Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988L0288

    Richtlijn 88/288/EEG van de Raad van 3 mei 1988 tot wijziging van Richtlijn 64/433/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees

    PB L 124 van 18.5.1988, p. 28–30 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/09/1991; stilzwijgende opheffing door 391L0497

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1988/288/oj

    31988L0288

    Richtlijn 88/288/EEG van de Raad van 3 mei 1988 tot wijziging van Richtlijn 64/433/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees

    Publicatieblad Nr. L 124 van 18/05/1988 blz. 0028 - 0030
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 26 blz. 0174
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 26 blz. 0174


    *****

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 3 mei 1988

    tot wijziging van Richtlijn 64/433/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees

    (88/288/EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    Overwegende dat, zolang het intracommunautaire handelsverkeer wordt belemmerd door verschillen tussen de gezondheidseisen van de Lid-Staten inzake vlees, de gemeenschappelijke markt en in het bijzonder de gemeenschappelijke marktordeningen niet goed kunnen functioneren en de beoogde resultaten zullen uitblijven, hetgeen tot distorsies in het handelsverkeer kan leiden;

    Overwegende dat bij Richtlijn 64/433/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/87 (5), weliswaar de grondslag voor deze onderlinge aanpassing is gelegd, maar dat bepaalde punten nog moeten worden geharmoniseerd;

    Overwegende dat het met het oog hierop dienstig is de aanvullende eisen waaraan bevroren vlees moet voldoen, te harmoniseren en hygiënische voorschriften vast te stellen voor het intracommunautaire handelsverkeer in in plakken gesneden slachtafval;

    Overwegende dat het nodig kan zijn in het kader van de keuring vóór en na het slachten andere onderzoekingen voor te schrijven om met bijzondere plaatselijke situaties rekening te houden; dat die voorschriften moeten worden vastgesteld volgens een communautaire procedure in het kader van het Permanent Veterinair Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 64/433/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. aan artikel 3, lid 1, punt C, wordt de volgende tekst toegevoegd:

    »Slachtafvallen mogen niet in plakken worden gesneden, met uitzondering van levers van runderen, indien deze levers in een erkende uitsnijderij in plakken worden gesneden. De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, besluiten deze afwijking uit te breiden tot levers van andere diersoorten.";

    2. artikel 3, lid 1, punt D, wordt vervangen door:

    »D. Wanneer het vers vlees betreft dat overeenkomstig deze richtlijn in een erkend koel- of vrieshuis van een Lid-Staat is opgeslagen en nadien geen andere behandeling heeft ondergaan dan de opslag, moet dit vlees:

    a) voldoen aan het bepaalde in punt A, onder c), e), g) en h), punt B en punt C, of overeenkomstig de communautaire voorschriften uit een derde land zijn ingevoerd;

    b) tijdens het vervoer naar het land van bestemming vergezeld gaan van een certificaat volgens het model in bijlage II.

    Dit certificaat wordt opgesteld door de officiële dierenarts, op grond van de keuringscertificaten die bij de toelating tot de opslag bij de zendingen vers vlees zijn gevoegd en moet bij invoer de oorsprong van het verse vlees vermelden.";

    3. aan artikel 3, lid 1, wordt de volgende tekst toegevoegd:

    »E. Wanneer het vers vlees betreft dat onder toezicht van de douane is opgeslagen in een overeenkomstig Richtlijn 72/462/EEG goedgekeurd koel- of vrieshuis van een derde land en nadien geen andere behandeling heeft ondergaan dan de opslag, moet dit vlees:

    a) voldoen aan het bepaalde in de punten A, B en C;

    b) vergezeld gaan van een certificaat waarvan het model volgens de procedure van artikel 16 moet worden opgesteld.

    De bijzondere waarborgen betreffende de keuring en de verklaring dat is voldaan aan de eisen met betrekking tot de opslag en het vervoer, alsmede de bijzondere voorwaarden inzake de afgifte van het certificaat worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.";

    4. in artikel 5,

    - worden de laatste vijf regels onder a) vervangen door:

    »behalve wanneer zij bestemd zijn om een behandeling overeenkomstig Richtlijn 77/99/EEG te ondergaan en voorzien zijn van een speciaal merk zoals bedoeld in Beschikking 84/371/EEG (1);

    (1) PB nr. L 196 van 26. 7. 1984, blz. 46.";

    - wordt de tekst onder c) vervangen door:

    »c) vers vlees:

    i) van dieren waaraan stoffen zijn toegediend die overeenkomstig de Richtlijnen 81/602/EEG en 83/146/EEG (*) zijn verboden;

    ii) dat residuen bevat van hormonale stoffen die overeenkomstig de uitzonderingen bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 81/602/EEG en in de artikelen 2 en 7 van Richtlijn 88/146/EEG zijn toegestaan, van antibiotica, van bestrijdingsmiddelen of van andere stoffen . . . (rest ongewijzigd).

    (*) PB nr. L 70 van 16. 3. 1988, blz. 16.";

    5. het volgende artikel wordt ingevoegd:

    »Artikel 6 bis

    De Lid-Staten geven een centrale dienst of instantie opdracht tot het verzamelen en gebruiken van de resultaten van de door de officiële dierenarts verrichte keuringen vóór en na het slachten in die gevallen waarin voor de mens besmettelijke ziekten zijn geconstateerd.

    Indien een dergelijke ziekte is geconstateerd, worden de resultaten van het specifieke geval zo spoedig mogelijk meegedeeld aan de bevoegde diergeneeskundige autoriteiten die belast zijn met de gezondheidscontrole van het beslag van oorsprong.

    De Lid-Staten verstrekken de Commissie de gegevens over bepaalde ziekten, met name wanneer voor de mens besmettelijke ziekten zijn geconstateerd.

    Volgens de procedure van artikel 16 stelt de Commissie de voorschriften voor de toepassing van dit artikel vast, met name:

    - de tussenpozen waarmee de gegevens aan de Commissie moeten worden verstrekt;

    - de aard van de gegevens;

    - de ziekten waarover gegevens moeten worden verzameld;

    - de wijze waarop de informatie moet worden verzameld en gebruikt.";

    6. artikel 7, lid 1, wordt ingetrokken;

    7. aan artikel 13 wordt de volgende tekst toegevoegd:

    »Volgens dezelfde procedure kan worden besloten aanvullende eisen te stellen die zijn aangepast aan de specifieke situatie van Lid-Staten met betrekking tot bepaalde ziekten die de gezondheid van de mens in gevaar zouden kunnen brengen.";

    8. bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

    a) aan punt 1 wordt de volgende tekst toegevoegd:

    »g) een schoon en gemakkelijk schoon te houden plafond; bij ontstentenis daarvan, moet het binnenoppervlak van de dakbedekking aan deze voorwaarden voldoen;";

    b) in punt 5 wordt de tweede zin vervangen door:

    »Deze installatie moet een draineringssysteem bevatten waardoor condensatiewater zonder enig gevaar voor besmetting van het vlees kan worden afgevoerd;";

    c) in punt 11, voorlaatste zin, worden na »met de hand" de woorden »of met de arm" ingevoegd;

    d) aan hoofdstuk VII, punt 41, wordt de volgende tekst toegevoegd:

    »E. De resultaten van de keuringen vóór en na het slachten worden door de officiële dierenarts geregistreerd en, indien een voor de mens besmettelijke ziekte, bedoeld in artikel 6 bis, wordt geconstateerd, doorgegeven aan de bevoegde diergeneeskundige autoriteiten die belast zijn met de gezondheidscontrole van het beslag van oorsprong en aan degene die voor dit beslag verantwoordelijk is.";

    e) hoofdstuk VIII, punt 42, wordt vervangen door:

    »Het uitsnijden van het geslachte dier in kleinere delen dan bedoeld in artikel 3, lid 1, punt A, het uitbenen en het in plakken snijden van levers van runderen zijn slechts toegestaan in erkende uitsnijderijen."; f) aan hoofdstuk VIII, punt 45, onder b), wordt de volgende tekst toegevoegd:

    »Tijdens het uitsnijden, de verpakking en de eindverpakking moeten de levers van runderen bij voortduring op een inwendige temperatuur van ten hoogste + 3 °C worden gehouden.";

    g) hoofdstuk X, punt 54, eerste zin, wordt vervangen door:

    »De in punt 51, tweede alinea, en punt 52 bedoelde uitgesneden delen en het slachtafval, met inbegrip van in plakken gesneden levers van runderen, die van een eindverpakking zijn voorzien, . . ." (rest ongewijzigd);

    h) aan hoofdstuk XI, punt 59, wordt de volgende tekst toegevoegd:

    »In plakken gesneden levers van runderen moeten afzonderlijk worden verpakt. Iedere verpakking mag slechts één volledig, in plakken gesneden orgaan in de oorspronkelijke vorm bevatten.";

    i) hoofdstuk XIII, punt 65, tweede streepje, wordt vervangen door:

    »- Vers vlees dat bestemd is om te worden ingevroren moet rechtstreeks afkomstig zijn uit een erkend slachthuis of een erkende uitsnijderij.

    Invriezing van vers vlees mag alleen geschieden door middel van daarvoor geschikte installaties in ruimten van het bedrijf waar het vlees is verkregen of uitgesneden, of in erkende vrieshuizen.

    Delen als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt A, en in punt 52, alsmede slachtafval dat bestemd is om te worden ingevroren, moeten onverwijld worden ingevroren, tenzij uit hygiënisch oogpunt rijping is vereist. In dat geval moeten zij onmiddellijk na rijping worden ingevroren.

    Hele geslachte dieren, halve geslachte dieren en voeten die bestemd zijn om te worden ingevroren, moeten zonder onnodige vertraging na een stabilisatieperiode worden ingevroren.

    Uitgesneden vlees dat bestemd is om te worden ingevroren moet zonder onnodige vertraging na het uitsnijden worden ingevroren.

    Ingevroren vlees moet een inwendige temperatuur van ten hoogste -12 °C hebben en tijdens de opslag mag de temperatuur niet hoger worden.

    Op vers vlees dat is ingevroren, moeten de maand en het jaar van het invriezen worden vermeld.".

    Artikel 2

    De Raad gaat over tot herziening van de eisen op het gebied van de keuringen vóór en na het slachten, op basis van een verslag dat aan de hand van de krachtens artikel 6 bis verzamelde gegevens vóór 1 januari 1991 door de Commissie wordt opgesteld, waarbij eventueel voorstellen over alternatieve keuringsmethoden, met name in de produktiefase, zijn gevoegd die gelijkwaardige waarborgen bieden.

    Artikel 3

    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1989 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 3 mei 1988.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    M. BANGEMANN

    (1) PB nr. C 276 van 1. 11. 1986, blz. 11.

    (2) PB nr. C 156 van 15. 6. 1987, blz. 190.

    (3) PB nr. C 68 van 16. 3. 1987, blz. 2.

    (4) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 2012/64.

    (5) PB nr. L 357 van 19. 12. 1987, blz. 1.

    Top