EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31983D0331

83/331/EEG: Besluit van de Raad van 28 juni 1983 tot vaststelling van het experimentele communautaire programma ter stimulering van de doeltreffendheid van het wetenschappelijk en technisch potentieel van de Europese Economische Gemeenschap

PB L 181 van 6.7.1983, p. 20–23 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/1985

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1983/331/oj

31983D0331

83/331/EEG: Besluit van de Raad van 28 juni 1983 tot vaststelling van het experimentele communautaire programma ter stimulering van de doeltreffendheid van het wetenschappelijk en technisch potentieel van de Europese Economische Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 181 van 06/07/1983 blz. 0020


*****

BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 juni 1983

tot vaststelling van het experimentele communautaire programma ter stimulering van de doeltreffendheid van het wetenschappelijk en technisch potentieel van de Europese Economische Gemeenschap

(83/331/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende dat de Gemeenschap krachtens artikel 2 van het Verdrag onder meer tot taak heeft de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap, een gestadige en evenwichtige expansie en een toenemende verbetering van de levensstandaard te bevorderen; dat de doelstellingen voor de met dit doel door de Gemeenschap uit te voeren werkzaamheden nader worden omschreven in artikel 3 van het Verdrag;

Overwegende dat de Raad bij zijn resolutie van 14 januari 1974 betreffende de cooerdinatie van de nationale beleidsregels en de omschrijving van de acties van communautair belang op het gebied van wetenschap en technologie (3), de Commissie heeft opgedragen acties van communautair belang te omschrijven en de wegen en middelen te kiezen om deze acties ten uitvoer te leggen;

Overwegende dat de algemene communautaire strategie naar voren komt uit het concept en de tenuitvoerlegging van een algemeen kaderprogramma voor de gemeenschappelijke wetenschappelijke en technische activiteiten;

Overwegende dat onder de fundamentele opties die door de Commissie voor het kaderprogramma zijn voorgesteld en bij de Raad van 8 maart 1982 een gunstig onthaal hebben gevonden voor het onderdeel »verbetering van de wetenschappelijke en technische doeltreffendheid van de Gemeenschap" bijzondere werkwijzen zijn vereist;

Overwegende dat de Raad op 30 juni 1982 het belang heeft erkend van communautaire stimulering ter aanvulling van de reeds bestaande nationale en internationale programma's;

Overwegende dat de Raad op 4 november 1982 een gemeenschappelijk standpunt heeft aanvaard met het oog op een besluit tot aanneming van een communautaire actie betreffende de stimulering van het wetenschappelijk en technisch potentieel van de Gemeenschap - experimentele fase 1983-1984;

Overwegende dat het onder deze omstandigheden dienstig is een experimenteel communautair programma vast te stellen, aan de hand waarvan de wegen en middelen van een volgend programma kunnen worden gepreciseerd, dat in een kaderprogramma dient te worden opgenomen;

Overwegende het advies dat het Comité voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek (CREST) ter zake van het voorstel van de Commissie heeft uitgebracht,

BESLUIT:

Artikel 1

Een experimenteel communautair programma voor de stimulering van de doeltreffendheid van het wetenschappelijk en technisch potentieel van de Europese Economische Gemeenschap, hierna »experimenteel programma" genoemd, als in bijlage omschreven, wordt vastgesteld voor een op 1 juli 1983 aanvangende periode van twee jaar.

Het experimentele programma omvat activiteiten ter beproeving van de wegen en methoden voor stimulering van de kant van de Gemeenschap, hoofdzakelijk op de zeven in de bijlage omschreven werkterreinen.

Artikel 2

Het bedrag dat noodzakelijk wordt geacht voor de uitvoering van het experimentele programma beloopt 7 miljoen Ecu, met inbegrip van de uitgaven voor een personeelsbestand van 3 functionarissen.

Artikel 3

De Commissie voert het experimentele programma uit door middel van toelagen voor onderzoek, subsidies ten gunste van het koppelen van laboratoria, ontwikkelingscontracten, subsidies ten gunste van onderzoekteams, seminaria en stages.

Zij wordt terzijde gestaan door het Europees Comité voor de Ontwikkeling van Wetenschap en Technologie (CODEST) dat is ingesteld bij Besluit 82/835/EEG (4) en door adviseurs.

Artikel 4

De Commissie gaat over tot een methodologische beoordeling van het experimentele programma aan het eind van het eerste jaar van de in artikel 1 bedoelde periode. De Commissie legt een verslag over deze beoordeling voor aan de Raad en aan het Parlement.

Artikel 5

De verspreiding van de kennis die voortvloeit uit de uitvoering van dit experimentele programma geschiedt overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoekprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (1).

Gedaan te Luxemburg, 28 juni 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

H. RIESENHUBER

(1) PB nr. C 161 van 20. 6. 1983, blz. 174.

(2) PB nr. C 90 van 5. 4. 1983, blz. 5.

(3) PB nr. C 7 van 29. 1. 1974, blz. 2.

(4) PB nr. L 350 van 10. 12. 1982, blz. 45.

(1) PB nr. L 255 van 20. 9. 1974, blz. 1.

BIJLAGE

Experimenteel communautair programma inzake de stimulering van de doeltreffendheid van het wetenschappelijk en technisch potentieel van de Europese Economische Gemeenschap

Het experimenteel programma heeft betrekking op werkzaamheden van multi- of interdisciplinaire aard waaraan op multinationaal niveau moet of bij voorkeur zou moeten worden gewerkt.

Het programma kan als volgt worden omschreven:

1. drie soorten activiteiten worden met voorrang gesteund:

- werkzaamheden waaraan bij voorkeur of noodzakelijkerwijze door (mono- of pluridisciplinaire) samengestelde onderzoekteams moet worden gewerkt.

Bij de monodisciplinaire samenstelling wordt ernaar gestreefd onderzoekteams uit verschillende Lid-Staten die zich op een zelfde gebied bewegen, nader tot elkaar te brengen. Een dergelijke samenwerking moet in sommige gevallen de mogelijkheid bieden de kritische massa te bereiken die nodig is voor het ontplooien van de creativiteit van elk team.

Bij de pluridisciplinaire samenstelling wordt gestreefd naar het samenvoegen van teams uit verschillende takken van wetenschap uit verschillende Lid-Staten.

Beide vormen van samenstelling zijn gericht op de exploitatie van de rijkdom aan methodes en resultaten die in Europa is verspreid;

- werkzaamheden die de mogelijkheid bieden teams van hoog niveau te ondersteunen die, omdat hun werk nieuw is, nog niet kunnen beschikken over de steun waarop zij op grond van de waarde en het potentiële belang van hun werkzaamheden aanspraak zouden kunnen maken;

- werkzaamheden die leiden tot uitbreiding van de communicatie en de verspreiding van informatie binnen de wetenschappelijke en technische wereld.

Deze werkzaamheden hebben voornamelijk betrekking op de zeven hierna genoemde werkterreinen die dienen te worden besproken met het CODEST:

- farmacobiologie: toepassing van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van celbiologie en moleculaire biologie;

- vastestoffysica: structureringsverschijnselen en fabricageprocédés van composietmaterialen;

- optica: toepassing van moderne mathematische analysetechnieken op diverse opticaproblemen;

- verbranding: aanpak van ontbrandingsverschijnselen (ontwikkeling van brandende lichamen);

- fotometrie - fotoakoestiek: toepassing van niet-destructieve beproeving;

- klimatologie: overgangsverschijnselen;

- grensvlakverschijnselen;

2. op de in punt 1 genoemde gebieden moeten verschillende soorten stimulerende maatregelen die als maatstaf kunnen dienen, worden beproefd: toelagen voor onderzoek, koppeling van laboratoria, mobiliteit van onderzoekers, en subsidie van onderzoekteams. Daarnaast zal een specifiek project met pluridisciplinair karakter worden opgezet waarin teams uit verschillende Lid-Staten samen aan de uitvoering kunnen werken;

3. de keuze van de stimulerende maatregelen en van de betrokken wetenschappelijke en technische teams vindt als volgt plaats:

- de Commissie brengt de nationale wetenschappelijke en technische kringen op de hoogte van de mogelijkheden die de Gemeenschap op de in aanmerking komende gebieden biedt; zij verzoekt om voorstellen;

- de selectie van de voorstellen wordt verricht door de Commissie die, met steun van CODEST, een systeem van beoordeling door vakgenoten hanteert om de wetenschappelijke en technische waarde van de voorgestelde werkzaamheden en de kwaliteit van de teams die de voorstellen hebben ingediend, te beoordelen. De gekozen maatregelen dienen een multinationaal karakter te hebben (mobiliteit van onderzoekers tussen de Lid-Staten, teams bestaande uit onderzoekers uit verschillende Lid-Staten, projecten die gezamenlijk worden uitgevoerd door verschillende teams in verschillende Lid-Staten, enz.) en betrekking te hebben op activiteiten als omschreven onder punt 1; zij sluiten aan bij de elders in Gemeenschapsverband uitgevoerde wetenschappelijke en technische werkzaamheden en vormen een aanvulling hierop;

4. aan de hand van een geheel van in samenwerking met de nationale wetenschappelijke en technische kringen in de Gemeenschap uitgevoerde studies, overleg, enquêtes en seminaria moet het mogelijk zijn de wetenschappelijke en technische behoeften en mogelijkheden te analyseren en te beoordelen, ten einde de inhoud van de in het kaderprogramma op te nemen jaarlijkse stimuleringsplannen te bepalen.

Top