EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981R1188

Verordening (EEG) nr. 1188/81 van de Raad van 28 april 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen en van de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3035/80 ten aanzien van bepaalde goederen die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen

PB L 121 van 5.5.1981, p. 3–6 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1993; opgeheven door 31992R1766

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1981/1188/oj

31981R1188

Verordening (EEG) nr. 1188/81 van de Raad van 28 april 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen en van de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3035/80 ten aanzien van bepaalde goederen die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen

Publicatieblad Nr. L 121 van 05/05/1981 blz. 0003 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 13 blz. 0058
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 21 blz. 0187
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 13 blz. 0058
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 21 blz. 0187


VERORDENING (EEG) Nr. 1188/81 VAN DE RAAD van 28 april 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen en van de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3035/80 ten aanzien van bepaalde goederen die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1187/81 (2), inzonderheid op artikel 16, lid 4 bis en lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in artikel 16, lid 4 bis, van Verordening (EEG) nr. 2727/75 is bepaald dat, voor zover nodig in verband met de bijzondere bereidingswijze van bepaalde alcoholhoudende dranken uit granen, de criteria voor de toekenning van de uitvoerrestituties aan deze bijzondere situatie kunnen worden aangepast ; dat het noodzakelijk blijkt te voorzien in een dergelijke aanpassing voor bepaalde alcoholhoudende dranken waarvoor enerzijds de prijs van de granen op het tijdstip van uitvoer niet gebonden is aan de prijs van de granen op het tijdstip van bereiding en waarvoor het anderzijds, omdat het eindprodukt het resultaat is van een mengsel van talrijke produkten, onmogelijk is geworden de identiteit te volgen van de granen die zijn verwerkt in het uit te voeren eindprodukt, te meer daar zij ook zijn onderworpen aan een verplichte rijping van ten minste drie jaar;

Overwegende dat deze moeilijkheden zich met name voordoen bij Scotch Whisky en Irish Whiskey;

Overwegende dat de gebruikelijke restitutieregeling, voor zover mogelijk, analoog dient te worden toegepast ; dat derhalve voor de granen die voldoen aan het bepaalde in artikel 9, lid 2, van het Verdrag een restitutie dient te worden uitbetaald die in een evenredige verhouding staat tot de uit te voeren hoeveelheden alcoholhoudende dranken ; dat daarom op de onder toezicht gestelde hoeveelheden van deze granen een globale forfaitaire coëfficiënt dient te worden toegepast, die wordt berekend op de grondslag van de door de betrokken Lid-Staten verstrekte nationale statistische gegevens ; dat aanwending van de verhouding tussen de totale uitgevoerde hoeveelheid van de desbetreffende alcoholhoudende dranken en de totale ter verkoop aangeboden hoeveelheden een redelijke en eenvoudige grondslag vormt ; dat voor de bepaling van de hoeveelheden granen die onder controle zijn geplaatst en voor de bepaling van de coëfficiënt de hoeveelheden die het voorwerp vormen van actief veredelingsverkeer buiten beschouwing moeten worden gelaten;

Overwegende dat ten einde rekening te houden met het feit dat in de coëfficiënt de te verwachten ontwikkeling van de uitvoer niet wordt weerspiegeld, in aanpassing daarvan dient te worden voorzien ; dat het eveneens noodzakelijk is te voorzien in aanpassing van de coëfficiënt met name om zich te beveiligen tegen de mogelijkheid dat betaling van deze restituties ook dient tot abnormale verhoging van de voorraden;

Overwegende dat in artikel 16, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2727/75 wordt voorzien in de mogelijkheid de restitutie te differentiëren naar gelang van de bestemming ; dat er derhalve objectieve criteria dienen te worden vastgesteld die leiden tot opheffing van de restitutie voor bepaalde bestemmingen;

Overwegende dat het, ten einde de coëfficiënt vast te stellen, dienstig is het verstrekken van bepaalde bewijsstukken inzake de uitvoer van de hoeveelheden alcoholhoudende dranken verplicht te stellen ; dat dient te worden bepaald dat, ingeval van naar het grondgebied van de Gemeenschap terugkerende goederen, artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 754/76 (3) van toepassing is indien aan de bijzondere voorwaarden is voldaan;

Overwegende dat van 1 augustus 1973 tot en met 30 juni 1981 granen die voldoen aan het bepaalde in artikel 9, lid 2, van het Verdrag onder controle zijn geplaatst en voor de vervaardiging van alcoholhoudende dranken voor de uitvoer zijn gebruikt ; dat derhalve dienstige maatregelen moeten worden getroffen om aan die situatie het hoofd te bieden;

Overwegende dat het als gevolg van de uitbreiding van de werkingssfeer van de uitvoerrestituties in deze sector wenselijk is dienovereenkomstige wijzigingen aan te brengen in Verordening (EEG) nr. 3035/80 van de Raad van 11 november 1980 tot vaststelling van de algemene regels aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwprodukten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen (4), (1) PB nr. L 281 van 1.11.1975, blz. 1. (2) Zie blz. 1 van dit Publikatieblad. (3) PB nr. L 89 van 2.4.1976, blz. 1. (4) PB nr. L 323 van 29.11.1980, blz. 27.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In deze verordening worden de algemene voorschriften vastgesteld voor de vaststelling en de toekenning van uitvoerrestituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van alcoholhoudende dranken, als bedoeld in artikel 16, lid 4 bis, van Verordening (EEG) nr. 2727/75 waarvoor een rijpingsperiode van ten minste drie jaar een onderdeel van het verplichte bereidingsproces vormt.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 1, is Verordening (EEG) nr. 3035/80 niet van toepassing op de in lid 1 bedoelde alcoholhoudende dranken.

Artikel 2

Voor de in artikel 1 bedoelde restituties komen in aanmerking de granen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, van het Verdrag en worden gebruikt voor de produktie van de alcoholhoudende dranken van post 22.09 C III b) van het gemeenschappelijk douanetarief, zoals - Scotch Whisky - als omschreven in "The FinanceAct 1969", gewijzigd bij "The Finance Act1980", van het Verenigd Koninkrijk;

- Irish Whiskey - als omschreven in de "IrishWhiskey Act 1980" van Ierland en in "The FinanceAct 1969", gewijzigd bij "The Finance Act1980", van het Verenigd Koninkrijk.

Artikel 3

1. De hoeveelheden waarop de restitutie van toepassing is, zijn de hoeveelheden granen die door de rechthebbenden onder controle zijn geplaatst en waarop een jaarlijks voor elke betrokken Lid-Staat vast te stellen coëfficiënt wordt toegepast die geldt voor elke betrokken rechthebbende ; deze coëfficiënt drukt - wat de betrokken alcoholhoudende dranken betreft - de verhouding uit tussen de in totaal uitgevoerde hoeveelheden, en de in totaal in de handel gebrachte hoeveelheden van de betrokken alcoholhoudende drank.

Voor de bepaling van de hoeveelheden granen die onder controle zijn geplaatst en voor de bepaling van de coëfficiënt worden de hoeveelheden die het voorwerp vormen van het actief veredelingsverkeer buiten beschouwing gelaten.

2. De in lid 1 bedoelde coëfficiënt wordt aangepast indien: - de verhouding tussen de hoeveelheid in artikel 2bedoelde granen en de hoeveelheid granen die inhet kader van het actief veredelingsverkeer wordengebruikt, aanmerkelijk is gewijzigd;

- de te verwachten ontwikkeling van de uitvoer vanéén van de betrokken Lid-Staten een tendens naareen aanzienlijke wijziging vertoont;

- in één van de betrokken Lid-Staten de voorraadvan één van de betrokken alcoholhoudende drankenaan abnormale schommelingen onderhevig is.

3. De coëfficiënt kan worden gedifferentieerd naar gelang van de gebruikte granen.

4. De bevoegde instanties volgen op gezette tijden de omvang van de verrichte uitvoer en de omvang van de voorraden en volgen het verloop ervan.

5. Onder "onder controle plaatsen" wordt verstaan het plaatsen onder een regeling inzake douanecontrole, of onder een administratieve regeling die gelijkwaardige waarborgen biedt, van de granen die bestemd zijn voor de bereiding van de in artikel 2 bedoelde alcoholhoudende dranken.

Artikel 4

1. De toe te passen restitutievoet is de restitutievoet die is vastgesteld overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3035/80.

2. De restitutievoet is die welke geldt op de dag waarop de granen onder controle zijn geplaatst.

Artikel 5

Wanneer de situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten zulks nodig maken, kan de restitutie voor bepaalde bestemmingen worden ingetrokken.

Artikel 6

1. De rechthebbende op de restitutie moet een in de Gemeenschap gevestigd bedrijf zijn.

2. De restitutie wordt betaald wanneer het bewijs wordt geleverd dat de granen onder controle zijn gebracht en dat zij zijn gedistilleerd.

3. Op verzoek van de betrokkene wordt een bedrag gelijk aan de restitutie uitbetaald zodra de granen onder controle zijn gebracht. In dat geval wordt de betaling van het stellen van zekerheid afhankelijk gesteld. De zekerheid wordt vrijgegeven wanneer het bewijs wordt geleverd dat de granen zijn gedistilleerd.

Artikel 7

Voor de toepassing van deze verordening kunnen granen worden vervangen door mout.

In dat geval wordt de mout door middel van coëfficiënten in granen omgerekend.

Artikel 8

1. Voor de toepassing van artikel 3 moet het bewijs worden geleverd dat de hoeveelheden alcoholhoudende dranken die aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, van het Verdrag voldoen, zijn uitgevoerd.

In geval van toepassing van artikel 5 moet bovendien het bewijs worden geleverd dat de betrokken alcoholhoudende dranken de bestemming hebben bereikt waarvoor de restitutie is vastgesteld.

2. Wanneer de procedure van het communautaire douanevervoer van toepassing is, worden de in lid 1 bedoelde dranken onder de procedure voor extern communautair douanevervoer geplaatst.

3. In de zin van Verordening (EEG) nr. 754/76 worden de in lid 1 bedoelde alcoholhoudende dranken beschouwd als dranken waarvoor alle ten behoeve van het verlenen van de uitvoerrestituties vereiste douaneformaliteiten bij uitvoer zijn vervuld. Genoemde dranken mogen niet in het vrije verkeer worden gebracht, tenzij een bedrag dat overeenkomt met de betaalde restitutie verhoogd met een toeslag is terugbetaald of de invoerbelasting voor invoer van produkten uit derde landen is betaald.

Artikel 9

1. Op verzoek van de betrokkene kunnen granen die tussen 1 augustus 1973 en de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, onder controle zijn geplaatst, in aanmerking komen voor toepassing van deze verordening.

2. De betaling van de restitutie geschiedt in tranches die worden gespreid.

Artikel 10

Artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3035/80 wordt als volgt gelezen:

"4. Behalve voor granen, worden geen restituties toegekend voor de produkten die worden gebruikt bij de vervaardiging van de alcohol aanwezig in de alcoholhoudende dranken bedoeld in bijlage B onder post 22.09 C van het gemeenschappelijk douanetarief.".

Artikel 11

In bijlage B bij Verordening (EEG) nr. 3035/80 wordt de tekst betreffende post 22.09 vervangen door de volgende tekst: >PIC FILE= "T0029254">

Artikel 12

De toepassingsbepalingen van deze verordening alsmede de noodzakelijke aanpassingen die voortvloeien uit artikel 9, lid 1, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1981.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 28 april 1981.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. de KONING

Top