EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985L0320

Richtlijn 85/320/EEG van de Raad van 12 juni 1985 tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG voor wat betreft een aantal bepalingen inzake klassieke en Afrikaanse varkenspest

PB L 168 van 28.6.1985, p. 36–38 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1998; stilzwijgende opheffing door 31997L0012

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1985/320/oj

31985L0320

Richtlijn 85/320/EEG van de Raad van 12 juni 1985 tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG voor wat betreft een aantal bepalingen inzake klassieke en Afrikaanse varkenspest

Publicatieblad Nr. L 168 van 28/06/1985 blz. 0036 - 0038
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0197
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 35 blz. 0169
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0197
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 35 blz. 0169


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 12 juni 1985

tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG voor wat betreft een aantal bepalingen inzake klassieke en Afrikaanse varkenspest

(85/320/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat bij Richtlijn 64/432/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 84/644/EEG (5), de gezondheidseisen zijn vastgesteld waaraan voor de intracommunautaire handel bestemde levende runderen en varkens moeten voldoen;

Overwegende dat de ontwikkeling van de klassieke varkenspest in sommige delen van het grondgebied van de Gemeenschap ertoe noopt de maatregelen betreffende het handelsverkeer te versterken en nader aan te geven volgens welke regels de status van de gebieden die officieel vrij van varkenspest zijn, bij uitbreken van de ziekte moet worden gewijzigd;

Overwegende dat de Afrikaanse varkenspest, ook al wordt zij slechts bij uitzondering in sommige delen van het grondgebied van de Gemeenschap geconstateerd, een gevaar voor besmetting van de varkensstapel van de Lid-Staten oplevert; dat daarom voorschriften voor de toepassing van beschermende maatregelen in het intracommunautaire handelsverkeer in levende varkens dienen te worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 64/432/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 3, lid 2, onder b), punt ii), wordt de zinsnede »wordt rondom het bedrijf gedurende vijftien dagen een beschermingsgebied met een straal van 2 km gevormd" vervangen door: »wordt rondom het bedrijf een beschermingsgebied met een straal van 3 km gevormd gedurende 30 dagen, wanneer het om varkenspest gaat, of met een straal van 2 km en gedurende vijftien dagen, wanneer het om de andere ziekten gaat";

2. artikel 4 ter, lid 1, onder c), wordt vervangen door:

»c) hetzij uit een gedeelte van een grondgebied dat is samengesteld uit een of meerdere aan elkaar grenzende gebieden en dat door de Raad, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen, binnen drie maanden nadat de zaak bij hem aanhangig is gemaakt, voor het intracommunautaire handelsverkeer erkend is als officieel vrij van varkenspest.

Deze status wordt onverminderd de eventuele toepassing van artikel 9, door de betrokken Lid-Staat geschorst, zodra zich een geval van varkenspest voordoet; hij stelt de Commissie en de overige Lid-Staten onmiddellijk hiervan in kennis. De betrokken Lid-Staat beëindigt deze schorsing indien niet is ingeënt 30 dagen nadat de laatste ziektehaard is opgeruimd, en indien is ingeënt 30 dagen nadat de laatste ziektehaard is opgeruimd en nadat de ingeënte varkens geëlimineerd zijn. Hij stelt de Commissie en de overige Lid-Staten in kennis van de beëindiging van de schorsing. Zodra tussen de datum waarop de eerste ziektehaard officieel is bevestigd en de datum waarop de laatste ziektehaard is geconstateerd een periode van twee maanden ligt, stelt de betrokken Lid-Staat de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. In dat geval kan over intrekking van de kwalificatie worden besloten volgens de procedure van artikel 13.

In geval van intrekking kan de kwalificatie niet eerder volgens dezelfde procedure opnieuw aan het betrokken gedeelte van het grondgebied worden verleend dan:

- ten minste drie maanden nadat de laatste ziektehaard is opgeruimd, indien niet is ingeënt;

- ten minste zes maanden nadat de laatste ziektehaard is opgeruimd en nadat de ingeënte varkens zijn geëlimineerd, indien is ingeënt.";

3. in artikel 4 ter, wordt het volgende lid toegevoegd:

»3. Dit artikel is van toepassing tot en met 31 december 1987.

Uiterlijk op 1 juli 1987 legt de Commissie aan de Raad een verslag voor over de ontwikkeling van de situatie, inzonderheid op het gebied van het handelsverkeer, vergezeld van passende voorstellen ten aanzien van varkenspest.

Uiterlijk op 31 december 1987 neemt de Raad een besluit over deze voorstellen.";

4. aan artikel 9, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

»Wanneer het om Afrikaanse varkenspest gaat, geldt evenwel het bepaalde in artikel 9 bis.";

5. het volgende artikel wordt ingevoegd:

»Artikel 9 bis

1. Indien op zijn grondgebied minder dan twaalf maanden geleden Afrikaanse varkenspest is geconstateerd, verzendt een Lid-Staat geen levende varkens naar het grondgebied van de overige Lid-Staten.

Volgens de procedure van artikel 12 kan worden besloten dat het bepaalde in de eerste alinea niet geldt voor een of meer gedeelten van het grondgebied van de betrokken Lid-Staat. Deze afwijking sluit niet uit dat artikel 9 wordt toegepast wanneer zich opnieuw een of meer gevallen van Afrikaanse varkenspest voordoen in het (de) voornoemde gedeelte(n) van het grondgebied.

2. Wanneer Afrikaanse varkenspest uitbreekt op het grondgebied van een Lid-Staat waar de ziekte sinds ten minste twaalf maanden niet is geconstateerd, kan volgens de procedure van artikel 13 worden besloten dat het bepaalde in lid 1 slechts geldt voor het betrokken gedeelte van het grondgebied. In afwachting van dat besluit en onverminderd artikel 9 zorgt de betrokken Lid-Staat ervoor dat de verzending naar de andere Lid-Staten van levende varkens die afkomstig zijn uit het gedeelte van het grondgebied waar de epidemische veeziekte is geconstateerd, onmiddellijk wordt verboden. Bij het bepalen van dit gedeelte van het grondgebied wordt rekening gehouden met de in artikel 9 ter, lid 2, bedoelde criteria.

Het voorkomen van een of meer gevallen van Afrikaanse varkenspest op een gedeelte van het grondgebied van een Lid-Staat dat geografisch niet in verbinding staat met het voornaamste gedeelte van het grondgebied van die Lid-Staat laat de toepassing van de eerste alinea onverlet.

Aan de voorwaarden voor de toepassing van de eerste alinea wordt geacht nog steeds te zijn voldaan, indien onderstaande voorwaarden zijn vervuld:

i) de bij het voorkomen van Afrikaanse varkenspest als bedoeld in de eerste alinea geconstateerde haard of haarden is of zijn binnen de kortst mogelijke tijd opgeruimd;

ii) de nieuwe haard, waarvoor een nieuw verzoek om een beslissing als bedoeld in de eerste alinea is ingediend, houdt uit epidemiologisch gezichtspunt geen verband met de in punt i) bedoelde haard(en).

3. Tot intrekking van de op grond van lid 2 genomen maatregelen wordt besloten volgens de procedure van artikel 13";

6. het volgende artikel wordt ingevoegd:

»Artikel 9 ter

1. Bij het bepalen van de in artikel 9 bis, lid 1, bedoelde gedeelten van een grondgebied wordt met name rekening gehouden met:

- de methoden voor de controle op en de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest,

- het gedurende ten minste twaalf maanden niet voorkomen van de ziekte, geconstateerd met alle opsporingsmiddelen, met inbegrip van serologische tests, - de oppervlakte van de gedeelten van een grondgebied en de administratieve en geografische grenzen ervan,

- de beschermende maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming van besmetting of herbesmetting van de varkensstapels,

- de maatregelen voor de controle op het verkeer van varkens.

2. Bij het bepalen van de in artikel 9 bis, lid 2, bedoelde gedeelten van een grondgebied wordt met name rekening gehouden met:

- de methoden voor de bestrijding van de ziekte, in het bijzonder de methoden om de varkens van de besmette of van besmetting verdachte bedrijven op te ruimen,

- de oppervlakte van het gedeelte van een grondgebied en de administratieve en geografische grenzen ervan,

- de incidentie van de ziekte en de kans op verspreiding ervan,

- de maatregelen ter voorkoming van elk gevaar voor verspreiding,

- de maatregelen ter beperking van en voor de controle op het verkeer van varkens in en buiten het betrokken gedeelte van een grondgebied.".

Artikel 2

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1986 aan deze richtlijn te voldoen.

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 12 juni 1985.

Voor de Raad

De Voorzitter

C. DEGAN

(1) PB nr. C 272 van 12. 10. 1984, blz. 6.

(2) PB nr. C 12 van 14. 1. 1985, blz. 127.

(3) PB nr. C 44 van 15. 2. 1985, blz. 4.

(4) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 1977/64.

(5) PB nr. L 339 van 27. 12. 1984, blz. 30.

Top