Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31983R1353

Verordening (EEG) nr. 1353/83 van de Raad van 26 mei 1983 tot vaststelling van voorlopige quota voor de haringbestanden in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee

PB L 139 van 28.5.1983, p. 54–55 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1983

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1983/1353/oj

31983R1353

Verordening (EEG) nr. 1353/83 van de Raad van 26 mei 1983 tot vaststelling van voorlopige quota voor de haringbestanden in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee

Publicatieblad Nr. L 139 van 28/05/1983 blz. 0054 - 0055


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1353/83 VAN DE RAAD

van 26 mei 1983

tot vaststelling van voorlopige quota voor de haringbestanden in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), inzonderheid op artikel 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het vissen op haring uit de bestanden in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee op grond van Verordening (EEG) nr. 198/83 (2) juncto Verordening (EEG) nr. 172/83 (3) verboden is totdat de Raad een besluit neemt over de voorstellen van de Commissie inzake de TAC's en quota voor 1983;

Overwegende dat op grond van het ingewonnen wetenschappelijk advies de vangst van een kleine hoeveelheid haring uit de bestanden in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee kan worden toegestaan;

Overwegende dat, in afwachting van de resultaten van het overleg met Noorwegen en van een definitief besluit van de Raad, aan vissers uit de Gemeenschap kan worden toegestaan vanaf 1 juni 1983 een begin te maken met de visserij op de haringbestanden in het centrale en het noordelijke deel van de Noordzee;

Overwegende dat het om historische redenen gerechtvaardigd is dat de Nederlandse vissers op 28 mei 1983 met de haringvisserij beginnen;

Overwegende dat het niet noodzakelijk is deze voorlopige quota te verdelen tussen de ICES-sectoren IVa en IVb;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de omvang van de toegestane vangsten wordt gecontroleerd en dat de vangsten dagelijks worden gemeld, onderverdeeld volgens ICES-sector,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 198/83 mag met ingang van 1 juni 1983 in het noordelijke en centrale deel van de Noordzee (ICES-sectoren IVa en IVb) op haring worden gevist overeenkomstig de bijlage; Nederlandse vissers mogen echter op 28 mei 1983 beginnen te vissen.

Artikel 2

De Lid-Staten melden dagelijks per telex bij de Commissie de haringvangsten van hun vaartuigen.

Artikel 3

De hoeveelheid die op grond van artikel 1 is gevangen, wordt afgeboekt van de totaal toegestane vangst, het voor de Gemeenschap beschikbare gedeelte van deze vangst en het quotum voor iedere Lid-Staat, die zullen worden vastgesteld in de verordening van de Raad inzake de vaststelling van de voor 1983 geldende totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden in de visserijzone van de Gemeenschap en het voor de Gemeenschap beschikbare gedeelte van deze vangsten, de verdeling van dit gedeelte over de Lid-Staten en de bij de visserij in het kader van de totaal toegestane vangsten in acht te nemen voorschriften.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zijn is van toepassing vanaf 28 mei 1983.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

Otto Graf LAMBSDORFF

(1) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.

(2) PB nr. L 25 van 27. 1. 1983, blz. 32.

(3) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 30.

BIJLAGE

1,3.4.5 // // // // Bestand // // // // 1.2.3.4.5 // Soort // Geografische gebieden // ICES-/NATO- gebied // Lid-Staat // Quota 1983 in ton // // // // // // Haring // Het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee // IVa IVb (1) // België Denemarken BR Duitsland // 1 000 1 000 // // // // Griekenland Frankrijk // 1 000 // // // // Ierland Italië Luxemburg Nederland // 3 000 // // // // Verenigd Koninkrijk // 3 000 // // // // Beschikbaar voor Lid-Staten // // // // // // // // // // Totaal EEG // 9 000 // // // // //

(1) De visserij op haring in de gehele sector IVb is verboden vanaf 15 augustus tot en met 30 september 1983 en gedurende het gehele jaar ten oosten van 3° oosterlengte.

Top