Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31979R1517

    Verordening (EEG) nr. 1517/79 van de Raad van 16 juli 1979 tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 inzake de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

    PB L 185 van 21.7.1979, p. 1–11 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1982; stilzwijgende opheffing door 31983R2001

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1979/1517/oj

    31979R1517

    Verordening (EEG) nr. 1517/79 van de Raad van 16 juli 1979 tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 inzake de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

    Publicatieblad Nr. L 185 van 21/07/1979 blz. 0001 - 0011
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 05 Deel 3 blz. 0167


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 1517/79 VAN DE RAAD

    van 16 juli 1979

    tot wijziging van de Verordeningen ( EEG ) nr . 1408/71 en ( EEG ) nr . 574/72 inzake de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen , die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 2 , 7 en 51 ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen , die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2595/77 , ( 2 ) , inzonderheid op de artikelen 95 en 97 ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen , die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2595/77 , inzonderheid op artikel 121 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ( 4 ) , opgesteld na raadpleging van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 5 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 6 ) ,

    Overwegende dat uit de bij de uitvoering van de Verordeningen ( EEG ) nr . 1408/71 en ( EEG ) nr . 574/72 opgedane ervaringen de noodzaak is gebleken een aantal verbeteringen in de rechten van de migrerende werknemers aan te brengen ; dat derhalve personen die voor vervangende burgerdienst worden opgeroepen of opnieuw worden opgeroepen en voor bepaalde prestaties gelijkgesteld zijn met personen die hun militaire dienstplicht vervullen , onder de werkingssfeer van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 dienen te vallen ;

    Overwegende dat het wenselijk is de in artikel 17 van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 geboden bevoegdheid uit te breiden tot de door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten aangewezen instellingen ;

    Overwegende dat de in de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk aangebrachte wijzigingen een wijziging van de bijlagen III en V van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 noodzakelijk maken , ten einde enerzijds de mogelijkheid te scheppen dat krachtens de wettelijke regeling van andere Lid-Staten vervulde tijdvakken in aanmerking worden genomen met het oog op de vervulling van in het Verenigd Koninkrijk voor de toekenning van kinderbijslag gestelde voorwaarden van aanwezigheid , en anderzijds een speciale regeling te treffen voor de berekening van het bedrag van het aanvullend pensioenbestanddeel in het Verenigd Koninkrijk ;

    Overwegende dat het krachtens de Duitse wettelijke regeling verleende vaste bedrag voor geneeskundige behandeling bij bevalling als een verstrekking moet worden beschouwd ; dat ingevolge bepaalde wijzigingen in die wettelijke regeling betreffende de interne financiële administratie , bijlage V van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 dient te worden gewijzigd ;

    Overwegende dat het noodzakelijk is aan personen , die onder op grond van artikel 17 van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 gesloten overeenkomsten vallen , bescheiden ter hand te stellen waaruit blijkt van welke Lid-Staat de wettelijke regeling op hen van toepassing is ;

    Overwegende dat het noodzakelijk is de praktische moeilijkheden waarmede een werknemer te kampen heeft die niet bij het internationale vervoer werkzaam is en die zijn werkzaamheden op het grondgebied van meerdere Lid-Staten pleegt uit te oefenen , uit de weg te ruimen ;

    Overwegende dat de voor een werknemer , die naar een andere Lid-Staat is gedetacheerd , in Verordening ( EEG ) nr . 574/72 neergelegde procedure met betrekking tot verstrekkingen bij ziekte , moederschap , arbeidsongevallen en beroepsziekten dient te worden vereenvoudigd ;

    Overwegende dat het wenselijk is een aantal bepalingen van bijlage 5 van Verordening ( EEG ) nr . 574/72 te wijzigen ten einde rekening te houden met tussen Lid-Staten gesloten overeenkomsten ;

    Overwegende dat het wenselijk is de procedure voor de betaling van achterstallige bedragen en andere betalingen ineens te verbeteren ;

    Overwegende dat het wenselijk is de bepalingen te schrappen betreffende de wijziging van de bijlagen van de Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 en ( EEG ) nr . 574/72 ten einde te preciseren dat deze bijlagen slechts kunnen worden gewijzigd door de Raad die met eenparigheid van stemmen besluit ;

    Overwegende evenwel dat het wenselijk is de mogelijkheid te scheppen dat de bijlagen 1 , 4 , 5 , 6 , 7 en 8 van Verordening ( EEG ) nr . 574/72 kunnen worden gewijzigd bij verordening van de Commissie op verzoek van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten of hun bevoegde autoriteiten na advies van de administratieve commissie , aangezien de wijziging van deze bijlagen slechts betrekking heeft op de opneming van de besluiten van de betrokken Lid-Staten of van hun bevoegde autoriteiten in een communautaire akte ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    De artikelen van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 worden als volgt gewijzigd :

    1 . Artikel 13 , lid 2 , sub d ) , wordt als volgt gelezen :

    " d ) behoudt de werknemer die wordt opgeroepen of opnieuw wordt opgeroepen voor militaire dienst of vervangende burgerdienst van een Lid-Staat de hoedanigheid van werknemer en is op hem de wetgeving van die Staat van toepassing . Indien toepassing van deze wetgeving afhankelijk is van het vervullen van tijdvakken van verzekering voor de opkomst in of na het verlaten van de militaire dienst of de vervangende burgerdienst , worden de tijdvakken van verzekering welke krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat vervuld zijn , voor zover nodig , in aanmerking genomen alsof het tijdvakken van verzekering betrof , vervuld krachtens de wetgeving van eerstbedoelde Staat . " .

    2 . Artikel 17 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 17

    Uitzonderingen op de artikelen 13 tot en met 16

    Twee of meer Lid-Staten , de bevoegde autoriteiten van deze Staten of de door deze autoriteiten aangewezen instellingen kunnen in onderlinge overeenstemming , in het belang van bepaalde werknemers of bepaalde groepen werknemers , uitzonderingen op de artikelen 13 tot en met 16 vaststellen . " .

    3 . Artikel 95 vervalt .

    Artikel 2

    Bijlage III van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 wordt als volgt gewijzigd :

    1 . De titel wordt als volgt gelezen :

    " BIJLAGE III

    ( Artikel 37 , lid 2 , van de verordening )

    Wettelijke regelingen , bedoeld in artikel 37 , lid 1 , van de verordening volgens welke het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen onafhankelijk is van de duur der tijdvakken van verzekering "

    2 . Punt I wordt als volgt gelezen :

    " I . VERENIGD KONINKRIJK

    a ) Groot-Brittannië

    Afdeling 15 van de wet betreffende de sociale zekerheid 1975 ( Social Security Act 1975 )

    Afdelingen 14 tot en met 16 van de wet betreffende de sociale-zekerheidspensioenen 1975 ( Social Security Pensions Act 1975 )

    b ) Noord-Ierland

    Afdeling 15 van de wet betreffende de sociale zekerheid ( Noord-Ierland ) 1975 ( Social Security ( Northern Ireland ) Act 1975 )

    Artikelen 16 tot en met 18 van de Regeling betreffende de sociale-zekerheidspensioenen ( Noord-Ierland ) 1975 ( Social Security Pensions ( Northerm Ireland ) Order 1975 ) " .

    Artikel 3

    Bijlage V van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 wordt als volgt gewijzigd :

    1 . In punt " C . DUITSLAND " :

    a ) wordt paragraaf 7 als volgt gelezen :

    " 7 . Voor de toepassing van de verordening wordt het vaste bedrag dat krachtens de Duitse wettelijke regeling aan vrouwelijke verzekerden en aan gezinsleden van verzekerden wordt verleend voor geneeskundige behandeling bij bevalling , als een verstrekking beschouwd . " .

    b ) wordt na paragraaf 9 de volgende paragraaf ingevoegd :

    " 10 . Wanneer de kosten voor verstrekkingen die Duitse organen van de woonplaats verlenen aan pensioentrekkers of hun gezinsleden die bij bevoegde organen van andere Lid-Staten verzekerd zijn , op grond van maandelijkse forfaitaire bedragen moeten worden verrekend , gelden deze kosten voor de financiële verevening tussen de organen van de Duitse ziekteverzekering voor pensioentrekkers als kosten voor verstrekkingen van de Duitse ziekteverzekering voor pensioentrekkers . De forfaitaire bedragen die door de bevoegde oranen van andere Lid-Staten aan de Duitse organen van de woonplaats worden vergoed , gelden als inkomsten waarmede bij genoemde financiële verevening rekening moet worden gehouden . " .

    2 . In punt " I . VERENIGD KONINKRIJK " :

    a ) worden de paragrafen 1 en 2 als volgt gelezen :

    " 1 . Als werknemer in de zin van artikel 1 , sub a ) , ii ) , van de verordening wordt aangemerkt ieder die in de zin van de wettelijke regeling van Groot-Brittannië of van Noord-Ierland loontrekkende ( employed earner ) is en ieder voor wie als loontrekkende ( employed person ) in de zin van de wettelijke regeling van Gibraltar bijdragen moeten worden betaald .

    2 . Wanneer iemand gewoonlijk op het grondgebied van Gibraltar woont , of sinds zijn laatste aankomst op dit grondgebied onder de wetgeving van Gibraltar verplicht was als loontrekkende bijdragen te storten en hij , wegens arbeidsongeschiktheid , moederschap of werkloosheid verzoekt te worden vrijgesteld van de betaling van bijdragen voor een zekere periode , en voor deze periode bijdragen op zijn rekening worden gebracht , wordt ieder tijdvak gedurende hetwelk hij werkzaam was op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan het Verenigd Koninkrijk met het oog op dit verzoek , aangemerkt als een tijdvak gedurende hetwelk hij op het grondgebied van Gibraltar werkzaam was en waarvoor hij overeenkomstig de wetgeving van Gibraltar bijdragen als loontrekkende heeft gestort . " .

    b ) vervalt paragraaf 4 ; de paragrafen 5 tot en met 10 worden de paragrafen 4 tot en met 9 .

    c ) wordt de nieuwe paragraaf 4 als volgt gelezen :

    " 4 . a ) Wanneer op grond van artikel 71 , lid 1 , sub a ) , ii ) , of sub b ) , ii ) , van de verordening een persoon een werkloosheidsuitkering krachtens de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk ontvangt , worden voor het voldoen aan de door de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot het recht op uitkeringen voor kinderen ( child benefit ) gestelde voorwaarden inzake een tijdvak van aanwezigheid in Groot-Brittannië of , voor zover van toepassing , in Noord-Ierland de door die persoon krachtens de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering of arbeid beschouwd als tijdvakken van aanwezigheid in Groot-Brittannië of , voor zover van toepassing , in Noord-Ierland .

    b ) Wanneer de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk op grond van titel II van de verordening van toepassing is op een werknemer die niet voldoet aan de door de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot het recht op uitkeringen voor kinderen ( child benefit ) vereiste voorwaarde inzake :

    i ) aanwezigheid in Groot-Britannië of , voor zover van toepassing , in Noord-Ierland , zal hij voor het voldoen aan deze voorwaarden worden behandeld alsof hij aldaar aanwezig was ;

    ii ) een tijdvak van aanwezigheid in Groot-Brittannië of , voor zover van toepassing , in Noor-Ierland , worden voor het voldoen aan deze voorwaarde de door die werknemer krachtens de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering of arbeid beschouwd als tijdvak van aanwezigheid in Groot-Brittannië of , voor zover van toepassing , in Noord-Ierland .

    c ) Ten aanzien van aanspraken op kinderbijslag ( family allowances ) krachtens de wettelijke regeling van Gibraltar zijn de hierboven sub a ) en sub b ) vermelde bepalingen van overeenkomstige toepassing . " .

    d ) wordt de nieuwe paragraaf 6 , sub b ) , als volgt gelezen :

    " b ) zonder bij het bepalen of hij loontrekkende ( employed earner ) in de zin van de wettelijke regeling van Groot-Brittannië of van de wettelijke regeling van Noord-Ierland dan wel loontrekkende ( employed person ) in de zin van de wettelijke regeling van Gibraltar was , rekening te houden met zijn afwezigheid van het grondgebied van die gebieden . " .

    e ) vervalt paragraaf 11 ; de paragrafen 12 tot en met 18 worden de paragrafen 10 tot en met 16 .

    f ) wordt de nieuwe paragraaf 10 als volgt gelezen :

    " 10 . Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van artikel 22 , lid 1 , sub a ) , en artikel 31 van de verordening , wordt onder " gezinslid " verstaan :

    a ) in de zin van de wettelijke regelingen van Groot-Brittannië en van Noord-Ierland , iedere persoon die als ten laste komende persoon wordt aangemerkt in de zin van de wet betreffende de sociale zekerheid 1975 ( Social Security Act 1975 ) of de wet betreffende de sociale zekerheid ( Noord-Ierland ) 1975 ( Social Security ( Northerm Ireland ) Act 1975 ) en

    b ) in de zin van de wettelijke regeling van Gibraltar , iedere persoon die als ten laste komende persoon wordt aangemerkt in de zin van de Regeling betreffende het geneeskundig stelsel voor groepspraktijken 1973 ( Group Practice Medical Scheme Ordinance 1973 ) . " .

    g ) wordt de nieuwe paragraaf 15 als volgt gelezen :

    " 15 . ( 1 ) Voor de berekening van een loonfactor ( earnings factor ) voor het vaststellen van het recht op uitkeringen overeenkomstig de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk wordt , met inachtneming van paragraaf 17 , iedere week gedurende welke een werknemer aan de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat onderworpen is geweest en die in de loop van het desbetreffende inkomstenbelastingjaar in de zin van de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk een aanvang heeft genomen , op de volgende wijze toegerekend :

    a ) voor iedere week van verzekering , arbeid of wonen als werknemer wordt de betrokkene geacht bijdragen of premies te hebben betaald als loontrekkende ( employed earner ) op basis van een beloning gelijk aan tweederde van de voor dat belastingjaar geldende maximum-loongrens ;

    b ) voor iedere volledige week gedurende welke hij een tijdvak heeft vervuld dat gelijkgesteld is met een tijdvak van verzekering , arbeid of wonen , worden de betrokkene bijdragen of premies toegerekend , die niet hoger mogen zijn dan hetgeen nodig is om zijn globale loonfactor voor dat belastingjaar op te trekken tot het niveau dat nodig is om van dat belastingjaar een jaar te maken dat in aanmerking dient te worden genomen ( reckonable year ) in de zin van de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk betreffende de toerekening van bijdragen .

    ( 2 ) Voor de omrekening van een loonfactor in tijdvakken van verzekering , wordt de loonfactor verkregen gedurende het desbetreffende inkomstenbelastingjaar in de zin van de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk gedeeld door de voor dat belastingjaar geldende minimum-loongrens . De uitkomst wordt in gehele getallen weergegeven met verwaarlozing van de decimalen . Het aldus berekende getal wordt geacht het aantal weken van verzekering die gedurende dat belastingjaar onder de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk zijn vervuld , te vertegenwoordigen . Dit getal kan evenwel niet hoger zijn dan het aantal weken gedurende welke de betrokkene in de loop van dat belastingjaar aan deze wettelijke regeling onderworpen was . " .

    h ) wordt na de nieuwe paragraaf 16 de volgende paragraaf ingevoegd :

    " 17 . ( 1 ) Voor de berekening op grond van artikel 46 , lid 2 , sub a ) , van de verordening van het theoretische bedrag van het pensioenbestanddeel , dat uit een aanvullend bestanddeel krachtens de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk bestaat :

    a ) betekenen de woorden " lonen " , " premies of bijdragen " en " verhogingen " als genoemd in artikel 47 , lid 1 , sub b ) , van de verordening de overschotten aan loonfactoren zoals gedefinieerd in de wet betreffende de socialezekerheidspensioenen 1975 ( Social Security Pensions Act 1975 ) of , voor zover van toepassing , in de Regeling betreffende de sociale-zekerheidspensioenen ( Noord-Ierland ) 1975 ( Social Security Pensions ( Northern Ireland ) Order 1975 ) ;

    b ) wordt het gemiddelde van de overschotten aan loonfactoren overeenkomstig artikel 47 , lid 1 , sub b ) , van de verordening , uitgelegd zoals sub a ) hierboven , berekend door de krachtens de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk geregistreerde samengetelde overschotten te delen door het aantal inkomstenbelastingjaren in de zin van de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk ( met inbegrip van delen van die belastingjaren ) die vanaf 6 april 1978 onder deze wettelijke regeling zijn vervuld gedurende het betrokken tijdvak van verzekering .

    ( 2 ) Voor de berekening van het bedrag van het pensioenbestanddeel dat uit een aanvullend bestanddeel krachtens de wettelijke regeling van het Verenigd Koninkrijk bestaat , betekenen de in artikel 46 , lid 2 , van de verordening gebruikte woorden " tijdvakken van verzekering en van wonen " de vanaf 6 april 1978 vervulde tijdvakken van verzekering en van wonen . " .

    Artikel 4

    De artikelen van Verordening ( EEG ) nr . 574/72 worden als volgt gewijzigd :

    1 . Artikel 4 , lid 10 , wordt als volgt gelezen :

    " 10 . Bijlage 10 vermeldt de organen of instellingen die door de bevoegde autoriteiten zijn aangewezen , met name krachtens de volgende bepalingen :

    a ) verordening : artikel 14 , lid 3 , artikel 17 ;

    b ) toepassingsverordening : artikel 6 , lid 1 , artikel 11 , lid 1 , artikel 12 bis , artikel 13 , leden 2 en 3 , artikel 14 , leden 1 , 2 en 3 , artikel 38 , lid 1 , artikel 70 , lid 1 , artikel 80 , lid 2 , artikel 81 , artikel 82 , lid 2 , artikel 85 , lid 2 , artikel 86 , lid 2 , artikel 89 , lid 1 , artikel 91 , lid 2 , artikel 102 , lid 2 , artikel 110 , artikel 113 , lid 2 . " .

    2 . De ondertitel boven artikel 11 en artikel 11 worden als volgt gelezen :

    " Toepassing van de artikelen 13 tot en met 17 van de verordening

    Artikel 11

    Formaliteiten bij detachering op grond van artikel 14 , lid 1 , sub a ) , en lid 2 , sub a ) , van de verordening en bij op grond van artikel 17 van de verordening gesloten overeenkomsten

    1 . Het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving van toepassing blijft , verstrekt

    a ) op verzoek van de werknemer of zijn werkgever in de gevallen als bedoeld in artikel 14 , leden 1 , sub a ) , en 2 , sub a ) , van de verordening ;

    b ) in de gevallen waarin artikel 17 van de verordening is toegepast ,

    een bewijs waarin wordt verklaard dat de werknemer aan deze wettelijke regeling onderworpen blijft en tot welke datum dit het geval is .

    2 . De in artikel 14 , lid 1 , sub a ) , ii ) , van de verordening bedoelde toestemming dient door de werkgever te worden aangevraagd . " .

    3 . Na artikel 12 wordt het volgende artikel ingevoegd :

    " Artikel 12 bis

    Regels inzake werknemers die niet bij het internationale vervoer werkzaam zijn en die hun werkzaamheden op het grondgebied van twee of meer Lid-Staten plegen uit te oefenen

    1 . Voor de toepassing van artikel 14 , lid 1 , sub c ) , i ) , van de verordening stelt de werknemer die zijn werkzaamheden op het grondgebied van twee of meer Lid-Staten pleegt uit te oefenen het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont , van dit feit in kennis .

    Dit orgaan verstrekt hem een bewijs waarin wordt verklaard dat hij aan de wetgeving van deze Lid-Staat onderworpen is en zendt een afschrift daarvan aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van elke andere Lid-Staat :

    a ) op het grondgebied waarvan genoemde werknemer een deel van zijn werkzaamheden uitoefent en/of

    b ) op het grondgebied waarvan de zetel of het domicilie van een onderneming of een werkgever waaraan hij verbonden is , zich bevindt . Laatstbedoeld orgaan zendt , voor zover nodig , aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving van toepassing is , de nodige gegevens voor de vaststelling van de premies die door de werkgever of werkgevers en/of de werknemer op grond van deze wetgeving verschuldigd zijn .

    2 . Voor de toepassing van artikel 14 , lid 1 , sub c ) , ii ) , van de verordening stelt de werknemer die zijn werkzaamheden op het grondgebied van twee of meer Lid-Staten pleegt uit te oefenen het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de onderneming of de werkgever waarbij hij werkzaam is , zijn zetel of domicilie heeft , van dit feit in kennis .

    Lid 1 , tweede alinea , sub a ) , is van overeenkomstige toepassing . De betrokken werknemer kan evenwel het betreffende bewijs verkrijgen door bemiddeling van het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont . " .

    4 . Artikel 20 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 20

    Verstrekkingen ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt - Bijzonder geval van werknemers bij het internationaal vervoer alsmede hun gezinsleden

    1 . Om voor zichzelf of voor zijn gezinsleden die hem vergezellen , in aanmerking te komen voor verstrekkingen , is de in artikel 14 , lid 1 , sub b ) , van de verordening bedoelde werknemer bij het internationaal vervoer , die zich voor de uitoefening van zijn beroep op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat bevindt , verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats zo spoedig mogelijk een bijzondere verklaring over te leggen die door de werkgever of diens vertegenwoordiger is afgegeven in de loop van de kalendermaand waarin zij wordt overgelegd of in de loop van de twee daaraan voorafgaande kalendermaanden . In deze verklaring wordt met name de datum vermeld sedert welke de werknemer voor rekening van genoemde werkgever werkt , alsmede de naam en de plaats van vestiging van het bevoegde orgaan ; indien de werkgever evenwel volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat niet wordt geacht het bevoegde orgaan te kennen , is de werknemer verplicht de naam en de plaats van vestiging van dit orgaan schriftelijk op te geven , wanneer zijn aanvraag aan het orgaan van de verblijfplaats wordt overgelegd . Wanneer de werknemer deze verklaring heeft overgelegd , wordt hij geacht te voldoen aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen ; indien de werknemer niet in staat is zich voor de medische behandeling tot het orgaan van de verblijfplaats te wenden , ontvangt hij deze behandeling desniettegenstaande op vertoon van bedoelde verklaring , alsof hij bij dat orgaan verzekerd was .

    2 . Het orgaan van de verblijfplaats richt zich binnen drie dagen tot het bevoegde orgaan , ten einde te vernemen of de belanghebbende aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen voldoet . Het is verplicht de verstrekkingen te verlenen tot de ontvangst van het antwoord van het bevoegde orgaan en ten hoogste gedurende een termijn van dertig dagen .

    3 . Het bevoegde orgaan zendt het orgaan van de verblijfplaats antwoord binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van dit orgaan . Indien dit antwoord bevestigend luidt , deelt het bevoegde orgaan in voorkomend geval de maximumduur mede waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling , en zet het orgaan van de verblijfplaats de verlening van bedoelde verstrekkingen voort .

    4 . In plaats van de verklaring als bedoeld in lid 1 mag de in dat lid bedoelde werknemer aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring overleggen waarin wordt bevestigd dat aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen wordt voldaan . In deze verklaring , die door het bevoegde orgaan wordt afgegeven , wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van de bevoegde Staat . In dit geval zijn de leden 1 , 2 en 3 niet van toepassing .

    5 . Artikel 17 , leden 6 , 7 en 9 , van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing .

    6 . De verstrekkingen die zijn verleend op grond van de in lid 1 bedoelde veronderstelling , worden vergoed overeenkomstig artikel 36 , lid 1 , van de verordening . " .

    5 . Artikel 21 , lid 1 , eerste zin , wordt als volgt gelezen :

    " Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 22 , lid 1 , sub a ) , i ) , van de verordening , anders dan in het in artikel 20 van de toepassingsverordening bedoelde geval , is de werknemer verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen , waarin wordt bevestigd dat hij recht op de verstrekkingen heeft . " .

    6 . Artikel 34 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

    " 1 . Indien de in artikel 20 , leden 1 en 4 , en de in de artikelen 21 , 23 en 31 , van de toepassingsverordening voorgeschreven formaliteiten niet konden worden vervuld gedurende het verblijf op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat , worden de gemaakte kosten op verzoek van de werknemer door het bevoegde orgaan vergoed tegen de tarieven die door het orgaan van de verblijfplaats voor de vergoeding worden toegepast . " .

    7 . Artikel 62 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 62

    Verstrekkingen ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

    1 . Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen is de in artikel 14 , lid 1 , sub b ) , van de verordening bedoelde werknemer bij het internationale vervoer , die zich voor de uitoefening van zijn beroep op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat bevindt , verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats zo spoedig mogelijk een bijzondere verklaring over te leggen die door zijn werkgever of diens vertegenwoordiger is afgegeven in de loop van de kalendermaand waarin zij wordt overgelegd of in de loop van de twee daaraan voorafgaande kalendermaanden . In deze verklaring wordt met name de datum vermeld sedert welke de werknemer voor rekening van genoemde werkgever werkt , alsmede de naam en de plaats van vestiging van het bevoegde orgaan . Wanneer de werknemer deze verklaring heeft overgelegd , wordt hij geacht te voldoen aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen . Indien de werknemer niet in staat is zich voor de medische behandeling tot het orgaan van de verblijfplaats te wenden , ontvangt hij deze behandeling toch op vertoon van bedoelde verklaring , alsof hij bij dat orgaan verzekerd was .

    2 . Het orgaan van de verblijfplaats richt zich binnen drie dagen tot het bevoegde orgaan , ten einde te vernemen of de in lid 1 bedoelde werknemer aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen voldoet . Het is verplicht de verstrekkingen te verlenen tot de ontvangst van het antwoord van het bevoegde orgaan en ten hoogste gedurende een termijn van dertig dagen .

    3 . Het bevoegde orgaan zendt het orgaan van de verblijfplaats antwoord binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van dit orgaan . Indien dit antwoord bevestigend luidt , deelt het bevoegde orgaan in voorkomend geval de maximumduur mede waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling , en zet het orgaan van de verblijfplaats de verlening van bedoelde verstrekkingen voort .

    4 . De verstrekkingen die zijn verleend op grond van de in lid 1 bedoelde veronderstelling , worden vergoed overeenkomstig artikel 36 , lid 1 , van de verordening .

    5 . In plaats van de in lid 1 bedoelde verklaring mag de in dat lid bedoelde werknemer aan het orgaan van de verblijfplaats de in lid 6 bedoelde verklaring overleggen .

    6 . Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 55 , lid 1 , sub a ) , i ) , van de verordening , anders dan in de gevallen waarin de in lid 1 bedoelde veronderstelling wordt ingeroepen , is de werknemer verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat hij recht op de verstrekkingen heeft . In deze verklaring die zo mogelijk door het bevoegde orgaan wordt afgegeven voordat de werknemer het grondgebied van de Lid-Staat waar hij woont verlaat , wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van de bevoegde Staat . Indien de werknemer deze verklaring niet overlegt , verzoekt het orgaan van de verblijfplaats het bevoegde orgaan daarom .

    7 . Artikel 60 , leden 5 , 6 en 9 , van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing . " .

    8 . Artikel 113 , leden 1 en 2 , wordt als volgt gelezen :

    " 1 . Ingeval het recht op verstrekkingen niet door het bevoegde orgaan wordt erkend , worden de verstrekkingen die door het orgaan van de verblijfplaats aan een werknemer bij het internationaal vervoer werden verleend , op grond van de in artikel 20 , lid 1 , of in artikel 62 , lid 1 , van de toepassingsverordening bedoelde veronderstelling , door het bevoegde orgaan vergoed .

    2 . De door het orgaan van de verblijfplaats verrichte uitgaven voor een werknemer bij het internationaal vervoer die op vertoon van de in artikel 20 , lid 1 , of artikel 62 , lid 1 , van de toepassingsverordening bedoelde verklaring verstrekkingen heeft genoten , terwijl hij zich niet vooraf tot het orgaan van de verblijfplaats heeft gewend en geen recht op vestrekkingen heeft , worden vergoed door het in bedoelde verklaring als bevoegd aangeduide orgaan of door elk ander orgaan dat hiertoe door de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat is aangewezen . " .

    9 . Artikel 121 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 121

    Bijzondere bepalingen betreffende wijziging van sommige bijlagen

    De bijlagen 1 , 4 , 5 , 6 , 7 en 8 van de toepassingsverordening kunnen worden gewijzigd bij verordening van de Commissie op verzoek van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staat of Lid-Staten , na advies van de administratieve commissie . " .

    Artikel 5

    Bijlage 5 van Verordening ( EEG ) nr . 574/72 wordt als volgt gewijzigd :

    1 . Punt " 3 . BELGIE - FRANKRIJK " wordt als volgt aangevuld :

    " f ) Akkoord van 3 oktober 1977 ter uitvoering van artikel 92 van Verordening ( EEG ) nr . 1408/71 ( inning van sociale zekerheidspremies ) . " .

    2 . Punt 13 wordt als volgt gelezen :

    " 13 . DENEMARKEN - LUXEMBURG

    Akkoord van 19 juni 1978 betreffende het wederzijds afzien van vergoedingen als bedoeld in artikel 36 , lid 3 , artikel 63 , lid 3 , en artikel 70 , lid 3 , van de verordening en artikel 105 , lid 2 , van de toepassingsverordening ( uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte , moederschap , arbeidsongevallen en beroepsziekten , uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen , kosten van administratieve en medische controle ) . " .

    3 . Punt " 16 . DUITSLAND - FRANKRIJK " wordt als volgt aangevuld :

    " c ) Akkoord van 14 oktober 1977 betreffende het afzien van vergoedingen als bedoeld in artikel 70 , lid 3 , van de verordening ( uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen ) . " .

    4 . Punt 21 wordt als volgt gelezen :

    " 21 . DUITSLAND - VERENIGD KONINKRIJK

    a ) De artikelen 8 , 9 , 25 tot en met 27 en 29 tot en met 32 van de regeling van 10 december 1964 betreffende de toepassing van het verdrag van 20 april 1960 .

    b ) Akkoord van 29 april 1977 betreffende het afzien van vergoeding van uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte , moederschap , arbeidsongevallen en beroepsziekten , uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en kosten van administratieve en medische controle . " .

    5 . Punt 29 wordt als volgt gelezen :

    " 29 . IERLAND - NEDERLAND

    De briefwisseling van 28 juli 1978 en 10 oktober 1978 betreffende artikel 36 , lid 3 , en artikel 63 , lid 3 , van de verordening ( gedeeltelijk wederzijds afzien van vergoeding van uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte , moederschap , arbeidsongevallen en beroepsziekten ) . " .

    Artikel 6

    In bijlage 6 van Verordening ( EEG ) nr . 574/72 wordt de algemene opmerking als volgt gelezen :

    " Algemene opmerking

    De betaling van achterstallige bedragen en andere betalingen ineens vindt in beginsel plaats via de verbindingsorganen . De lopende en andere betalingen worden verricht volgens de in deze bijlage voor ieder geval aangegeven procedure . " .

    Artikel 7

    In bijlage 10 van Verordening ( EEG ) nr . 574/72 wordt punt " C . DUITSLAND " als volgt gewijzigd :

    1 . Paragraaf 2 wordt als volgt gelezen :

    " 2 . Voor de toepassing van artikel 14 , lid 1 , sub a ) , i ) , van de verordening juncto artikel 11 , lid 1 , van de toepassingsverordening :

    a ) bij de ziekteverzekering aangesloten werknemer :

    Het orgaan waarbij hij voor deze verzekering is aangesloten

    b ) niet bij de ziekteverzekering aangesloten werknemer :

    Bundesversicherungsanstalt fuer Angestellte ( Verzekeringsinstelling voor bedienden ) , Berlin " .

    2 . Na paragraaf 2 worden de volgende paragrafen ingevoegd :

    " 3 . Voor de toepassing van artikel 14 , lid 1 , sub a ) , ii ) , van de verordening :

    Bundesverband der Ortskrankenkassen ( Federatie van plaatselijke ziekenfondsen ) , Bonn - Bad Godesberg

    4 . Voor de toepassing van artikel 17 van de verordening :

    a ) bij detachering in de Bondsrepubliek Duitsland :

    Bundesverband der Ortskrankenkassen ( Federatie van plaatselijke ziekenfondsen ) , Bonn - Bad Godesberg

    b ) bij detachering van bij de ziekteverzekering aangesloten werknemers in een andere Lid-Staat :

    Bundesverband der Ortskrankenkassen ( Federatie van plaatselijke ziekenfondsen ) , Bonn - Bad Godesberg

    c ) in andere gevallen :

    Bundesminister fuer Arbeit und Sozialordnung ( Bondsminister van Arbeid en Sociale Zaken ) , Bonn " .

    3 . De paragrafen 3 tot en met 9 worden de paragrafen 5 tot en met 11 .

    4 . In de nieuwe paragraaf 9 , sub a ) , wordt de rechterkolom als volgt gelezen :

    " Bundesverband der Ortskrankenkassen ( Federatie van plaatselijke ziekenfondsen ) , Bonn - Bad Godesberg ; in de in bijlage 3 van de toepassingsverordening , punt C , paragraaf 2 , sub b ) , bedoelde gevallen : Hauptverband der gewerblichen Berufsgenossenschaften ( Federatie van industriële bedrijfsverenigingen ) , Bonn " .

    5 . In de nieuwe paragraaf 10 , sub a ) en sub b ) , i ) , wordt de rechterkolom als volgt gelezen :

    " Bundesverband der Ortskrankenkassen ( Federatie van plaatselijke ziekenfondsen ) , Bonn - Bad Godesberg , uit het in bijlage V van de verordening , punt C , paragraaf 5 , bedoelde vereveningsfonds " .

    Artikel 8

    1 . Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    2 .

    a ) Artikel 1 , punt 2 , is van toepassing met ingang van 1 oktober 1979 .

    b ) Artikel 2 , punt 1 , is van toepassing met ingang van 1 april 1973 .

    c ) Artikel 2 , punt 2 , is van toepassing met ingang van 6 april 1978 .

    d ) Artikel 3 , punt 1 , is van toepassing met ingang van 1 juli 1977 .

    e ) Artikel 3 , punt 2 ,

    - sub e ) , is van toepassing met ingang van 2 januari 1977 ;

    - sub g ) , en h ) , is van toepassing met ingang van 6 april 1978 ;

    - sub a ) , b ) , d ) en f ) , is van toepassing met ingang van 6 april 1975 met betrekking tot de wettelijke regelingen van Groot-Brittannië en van Noord-Ierland ;

    - sub c ) , is van toepassing met ingang van 4 april 1977 met betrekking tot de wettelijke regelingen van Groot-Brittannië en van Noord-Ierland ;

    - sub a ) , c ) , d ) en f ) , is van toepassing met ingang van 1 april 1973 met betrekking tot de wettelijke regeling van Gibraltar .

    f ) Artikel 4 , punt 1 , is van toepassing met ingang van 1 oktober 1979 .

    g ) Artikel 5 , punt 1 , is van toepassing met ingang van 1 mei 1978 .

    h ) Artikel 5 , punt 2 , is van toepassing met ingang van 1 april 1973 .

    i ) Artikel 5 , punt 3 , is van toepassing met ingang van 27 april 1978 .

    j ) Artikel 5 , punt 4 , is van toepassing met ingang van 28 december 1977 .

    k ) Artikel 5 , punt 5 , is van toepassing met ingang van 1 april 1973 .

    l ) Artikel 7 , punten 1 , 2 en 3 , is van toepassing met ingang van 1 oktober 1979 .

    m ) Artikel 7 , punten 4 en 5 , is van toepassing met ingang van 1 april 1973 .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 16 juli 1979 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . COLLEY

    ( 1 ) PB nr . L 149 van 5 . 7 . 1971 , blz . 2 .

    ( 2 ) PB nr . L 302 van 26 . 11 . 1977 , blz . 1 .

    ( 3 ) PB nr . L 74 van 27 . 3 . 1972 , blz . 1 .

    ( 4 ) PB nr . C 115 van 8 . 5 . 1979 , blz . 3 .

    ( 5 ) PB nr . C 140 van 5 . 6 . 1979 , blz . 181 .

    ( 6 ) Advies uitgebracht op 27 juni 1979 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

    Top