This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31981R3797
Council Regulation (EEC) No 3797/81 of 29 December 1981 opening, allocating and providing for the administration of Community tariff quotas for certain fishery products (1982)
Verordening (EEG) nr. 3797/81 van de Raad van 29 december 1981 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijprodukten (1982)
Verordening (EEG) nr. 3797/81 van de Raad van 29 december 1981 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijprodukten (1982)
PB L 379 van 31.12.1981, p. 27–47
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1982
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Partial suspension | 31981R3300 | gedeeltelijke schorsing | DD | 01/01/1982 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 31981R3797R(01) | ||||
Corrected by | 31981R3797R(02) | ||||
Corrected by | 31981R3797R(03) |
Verordening (EEG) nr. 3797/81 van de Raad van 29 december 1981 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijprodukten (1982)
Publicatieblad Nr. L 379 van 31/12/1981 blz. 0027
++++ VERORDENING ( EEG ) NR . 3797/81 VAN DE RAAD VAN 29 DECEMBER 1981 BETREFFENDE DE OPENING , DE VERDELING EN DE WIJZE VAN BEHEER VAN COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN VOOR BEPAALDE VISSERIJPRODUKTEN ( 1982 ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 113 , GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE , OVERWEGENDE DAT HET , IN HET KADER VAN DE EXTERNE BETREKKINGEN OP VISSERIJGEBIED , IN HET BELANG VAN DE GEMEENSCHAP IS DE RECHTEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF GEDEELTELIJK TE SCHORSEN VOOR EEN AANTAL VISSERIJPRODUKTEN BINNEN DE GRENZEN VAN PASSENDE COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN ; DAT DERHALVE VOOR 1982 COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN DIENEN TE WORDEN GEOPEND VOOR NOORSE SCHELVIS ( SEBASTES MARINUS ) , BEVROREN , KABELJAUW ( GADUS MORRHUA ) , BEVROREN , FILETS VAN KABELJAUW , BEVROREN , EN HARINGLAPPEN , BEREID OF VERDUURZAAMD IN AZIJN , IN VERPAKKINGEN MET EEN NETTO-INHOUD VAN 10 KG OF MEER , VAN DE POSTEN 03.01 B I F ) 2 , EX 03.01 B I H ) 2 , 03.01 B II B ) 1 EN EX 16.04 C II VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF ; DAT DE MOGELIJKHEID OM GEBRUIK TE MAKEN VAN DE CONTINGENTEN DIE ZIJN GEOPEND VOOR DE PRODUKTEN VAN DE POSTEN EX 03.01 B I H ) 2 EN 03.01 B II B ) 1 , MET NAME ONDERWORPEN IS AAN DE OVERLEGGING AAN DE DOUANEAUTORITEITEN VAN DE GEMEENSCHAP VAN EEN CERTIFICAAT DAT IS AFGEGEVEN DOOR DE ERKENDE INSTANTIES VAN HET LAND VAN OORSPRONG , WAARIN WORDT VERKLAARD DAT DE BETROKKEN PRODUKTEN AFKOMSTIG ZIJN VAN VISSEN DIE THUISHOREN IN HET NOORDEN VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN EN DAT DEZE GEVANGEN ZIJN MET INACHTNEMING VAN DE INTERNATIONALE VERDRAGEN OP HET GEBIED VAN DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN ; DAT DE CERTIFICATEN DIE BETREKKING HEBBEN OP DEZE PRODUKTEN , BOVENDIEN DE VERKLARING MOETEN BEVATTEN DAT DE AANGEBODEN PRODUKTEN AFKOMSTIG ZIJN VAN KABELJAUW VAN DE SOORT GADUS MORRHUA ; OVERWEGENDE DAT OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 64 VAN DE AKTE VAN TOETREDING VAN 1979 DE HELLEENSE REPUBLIEK GEHOUDEN IS OM VOOR DE BETROKKEN PRODUKTEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1981 HET RECHT VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF VOLLEDIG OF OP AANGEPASTE WIJZE TOE TE PASSEN ; DAT HET DERHALVE VAN BELANG IS OM MET GEBRUIKMAKING VAN DE BETROKKEN TARIEFCONTINGENTEN TE VOORZIEN IN DE BEHOEFTEN VAN DEZE LID-STAAT IN DE LOOP VAN DE BETROKKEN CONTINGENTSPERIODE WAARVOOR HET CONTINGENT GELDT ; OVERWEGENDE DAT MET NAME DIENT TE WORDEN GEWAARBORGD DAT ALLE IMPORTEURS IN GELIJKE MATE EN TE ALLEN TIJDE GEBRUIK KUNNEN MAKEN VAN GENOEMDE CONTINGENTEN EN DAT DE AAN DE CONTINGENTEN VERBONDEN RECHTEN OP ALLE INVOER ZONDER ONDERBREKING WORDEN TOEGEPAST TOTDAT DIT CONTINGENT GEHEEL IS BENUT ; DAT EEN SYSTEEM VOOR DE BENUTTING VAN DE COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN , GEBASEERD OP EEN VERDELING OVER DE LID-STATEN , IN OVEREENSTEMMING LIJKT TE ZIJN MET HET COMMUNAUTAIRE KARAKTER VAN GENOEMDE CONTINGENTEN , GELET OP BOVENGENOEMDE BEGINSELEN ; DAT DEZE VERDELING , OM DE WERKELIJKE ONTWIKKELING OP DE MARKT VAN HET BETROKKEN PRODUKT ZO GOED MOGELIJK WEER TE GEVEN , MOET WORDEN TOEGEPAST NAAR VERHOUDING VAN DE BEHOEFTEN , BEREKEND ENERZIJDS OP GROND VAN DE STATISTISCHE GEGEVENS BETREFFENDE DE INVOER UIT DERDE LANDEN GEDURENDE EEN REPRESENTATIEVE REFERENTIEPERIODE EN ANDERZIJDS OP GROND VAN DE ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN VOOR HET BETROKKEN CONTINGENTSJAAR ; OVERWEGENDE EVENWEL DAT HET PRODUKTEN BETREFT VAN EEN WELBEPAALDE OORSPRONG , DIE NIET APART IN DE STATISTISCHE NOMENCLATUUR ZIJN OPGENOMEN ; DAT HET DAAROM NOG NIET MOGELIJK IS OM VOLDOENDE NAUWKEURIGE EN REPRESENTATIEVE STATISTISCHE GEGEVENS TE VERZAMELEN ; DAT HET BIJGEVOLG JUIST IS EEN BETREKKELIJK BELANGRIJKE HOEVEELHEID VAN DEZE CONTINGENTEN TE BESTEMMEN VOOR DE COMMUNAUTAIRE RESERVES , TERWIJL DE REST VAN DEZE CONTINGENTEN OVER DE LID-STATEN WORDT VERDEELD NAAR RATO VAN HUN VOORZIENBARE INVOERBEHOEFTES ; DAT VOOR DEZE PRODUKTEN DE PERCENTAGES VAN AANVANKELIJKE DEELNAME AAN DE CONTINGENTEN DERHALVE ALS VOLGT KUNNEN WORDEN VASTGESTELD : *EX 03.01 B I H ) 2 ( 5 000 T ) *EX 03.01 B II B ) 1 ( 7 000 T ) *EX 03.01 B II B ) 1 ( 9 000 T ) *EX 16.04 C II ( 3 000 T ) * BENELUX*5,95*2,86*3*0,46* DENEMARKEN*11,90*9,43*10*0,46* BONDSREPUBLIEK DUITSLAND*29,76*49,43*48,50*92,60* GRIEKENLAND*0,60*0,85*0,25*0,46* FRANKRIJK*20,83*24,86*25*0,46* *EX 03.01 B I H ) 2 ( 5 000 T ) *EX 03.01 B II B ) 1 ( 7 000 T ) *EX 03.01 B II B ) 1 ( 9 000 T ) *EX 16.04 C II ( 3 000 T ) * IERLAND*0,60*0,29*0,25*0,46* ITALIE*0,60*0,85*0,50*0,46* VERENIGD KONINKRIJK*29,76*11,43*12,50*4,64* OVERWEGENDE DAT , TEN EINDE REKENING TE HOUDEN MET DE EVENTUELE ONTWIKKELING VAN DE INVOER VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN , DE CONTINGENTEN IN TWEE GEDEELTEN MOETEN WORDEN GESPLITST , WAARBIJ HET EERSTE GEDEELTE OVER DE LID-STATEN WORDT VERDEELD EN HET TWEEDE GEDEELTE EEN RESERVE VORMT OM DE LATERE BEHOEFTEN TE DEKKEN VAN DE LID-STATEN DIE HUN AANVANKELIJK QUOTUM HEBBEN UITGEPUT ; DAT , TEN EINDE DE IMPORTEURS EEN ZEKERE WAARBORG TE GEVEN , HET EERSTE GEDEELTE VAN HET COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENT MOET WORDEN VASTGESTELD OP EEN BETREKKELIJK HOOG NIVEAU , DAT IN HET ONDERHAVIGE GEVAL RESPECTIEVELIJK 33,6 % , 50 % , 44,4 % EN 72 % VAN HET CONTINGENT ZOU KUNNEN BEDRAGEN ; OVERWEGENDE DAT DE AANVANKELIJKE QUOTA MEER OF MINDER SNEL KUNNEN ZIJN UITGEPUT ; DAT HET , TEN EINDE HIERMEE REKENING TE HOUDEN EN ELKE ONDERBREKING TE VERMIJDEN , VAN BELANG IS , DAT IEDERE LID-STAAT DIE ZIJN AANVANKELIJK QUOTUM NAGENOEG GEHEEL HEEFT BENUT , EEN EXTRA QUOTUM UIT DE RESERVE OPNEEMT ; DAT IEDERE LID-STAAT ZULKS MOET DOEN WANNEER ELK VAN ZIJN EXTRA QUOTA BIJNA GEHEEL IS BENUT EN WEL ZO VAAK ALS DE RESERVE DAT TOELAAT ; DAT HET GELET OP DE BIJZONDERE KWETSBAARHEID VAN DE VISSERIJMARKT ZOALS DIE MOMENTEEL BESTAAT IN HET VERENIGD KONINKRIJK , RAADZAAM IS OP DEZE MARKT GEEN NIEUWE DRUK UIT TE OEFENEN DOOR EXTRA INVOERUIT DERDE LANDEN ; DAT HET DIENTENGEVOLGE DIENSTIG IS OM , ONVERMINDERD DE LATER VAST TE STELLEN REGELING , DEZE LID-STAAT UIT TE SLUITEN VAN DE VERPLICHTING OM AANVULLENDE QUOTA UIT DE RESERVE OP TE NEMEN ; DAT DE AANVANKELIJKE EN DE EXTRA QUOTA GELDIG MOGEN ZIJN TOT AAN HET EINDE VAN DE CONTINGENTSPERIODE ; DAT VOOR DEZE WIJZE VAN BEHEER EEN NAUWE SAMENWERKING VEREIST IS TUSSEN DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE , DIE MET NAME DE BENUTTINGSGRAAD VAN HET CONTINGENT MOET KUNNEN VOLGEN EN DE LID-STATEN HIEROVER MOET KUNNEN INLICHTEN ; OVERWEGENDE DAT HET , INDIEN IN EEN LID-STAAT OP EEN BEPAALD TIJDSTIP VAN DE CONTINGENTSPERIODE EEN BELANGRIJK OVERSCHOT BESTAAT , NOODZAKELIJK IS DAT DEZE STAAT DAARVAN EEN AANZIENLIJK PERCENTAGE TERUGSTORT IN DE RESERVE , TEN EINDE TE VERMIJDEN DAT EEN GEDEELTE VAN HET COMMUNAUTAIRE CONTINGENT IN EEN LID-STAAT ONBENUT BLIJFT , TERWIJL ANDERE LID-STATEN ER GEBRUIK VAN ZOUDEN KUNNEN MAKEN ; OVERWEGENDE DAT , AANGEZIEN HET KONINKRIJK BELGIE , HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG VERENIGD ZIJN IN EN VERTEGENWOORDIGD WORDEN DOOR DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE , ELKE HANDELING MET BETREKKING TOT HET BEHEER VAN DE AAN DE GENOEMDE ECONOMISCHE UNIE TOEGEWEZEN QUOTA KAN WORDEN VERRICHT DOOR EEN VAN HAAR LEDEN , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : ARTIKEL 1 1 . VOOR HET TIJDVAK VAN 1 JANUARI TOT 31 DECEMBER 1982 WORDT EEN COMMUNAUTAIR TARIEFCONTINGENT GEOPEND VAN 5 000 TON MET EEN RECHT VAN 3,7 % VOOR NOORSE SCHELVIS ( SEBASTES MARINUS ) , BEVROREN , EN KABELJAUW ( GADUS MORRHUA ) , BEVROREN , VAN DE POSTEN 03.01 B I F ) 2 EN EX 03.01 B I H ) 2 VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF BESTEMD OM EEN VAN DE BEHANDELINGEN TE ONDERGAAN DIE TOEGESTAAN ZIJN KRACHTENS LID 4 . 2 . VOOR HET TIJDVAK VAN 1 JANUARI TOT 31 DECEMBER 1982 WORDEN COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN GEOPEND VAN 7 000 TON MET EEN RECHT VAN 4 % EN VAN 9 000 TON MET EEN RECHT VAN 6 % VOOR BEVROREN FILETS VAN KABELJAUW VAN POST 03.01 B II B ) 1 VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF , BESTEMD OM EEN VAN DE BEHANDELINGEN TE ONDERGAAN DIE TOEGESTAAN ZIJN KRACHTENS LID 4 . 3 . VOOR HET TIJDVAK VAN 1 JANUARI TOT 31 DECEMBER 1982 WORDT EEN COMMUNAUTAIR TARIEFCONTINGENT GEOPEND VAN 3 000 TON MET EEN RECHT VAN 10 % VOOR HARINGLAPPEN , BEREID OF VERDUURZAAMD IN AZIJN , IN VERPAKKINGEN MET EEN NETTO-INHOUD VAN 10 KG OF MEER , VAN POST EX 16.04 C II VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF . 4 . ONVERMINDERD LID 5 GELDT DE PREFERENTIELE REGELING VOOR VIS DIE BESTEMD IS OM AAN EEN ANDERE BEHANDELING DAN UITSLUITEND EEN OF MEER VAN DE VOLGENDE BEHANDELINGEN TE WORDEN ONDERWORPEN : - SCHOONMAKEN , ONTDOEN VAN INGEWANDEN , STAART OF KOP , - IN STUKKEN SNIJDEN , MET UITZONDERING VAN HET FILEREN OF VAN HET IN STUKKEN SNIJDEN VAN VRIESBLOKKEN , - SORTEREN , - ETIKETTEREN , - VERPAKKEN , - VERPAKKEN MET IJS , - BEVRIEZEN , - DIEPVRIEZEN , - ONTDOOIEN , SCHEIDEN . DE PREFERENTIELE REGELING NIET VAN TOEPASSING OP PRODUKTEN DIE BESTEMD ZIJN OM EEN BEHANDELING TE ONDERGAAN DIE EEN RECHT OP HET CONTINGENT DOET ONTSTAAN MAAR DIE WORDT VERRICHT DOOR DE KLEINHANDEL OF DOOR RESTAURATIEBEDRIJVEN . DE PREFERENTIELE REGELING GELDT ALLEEN VOOR VIS DIE BESTEMD IS VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE . 5 . HET GEBRUIK VAN DE TARIEFCONTINGENTEN GEOPEND VOOR DE PRODUKTEN VAN DE POSTEN EX 03.01 B I H ) 2 EN 03.01 B II B ) 1 VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF IS UITSLUITEND TOEGESTAAN VOOR PRODUKTEN WELKE VERGEZELD ZIJN VAN EEN CERTIFICAAT , AFGEZIEN DOOR EEN DER IN BIJLAGE II VERMELDE ERKENDE INSTANTIES VAN DE LANDEN VAN OORSPRONG . HET CERTIFICAAT DIENT CONFORM TE ZIJN AAN EEN DER MODELLEN IN BIJLAGE I EN DE VERKLARING TE BEVATTEN DAT DE VIS WAARVAN HET PRODUKT AFKOMSTIG IS , GEVANGEN IS IN HET NOORDEN VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN , MET INACHTNEMING VAN DE INTERNATIONALE VERDRAGEN OP HET GEBIED VAN HET BEHOUD EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN . HET CERTIFICAAT DIENT BOVENDIEN EEN VERKLARING TE BEVATTEN DAT DE AANGEBODEN PRODUKTEN AFKOMSTIG ZIJN VAN KABELJAUW VAN DE SOORT GADUS MORRHUA . 6 . BINNEN DE GRENZEN VAN DEZE TARIEFCONTINGENTEN WORDEN DOOR DE HELLEENSE REPUBLIEK INVOERRECHTEN TOEGEPAST WELKE BEREKEND WORDEN OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN TER ZAKE IN DE AKTE VAN TOETREDING . ARTIKEL 2 1 . DE IN ARTIKEL 1 GENOEMDE CONTINGENTEN WORDEN IN TWEE GEDEELTEN GESPLITST . EEN EERSTE GEDEELTE VAN ELK CONTINGENT , RESPECTIEVELIJK 1 680 , 3 500 , 4 000 EN 2 160 TON , WORDT OVER DE LID-STATEN VERDEELD ; DE QUOTA DIE , BEHOUDENS ARTIKEL 5 , TOT EN MET 31 DECEMBER 1982 GELDEN , BEDRAGEN VOOR DE LID-STATEN DE VOLGENDE HOEVEELHEDEN : *CONTINGENT ARTIKEL 1 , PARAGRAAF 1*CONTINGENT ARTIKEL 1 , PARAGRAAF 2*CONTINGENT ARTIKEL 1 , PARAGRAAF 3* *5 000 T RECHT : 3,7 % *7 000 T RECHT : 4 % *9 000 T RECHT : 6 % *3 000 T RECHT : 10 % * BENELUX*100*100*120*10* DENEMARKEN*200*330*400*10* DUITSLAND*500*1 730*1 940*2 000* GRIEKENLAND*10*30*10*10* FRANKRIJK*350*870*1 000*10* IERLAND*10*10*10*10* ITALIE*10*30*20*10* VERENIGD KONINKRIJK*500*400*500*100* *1 680*3 500*4 000*2 160* 2 . HET TWEEDE GEDEELTE VAN ELK CONTINGENT , RESPECTIEVELIJK 3 320 , 3500 , 5 000 EN 840 TON , VORMT DE OVEREENKOMSTIGE RESERVE . ARTIKEL 3 1 . INDIEN HET AANVANKELIJK AAN EEN LID-STAAT TOEGEKENDE QUOTUM ZOALS DAT IN ARTIKEL 2 , LID 1 , IS VASTGESTELD , DAN WEL DAT ZELFDE VERMINDERD MET HET KRACHTENS ARTIKEL 5 IN DE RESERVE TERUGGESTORTE GEDEELTE , VOOR 90 % OF MEER IS BENUT , GAAT DEZE LID-STAAT DOOR MIDDEL VAN EEN KENNISGEVING AAN DE COMMISSIE ONVERWIJLD OVER TOT OPNEMING , VOOR ZOVER DE OVEREENKOMSTIGE RESERVE ZULKS TOELAAT , VAN EEN TWEEDE QUOTUM , GELIJK AAN 10 % VAN ZIJN AANVANKELIJK QUOTUM , EVENTUEEL OP DE VOLGENDE EENHEID NAAR BOVEN AFGEROND . 2 . INDIEN , NA UITPUTTING VAN ZIJN AANVANKELIJK QUOTUM , OOK HET TWEEDE DOOR EEN LID-STAAT OPGENOMEN QUOTUM VOOR 90 % OF MEER IS BENUT , GAAT DEZE LID-STAAT ONDER DE IN LID 1 GENOEMDE VOORWAARDEN ONVERWIJLD OVER TOT OPNEMING VAN EEN DERDE QUOTUM , GELIJK AAN 5 % VAN ZIJN AANVANKELIJK QUOTUM , EVENTUEEL OP DE VOLGENDE EENHEID NAAR BOVEN AFGEROND . 3 . INDIEN , NA UITPUTTING VAN ZIJN TWEEDE QUOTUM , OOK HET DERDE DOOR EEN LID-STAAT OPGENOMEN QUOTUM VOOR 90 % OF MEER IS BENUT , GAAT DEZE LID-STAAT ONDER DE IN LID 1 GENOEMDE VOORWAARDEN OVER TOT OPNEMING VAN EEN VIERDE QUOTUM , DAT GELIJK IS AAN HET DERDE . DEZE HANDELWIJZE WORDT TOEGEPAST TOTDAT DE RESERVE IS UITGEPUT . 4 . IN AFWIJKING VAN DE LEDEN 1 TOT EN MET 3 KAN ELKE LID-STAAT OVERGAAN TOT OPNEMING VAN KLEINERE QUOTA DAN IN DIE LEDEN IS BEPAALD , INDIEN ER REDENEN ZIJN OM AAN TE NEMEN DAT DEZE WELLICHT NIET ZULLEN WORDEN UITGEPUT . HIJ DEELT AAN DE COMMISSIE DE REDENEN MEDE DIE TOT TOEPASSING VAN DIT LID HEBBEN GELEID . 5 . DE LEDEN 1 TOT EN MET 4 GELDEN ECHTER NIET VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK . ARTIKEL 4 DE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 3 OPGENOMEN EXTRA QUOTA GELDEN TOT EN MET 31 DECEMBER 1982 . ARTIKEL 5 DE LID-STATEN STORTEN UITERLIJK OP 1 OKTOBER 1982 VAN HET NIET BENUTTE GEDEELTE VAN HUN AANVANKELIJK QUOTUM DAT DEEL IN DE RESERVE TERUG DAT OP 15 SEPTEMBER 1982 20 % VAN HET AANVANKELIJK QUOTUM TE BOVEN GAAT . ZIJ KUNNEN EEN GROTERE HOEVEELHEID TERUGSTORTEN , INDIEN ER REDENEN ZIJN OM AAN TE NEMEN DAT DEZE WELLICHT NIET ZAL WORDEN BENUT . ELKE LID-STAAT DOET DE COMMISSIE UITERLIJK OP 1 OKTOBER 1982 MEDEDELING VAN DE TOTALE INVOER VAN HET BETROKKEN PRODUKT , DIE TOT EN MET 15 SEPTEMBER 1982 HEEFT PLAATSGEVONDEN , EN OP HET COMMUNAUTAIRE CONTINGENT IS AFGEBOEKT , ALSMEDE EVENTUEEL VAN HET GEDEELTE VAN ZIJN AANVANKELIJK QUOTUM , DAT HIJ IN DE RESERVE TERUGSTORT . ARTIKEL 6 DE COMMISSIE BOEKT DE HOEVEELHEDEN VAN DE DOOR DE LID-STATEN OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 2 EN 3 GEOPENDE QUOTA EN BRENGT ELKE LID-STAAT , ZODRA DE OPGAVEN HAAR BEREIKEN , OP DE HOOGTE VAN DE UITPUTTINGSGRAAD VAN DE RESERVE . ZIJ STELT DE LID-STATEN UITERLIJK OP 5 OKTOBER 1982 IN KENNIS VAN DE OMVANG VAN DE RESERVE NA DE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 5 VERRICHTE TERUGSTORTINGEN . ZIJ DRAAGT ER ZORG VOOR DAT DE OPNEMING UIT EEN VAN DE RESERVES TOT DE NOG BESCHIKBARE HOEVEELHEID BEPERKT BLIJFT EN DEELT DAARTOE AAN DE LID-STAAT DIE DEZE LAATSTE OPNEMING VERRICHT , MEDE HOEVEEL DIT SALDO BEDRAAGT . ARTIKEL 7 1 . DE LID-STATEN NEMEN ALLE DIENSTIGE MAATREGELEN OPDAT BIJ OPENING VAN DE MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 3 DOOR HEN OPGENOMEN EXTRA QUOTA , DE DOOR HEN INGEVOERDE HOEVEELHEDEN ZONDER ONDERBREKING KUNNEN WORDEN AFGEBOEKT OP HUN GECUMULEERD AANDEEL IN DE COMMUNAUTAIRE CONTINGENTEN . 2 . DE LID-STATEN NEMEN ALLE DIENSTIGE MAATREGELEN OPDAT GEWAARBORGD WORDT DAT DE IN ARTIKEL 1 , LEDEN 1 EN 2 , BEDOELDE PRODUKTEN DIE ONDER DEZE CONTINGENTEN VALLEN EN DIE GELEID HEBBEN TOT DEZE PREFERENTIELE REGELING , DE BIJ INVOER AANGEGEVEN BEHANDELING ONDERGAAN . DE CONTROLE OP HET GEBRUIK VAN DE VOORGESCHREVEN BIJZONDERE BESTEMMING GESCHIEDT IN DAT GEVAL DOOR TOEPASSING VAN DE OP DIT GEBIED GELDENDE COMMUNAUTAIRE BEPALINGEN . 3 . DE LID-STATEN WAARBORGEN AAN DE OP HUN GRONDGEBIED GEVESTIGDE IMPORTEURS VAN HET PRODUKT VRIJE TOEGANG TOT DE HUN TOEGEKENDE QUOTA . 4 . DE LID-STATEN BOEKEN DE INGEVOERDE HOEVEELHEDEN AF OP HUN QUOTA NAARGELANG HET BETROKKEN PRODUKT BIJ DE DOUANE TEN INVOER IN HET VRIJE VERKEER WORDT AANGEGEVEN . 5 . DE BENUTTINGSGRAAD VAN DE QUOTA VAN DE LID-STATEN WORDT VASTGESTELD OP GROND VAN DE INGEVOERDE HOEVEELHEDEN , DIE ONDER DE IN LID 4 BEPAALDE VOORWAARDEN WORDEN AFGEBOEKT . ARTIKEL 8 DE LID-STATEN STELLEN DE COMMISSIE OP HAAR VERZOEK OP DE HOOGTE VAN DE INVOER DIE DAADWERKELIJK OP HUN QUOTA IS AFGEBOEKT . ARTIKEL 9 DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE WERKEN NAUW SAMEN OM TE BEREIKEN DAT DEZE VERORDENING WORDT NAGEKOMEN . ARTIKEL 10 DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP 1 JANUARI 1982 . DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT . GEDAAN TE BRUSSEL , 29 DECEMBER 1981 . VOOR DE RAAD DE VOORZITTER P . WALKER BIJLAGEN : ZIE P.B .