Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31987R0833

    Verordening (EEG) nr. 833/87 van de Commissie van 23 maart 1987 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3877/86 van de Raad betreffende de invoer van langkorrelige, aromatische Basmati-rijst van de posten ex 10.06 B I en II van het gemeenschappelijk douanetarief

    PB L 80 van 24.3.1987, p. 20–23 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/01/1992; opgeheven door 392R0081

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1987/833/oj

    31987R0833

    Verordening (EEG) nr. 833/87 van de Commissie van 23 maart 1987 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3877/86 van de Raad betreffende de invoer van langkorrelige, aromatische Basmati-rijst van de posten ex 10.06 B I en II van het gemeenschappelijk douanetarief

    Publicatieblad Nr. L 080 van 24/03/1987 blz. 0020


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 833/87 VAN DE COMMISSIE

    van 23 maart 1987

    houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3877/86 van de Raad betreffende de invoer van langkorrelige, aromatische Basmati-rijst van de posten ex 10.06 B I en II van het gemeenschappelijk douanetarief

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3877/86 van de Raad van 16 december 1986 betreffende de invoer van langkorrelige, aromatische Basmati-rijst van post ex 10.06 B I en II van het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 3,

    Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3877/86 is bepaald dat, in het tijdvak van 1 januari 1987 tot en met 30 juni 1991, bij de invoer van langkorrelige, aromatische Basmati-rijst, hierna »Basmati-rijst" genoemd, voor het equivalent van maximaal 10 000 ton gedopte rijst per jaar, een heffing wordt toegepast die gelijk is aan 75 % van de overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1449/86 (3), berekende heffing; dat de betrokken verlaging slechts wordt toegepast op voorwaarde dat de verminderde heffing niet lager is dan het verschil tussen de prijs franco grens van Basmati-rijst en de drempelprijs;

    Overwegende dat Basmati-rijst niet door zijn morfologische kenmerken van andere langkorrelige rijst kan worden onderscheiden; dat de echtheid van het produkt derhalve moet worden gegarandeerd door een certificaat dat is afgegeven door de hiertoe bevoegde instanties in de landen van uitvoer die erkend zijn door de Commissie;

    Overwegende dat, ten einde de Commissie in staat te stellen eventueel gebruik te maken van het bepaalde in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3877/86, moet worden bepaald dat de Lid-Staten de Commissie dagelijks in kennis stellen van de hoeveelheden Basmati-rijst waarvoor invoercertificaten zijn aangevraagd;

    Overwegende dat, daar het contingent voor 10 000 ton gedopte Basmati-rijst betrekking heeft op een kalenderjaar, de maximumhoeveelheid die in gedopte-rijstequivalent van 1 januari tot en met 30 juni 1991 kan worden ingevoerd, op 5 000 ton dient te worden vastgesteld;

    Overwegende dat Basmati-rijst wordt geoogst in gebieden, die in twee landen zijn gelegen; dat invoercertificaten, die recht geven op een verlaagde heffing, slechts kunnen worden afgegeven voor een jaarlijkse hoeveelheid van ten hoogste 10 000 ton; dat hieruit kan voortvloeien dat aan bepaalde importeurs die over een echtheidscertificaat beschikken toch geen invoercertificaat kan worden afgegeven in het kader van Verordening (EEG) nr. 3877/86;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Voor Basmati-rijst van de posten ex 10.06 B I en II van het gemeenschappelijk douanetarief wordt de bij Verordening (EEG) nr. 3877/86 ingestelde regeling toegepast indien het in het vrije verkeer brengen plaatsheeft op grond van een invoercertificaat waarvan de afgifte met name afhankelijk is van de overlegging van een door de bevoegde instanties van het land van uitvoer, die door de Commissie zijn erkend en aangegeven in bijlage I, afgegeven certificaat van echtheid van het produkt.

    2. De in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3877/86 bedoelde totale hoeveelheid wordt onderverdeeld in hoeveelheden van 2 500 ton gedopte-rijstequivalent per kwartaal. De hoeveelheden die in een bepaald kwartaal niet zouden zijn toegewezen kunnen bij de hoeveelheden van het volgende kwartaal worden geteld.

    Artikel 2

    1. Het echtheidscertificaat wordt opgesteld in een origineel en drie kopieën in verschillende kleuren op een formulier volgens het in bijlage II opgenomen model.

    Het formaat van het formulier is ongeveer 210 × 297 mm. Het origineel wordt opgesteld op wit papier dat elke met mechanische of chemische middelen aangebrachte vervalsing zichtbaar maakt.

    2. De formulieren worden gedrukt en ingevuld in het Engels.

    3. Het origineel en de kopieën worden ingevuld met de schrijfmachine of met de hand. In het laatste geval moeten zij met inkt en in blokletters worden ingevuld.

    4. Elk echtheidscertificaat is in het rechter bovenvak voorzien van een serienummer. De kopieën hebben hetzelfde nummer als het origineel.

    5. De instantie van afgifte behoudt twee kopieën en geeft het origineel en een kopie aan de aanvrager af.

    Artikel 3

    Het echtheidscertificaat is geldig gedurende 90 dagen te rekenen vanaf de datum van afgifte.

    Het is slechts geldig als de vakken naar behoren zijn ingevuld en als het geviseerd is, overeenkomstig de aanwijzingen die erop vermeld staan.

    Artikel 4

    1. De aanvraag voor het invoercertificaat voor Basmati-rijst wordt bij de bevoegde instanties van de Lid-Staten ingediend.

    In afwijking van artikel 12, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EEG) nr. 2042/75 van de Commissie (1), bedraagt de zekerheid 25 % van de normale op de dag van de indiening van de aanvraag voor het betrokken produkt geldende heffing.

    2. De aanvragen van invoercertificaten zijn ontvankelijk op de eerste vijf werkdagen van januari, april, juli en oktober.

    Elke afzonderlijke belanghebbende, die voor eigen rekening handelt, kan een aanvraag indienen voor ten hoogste 1 000 ton in gedopte-rijstequivalent per kwartaal. De omrekening in gedopte-rijstequivalent vindt plaats met behulp van de in artikel 1 van Verordening nr. 467/67/EEG van de Commissie (2) aangegeven omrekeningsgetallen.

    3. In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3183/80 van de Commissie (3) mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan die welke is vermeld in de vakken 10 en 11 van het invoercertificaat. Te dien einde wordt in vak 22 van dat certificaat het cijfer 0 ingevuld.

    Artikel 5

    1. Binnen een termijn van dertien dagen na de laatste dag van de termijn van indiening van de certificaataanvragen deelt de Commissie de Lid-Staten per telex mee:

    - dat de certificaten voor het totaal van de gevraagde hoeveelheden kunnen worden afgegeven die overeenkomstig artikel 7, onder a), aan de Commissie zijn meegedeeld

    of

    - het uniforme percentage dat in mindering moet worden gebracht op de gevraagde hoeveelheden die aan de Commissie zijn meegedeeld

    of

    - dat niet voldaan wordt aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de verlaagde heffing als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3877/86.

    2. Het certificaat wordt afgegeven voor de hoeveelheden die voortvloeien uit de toepassing van lid 1, wanneer de aanvrager het origineel en een kopie overlegt van het echtheidscertificaat dat betrekking heeft op een gelijke hoeveelheid als die welke voortvloeit uit de toepassing van dat lid 1. Het origineel van laatstgenoemd certificaat wordt door de instantie van afgifte van het invoercertificaat bewaard, die verklaart dat de kopie overeenstemt met het origineel. Deze kopie wordt door de belanghebbende aan de douaneautoriteiten overgelegd bij het in het vrije verkeer brengen van het produkt dat wordt ingevoerd.

    Wanneer de hoeveelheid waarvoor het invoercertificaat wordt afgegeven lager is dan de gevraagde hoeveelheid, wordt de in artikel 4, lid 1, bedoelde zekerheid dienovereenkomstig verlaagd.

    3. Het invoercertificaat bevat:

    a) in vak 12 een van de volgende vermeldingen:

    - Exacción reguladora reducida Basmati, certificado de autenticidad no . . ., emitido por . . .

    - Reduceret afgift Basmati, aegthedscertifikat nr. . . ., udstedt af . . .

    - Ermaessigte Abschoepfung Basmati, Echtheitszeugnis Nr. . . ., ausgestellt von . . .

    - Meioméni eisforá Basmati, pistopoiitikó gnisiótitas arith. . . ., ekdóthike apó . . .

    - Reduced levy Basmati, licence proving authenticity No . . . issued by . . .

    - Prélèvement réduit Basmati, certificat d'authenticité no . . . émis par . . .

    - Prelievo ridotto Basmati, certificado di autenticità n. . . . emesso da . . .

    - Verlaagde heffing Basmati, echtheidscertificaat nr. . . ., afgegeven door . . .

    - Direito nivelador reduzido Basmati, certificado de autenticidade nº . . . emitido por . . .;

    b) in vak 14 de naam van de staat, het land of het grondgebied waaruit het produkt afkomstig is.

    Het certificaat verplicht tot invoer uit het vermelde land van oorsprong.

    4. De geldigheidsduur van de invoercertificaten mag de datum van 31 december van het jaar van afgifte niet overschrijden.

    5. In afwijking van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3183/80 zijn de uit het invoercertificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.

    Wanneer evenwel de hoeveelheid waarvoor een certificaat werd afgegeven niet meer bedraagt dan 20 ton, kan dat certificaat worden geannuleerd en de daarop betrekking hebbende zekerheid worden vrijgegeven, indien de belanghebbende hierom verzoekt bij de instantie die het certificaat heeft afgegeven. Ingeval van annulering van certificaten, moeten de bevoegde instanties van de Lid-Staten uiterlijk binnen twee dagen volgende op de annulering mededeling doen van de hoeveelheden, waarvoor certificaten worden geannuleerd.

    Artikel 6

    1. Ten hoogste 3 450 ton rijst van de posten 10.06 B II a) en b) mag in het vrije verkeer worden gebracht, terwijl het restant moet bestaan uit rijst van de posten 10.06 B I a) en b) van het gemeenschappelijk douanetarief.

    2. De maximumhoeveelheid rijst die in het kader van deze verordening in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 1991 in het vrije verkeer mag worden gebracht wordt vastgesteld op 5 000 ton in gedopte-rijstequivalent

    Artikel 7

    De Lid-Staten stellen de Commissie, per telexbericht, in kennis van de volgende gegevens:

    a) uiterlijk op de tweede werkdag volgende op het verstrijken van de termijn voor de ontvankelijkheid van de aanvragen: de hoeveelheden rijst, per tariefpost, waarvoor invoercertificaten in de zin van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3877/86 zijn aangevraagd, alsmede de naam en het adres van de aanvrager,

    b) uiterlijk binnen twee werkdagen volgende op de afgifte van de certificaten: de hoeveelheden rijst, per tariefpost, waarvoor het invoercertificaat is afgegeven, met vermelding van de datum en het land van uitvoer,

    c) de laatste werkdag van iedere maand volgende op die van het in het vrije verkeer brengen: de hoeveelheden Basmati-rijst, per tariefpost en per land van oorsprong, die werkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht.

    Deze mededelingen moeten ook worden gedaan wanneer geen enkele aanvraag werd ingediend, geen enkel certificaat werd afgegeven en geen enkele invoer heeft plaatsgevonden.

    Artikel 8

    De Commissie stelt elke week, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3877/86, de heffingen vast die van toepassing zijn bij de invoer van Basmati-rijst van de posten 10.06 B I en II van het gemeenschappelijk douanetarief.

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 23 maart 1987.

    Voor de Commissie

    Frans ANDRIESSEN

    Vice-Voorzitter

    (1) PB nr. L 361 van 20. 12. 1986, blz. 1.

    (2) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 1.

    (3) PB nr. L 133 van 21. 5. 1986, blz. 1.

    (1) PB nr. L 213 van 11. 8. 1975, blz. 5.

    (2) PB nr. 204 van 24. 8. 1967, blz. 1.

    (3) PB nr. L 338 van 13. 12. 1980, blz. 1.

    BIJLAGE I

    Bevoegde instanties voor de afgifte van de in artikel 1 bedoelde echtheidscertificaten

    1.2 // India: // - Export Inspection Council (Ministry of Commerce, Grt. of India) // // - Directorate of Marketing and Inspection (Ministry of Agriculture and Rural Development) // Pakistan: // - Rice Export Corporation of Pakistan Ltd, Karachi.

    Top