EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R1562

Verordening (EEG) nr. 1562/85 van de Commissie van 7 juni 1985 houdende uitvoeringsbepalingen ten aanzien van de maatregelen ter bevordering van de verwerking van sinaasappelen en de afzet van op basis van citroenen verwerkte produkten

PB L 152 van 11.6.1985, p. 5–11 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/06/1994; opgeheven door 31993R3338

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/1562/oj

31985R1562

Verordening (EEG) nr. 1562/85 van de Commissie van 7 juni 1985 houdende uitvoeringsbepalingen ten aanzien van de maatregelen ter bevordering van de verwerking van sinaasappelen en de afzet van op basis van citroenen verwerkte produkten

Publicatieblad Nr. L 152 van 11/06/1985 blz. 0005 - 0011
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 35 blz. 0089
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 35 blz. 0089


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1562/85 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 1985

houdende uitvoeringsbepalingen ten aanzien van de maatregelen ter bevordering van de verwerking van sinaasappelen en de afzet van op basis van citroenen verwerkte produkten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2601/69 van de Raad van 18 december 1969 betreffende bijzondere maatregelen ten einde het verwerken van bepaalde variëteiten sinaasappelen te stimuleren (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 987/84 (2), en met name op artikel 3, lid 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/77 van de Raad van 17 mei 1977 houdende bijzondere maatregelen voor de verbetering van de afzet van op basis van citroenen verwerkte produkten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1318/85 (4), en met name op artikel 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1223/83 van de Raad van 20 mei 1983 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1297/85 (6), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 208/70 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 272/85 (8), uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld ter zake van de maatregelen tot bevordering van het verwerken van sinaasappelen;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1045/77 van de Commissie (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3482/80 (10), bepalingen zijn vastgesteld ter uitvoering van de maatregelen voor de verbetering van de afzet van op basis van citroenen verwerkte produkten;

Overwegende dat, om de werking van de regeling te vergemakkelijken, de overheid moet weten welke verwerkers van verse sinaasappelen en citroenen in aanmerking wensen te komen voor de desbetreffende financiële vergoeding; dat de verwerkers de overheid de nodige gegevens moeten verstrekken om een vlotte werking van de regeling mogelijk te maken;

Overwegende dat de regeling voor financiële vergoeding is gebaseerd op contracten tussen telers en verwerkers; dat de in de contracten te vermelden gegevens nader moeten worden omschreven;

Overwegende dat de verwerkingscontracten voor verse sinaasappelen vóór de aanvang van het verkoopseizoen moeten worden afgesloten; dat voor een regelmatige voorziening van de verwerkende bedrijven dient te worden bepaald dat, gezien de duur van het verkoopseizoen voor citroenen, de contracten voor verse citroenen worden afgesloten voor een periode van zes maanden; dat om de toepassing van de regeling zo efficiënt mogelijk te maken, aan de contracten evenwel moet worden toegestaan de oorspronkelijk in de contracten vermelde hoeveelheden door middel van een aanvullend contract binnen bepaalde grenzen te verhogen;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 1134/68 van de Raad van 30 juli 1968 houdende vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 653/68 betreffende de voorwaarden voor wijziging van de waarde van de voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid gebruikte rekeneenheid (11), als tijdstip van de totstandkoming van de transactie wordt beschouwd de datum waarop, in de zin van de communautaire regeling of, bij gebreke en in afwachting daarvan, de regeling van de betrokken Lid-Staat, het feit plaatsvindt waardoor het bedrag dat op deze transactie betrekking heeft, verschuldigd wordt; dat overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1223/83 evenwel van bovengenoemde bepalingen kan worden afgeweken; dat het evenwel moeilijk is de juiste datum te bepalen waarop een bepaalde partij is verwerkt; dat daarom, met het oog op een uniforme toepassing van de regeling voor financiële vergoeding, voor de berekening van het bedrag in de nationale munteenheid, voor sinaasappelen de aan het begin van het

verkoopseizoen en voor citroenen de per 1 juni en 1 december van elk jaar geldende omrekeningskoers moet worden toegepast; dat wegens de samenhang tussen de financiële vergoeding en de aan de teler te betalen minimumprijs, de op die prijs toe te passen omrekeningskoers gelijk moet zijn aan de voor de financiële vergoeding geldende koers;

Overwegende dat krachtens artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1035/77 de financiële vergoeding aan de in de Gemeenschap gevestigde bedrijven wordt toegekend voor 85 % van de in de Gemeenschap geproduceerde citroenen die zij tegen de minimumaankoopprijs hebben aangekocht; dat deze vergoeding evenwel aan voornoemde bedrijven kan worden toegekend voor een hoger percentage, wanneer de betrokkene het bewijs levert dat de hoeveelheid sap die hij buiten Italië heeft afgezet, op een groter percentage wijst; dat derhalve moet worden bepaald op welke wijze kan worden aangetoond dat dit percentage is overschreden;

Overwegende dat de aanvragen om een financiële vergoeding de nodige gegevens moeten bevatten om de gegrondheid van de aanvragen te kunnen nagaan;

Overwegende dat met het oog op de correcte toepassing van de regeling voor financiële vergoeding, aan de verwerkers de verplichting moet worden opgelegd een daartoe geëigende boekhouding te voeren; dat ter voorkoming van onregelmatigheden bij de toepassing van de regeling de verwerker aan alle noodzakelijk geachte inspecties en controles moet worden onderworpen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen de bij de Verordeningen (EEG) nr. 208/70 en (EEG) nr. 1045/77 vastgestelde maatregelen vervangen; dat voornoemde verordeningen derhalve moeten worden ingetrokken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

TITEL I

Werkingssfeer van de verordening

Artikel 1

Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld inzake de bij de Verordeningen (EEG) nr. 2601/69 en (EEG) nr. 1035/77 ingestelde regelingen voor financiële vergoeding om de verwerking van sinaasappelen, respectievelijk citroenen te bevorderen.

Artikel 2

Voor de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2601/69 en (EEG) nr. 1035/77 wordt verstaan onder:

- bedrijf: een onderneming die onder eigen verantwoordelijkheid en met economische doeleinden één of meer fabrieken met installaties voor de verwerking van sinaasappelen en/of citroenen exploiteert,

- teler: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die het voor verwerking bestemde basisprodukt teelt.

TITEL II

Door de verwerkers te verstrekken mededelingen

Artikel 3

1. De verwerkers die voor de regeling voor financiële vergoeding in aanmerking wensen te komen, stellen de bevoegde instanties van de Lid-Staat waar de verwerking zal plaatsvinden, daarvan in kennis uiterlijk 45 dagen vóór de aanvang van het verkoopseizoen waarin de steun moet worden aangevraagd, en zij delen daarbij alle gegevens mede die door de Lid-Staat worden verlangd voor het beheer van en voor een doeltreffend toezicht op de regeling voor financiële vergoeding. De Lid-Staten kunnen bepalen dat deze gegevens:

a) alleen door nieuwe verwerkers moeten worden verstrekt, wanneer de nodige gegevens betreffende de overige verwerkende bedrijven reeds beschikbaar zijn;

b) voor één verkoopseizoen, voor verscheidene verkoopseizoenen of voor onbepaalde duur gelden.

2. In uitzonderlijke en ten genoegen van de Lid-Staat behoorlijk gemotiveerde gevallen mogen de Lid-Staten gegevens aanvaarden die na de in lid 1 vastgestelde termijn zijn ontvangen, voor zover zulks voor de regeling voor financiële vergoeding geen nadelige gevolgen heeft.

Voor het verkoopseizoen 1985/1986 mogen voor citroenen binnen 15 dagen na de bekendmaking van deze verordening de in lid 1 bedoelde mededelingen worden gedaan.

Artikel 4

1. De verwerkers delen de bevoegde instanties voor ieder verkoopseizoen mede in welke week met de verwerking wordt begonnen. Deze mededeling moet uiterlijk 5 werkdagen vóór de aanvang van de verwerking bij de bevoegde instanties zijn toegekomen.

2. In uitzonderlijke en ten genoegen van de Lid-Staat behoorlijk gemotiveerde gevallen mogen de Lid-Staten buiten de in lid 1 bedoelde termijn mededelingen aanvaarden; in dergelijke gevallen wordt evenwel geen steun verleend voor hoeveelheden die reeds zijn verwerkt of die op dat ogenblik worden verwerkt, waarvoor niet ten genoegen van de bevoegde instanties kan worden nagegaan of aan de vastgestelde voorwaarden voor de toekenning van de financiële vergoeding is voldaan. TITEL III

Verwerkingscontracten

Artikel 5

1. Alle in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2601/69 en in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1035/77 bedoelde contracten, hierna »verwerkingscontracten" te noemen, moeten schriftelijk worden afgesloten tussen telers, een in de Gemeenschap wettelijk erkende telersvereniging of groepering daarvan, enerzijds, en de verwerkers, een in de Gemeenschap wettelijk erkende verwerkersvereniging of groepering daarvan, anderzijds.

Het verwerkingscontract kan worden opgesteld in de vorm van een verbintenis tot levering tussen één of meer telers enerzijds, en een als verwerkend bedrijf optredende telersvereniging of erkende groepering daarvan, anderzijds.

2. In de verwerkingscontracten moet met name worden vermeld:

a) naam en adres van de teler, de telersvereniging of groepering daarvan;

b) naam en adres van de verwerker, de erkende verwerkersvereniging of groepering daarvan;

c) de hoeveelheden basisprodukt waarop het contract betrekking heeft;

d) het tijdschema voor de leveringen aan de verwerker;

e) de aan de medecontractant voor de basisprodukten te bepalen prijs, kosten voor met name de verpakking, het laden, het vervoer en het lossen, en de fiscale lasten, welke bedragen in voorkomend geval afzonderlijk moeten worden vermeld, niet inbegrepen.

3. De Lid-Staten kunnen ten aanzien van de verwerkingscontracten aanvullende bepalingen vaststellen, met name voor termijnen, voorwaarden voor de betaling van de minimumprijs en door verwerkers of telers te betalen schadevergoeding ingeval deze niet aan hun contractuele verplichtingen voldoen.

Artikel 6

Indien de teler tevens als verwerker optreedt, wordt het in artikel 5 bedoelde verwerkingscontract geacht te zijn gesloten wanneer een lijst is opgesteld waarin de volgende gegevens zijn vermeld:

- de totale oppervlakte van het areaal waarop de basisprodukten worden geteeld,

- een raming van de totale oogst,

- de voor verwerking bestemde hoeveelheid,

- het tijdschema voor de levering van de te verwerken produkten.

Artikel 7

1. De verwerkingscontracten moeten worden gesloten:

- vóór 20 januari, voor sinaasappelen;

- vóór 20 mei of vóór 20 november, voor citroenen die respectievelijk in de periodes van 1 juni tot en met 30 november en van 1 december tot en met 31 mei aan de verwerkende bedrijven moeten worden geleverd.

Hierbij geldt echter het volgende:

- voor sinaasappelen kan een Lid-Staat, op zijn verzoek, volgens de procedure van artikel 33 van Verordening (EEG) nr. 1035/72 voor bepaalde variëteiten en in uitzonderlijke omstandigheden worden gemachtigd om deze datum te verschuiven;

- voor citroenen kunnen de contracten voor levering aan de verwerkende industrie in de periode van 1 juni tot en met 30 november 1985 worden afgesloten tot en met 31 juli 1985.

2. De contractanten kunnen bij een schriftelijke bijkomende overeenkomst de oorspronkelijk in het contract vermelde hoeveelheden verhogen.

Deze bijkomende overeenkomsten moeten worden opgemaakt uiterlijk op:

a) 30 april voor sinaasappelen,

b) 31 augustus of 28/29 februari voor citroenen, al naar gelang het de eerste of tweede in lid 1 bedoelde periode betreft.

Voor het eerste deel van het verkoopseizoen 1985/1986 kunnen deze bijkomende overeenkomsten evenwel tot en met 30 september 1985 worden opgemaakt.

Deze bijkomende overeenkomsten mogen evenwel slechts betrekking hebben op:

- voor sinaasappelen: ten hoogste 40 % van de oorspronkelijk vastgestelde hoeveelheden voor bijkomende overeenkomsten die vóór 15 maart worden opgemaakt en ten hoogste 15 % van de oorspronkelijk vastgestelde hoeveelheden voor de bijkomende overeenkomsten die in de periode van 15 maart tot en met 30 april worden opgemaakt;

- voor citroenen: ten hoogste 40 % van de oorspronkelijk in het contract vastgestelde hoeveelheden.

3. Indien de voor een bepaald produkt aan de teler te betalen minimumprijs niet ten minste 21 dagen vóór elk van de in lid 1 bedoelde data in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen is bekendgemaakt, is, in afwijking van het bepaalde in voornoemd lid, de laatste dag waarop contracten voor het betrokken produkt kunnen worden afgesloten, de eenentwintigste dag volgende op de bekendmaking van de prijs.

Artikel 8

1. Een exemplaar van elk verwerkingscontract en, in voorkomend geval, van elke bijkomende overeenkomst wordt door de verwerker, de verwerkersvereniging of groepering, toegezonden aan de instantie die is aangewezen door de Lid-Staat waar de basisprodukten zijn geteeld en, indien nodig, aan de instantie van de Lid-Staat waar de produkten worden verwerkt. Deze exemplaren moeten binnen tien werkdagen na het afsluiten van de contracten of het opmaken van de bijkomende overeenkomst bij de bevoegde instanties toekomen. 2. In uitzonderlijke en ten genoegen van de Lid-Staat behoorlijk gemotiveerde gevallen mogen de Lid-Staten de op een later tijdstip bij hun instanties toegekomen verwerkingscontracten en bijkomende overeenkomsten aanvaarden, mits deze aanvaarding in overeenstemming is met het doel van de regeling voor financiële vergoeding en de controle daardoor niet wordt bemoeilijkt.

TITEL IV

Basisprodukten

Artikel 9

De in het kader van de verwerkingscontracten aan de verwerker geleverde basisprodukten moeten:

- voor sinaasappelen: ten minste beantwoorden aan de voor klasse III vastgestelde eisen inzake kwaliteit en minimumgrootte,

- voor citroenen: ten minste beantwoorden aan de sub II, B, i), van de gemeenschappelijke normen vastgestelde minimumeisen inzake kwaliteit, waarbij ten hoogste 15 % van het gewicht mag bestaan uit vruchten die daaraan niet beantwoorden, maar geschikt zijn voor verwerking.

Artikel 10

1. Bij de inontvangstneming, in het verwerkende bedrijf, van iedere partij sinaasappelen of citroenen die uit hoofde van de verwerkingscontracten wordt geleverd, controleren de bevoegde instanties die zijn aangewezen door de Lid-Staat waar de produkten worden verwerkt, het gewicht van de geleverde produkten en voor sinaasappelen, de variëteit, en gaan zij na of de produkten beantwoorden aan de in artikel 9 bedoelde kwaliteitseisen.

Na de controle wordt aan de verwerker voor iedere partij een certificaat afgegeven waarin de volgende gegevens zijn vermeld:

- naam en adres van de medecontractanten,

- een vermelding dat zij aan de kwaliteitseisen beantwoorden en het nettogewicht, voor sinaasappelen uitgesplitst naar variëteit.

Een exemplaar van dit certificaat wordt aan de teler afgegeven. Een exemplaar wordt door de bevoegde instanties bewaard.

2. Indien tijdens de in lid 1 bedoelde controles blijkt dat de gehele partij of een deel daarvan niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 9, stellen de in lid 1 bedoelde instanties de medecontractanten daarvan in kennis en brengen hen nauwkeurig op de hoogte van de gevolgen voor de betaling van de financiële vergoeding.

TITEL V

Omrekeningskoers

Artikel 11

1. Het feit dat het recht op de financiële vergoeding doet ontstaan, wordt geacht plaats te vinden op:

a) voor sinaasappelen: 1 oktober van het lopende verkoopseizoen voor de tijdens dat verkoopseizoen geleverde produkten;

b) voor citroenen:

- 1 juni, respectievelijk 1 december van het lopende verkoopseizoen, al naar gelang het produkten betreft die in de eerste of de tweede in artikel 7, lid 1, bedoelde periode zijn geleverd;

- 1 december van het lopende verkoopseizoen voor produkten die in aanmerking komen voor een bijkomende financiële vergoeding.

2. De omrekeningskoers die op de in Ecu uitgedrukte minimumprijs dient te worden toegepast, is:

- voor sinaasappelen: de op de eerste dag van het verkoopseizoen geldende representatieve koers voor produkten die tijdens dat verkoopseizoen zijn geleverd;

- voor citroenen: de op 1 juni, respectievelijk 1 december van het lopende verkoopseizoen geldende representatieve koers, al naar gelang het produkten betreft die in de eerste of de tweede in artikel 7, lid 1, bedoelde periode zijn geleverd.

TITEL VI

Aanvragen om financiële vergoeding

Artikel 12

De verwerker moet de aanvragen om de toekenning van de financiële vergoeding indienen bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de verwerking heeft plaatsgevonden:

a) voor sinaasappelen respectievelijk:

- na 15 februari voor de na die datum verwerkte hoeveelheden,

- na beëindiging van de verwerking,

en uiterlijk binnen een termijn van 90 dagen;

b) voor citroenen: respectievelijk na 30 november en 31 mei, en uiterlijk binnen een termijn van 90 dagen.

Wanneer, voor een bepaald verkoopseizoen, de verwerker in aanmerking wil komen voor het bepaalde in artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1035/77, wordt de aanvraag om toekenning van een bijkomende financiële vergoeding uiterlijk op 31 december na afloop van het verkoopseizoen ingediend. Artikel 13

1. In de aanvraag om toekenning van de financiële vergoeding moeten met name de volgende gegevens worden vermeld:

a) naam en adres van de aanvrager;

b) de totale hoeveelheden:

- in de loop van het verkoopseizoen tot en met 15 februari en vanaf 16 februari gekochte verse sinaasappelen, en/of

- tijdens elke in artikel 7, lid 1, vastgestelde periode gekochte verse citroenen;

c) de overeenkomstige hoeveelheden die in het kader van contracten of eventuele bijkomende overeenkomsten zijn gekocht, voor sinaasappelen uitgesplitst naar variëteit;

d) de totale hoeveelheden produkten die na verwerking van de verse sinaasappelen en/of verse citroenen zijn verkregen;

e) de totale hoeveelheden produkten die na verwerking van de in het kader van contracten gekochte verse sinaasappelen of verse citroenen zijn verkregen;

f) in voorkomend geval, de hoeveelheden citroensap die tijdens elke in artikel 7, lid 1, bedoelde periode zijn gekocht;

g) een verklaring waarbij de verwerker bevestigt dat hij voor de verse produkten een prijs heeft betaald die ten minste even hoog is als de minimumprijs.

2. De aanvraag om toekenning van de financiële vergoeding moet met name vergezeld gaan van:

a) de door de medecontractant behoorlijk gekwiteerde facturen voor de hoeveelheden in lid 1, sub c), bedoelde verse sinaasappelen of verse citroenen, waaruit blijkt dat deze een prijs hebben gekregen die ten minste even hoog is als de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2601/69 en in artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1035/77 bedoelde minimumprijs, of

b) in het geval van verbintenis tot levering, een verklaring van de teler dat de verwerker hem ten minste de minimumprijs heeft betaald of zijn rekening daarvoor heeft gecrediteerd;

c) het in artikel 10 bedoelde certificaat.

3. De bedrijven welke buiten Italië citroenen verwerken en die welke in Italië citroenen verwerken, die in aanmerking willen komen voor het bepaalde in artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1035/77, moeten voor het betrokken seizoen in de aanvraag bovendien de volgende gegevens vermelden:

- de totale hoeveelheden citroensap die de aanvrager heeft afgezet,

- de hoeveelheden citroensap die de aanvrager buiten Italië heeft afgezet.

Artikel 14

Het bewijs dat het citroensap buiten Italië is afgezet, wordt geacht als volgt te worden geleverd:

1. De bedrijven die in Italië citroenen verwerken, leveren het bewijs dat het citroensap uit Italië is geëxporteerd door overlegging van een aangifte ten uitvoer of tot verzending die vergezeld gaat van een door de in punt 3 bedoelde douane-instanties afgegeven verklaring dat de produkten die Lid-Staat hebben verlaten.

2. De bedrijven die in andere Lid-Staten dan Italië citroenen verwerken, leveren het bewijs dat de produkten:

a) zijn afgezet in de Lid-Staat waar de verwerking heeft plaatsgevonden door overlegging van behoorlijk gekwiteerde facturen;

b) naar derde landen of naar een andere Lid-Staat dan Italië zijn geëxporteerd, door overlegging van een afschrift van de aangifte ten uitvoer of tot verzending die vergezeld gaat van een door de in punt 3 bedoelde douane-instanties afgegeven verklaring dat de produkten de betrokken Lid-Staat hebben verlaten.

3. Bij verzending naar een andere Lid-Staat of uitvoer naar derde landen moet de regeling voor communautair douanevervoer worden toegepast opdat het kantoor van vertrek de in punt 1 en punt 2, sub b), bedoelde verklaring kan afgeven. Na ontvangst van het terugzendingsexemplaar van het document voor douanevervoer viseert dit kantoor de verklaring op een daartoe strekkend verzoek.

Voor de produkten die worden verzonden onder dekking van één van de navolgende, met een T2-document gelijkgestelde documenten:

- internationale vrachtbrief, of

- internationaal expresgoedformulier, of

- overdrachtsformulier - communautair douanevervoer,

geeft het kantoor van vertrek, op een daartoe strekkend verzoek, de verklaring af na overlegging van de vrachtbrief, het expresgoed- of het overdrachtsformulier, waaruit blijkt dat de produkten waarop deze documenten betrekking hebben, door de administratie van de spoorwegen voor vervoer zijn aanvaard. Het kantoor van vertrek mag het vervoercontract slechts in die zin laten wijzigen dat het vervoer in de Lid-Staat van verzending wordt beëindigd, als de verklaring nog niet is afgegeven of niet zal worden afgegeven.

Wanneer de produkten worden uitgevoerd naar derde landen zonder vervoer over het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die van het kantoor van vertrek, geeft het kantoor van vertrek, op een daartoe strekkend verzoek, de in punt 1 en punt 2, sub b), bedoelde verklaring af wanneer het produkt de betrokken Lid-Staat heeft verlaten.

TITEL VII

Controles

Artikel 15

1. De verwerker houdt registers bij waarin ten minste de volgende gegevens worden vermeld, welke voor citroenen worden uitgesplitst naar de in artikel 7, lid 1, bedoelde perioden en voor sinaasappelen naar de in artikel 13, lid 1, sub b), eerste streepje, bedoelde perioden:

- de partijen die zij elke dag kopen of die hun elke dag in hun bedrijf worden geleverd, met vermelding van de partijen waarvoor verwerkingscontracten zijn gesloten of bijkomende overeenkomsten opgesteld en, in voorkomend geval, het aantal ontvangstbewijzen dat voor deze partijen is afgegeven;

- het gewicht van elke partij, en de naam en het adres van de medecontractant;

- de hoeveelheid eindprodukt die elke dag door verwerking van de basisprodukten wordt verkregen; de voor een financiële vergoeding in aanmerking komende hoeveelheden worden afzonderlijk vermeld;

- de hoeveelheid produkt die de installaties van de verwerker verlaat, voor elke partij afzonderlijk, en met vermelding van de geadresseerde. Deze gegevens kunnen in de registers worden vermeld door verwijzing naar de bewijsstukken, wanneer die gegevens daarin zijn vervat.

Voor citroenen worden in het register bovendien de volgende bijkomende gegevens vermeld:

- de gekochte hoeveelheid sap;

- in voorkomend geval de aan het bedrijf teruggeleverde hoeveelheid sap;

- de totale afgezette hoeveelheid citroensap;

- de buiten Italië afgezette hoeveelheid citroensap.

2. De verwerker bewaart, gedurende vijf jaar na afloop van het verwerkingsseizoen, het bewijs van betaling voor alle basisprodukten die in het kader van verwerkingscontracten of bijkomende overeenkomsten zijn gekocht.

3. De verwerker dient zich aan alle noodzakelijk geachte inspecties en controles te onderwerpen en houdt de door de nationale instanties voorgeschreven bijkomende registers bij om deze instanties de mogelijkheid te bieden de door hen noodzakelijk geachte controles te verrichten.

Artikel 16

De in artikel 15 bedoelde hoeveelheden sap moeten eveneens worden uitgedrukt in het gewicht van het overeenkomstige verse produkt.

Artikel 17

1. De bevoegde instanties controleren voor elk verkoopseizoen de registers van de verwerkers; daarbij wordt door middel van steekproeven met name nagegaan of:

a) de hoeveelheden verse sinaasappelen of verse citroenen die in het kader van de contracten zijn gekocht en in het bedrijf zijn verwerkt, overeenstemmen met de hoeveelheden die in de aanvraag om een financiële vergoeding zijn vermeld;

b) de in de aanvraag om een financiële vergoeding vermelde hoeveelheden overeenstemmen met de hoeveelheden waarvoor het in artikel 10 bedoelde certificaat is afgegeven;

c) de prijs die voor de hierboven bedoelde, voor verwerking bestemde, produkten is betaald, ten minste even hoog is als de vastgestelde minimumprijs, en

d) aan de vastgestelde kwaliteitseisen is voldaan.

Voor de bedrijven die in aanmerking willen komen voor het bepaalde in artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1035/77 omvat de controle bovendien een verificatie van de hoeveelheid citroensap die buiten Italië is afgezet.

2. De bevoegde instanties verrichten tevens voor elk verkoopseizoen steekproefcontroles in verband met de handtekeningen op de in artikel 13, lid 2, bedoelde facturen en met betrekking tot de juistheid van deze facturen, welke controles worden aangevuld door een controle inzake de betaling van deze facturen, bij voorbeeld door confrontatie van de belanghebbende partijen.

3. De door de Lid-Staten aangewezen bevoegde instanties verrichten ten minste tweemaal per jaar in het verwerkende bedrijf een materiële voorraadopneming van de verwerkte produkten.

4. De verificaties uit hoofde van dit artikel geschieden onverminderd eventuele latere controles door de bevoegde instanties en onverminderd de mogelijke gevolgen van de toepassing van de geldende voorschriften.

5. De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om de juiste toepassing van de regeling voor financiële vergoeding te waarborgen en om fraude in het kader van die regeling te voorkomen en te bestraffen.

TITEL VIII

Quota

Artikel 18

Voor elk bedrijf dat sinaasappelen verwerkt, wordt de financiële vergoeding toegekend voor de totale hoeveelheid die in het kader van de verwerkingscontracten wordt verwerkt, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 10, lid 2, mits het bedrijf de totale gekochte hoeveelheid werkelijk heeft verwerkt.

Indien niet aan deze voorwaarden is voldaan, wordt, behoudens overmacht, de vergoeding verminderd en naar rata van de werkelijk verwerkte hoeveelheid ten opzichte van de totale gekochte hoeveelheid toegekend. Artikel 19

1. Voor elk bedrijf dat citroenen verwerkt, wordt de financiële vergoeding toegekend voor 85 % van de in het kader van de verwerkingscontracten gekochte hoeveelheid, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 10, lid 2, mits het bedrijf de totale gekochte hoeveelheid werkelijk heeft verwerkt.

Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, wordt, behoudens overmacht, de vergoeding verminderd en naar rata van de werkelijk verwerkte hoeveelheid ten opzichte van de totale gekochte hoeveelheid toegekend.

2. Voor de bedrijven die zich in de in artikel 2, lid 3, sub b), van Verordening (EEG) nr. 1035/77 bedoelde situatie bevinden, wordt de financiële vergoeding toegekend voor een percentage van de in het kader van de contracten gekochte hoeveelheid welk percentage gelijk is aan dat van de buiten Italië afgezette hoeveelheid ten opzichte van de totale afgezette hoeveelheid.

Indien het bedrijf de totale gekochte hoeveelheid niet werkelijk heeft verwerkt, wordt, behoudens overmacht, dit percentage verminderd en naar rata van de werkelijk verwerkte hoeveelheid ten opzichte van de totale gekochte hoeveelheid toegekend.

TITEL IX

Mededelingen aan de Commissie

Artikel 20

Elke Lid-Staat deelt de Commissie uiterlijk op 31 januari volgende op het einde van het verkoopseizoen de volgende gegevens mede:

1. de in nettogewicht uitgedrukte totale hoeveelheid eindprodukt die is verkregen door de totale verwerking van sinaasappelen en citroenen door de verwerkende bedrijven;

2. de in nettogewicht uitgedrukte totale hoeveelheid eindprodukt die is verkregen uit sinaasappelen en citroenen waarvoor een financiële vergoeding is toegekend;

3. de totale hoeveelheid verwerkte sinaasappelen en citroenen;

4. de totale hoeveelheid sinaasappelen en citroenen waarvoor verwerkingscontracten zijn gesloten als bedoeld in artikel 5;

5. de totale hoeveelheid sinaasappelen, uitgesplitst naar variëteit, en citroenen voor elke in artikel 13, lid 1, sub b), eerste streepje, respectievelijk in artikel 7, lid 1, bedoelde periode, opgegeven in de aanvraag om toekenning van de financiële vergoeding en gebruikt voor de bereiding van de in punt 2 bedoelde produkten;

6. de in nationale valuta uitgedrukte bedragen van de uitgaven voor financiële vergoedingen voor de in punt 5 bedoelde hoeveelheden;

7. de in nettogewicht uitgedrukte totale hoeveelheid niet verkochte produkten die aan het einde van het verwerkingsseizoen nog in voorraad zijn;

8. voor de bedrijven die citroenen verwerken:

a) de totale hoeveelheid citroensap die in elke in artikel 7, lid 1, bedoelde periode is gekocht,

b) de totale hoeveelheid sap die door de verwerkers is afgezet,

c) de totale hoeveelheid sap die de verwerkers tijdens de in artikel 7, lid 1, bedoelde perioden buiten Italië hebben afgezet.

TITEL X

Slotbepalingen

Artikel 21

De Verordeningen (EEG) nr. 208/70 en (EEG) nr. 1045/77 worden ingetrokken.

Zij blijven evenwel van toepassing op de vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening verwerkte produkten.

Artikel 22

Deze verordening treedt in werking op de tiende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 324 van 27. 12. 1969, blz. 21.

(2) PB nr. L 103 van 16. 4. 1984, blz. 10.

(3) PB nr. L 125 van 19. 5. 1977, blz. 3.

(4) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 37.

(5) PB nr. L 132 van 21. 5. 1983, blz. 33.

(6) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 1.

(7) PB nr. L 28 van 5. 2. 1970, blz. 12.

(8) PB nr. L 28 van 1. 2. 1985, blz. 46.

(9) PB nr. L 125 van 19. 5. 1977, blz. 23.

(10) PB nr. L 363 van 31. 12. 1980, blz. 89.

(11) PB nr. L 188 van 1. 8. 1968, blz. 1.

Top