Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31982R0380

Verordening (EEG) nr. 380/82 van de Raad van 15 februari 1982 tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die op de Faeröer geregistreerd zijn

PB L 48 van 20.2.1982, p. 10–17 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/04/1982

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1982/380/oj

31982R0380

Verordening (EEG) nr. 380/82 van de Raad van 15 februari 1982 tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die op de Faeröer geregistreerd zijn

Publicatieblad Nr. L 048 van 20/02/1982 blz. 0010 - 0017


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 380/82 VAN DE RAAD

van 15 februari 1982

tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die op de Faeroeer geregistreerd zijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de plaatselijke Regering van de Faeroeer, anderzijds (1), inzonderheid op artikel 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat overeenkomstig de procedure voorzien in genoemde Overeenkomst, inzonderheid in artikel 2, de Gemeenschap, de Regering van Denemarken en de plaatselijke Regering van de Faeroeer overleg hebben gepleegd over hun wederzijdse visrechten voor 1982;

Overwegende dat de delegaties tijdens dat overleg zijn overeengekomen hun respectieve autoriteiten aan te bevelen bepaalde vangstquota voor 1982 vast te stellen voor vaartuigen van de andere partij;

Overwegende dat het, ten einde een te lange onderbreking van de wederzijdse visserijactiviteiten van de vaartuigen van beide partijen in de visserijzone van de andere te vermijden, noodzakelijk is dat de Gemeenschap onverwijld een tussentijdse regeling vaststelt waarbij het aan vaartuigen van de Faeroeer toegestaan wordt te vissen in de visserijzone van de Gemeenschap;

Overwegende dat daartoe derhalve tijdelijke maatregelen dienen te worden vastgesteld die later moeten worden opgenomen in een nog vast te stellen definitieve regeling op grond van artikel 43 van het Verdrag,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Vaartuigen die op de Faeroeer geregistreerd zijn mogen tot en met 30 april 1982 in de 200 mijlszone van de Lid-Staten in de Noordzee, het Skagerrak, het Kattegat, de Oostzee, de Labradorzee, de Davis Straat, de Baffin Bay en de Atlantische Oceaan benoor- den 43° 00' noorderbreedte overeenkomstig het bepaalde in deze verordening uitsluitend vissen op de in bijlage I vermelde soorten binnen de in die bijlage vastgestelde geografische en kwantitatieve grenzen.

2. De bij lid 1 toegestane visserijactiviteiten mogen, behoudens in het Skagerrak, slechts worden uitgeoefend in de gedeelten van de visserijzone van 200 mijl zeewaarts van 12 zeemijl vanaf de basislijnen van waar de territoriale wateren van de Lid-Staten worden gemeten.

3. In afwijking van lid 1 zijn onvermijdelijke bijvangsten van een soort, waarvoor in een zone geen quotum is vastgesteld, toegestaan binnen de grenzen vastgesteld in de instandhoudingsmaatregelen die in de betrokken zone gelden.

4. Bijvangsten in een bepaalde zone van een soort waarvoor in die zone een quotum is vastgesteld worden van dat quotum afgetrokken.

Artikel 2

1. Vaartuigen die vissen in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling dienen zich te houden aan de instandhoudings- en controlemaatregelen en aan alle overige voorschriften inzake de uitoefening van de visserij in de in dat artikel bedoelde zones.

2. De in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen een logboek bij te houden waarin de gegevens vermeld in bijlage II worden opgenomen.

3. De in lid 1 bedoelde vaartuigen, met uitzondering van de vaartuigen die vissen in ICES-onderafdeling IIIa, delen aan de Commissie de in bijlage III genoemde gegevens mede. Deze gegevens dienen te worden medegedeeld overeenkomstig de voorschriften van die bijlage.

4. De registratieletters en -nummers van de in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen duidelijk op beide zijden van de boeg van het vaartuig te zijn aangebracht.

Artikel 3

1. Het vissen in de wateren bedoeld in artikel 1, met uitzondering van het Skagerrak, in het kader van de in dat artikel vastgestelde quota is onderworpen aan het aan boord hebben van een door de Commissie namens de Gemeenschap afgegeven vergunning en aan het in acht nemen van de in die vergunning neergelegde voorwaarden.

2. De vergunningen in het kader van lid 1 moeten zodanig worden afgegeven dat het aantal vergunningen op ongeacht welke dag niet meer bedraagt dan:

a) 16 voor het vissen op makreel in de ICES-afdeling VIa (benoorden 56°30' NB) en in de ICES-

afdelingen VIIe, f, h, op sprot in de ICES-afdelingen IV, VIa (benoorden 56°30' NB) en op horsmakreel in de ICES-afdelingen IV, VIa (benoorden 56°30' NB), VIIe, f, h;

b) 12 voor het vissen op kever in de ICES-afdelingen IV en VIa (benoorden 56°30' NB) en zandaal in ICES-afdeling IV;

c) voor het vissen op Noorse garnaal (Pandalus borealis):

- 9 in ICES-afdeling XIV,

- 8 in NAFO-subzone 1 (ten zuiden van 68° NB);

d) 17 voor het vissen op leng en lom in ICES-afdeling VIb;

e) 6 voor het vissen op blauwe leng in de ICES-afdelingen VIa (benoorden 56°30' NB) en VIb;

f) 6 voor het vissen op zwarte heilbot in NAFO-subzone 1 en in ICES-afdeling XIV;

g) 14 voor het vissen op blauwe wijting in ICES-afdeling VII (ten westen van 12° WL) en in ICES-afdelingen VIa (benoorden 56°30' NB) en VIb;

h) 3 voor het vissen op haringhaai;

i) 16 voor het vissen op haring in ICES-afdeling VIa (benoorden 56°30' NB);

j) 6 voor het vissen op roodbaars in ICES-afdeling XIV;

k) 10 voor het vissen op lodde in ICES-afdeling XIV.

3. Elke vergunning is slechts geldig voor één vaartuig. Indien verschillende vaartuigen samen vissen, moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning.

4. Vergunningen kunnen worden geannuleerd met het oog op de afgifte van nieuwe vergunningen. De annulering gaat in op de datum waarop de vergunning bij de Commissie is ingeleverd.

5. In geval van inbreuk op de in deze verordening opgenomen verplichtingen wordt de vergunning ingetrokken.

6. Voor vaartuigen ten aanzien waarvan de in deze verordening opgenomen verplichtingen niet zijn nagekomen wordt gedurende een periode van hoogstens 12 maanden geen vergunning afgegeven.

7. De vergunningen afgegeven krachtens Verordening (EEG) nr. 3000/81 (1) en die op 31 december 1981 geldig zijn, blijven geldig uiterlijk tot en met 31 maart 1982 indien de autoriteiten van de Faeroeer daarom verzoeken.

Artikel 4

Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt:

a) naam van het vaartuig,

b) registratienummer,

c) op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers,

d) haven van registratie,

e) naam en adres van de eigenaar of huurder,

f brutotonnage en lengte over alles,

g) motorvermogen,

h) oproepnummer en radiofrequentie,

i) vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt,

j) zone waarin zal worden gevist,

k) vissoorten waarop zal worden gevist,

l) periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.

Artikel 5

Vissen op leng, lom en haringhaai in het kader van de in artikel 1 bedoelde quotaregeling is slechts toegestaan met beuglijnen.

Artikel 6

Voor de visserij in het Skagerrak gelden in het kader van de in artikel 1 bedoelde quotaregeling de volgende voorschriften:

1. het gericht vissen op haring is verboden tot en met 31 maart 1982;

2. het gericht vissen op haring voor andere doeleinden dan menselijke consumptie is verboden;

3. het gebruik van trawlnetten en ringzegens voor de vangst van pelagische soorten is verboden van zaterdag middernacht tot zondag middernacht.

Artikel 7

De bevoegde instanties van de Lid-Staten treffen de nodige maatregelen, inclusief de regelmatige inspectie van de vaartuigen ten einde de uitvoering van deze verordening te verzekeren.

Artikel 8

Indien een overtreding naar behoren is geconstateerd, delen de Lid-Staten de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de eventueel getroffen maatregelen mede.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing tot en met 30 april 1982.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 15 februari 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

P. de KEERSMAEKER

(1) PB nr. L 226 van 29. 8. 1980, blz. 11.

(1) PB nr. L 304 van 24. 10. 1981, blz. 1.

BIJLAGE I

Vangstquota

(in ton)

1.2.3 // // // // Soort // Visserijzone ICES-afdeling of NAFO-deelgebied // Hoeveelheid // // // // Leng // VIb // 500 (1) // Lom // VIb // 500 (1) // Blauwe leng // VIa (2), VIb // 400 // Makreel // IV // - // // VIa (2), VIIe, f, h // 10 000 // Horsmakreel // IV, VIa (2), VIIe, f, h // 6 000 // Kever // IV, VIa (2) // 20 000 (3) (4) // Sprot // IV, VIa (2) // 15 000 // Zandspiering // IV // 15 000 (3) // Blauwe wijting // VIa (2), VIb, VII (5) // 25 000 // Andere magere vis (uitsluitend bijvangst) // IV, VIa (2) // 750 // Haring // IIIaN (Skagerrak) (6) // 600 // // VIa (2) // 1 800 // Noorse garnaal // NAFO 1 (7) // 500 // (Pandalus borealis) // XIV // 700 // Zwarte heilbot // NAFO 1 // 150 // // XIV // 150 // Roodbaars // XIV // 500 // Haringhaai // Gehele communautaire zone, uitgezonderd NAFO 3PS // 300 // Lodde // XIV // 10 000 // // //

(1) Deze hoeveelheden zijn verwisselbaar.

(2) Benoorden 56° 30' noorderbreedte.

(3) Elk van deze hoeveelheden mag met ten hoogste 5 000 ton worden overschreden op voorwaarde dat de totale vangst van kever, zandspiering en sprot niet meer bedraagt dan 50 000 ton.

(4) Hiervan mag ten hoogste 7 000 ton worden gevangen in ICES VIa benoorden 56° 30' noorderbreedte mits, op verzoek van de EEG, bijzonderheden worden verstrekt over omvang en samenstelling van de bijvangsten.

(5) Ten westen van 12° westerlengte.

(6) In het westen begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de kust van Zweden.

(7) Bezuiden 68° noorderbreedte.

BIJLAGE II

1. De volgende gegevens dienen na iedere trek in het logboek te worden genoteerd bij het vissen in de visserijzone van 200 zeemijl voor de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap:

1.1. Gevangen hoeveelheid van elke soort (in kg), met inbegrip van bijvangsten.

1.2. Datum en tijdstip waarop de trek heeft plaatsgevonden.

1.3. Geografische positie waarin de vangsten zijn gedaan.

1.4. Gebruikte vismethode.

1.5. Alle radioberichten bedoeld in bijlage III.

2. Het volgende logboek moet worden gebruikt bij het vissen in het NAFO-deelgebied 1 en in ICES-afdeling XIV:

EUROPESE GEMEENSCHAPPEN - LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ IN NAFO-SUBZONE 1 EN ICES-ONDERAFDELING XIV

Naam van het vaartuig

Identificatienummer

Nummer communau-

taire vergunning

Datum Positie om 12.00 uur (GMT )

Dag

Maand Jaar Breedtegraad

Lengtegraad NAFO-

afdeling 09

N

W

Begin

trek

(GMT ) Einde

trek

(GMT ) Vis-

tijd

(uren) Diepte

(meter) Positie aan het

begin van de trek

Breedte-

graad Lengte-

graad NAFO-

afd. Type

vis-

tuig Aantal

binnen-

gehaalde

netten

of lijnen Maas-

wijdte Subtotaal voor de visdag

Totaal voor de visreis

Vandaag verwerkt voor menselijke consumptie (in kg afgerond gewicht)

Vandaag verwerkt voor industriële doeleinden (in kg afgerond gewicht)

Vangst per soort

(in kilogram - afgerond gewicht)

Kabel-

jauw

(101) Rood-

baars

(103) Zwarte

heilbot

(118) Heilbot

(120) Roundnose

Grenadier

(168) Zee-

wolf

(188) Lodde

(340) Garnaal

(639) gehouden overboord gehouden overboord gehouden overboord gehouden overboord gehouden overboord gehouden overboord gehouden overboord gehouden overboord gehouden overboord TOTAAL

Opmerkingen

Handtekening van de kapitein

BIJLAGE III

1. De volgende inlichtingen moeten aan de Commissie worden verstrekt volgens het onderstaande tijdschema:

1.1. Bij het binnenvaren van het vaartuig:

1.1.1. in de visserijzones van 200 zeemijl langs de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap, die onder de jurisdictie van deze Lid-Staten op het gebied van de visserij vallen,

of

1.1.2. in NAFO-deelgebied 1 als omschreven in de Overeenkomst inzake de toekomstige multilaterale samenwerking aangaande de visserij in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan dat valt onder de jurisdictie van Denemarken:

a) de in punt 1.5 aangegeven elementen;

b) gewicht (in kg) van de hoeveelheden in het ruim, per vissoort;

c) tijdstip en NAFO-deelgebied of ICES-afdeling waarin de gezagvoerder voorziet met het vissen te beginnen.

Wanneer de visserijactiviteiten ertoe nopen een bepaalde dag meer dan eenmaal de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 binnen te varen, is een mededeling bij het eerste binnenvaren voldoende.

1.2. Bij het verlaten van:

1.2.1. de sub 1.1.1 bedoelde zone:

a) de in punt 1.5 aangegeven elementen;

b) gewicht (in kg) van de hoeveelheden in het ruim, per vissoort;

c) gewicht (in kg) van de sedert het vorige bericht gevangen vissoorten;

d) ICES-onderafdeling of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan;

e) gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die op andere vaartuigen zijn overgeladen sinds het vaartuig de zone is binnengevaren, onder vermelding van het vaartuig waarop de hoeveelheden zijn overgeladen;

f) gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die in een haven van de Gemeenschap zijn aangevoerd sinds het vaartuig de zone is binnengevaren;

1.2.2. de sub 1.1.2 bedoelde zone:

de inlichtingen bedoeld sub a), b), c), d), e), f),

g) gewicht ( in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht overboord zijn gezet.

1.3. Een voorafgaande mededeling ten minste 48 uur vóór het geplande vertrek van het vaartuig uit de onder 1.1.2 bedoelde zone en uit ICES-afdeling XIV.

1.4. Wanneer op demersale vissoorten wordt gevist om de zeven dagen, te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig voor het eerst de zones bedoeld onder 1.1.1 en 1.1.2 is binnengevaren en wanneer op pelagische vissoorten wordt gevist elke dag, te beginnen op de dag volgende op deze waarop het vaartuig voor het eerst de zone bedoeld onder 1.1.1 is binnengevaren:

a) de in punt 1.5 aangegeven elementen;

b) gewicht (in kg) van de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden, per vissoort;

c) ICES-onderafdeling of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan.

1.5. a) Naam, roepnaam, identiteitsnummers en -letters van het vaartuig en naam van de kapitein;

b) Nummer van de vergunning indien het schip met een vergunning vist;

c) Volgnummer van het bericht;

d) Aanduiding van de aard van het bericht;

e) Datum, uur en geografische positie van het vaartuig. 2.1. De sub 1 bedoelde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel (telexadres 24189 FISEU B) worden medegedeeld via een van de sub 3 vermelde radiostations en wel in de sub 4 aangegeven vorm.

2.2. Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig kan worden verzonden, mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden.

1.2.3 // 3. // Naam van het radiostation // Oproepletters van het radiostation // // Skagen // OXP // // Blaavand // OXB // // Roenne // OYE // // Norddeich // DAF DAK // // // DAH DAL // // // DAI DAM // // // DAJ DAN // // Scheveningen // PCH // // Oostende // OST // // North Foreland // GNF // // Humber // GKZ // // Cullercoats // GCC // // Wick // GKR // // Oban // GNE // // Portpatrick // GPK // // Anglesey // GLV // // Ilfracombe // GIL // // Niton // GNI // // Stonehaven // GND // // Portshead // GKA // // // GKB // // // GKC // // Land's End // GLD // // Valentia // EJK // // Malin Head // EJM // // Boulogne // FFB // // Brest // FFU // // Saint-Nazaire // FFO // // Bordeaux-Arcachon // FFC // // Prins Christians Sund // OZN // // Angmagssalik // OZL // // Julianehaab // OXF // // Godthaab // OXI // // Holsteinsborg // OYS // // Godhavn // OZM // // Thorshavn // OXJ // // Velferdsstasjon Faeringerhamm // 22239 // // Bergen // LGN // // Farsund // LGZ // // Floroe // LGL // // Rogaland // LGQ // // Tjoeme // LGT // // AAlesund // LGA

4. Vorm van de berichten

De sub 1 bedoelde inlichtingen betreffende de visserijactiviteiten in de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 moeten onderstaande elementen bevatten en in onderstaande volgorde worden verstrekt:

- naam van het vaartuig;

- roepnaam van het vaartuig;

- op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers;

- volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis;

- aanduiding van de aard van het bericht aan de hand van de volgende code:

- bericht bij het binnenvaren van een van de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2: IN,

- bericht bij het verlaten van een van de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2: OUT,

- bericht bij het veranderen van de ene naar de andere ICES-afdeling: ICES,

- wekelijks bericht: WKL,

- bericht van gepland vertrek uit de zone bedoeld onder 1.1.2: NL; - geografische positie;

- ICES-onderafdeling of NAFO-deelgebied waarin de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;

- datum waarop de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;

- het gewicht (in kg) van de vangsten, per vissoort, die zich in de ruimen bevinden met gebruikmaking van de sub 5 opgenomen code;

- ICES-onderafdeling of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan;

- gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen;

- naam en roepnaam van het vaartuig waarop deze hoeveelheden zijn overgeladen;

- gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht zijn aangevoerd in een haven van de Gemeenschap;

- naam van de kapitein;

- gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht overboord zijn gezet met gebruikmaking van de sub 5 opgenomen code, uitsluitend in het geval van visserijactiviteiten in de sub 1.1.2 bedoelde zone.

5. Code voor het mededelen van de sub 4 hierboven bedoelde hoeveelheden vis die zich aan boord bevinden:

1.2 // - A: // Noorse garnaal (Pandalus borealis) // - B: // Heek (Merluccius merluccius) // - C: // Zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides) // - D: // Kabeljauw (Gadus morrhua) // - E: // Schelvis (Melanogrammus aeglefinus) // - F: // Heilbot (Hippoglossus hippoglossus) // - G: // Makreel (Scomber scombrus) // - H: // Horsmakreel (Trachurus trachurus) // - I: // Roundnose Grenadier (Coryphaenoides rupestris) // - J: // Koolvis (Pollachius virens) // - K: // Wijting (Merlangus merlangus) // - L: // Haring (Clupea harengus) // - M: // Zandspiering (Ammodytes sp.) // - N: // Sprot (Clupea sprattus) // - O: // Schol (Pleuronectes platessa) // - P: // Kever (Trisopterus esmarkii) // - Q: // Leng (Molva molva) // - R: // Andere // - S: // Garnaal (Penaeidae) // - T: // Ansjovis (Engraulis encrassicholus) // - U: // Noorse schelvis (Sebastes sp.) // - V: // Amerikaanse schol (Hypoglossoides platessoides) // - W: // Pijlinktvis (Illex) // - X: // Geelstaartmakreel (Limanda ferruginea) // - Y: // Blauwe wijting (Gadus poutassou) // - Z: // Tonijn (Thunnidae) // - AA: // Blauwe leng (Molva dypterygia) // - BB: // Lom (Brosme brosme) // - CC: // Hondshaai (Scyliorhinus retifer) // - DD: // Reuzenhaai (Cetorhindae) // - EE: // Haringhaai (Lamna nasus) // - FF: // Inktvis (Loligo vulgaris) // - GG: // Braam (Brama brama) // - HH: // Sardien (Sardina pilchardus)

- N : Sprot ( Clupea sprattus )

- O : Schol ( Pleuronectes platessa )

- P : Kever ( Trisopterus esmarkii )

- Q : Leng ( Molva molva )

- R : Andere

- S : Garnaal ( Penaeidae )

- T : Ansjovis ( Engraulis encrassicholus )

- U : Noorse schelvis ( Sebastes sp . )

- V : Amerikaanse schol ( Hypoglossoides platessoides )

- W : Pijlinktvis ( Illex )

- X : Geelstaartmakreel ( Limanda ferruginea )

- Y : Blauwe wijting ( Gadus poutassou )

- Z : Tonijn ( Thunnidae )

- AA : Blauwe leng ( Molva dypterygia )

- BB : Lom ( Brosme brosme )

- CC : Hondshaai ( Scyliorhinus retifer )

- DD : Reuzenhaai ( Cetorhindae )

- EE : Haringhaai ( Lamna nasus )

- FF : Inktvis ( Loligo vulgaris )

- GG : Braam ( Brama brama )

- HH : Sardien ( Sardina pilchardus )

Top