanpassingen mag per kwartaal niet het driemaandelijks gemiddelde overschrijden van het totaal van die quotagedeelten van de ondernemingen die niet op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd en in de vier voorafgaande kwartalen niet werden uitgeput. Indien het gemiddelde van deze niet uitgeputte quotagedeelten onvoldoende blijkt om aan al deze verhogingen te voldoen, zal de Commissie deze verhogingen naar evenredigheid verminderen.

3. De ondernemingen zijn gehouden de Commissie binnen drie maanden na de uitvoer, behalve de in artikel 11, lid 6, genoemde bewijzen van uitvoer, afschriften van de invoerformulieren van de derde landen van bestemming te doen toekomen. De leveringen waarvoor de onderneming dit bewijs van uitvoer niet overlegt, worden beschouwd als te zijn verricht binnen de gemeenschappelijke markt; in dat geval zal de Commissie haar beslissing dienovereenkomstig wijzigen. Artikel 15

Op voorafgaand verzoek van de betrokken ondernemingen kan de Commissie ruilingen, verkoop of cessies van het geheel of een gedeelte van de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden toestaan, indien de met deze over te dragen referentiecijfers overeenkomende installaties na 1 januari 1980 definitief werden gesloten of aan een derde land werden verkocht en definitief daarheen werden overgebracht.

De Commissie kan op voorafgaand verzoek van de betrokken ondernemingen eveneens ruilingen, verkoop of cessies van het geheel of een gedeelte van de referentieproduktiecijfers en referentiehoeveelheden toestaan die plaatshebben in het raam van de door haar goedgekeurde herstructureringsprogramma's.

Indien een onderneming de voortbrenging van produkten die onder het quotastelsel vallen en voorheen voor interne verwerking bestemd waren met een andere onderneming wenst te ruilen of aan deze over te dragen, kan de Commissie aan deze onderneming de noodzakelijke referentiecijfers toekennen, om deze ruil of overdracht mogelijk te maken, voorzover een en ander niet tot een verhoging van de produktie leidt.

Deze regels zijn van toepassing op voorwaarde dat de onderneming geen steun ontvangt die niet verenigbaar is met de geldende communautaire regels.

Zij zijn eveneens van toepassing indien een installatie zodanig wordt verbouwd dat de produktiemogelijkheid voor een categorie definitief met meer dan 20 % wordt gewijzigd.

Artikel 15A

1. De Commissie kan de quota van een onderneming verminderen zodra zij vaststelt dat de betrokken onderneming steun heeft genoten die niet verenigbaar is met de geldende communautaire regels, of dat de aan de goedkeuring ervan verbonden voorwaarden niet werden nageleefd.

Indien de Commissie tot een dergelijke constatering is gekomen kan de onderneming niet meer in aanmerking komen voor een aanpassing uit hoofde van de artikelen 7, 14, 14A en 16.

2. Een onderneming kan in de loop van een kwartaal evenmin in aanmerking komen voor een aanpassing uit hoofde van de artikelen 7, 14, 14A en 16 indien haar in de twaalf aan dat kwartaal voorafgaande maanden sancties uit hoofde van de quotaregelingen werden opgelegd, tenzij zij de verschuldigde boeten heeft voldaan.

Artikel 16

Indien de Commissie naar aanleiding van een verzoek, ingediend door een onderneming waarvan de installaties zich in Griekenland of in Ierland bevinden, vaststelt dat het quotastelsel voor deze onderneming uitzonderlijke moeilijkheden oplevert, zodat haar aanpassing aan de situatie, die voortvloeit uit de structurele evolutie waarin zich de economie van dit land bevindt, wordt belemmerd, gaat zij voor de betrokken onderneming of de betrokken produkten over tot een adequate wijziging van de quota of delen van quota die binnen de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd, mits aan deze onderneming geen sancties zijn opgelegd wegens niet naleving van de prijsvoorschriften of zij de door haar verschuldigde boetes heeft voldaan.

Artikel 17

1. Aan de ondernemingen wordt toestemming verleend om voor elk kwartaal in een door hen zelf te bepalen categorie een deel van het verschil tussen het uit de referentieproduktiecijfers voortvloeiende produktiequotum, enerzijds, en het deel van de uit de referentiehoeveelheden voortvloeiende quota, dat op de gemeenschappelijke markt mag worden geleverd, anderzijds, in de verhouding 1: 0,85 om te zetten in quota die op de gemeenschappelijke markt mogen worden geleverd. Genoemd deel bedraagt ten hoogste 30 %, indien de verhouding van de referentiehoeveelheden tot de referentieproduktiecijfers van alle aan het stelsel van produktiequota onderworpen produkten met meer dan 15 procentpunten beneden het dienovereenkomstige gemiddelde van alle ondernemingen ligt. Genoemd deel bedraagt ten hoogste 15 %, indien genoemde verhouding met meer dan 5 procentpunten beneden het gemiddelde ligt en ten hoogste 5 %, indien genoemde verhouding gunstiger is dan in het hiervoor genoemde geval. Het gemiddelde van alle ondernemingen bedraagt voor alle categorieën 73 %.

2. Ondernemingen die van de in lid 1 verleende toestemming gebruik wensen te maken dienen de Commissie hiervan vóór het einde van het betrokken kwartaal in kennis te stellen.

Artikel 18

1. Indien zich op de ijzer- en staalmarkt ingrijpende wijzigingen voordoen of indien de toepassing van deze beschikking op onvoorziene moeilijkheden stuit, brengt de Commissie langs de weg van een algemene beschikking de vereiste aanpassing aan.

2. Onverminderd de toepassing van artikel 58, lid 3, van het Verdrag is deze beschikking van toepassing gedurende de periode aanvangende op 1 januari en eindigende op 30 juni 1988.

3. De bepalingen betreffende het stelsel van produktiequota zijn niet van toepassing op de Spaanse en Portugese ondernemingen.

Artikel 19

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 6 januari 1988.

Voor de Commissie

Karl-Heinz NARJES

Vice-Voorzitter

Top