Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R3077

Verordening (EEG) nr. 3077/86 van de Commissie van 8 oktober 1986 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor aardbeien van post ex 08.08 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of de landen en gebieden overzee (1986/1987)

PB L 286 van 9.10.1986, p. 17–18 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/1987

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/3077/oj

31986R3077

Verordening (EEG) nr. 3077/86 van de Commissie van 8 oktober 1986 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor aardbeien van post ex 08.08 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of de landen en gebieden overzee (1986/1987)

Publicatieblad Nr. L 286 van 09/10/1986 blz. 0017


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3077/86 VAN DE COMMISSIE

van 8 oktober 1986

betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor aardbeien van post ex 08.08 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of de landen en gebieden overzee (1986/1987)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 486/85 van de Raad van 26 februari 1985 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee (1), verlengd door Verordening (EEG) nr. 692/86 (2), inzonderheid op de artikelen 13 en 22,

Overwegende dat in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 486/85 de opening is bepaald door de Gemeenschap van een communautair tariefcontingent van 700 ton aardbeien van post ex 08.08 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de betreffende landen; dat de contingentsperiode van 1 november tot en met 28 februari loopt; dat het invoerrecht dat van toepassing is in het kader van dit contingent, op 5,6 % is vastgesteld;

Overwegende dat krachtens de artikelen 6 en 18 van de bijlage van Verordening (EEG) nr. 691/86 van de Raad van 3 maart 1986 tot vaststelling van de voorlopige regeling van toepassing op het handelsverkeer van Spanje en Portugal met de ACS-Staten (3), het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek de toepassing van de preferentiële regeling in de sector groenten en fruit die vallen onder Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad (4) uitstellen tot respectievelijk 31 december 1989 en tot 31 december 1990; dat daarom deze verordening slechts voor de Gemeenschap in haar samenstelling van 31 december 1985 van toepassing is;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van genoemd contingent en dat het aan dat contingent verbonden recht in alle Lid-Staten zonder onderbreking wordt toegepast op alle invoer van de betrokken produkten tot op het tijdstip waarop het contingent geheel is uitgeput; dat het evenwel, aangezien het om een tariefcontingent met zeer korte toepassingsperiode gaat, aangewezen lijkt om niet in een verdeling tussen de Lid-Staten te voorzien, zonder evenwel afbreuk te doen aan voorafnamen uit het contingent van hoeveelheden die overeenstemmen met hun behoeften onder de voorwaarden en volgens de procedure voorzien in artikel 1, lid 2; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van het contingent moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Met ingang van 1 november 1986 tot en met 28 februari 1987 wordt in de Gemeenschap in haar samenstelling van 31 december 1985 een communautair tariefcontingent van 700 ton geopend voor aardbeien van post ex 08.08 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee.

Binnen de grenzen van dit tariefcontingent wordt het voor deze produkten geldende recht van het gemeenschappelijk douanetarief tot op 5,6 % geschorst.

2. Indien een importeur melding maakt van op handen zijnde invoer van het betrokken produkt in een Lid-Staat en indien hij verzoekt om voor het contingent in aanmerking te komen, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming van een hoeveelheid die overeenstemt met zijn behoeften, voor zover het beschikbare saldo van het contingent zulks toelaat.

3. De opnemingen krachtens lid 2 zijn geldig tot het einde van de contingentsperiode.

Artikel 2

1. De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen opdat de opgenomen hoeveelheden in uitvoering van artikel 1, lid 2, zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerde aandelen in het communautaire contingent.

2. Elke Lid-Staat waarborgt de importeurs van de betrokken produkten vrije toegang tot het contingent zolang het saldo van het contingent dit toelaat.

3. De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden op hun opnemingen af naar gelang de betrokken produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven.

4. De uitputttingsgraad van het contingent wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden die op de in lid 3 omschreven wijze zijn afgeboekt.

Artikel 3

Op verzoek van de Commissie stellen de Lid-Staten de Commissie op de hoogte van de invoer van het betrokken produkt, die daadwerkelijk op het contingent is afgeboekt.

Artikel 4

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 november 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 8 oktober 1986.

Voor de Commissie

COCKFIELD

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 61 van 1. 3. 1985, blz. 4.

(2) PB nr. L 63 van 5. 3. 1986, blz. 93.

(3) PB nr. L 63 van 5. 3. 1986, blz. 3.

(4) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

Top