This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31981R0195
Commission Regulation (EEC) No 195/81 of 20 January 1981 on the organization of a sample survey of manpower in the spring of 1981
Verordening (EEG) nr. 195/81 van de Raad van 20 januari 1981 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in het voorjaar van 1981
Verordening (EEG) nr. 195/81 van de Raad van 20 januari 1981 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in het voorjaar van 1981
PB L 24 van 28.1.1981, p. 1–2
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)
No longer in force, Date of end of validity: 20/06/1981
Verordening (EEG) nr. 195/81 van de Raad van 20 januari 1981 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in het voorjaar van 1981
Publicatieblad Nr. L 024 van 28/01/1981 blz. 0001 - 0002
++++ VERORDENING ( EEG ) NR . 195/81 VAN DE RAAD VAN 20 JANUARI 1981 BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN EEN STEEKPROEFENQUETE NAAR DE ARBEIDSKRACHTEN IN HET VOORJAAR VAN 1981 DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 213 , GEZIEN DE ONTWERP-VERORDENING INGEDIEND DOOR DE COMMISSIE , OVERWEGENDE DAT DE COMMISSIE , OM DE HAAR BIJ HET VERDRAG , INZONDERHEID BIJ DE ARTIKELEN 2 , 117 , 118 , 122 EN 123 OPGEDRAGEN TAKEN TE VERVULLEN , OP DE HOOGTE DIENT TE ZIJN VAN DE SITUATIE EN DE ONTWIKKELING VAN DE WERKGELEGENHEID EN DE WERKLOOSHEID ; OVERWEGENDE DAT DE IN ELK DER LID-STATEN BESCHIKBARE STATISTISCHE GEGEVENS GEEN BRUIKBARE VERGELIJKINGSGRONDSLAG VORMEN , MET NAME WEGENS DE IN DE LID-STATEN BESTAANDE VERSCHILLEN TUSSEN DE NATIONALE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN EN ADMINISTRATIEVE GEBRUIKEN WAAROP DEZE STATISTIEKEN ZIJN GEBASEERD ; OVERWEGENDE DAT HET , GEZIEN DE AANZIENLIJKE SCHOMMELINGEN IN DE WERKGELEGENHEID EN DE WERKLOOSHEID , NOODZAKELIJK BLIJKT TE BESCHIKKEN OVER CIJFERREEKSEN VOOR DEUGDELIJKE VERGELIJKINGEN TUSSEN DE LID-STATEN ; OVERWEGENDE DAT DE BESTE METHODE OM KENNIS TE VERWERVEN INZAKE HET PEIL EN DE STRUCTUUR VAN DE WERKGELEGENHEID EN DE WERKLOOSHEID BESTAAT IN HET HOUDEN VAN GEHARMONISEERDE EN GELIJKTIJDIGE COMMUNAUTAIRE STEEKPROEFENQUETES NAAR DE ARBEIDSKRACHTEN ; DAT DEZE INLICHTINGEN SLECHTS KUNNEN WORDEN VERKREGEN DOOR EEN HERHALING IN 1981 VAN DE REEDS IN 1968 , 1969 , 1970 , 1971 , 1973 , 1975 , 1977 EN 1979 GEHOUDEN ENQUETES ; OVERWEGENDE DAT DE DOOR DE COMMISSIE VERLANGDE STATISTISCHE GEGEVENS VOOR WAT HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG BETREFT , KUNNEN WORDEN VERKREGEN DOOR OP ANDERE STATISTISCHE BRONNEN EEN BEROEP TE DOEN ; DAT DE WAARDE VAN DE RESULTATEN VAN DEZE ENQUETE DAARDOOR NIET MERKBAAR WORDT BEINVLOED EN DAT HET IN DIE OMSTANDIGHEDEN MOGELIJK IS DEZE LID-STAAT BIJ WIJZE VAN UITZONDERING VAN DEELNAME AAN DEZE ENQUETE VRIJ TE STELLEN ; OVERWEGENDE DAT , INDIEN DE HELLEENSE REPUBLIEK OP 1 JANUARI 1981 LID WORDT VAN DE GEMEENSCHAP , OVEREENKOMSTIG DE TOETREDINGSAKTE VAN 1979 , ZIJ IN DE WERKINGSSFEER VAN DEZE VERORDENING MOET WORDEN OPGENOMEN , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : ARTIKEL 1 DE COMMISSIE HOUDT IN HET VOORJAAR VAN 1981 BIJ DE HUISHOUDENS EN ALLEENSTAANDEN ( HIERNA TE NOEMEN HUISHOUDENS ) IN ELK DER LID-STATEN , MET UITZONDERING VAN LUXEMBURG , EEN STEEKPROEFENQUETE NAAR DE ARBEIDSKRACHTEN . ARTIKEL 2 DE ENQUETE WORDT IN ELK DER BETROKKEN LID-STATEN UITGEVOERD DOOR MIDDEL VAN EEN STEEKPROEF UIT DE HUISHOUDENS DIE OP HET OGENBLIK VAN DE ENQUETE HUN VERBLIJFPLAATS OP HET GRONDGEBIED VAN DEZE STATEN HEBBEN . DE GEGEVENS WORDEN VERZAMELD VOOR ELK DER PERSONEN DIE DEEL UITMAKEN VAN DE IN DE STEEKPROEF BEGREPEN HUISHOUDENS . ARTIKEL 3 DE OMVANG VAN DE STEEKPROEF LIGT TUSSEN 60 000 EN 100 000 HUISHOUDENS IN DUITSLAND , FRANKRIJK , ITALIE EN HET VERENIGD KONINKRIJK ; TUSSEN 30 000 EN 50 000 HUISHOUDENS IN BELGIE , GRIEKENLAND , NEDERLAND EN IERLAND EN TUSSEN 30 000 EN 40 000 HUISHOUDENS IN DENEMARKEN . ARTIKEL 4 DE BAISISENQUETE HEEFT BETREKKING OP : A ) DE INDIVIDUELE KENMERKEN VAN ALLE PERSONEN DIE DEEL UITMAKEN VAN DE ONDERVRAAGDE HUISHOUDENS ; B ) DE BEROEPSWERKZAAMHEID VAN DEZE PERSONEN ( POSITIE IN HET BEDRIJF , BEDRIJFSTAK , WERKUREN , ENZ . ) OP HET OGENBLIK VAN DE ENQUETE EN EEN JAAR DAARVOOR ; C ) HET ZOEKEN NAAR WERK , REKENING HOUDEND MET DE AARD VAN DE GEZOCHTE BETREKKING , DE REDENEN EN DE DUUR VAN HET ZOEKEN NAAR WERK . ARTIKEL 5 DE GEGEVENS WORDEN VERZAMELD DOOR DE DIENSTEN VOOR DE STATISTIEK VAN DE BETROKKEN LID-STATEN DOOR MIDDEL VAN EEN VRAGENLIJST DIE DOOR DE COMMISSIE IN SAMENWERKING MET DEZE DIENSTEN WORDT OPGESTELD . DE COMMISSIE BEPAALT IN SAMENWERKING MET DEZE DIENSTEN HOE DE ENQUETE TECHNISCH ZAL WORDEN UITGEVOERD . DAARNAAST BEPAALT ZIJ OP DEZELFDE WIJZE DE BEGIN - EN EINDDATUM VAN DE ENQUETE EN DE VOOR DE TOEZENDING VAN DE RESULTATEN IN ACHT TE NEMEN TERMIJNEN . ARTIKEL 6 DE DIENSTEN VOOR DE STATISTIEK VAN DE BETROKKEN LID-STATEN VERIFIEREN DE BINNENGEKOMEN ANTWOORDEN . ZIJ BRENGEN DE ENQUETERESULTATEN BETREFFENDE ELKE ONDERVRAAGDE PERSOON ANONIEM TER KENNIS VAN DE COMMISSIE . ARTIKEL 7 DE INDIVIDUELE GEGEVENS DIE IN HET KADER VAN DE ENQUETE ZIJN VERSTREKT , MOGEN ALLEEN VOOR STATISTISCHE DOELEINDEN WORDEN GEBRUIKT . HET IS VERBODEN DEZE VOOR ANDERE , MET NAME FISCALE , DOELEINDEN TE GEBRUIKEN EN AAN DERDEN MEDE TE DELEN . DE BETROKKEN LID-STATEN NEMEN DE NODIGE MAATREGELEN : A ) OPDAT DE GEVRAAGDE GEGEVENS VOLLEDIG EN NAAR WAARHEID BINNEN DE GESTELDE TERMIJN WORDEN VERSTREKT ; B ) TEGEN INBREUKEN OP DE IN DE EERSTE ALINEA BEDOELDE VERPLICHTING TOT GEHEIMHOUDING VAN DE VERZAMELDE GEGEVENS . ARTIKEL 8 DE BETROKKEN LID-STATEN ONTVANGEN VOOR DE UITVOERING VAN DEZE ENQUETE EEN FORFAITAIR BEDRAG VAN 2,61 EUROPESE REKENEENHEDEN PER ONDERVRAAGD HUISHOUDEN . DIT BEDRAG KOMT TEN LASTE VAN DE KREDIETEN DIE HIERTOE ZIJN UITGETROKKEN OP DE BEGROTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN . DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT . GEDAAN TE BRUSSEL , 20 JANUARI 1981 . VOOR DE RAAD DE VOORZITTER CH . A . VAN DER KLAAUW