Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986D0132

    86/132/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 maart 1986 tot wijziging van Beschikking 83/355/EEG houdende machtiging voor een aantal Lid-Staten om voorlopige afwijkingen toe te staan van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad, ten aanzien van planten van Pinus L. van oorsprong uit Japan (Slechts de teksten in de Deense, Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse en de Nederlandse taal zijn authentiek)

    PB L 101 van 17.4.1986, p. 41–41 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/02/1988; stilzwijgende opheffing door 31988D0165

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1986/132/oj

    31986D0132

    86/132/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 maart 1986 tot wijziging van Beschikking 83/355/EEG houdende machtiging voor een aantal Lid-Staten om voorlopige afwijkingen toe te staan van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad, ten aanzien van planten van Pinus L. van oorsprong uit Japan (Slechts de teksten in de Deense, Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse en de Nederlandse taal zijn authentiek)

    Publicatieblad Nr. L 101 van 17/04/1986 blz. 0041 - 0041


    *****

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 11 maart 1986

    tot wijziging van Beschikking 83/355/EEG houdende machtiging voor een aantal Lid-Staten om voorlopige afwijkingen toe te staan van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad, ten aanzien van planten van Pinus L. van oorsprong uit Japan

    (Slechts de teksten in de Deense, Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse en Nederlandse taal zijn authentiek)

    (86/132/EEG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (2), en met name op artikel 14, lid 3,

    Gezien de door de betrokken Lid-Staten ingediende verzoeken,

    Overwegende dat krachtens Richtlijn 77/93/EEG planten van Pinus L., met uitzondering van vruchten en zaden, van oorsprong uit landen buiten Europa, in beginsel in geen enkele Lid-Staat mogen worden binnengebracht;

    Overwegende dat op grond van artikel 14, lid 3, van bovengenoemde richtlijn evenwel van dit voorschrift mag worden afgeweken, op voorwaarde dat is vastgesteld dat er voor verspreiding van schadelijke organismen geen gevaar bestaat;

    Overwegende dat er in een aantal Lid-Staten belangstelling bestaat om bepaalde Pinus-planten, van oorsprong uit Japan, vooral van het type »bonzai", in te voeren;

    Overwegende dat de Commissie op grond van de thans beschikbare gegevens heeft vastgesteld dat er voor verspreiding van schadelijke organismen geen gevaar bestaat, wanneer aan een aantal bijzondere technische voorwaarden wordt voldaan;

    Overwegende dat de betrokken Lid-Staten bij Beschikking 83/355/EEG van de Commissie (3) zijn gemachtigd ten aanzien van planten van Pinus L. van oorsprong uit Japan afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG toe te staan;

    Overwegende dat die machtiging slechts voorlopig, voor een inmiddels op 31 december 1985 verstreken periode gold en op grond van de opgedane ervaring kon worden herzien;

    Overwegende dat er geen nieuwe gegevens zijn, die tot herziening van de machtiging aanleiding zouden geven;

    Overwegende dat er overeenkomstig de thans beschikbare gegevens voor verspreiding van schadelijke organismen nog steeds geen gevaar bestaat, wanneer verder aan de bijzondere technische voorwaarden wordt voldaan;

    Overwegende dat de betrokken Lid-Staten derhalve moeten worden gemachtigd ten aanzien van planten van Pinus L. van oorsprong uit Japan voor een nieuwe periode afwijkingen toe te staan;

    Overwegende dat er geen belangstelling bestaat voor de invoer van die planten in Noord-Ierland;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Planteziektenkundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Beschikking 83/355/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. In artikel 1, lid 1, worden de woorden »(Groot-Brittannië)" ingevoegd tussen de woorden »Verenigd Koninkrijk" en »worden hierbij gemachtigd".

    2. In artikel 3, eerste volzin, wordt in plaats van »31 december 1985" gelezen: »31 december 1987".

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk.

    Gedaan te Brussel, 11 maart 1986.

    Voor de Commissie

    Frans ANDRIESSEN

    Vice-Voorzitter

    (1) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.

    (2) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.

    (3) PB nr. L 199 van 22. 7. 1983, blz. 27.

    Top