Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981R3069

    Verordening (EEG) nr. 3069/81 van de Raad van 26 oktober 1981 inzake de invoerregeling voor bepaalde derde landen in de sector schape- en geitevlees in 1981

    PB L 308 van 29.10.1981, p. 1–2 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1981

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1981/3069/oj

    31981R3069

    Verordening (EEG) nr. 3069/81 van de Raad van 26 oktober 1981 inzake de invoerregeling voor bepaalde derde landen in de sector schape- en geitevlees in 1981

    Publicatieblad Nr. L 308 van 29/10/1981 blz. 0001 - 0002


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 3069/81 VAN DE RAAD

    van 26 oktober 1981

    inzake de invoerregeling voor bepaalde derde landen in de sector schape- en geitevlees in 1981

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

    Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1837/80 van de Raad van 27 juni 1980 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees (3) een regeling voor het handelsverkeer met derde landen is vastgesteld voor deze sector; dat deze regeling met name voorziet in de toepassing van een invoerheffing;

    Overwegende dat de Gemeenschap met het merendeel van de derde landen die produkten van de sector schape- en geitevlees exporteren, overeenkomsten inzake vrijwillige beperking heeft gesloten of zal sluiten;

    Overwegende dat het wenselijk is om, totdat overeenkomsten kunnen worden gesloten met de andere derde landen die van oudsher naar de Gemeenschap exporteren, in 1981 de toepassing van de heffing en de afgifte van invoercertificaten voor bepaalde produkten uit deze landen te beperken;

    Overwegende dat bij het toestaan van invoer in de Lid-Staten rekening dient te worden gehouden met de traditionele handelsstromen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Voor de hierna vermelde produkten mag de invoerheffing niet hoger zijn dan 10 % ad valorem binnen de grenzen van de hoeveelheden, uitgedrukt in ton geslacht gewicht, per betrokken derde land en per categorie:

    1.2.3,5 // // // // Nr. van het gemeen- schappelijk douanetarief // Omschrijving // Betrokken derde land en hoeveelheid // // 1.2.3.4.5 // // // Chili // Spanje // Overige derde landen (a) // // // // // // 01.04 // Levende schapen en geiten: // // // // // B. andere (b) // 0 // 0 // 100 // 02.01 // Vlees en eetbare slachtafvallen, van de dieren bedoeld bij de posten 01.01 tot en met 01.04, vers, gekoeld of bevroren: // // // // // A. Vlees: // // // // // IV. van schapen of van geiten: // // // // // a) vers of gekoeld // 0 // 500 // 100 // // b) bevroren // 1 490 // 0 // 100 // // // // //

    (a) Met uitzondering van Argentinië, Australië, Bulgarije, Hongarije, IJsland, Nieuw-Zeeland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Tsjechoslowakije, Uruguay en Joegoslavië.

    (b) Voor de produkten van post 01.04 B van het gemeenschappelijk douanetarief wordt als coëfficiënt voor de omrekening van de nettomassa (levend gewicht) in massa geslacht dier (geslacht gewicht) 0,47 aangehouden.

    2. Aan de Lid-Staten kan machtiging worden verleend tot het afgeven van invoercertificaten voor de in lid 1 genoemde produkten binnen de grenzen van de hoeveelheden die overeenkomen met hun traditionele invoer uit de betrokken derde landen.

    Artikel 2

    Voor de in artikel 1 genoemde produkten en derde landen geschiedt de afgifte van de in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1837/80 bedoelde invoercertificaten in 1981 binnen de grenzen van de in artikel 1 vermelde hoeveelheden.

    Artikel 3

    De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 1837/80.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing van 1 januari 1981 tot de inwerkingtreding van overeenkomsten inzake vrijwillige beperking met de betrokken derde landen, en uiterlijk tot en met 31 december 1981.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Luxemburg, 26 oktober 1981.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    CARRINGTON

    (1) PB nr. C 58 van 18. 3. 1981, blz. 5.

    (2) PB nr. C 172 van 13. 7. 1981, blz. 113.

    (3) PB nr. L 183 van 16. 7. 1980, blz. 1.

    Top