Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980L1099

    Richtlijn 80/1099/EEG van de Raad van 11 november 1980 tot wijziging van Richtlijn 72/461/EEG met betrekking tot vesiculaire varkensziekte en klassieke varkenspest

    PB L 325 van 1.12.1980, p. 14–15 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2005; stilzwijgende opheffing door 32004L0041

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1980/1099/oj

    31980L1099

    Richtlijn 80/1099/EEG van de Raad van 11 november 1980 tot wijziging van Richtlijn 72/461/EEG met betrekking tot vesiculaire varkensziekte en klassieke varkenspest

    Publicatieblad Nr. L 325 van 01/12/1980 blz. 0014 - 0015
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0210
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 31 blz. 0239
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0210
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 19 blz. 0238
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 19 blz. 0238


    RICHTLIJN VAN DE RAAD van 11 november 1980 tot wijziging van Richtlijn 72/461/EEG met betrekking tot vesiculaire varkensziekte en klassieke varkenspest (80/1099/EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 100,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    Overwegende dat bij Richtlijn 72/461/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/213/EEG (5), de veterinairrechtelijke voorschriften zijn vastgesteld waaraan de dieren waarvan het vlees afkomstig is, moeten voldoen;

    Overwegende dat het bestaan van de vesiculaire varkensziekte in de Gemeenschap een gevaar vormt voor de varkensstapel van de Gemeenschap ; dat derhalve passende garanties moeten worden geboden om de verbreiding van deze ziekte te voorkomen bij het handelsverkeer in vers varkensvlees;

    Overwegende dat het voortbestaan van de klassieke varkenspest in sommige delen van de Gemeenschap een gevaar vormt voor de varkensstapel van de Lid-Staten die vrij zijn van deze ziekte ; dat daarom, in afwachting dat de klassieke varkenspest is uitgeroeid in de gebieden waar zij nog voorkomt, deze Lid-Staten moeten worden gemachtigd om aanvullende maatregelen te nemen ten einde elke besmetting bij het handelsverkeer te voorkomen,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Met ingang van 1 november 1980 wordt Richtlijn 72/461/EEG als volgt gewijzigd: a) in artikel 3, sub b) en c), worden tussen de woorden "varkenspest" en "of Teschnerziekte" de woorden "vesiculaire varkensziekte" ingevoegd;

    b) artikel 13, tweede alinea, wordt geschrapt;

    c) het volgende artikel wordt ingevoegd:

    "Artikel 13 bis

    1. De Lid-Staten die gebruik hebben gemaakt van de machtiging als bedoeld in Richtlijn 80/218/EEG en die officieel vrij zijn van varkenspest, mogen zich niet verzetten tegen het binnenbrengen op hun grondgebied van vers varkensvlees uit een andere Lid-Staat, dat is verkregen van: i) varkens die voldoen aan de eisen van artikel 4 quater, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG, of

    ii) niet ingeënte varkens die zijn gefokt in bedrijven officieel vrij van varkenspest, gelegen in een gedeelte van het grondgebied van een Lid-Staat bestaande uit een of meer aan elkaar grenzende gebieden die vrij zijn van varkenspest, en die in dat gedeelte van het grondgebied zijn geslacht,

    en in geval van toepassing van punt b) van genoemd artikel 4 quater, lid 1, of van bovenstaand punt ii), dat afkomstig is van varkens die zijn geslacht in een slachthuis waar geen ingeënte varkens zijn geslacht tenzij zulks is geschied op andere tijdstippen en andere plaatsen met dien verstande dat in dit laatste geval het vlees van deze varkens op afzonderlijke ruimten wordt opgeslagen.

    2. Op voorstel van de Commissie stelt de Raad binnen een termijn van drie maanden nadat de zaak bij hem aanhangig is gemaakt, met eenparigheid van stemmen de lijst vast van de Lid-Staten en van de gedeelten van een grondgebied als bedoeld in lid 1, sub ii), die vrij zijn van varkenspest.

    De status van de Lid-Staten en van de gedeelten van een grondgebied die op deze lijst voorkomen wordt, onverminderd de eventuele toepassing van artikel 8, door de Commissie geschorst voor een periode van vijftien dagen, zodra zich een geval van varkenspest voordoet dan wel verscheidene besmettingshaarden die epidemiologisch verbonden zijn en over een geografisch beperkt gebied zijn verspreid, worden geconstateerd.

    Volgens de procedure van artikel 9 kan binnen die termijn worden besloten de status van de betrokken Lid-Staat of het betrokken gedeelte van een grondgebied hetzij opnieuw te verlenen hetzij in te trekken. (1)PB nr. C 130 van 31.5.1980, blz. 8. (2)PB nr. C 175 van 14.7.1980, blz. 79. (3)PB nr. C 300 van 18.11.1980, blz. 20. (4)PB nr. L 302 van 31.12.1972, blz. 24. (5)PB nr. L 47 van 21.2.1980, blz. 1.

    In geval van intrekking kan de status slechts volgens dezelfde procedure opnieuw aan de Lid-Staat of het gedeelte van een grondgebied worden verleend na een termijn van - drie maanden, indien er geen inentingen zijn verricht,

    - zes maanden, in het tegenovergestelde geval.".

    Artikel 2

    1. Op grond van vóór 31 december 1982 door de Commissie in te dienen voorstellen beziet de Raad opnieuw het probleem van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees van ingeënte varkens, in het bijzonder wat de scheiding van vlees in slachthuizen als bedoeld in artikel 13 bis, lid 1, van Richtlijn 72/461/EEG betreft.

    2. Artikel 13 bis van Richtlijn 72/461/EEG is van toepassing tot en met 31 december 1985.

    3. Uiterlijk op 1 juli 1985 legt de Commissie aan de Raad een verslag voor over de ontwikkeling van de situatie, inzonderheid op het gebied van het handelsverkeer, vergezeld van passende voorstellen ten aanzien van varkenspest.

    4. Uiterlijk op 31 december 1985 neemt de Raad een besluit over deze voorstellen.

    Artikel 3

    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1981 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Tot op de datum waarop de Lid-Staten aan deze richtlijn kunnen voldoen en uiterlijk tot 1 juli 1981, zijn Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk gemachtigd voor het binnenbrengen op hun grondgebied van vers varkensvlees de wettelijke voorschriften inzake de bescherming tegen varkenspest, met inachtneming van de algemene bepalingen van het Verdrag, te handhaven.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 11 november 1980.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    C. NEY

    Top