31980R1957

+++++

( 1 ) PB NR . L 340 VAN 31 . 12 . 1979 , BLZ . 28 .

( 2 ) PB NR . L 152 VAN 20 . 6 . 1980 , BLZ . 5 .

VERORDENING ( EEG ) NR . 1957/80 VAN DE RAAD VAN 22 JULI 1980 HOUDENDE VERHOGING VAN HET VOOR 1980 GEOPENDE COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENT VOOR FERROCHROOM , BEVATTENDE 4 OF MEER GEWICHTSPERCENTEN KOOLSTOF , VAN POST EX 73.02 E I VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 28 ,

GEZIEN DE ONTWERP-VERORDENING , INGEDIEND DOOR DE COMMISSIE ,

OVERWEGENDE DAT DE RAAD BIJ VERORDENINGEN ( EEG ) NR . 3028/79 ( 1 ) EN ( EEG ) NR . 1526/80 ( 2 ) VOOR 1980 VOOR FERROCHROOM , BEVATTENDE 4 OF MEER GEWICHTSPERCENTEN KOOLSTOF , VAN POST EX 73.02 E I VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF , EEN COMMUNAUTAIR TARIEFCONTINGENT MET VRIJSTELLING VAN DE RECHTEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF HEEFT GEOPEND EN OVER DE LID-STATEN VERDEELD DAT VOORLOPIG OP 240 000 TON WERD VASTGESTELD ; DAT BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 3028/79 DIT CONTINGENT , TOT TEN HOOGSTE 20 % VAN ZIJN OMVANG , WERD UITGEBREID TOT DE INVOER VAN FERROCHROOM , BEVATTENDE TEN MINSTE 3 DOCH NIET MEER DAN 4 GEWICHTSPERCENTEN KOOLSTOF ;

OVERWEGENDE DAT OP GROND VAN DE THANS BESCHIKBARE ECONOMISCHE GEGEVENS OVER HET VERBRUIK , DE PRODUKTIE EN DE INVOER VOLGENS ANDERE PREFERENTIELE TARIEFREGELINGEN , KAN WORDEN VERWACHT DAT DE BEHOEFTEN VAN DE GEMEENSCHAP AAN INVOER UIT DERDE LANDEN TIJDENS HET LOPENDE JAAR DE OMVANG VAN VOORNOEMD CONTINGENT ZULLEN OVERTREFFEN ; DAT HET , TEN EINDE HET EVENWICHT OP DE MARKT VOOR DE BETROKKEN FERROLEGERING NIET IN GEVAAR TE BRENGEN EN MET HET OOG OP EEN PARALLELLE ONTWIKKELING VAN DE AFZET VAN DE COMMUNAUTAIRE PRODUKTIE EN DE VOORZIENING VAN DE VERWERKENDE INDUSTRIE ONDER AANVAARDBARE VOORWAARDEN WAT DE ZEKERHEID BETREFT , DIENSTIG IS DE VERHOGING VAN HET CONTINGENT TOT HET NIVEAU VAN DE ONMIDDELLIJKE BEHOEFTEN , MET ANDERE WOORDEN TOT 120 000 TON , TE BEPERKEN EN TE GELEGENER TIJD TOT EEN HERZIENING MET HET OOG OP EEN NIEUWE AANPASSING OVER TE GAAN ;

OVERWEGENDE DAT HET DIENSTIG IS , WAT DE VERDELING VAN DIT CONTINGENT OVER DE LID-STATEN BETREFT , EEN BETREKKELIJK KLEIN GEDEELTE VAN DE AANVULLENDE HOEVEELHEID IN DE COMMUNAUTAIRE RESERVE TE STORTEN , WAARBIJ HET SALDO AL NAAR GELANG VAN HUN GERAAMDE BEHOEFTEN AAN INVOER UIT DERDE LANDEN OVER DE LID-STATEN WORDT VERDEELD ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

HET BIJ DE VERORDENINGEN ( EEG ) NR . 3028/79 EN ( EEG ) NR . 1526/80 GEOPENDE COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENT VOOR FERROCHROOM , BEVATTENDE 4 OF MEER GEWICHTSPERCENTEN KOOLSTOF , VAN ONDERVERDELING EX 73.02 E I VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF , WORDT VAN 240 000 OP 360 000 TON GEBRACHT .

ARTIKEL 2

1 . VAN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE AANVULLENDE HOEVEELHEID WORDT EEN EERSTE GEDEELTE , TER GROOTTE VAN 102 600 TON , ALS VOLGT OVER DE LID-STATEN VERDEELD :

( IN TON )

BENELUX 4 350

DENEMARKEN 20

BR DUITSLAND 39 220

FRANKRIJK 20 000

IERLAND 10

ITALIE 20 000

VERENIGD KONINKRIJK 19 000 .

2 . HET TWEEDE GEDEELTE , TER GROOTTE VAN 17 400 TON , VORMT DE RESERVE .

DE IN ARTIKEL 2 , LID 2 , VAN DE VERORDENINGEN ( EEG ) NR . 3028/79 EN ( EEG ) NR . 1526/80 , BEDOELDE RESERVE WORDT ALDUS VAN 20 800 OP 38 200 TON GEBRACHT .

ARTIKEL 3

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE ZEVENDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE BRUSSEL , 22 JULI 1980 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

G . THORN