EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31960H1221

Aanbeveling betreffende de toepassing van artikel 37 van het Verdrag

PB 81 van 21.12.1960, p. 1893–1896 (DE, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/1982; vervangen door 31982X0181

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1960/1221/oj

31960H1221

Aanbeveling betreffende de toepassing van artikel 37 van het Verdrag

Publicatieblad Nr. 081 van 21/12/1960 blz. 1893 - 1896


++++

AANBEVELING

betreffende de toepassing van artikel 37 van het Verdrag

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE ,

Gezien de bepalingen van het Verdrag en in het bijzonder de artikelen 31 , 37 , 124 en 161 ;

Na raadpleging van de groep van deskundigen die zijn benoemd door het Wetenschappelijk en Technisch Comité , overeenkomstig artikel 31 van het Verdrag ;

Overwegende dat , teneinde een zo uniform mogelijke toepassing van artikel 37 te bevorderen en te bereiken , dat de plannen voor de lozing van radioactieve afvalstoffen aan de Commissie worden medegedeeld volgens een algemeen uniform schema , het noodzakelijk is te bepalen , wat onder lozing van radioactieve afvalstoffen moet worden verstaan en nader aan te geven welke algemene gegevens een mededeling aan de Commissie moet bevatten ;

Overwegende , dat het wenselijk is een inventaris op te maken van alle bestaande installaties voor de lozing van radioactieve afvalstoffen , teneinde de groep van deskundigen in staat te stellen advies uit te brengen inzake de plannen voor lozing , waarbij rekening moet worden gehouden met de cumulatieve risico's , welke de plannen in een bepaalde sector met zich kunnen brengen ;

BEVEELT AAN :

1 . Dat onder " lozing van radioactieve afvalstoffen " in de zin van artikel 37 van het Verdrag wordt verstaan elke definitieve verwijdering van radioactieve stoffen in de lucht , het water of de bodem , welke voor andere dan beroepshalve blootgestelde personen een zodanige besmetting kunnen veroorzaken , dat hierdoor kans bestaat op overschrijding van de " maximaal toelaatbare dosis voor de bevolking in haar geheel " , zoals deze is bepaald in de krachtens artikel 31 van het Verdrag vastgestelde basisnormen .

2 . Dat de tijdelijke manipulatie of opslag van radioactieve afvalstoffen niet wordt beschouwd als lozing van radioactieve afvalstoffen .

3 . Dat de activiteiten , welke in onderstaande lijst zijn opgesomd , worden geacht in het algemeen gepaard te gaan met lozing van radioactieve afvalstoffen :

( 1 ) Winning en concentratie van uranium - en thoriumertsen .

( 2 ) Scheikundige behandeling en zuivering van de concentraten van uranium en thorium .

( 3 ) Bereiding van splijtstoffen .

( 4 ) Vervaardiging van splijtstofelementen .

( 5 ) Vervaardiging van uraniumhexafluoride .

( 6 ) Produktie van verrijkt uranium .

( 7 ) Behandeling van bestraalde splijtstoffen .

( 8 ) Kernreactoren .

( 9 ) Installaties voor de behandeling van radioactieve afval .

( 10 ) Bereiding en transformatie van radioelementen .

( 11 ) Begraving van radioactieve afvalstoffen in de grond .

( 12 ) Storting van radioactieve , afvalstoffen in zee .

4 . Dat een Lid-Staat , indien hij zulks nuttig acht , elk plan voor lozing dat niet onder de sub 1 genoemde definitie zou vallen , voor advies aan de Commissie voorlegt .

5 . Dat onder " algemene gegevens " , in de zin van artikel 37 van het Verdrag , wordt verstaan de mededelingen waarvan een niet limitatieve lijst is opgenomen in Bijlage I bij deze aanbeveling .

6 . Dat de plannen voor lozing van radioactieve afvalstoffen uiterlijk zes maanden v}}r de datum , welke voor de uitvoering van de lozing is vastgesteld , aan de Commissie worden medegedeeld .

7 . Dat de Lid-Staten , met betrekking tot de lozingen welke reeds hebben plaatsgevonden of de installaties welke reeds in bedrijf zijn , aan de Commissie de volgende gegevens verstrekken :

( 1 ) Type der installatie of lozing .

( 2 ) Nauwkeurige aanduiding van de plaats der lozing .

( 3 ) Aard van de geloosde of nog te lozen radioactieve produkten ( vermelding van de radionuclide ( n ) , chemische en fysische toestand ) .

( 4 ) Maximale hoeveelheden en concentraties van de sub ( 3 ) vermelde radioactieve produkten , welke onder normale bedrijfsomstandigheden van de installatie worden geloosd .

Deze aanbeveling is gericht aan alle Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 16 november 1960 .

Door de Commissie

De Voorzitter

Etienne HIRSCH

BIJLAGE I

bij de Aanbeveling van de Commissie van 16 november 1960

" ALGEMENE GEGEVENS "

in de zin van artikel 37 van het Verdrag

1 . Beschrijving van het plan

1.1 . Gegevens betreffende de plaats ( kaart van de streek met nauwkeurige aanduiding van de ligging van de installatie , afstand tot aan de grens van het / de aangrenzende land ( en ) , enz . ) .

1.2 . Gedetailleerde beschrijving van de lozingsinstallatie .

1.3 . Beschrijving van de methodes voor lozing .

1.4 . Beschrijving van de inrichtingen voor de controle van de radioactiviteit v}}r en na de lozing .

2 . Technische gegevens

2.1 . Lozing van radioactieve gassen en aerosolen

2.1.1 . Hoeveelheid , concentratie en aard van de te verwijderen afvalstoffen .

2.1.2 . Meteorologische gegevens .

2.1.3 . Toestand betreffende de ( niet radioactieve ) algemene atmosferische verontreiniging in de omgeving van de installatie .

2.1.4 . Schatting van de afstand tussen de installatie en de plaats waar zich de sterkste concentratie van radioactiviteit in lucht op het niveau van de bodem zal voordoen , onder verschillende atmosferische omstandigheden .

Waarde van deze maximumconcentratie :

_ onder normale bedrijfsomstandigheden

_ bij ongevallen .

Schatting van de neerslag op de bodem van radioactieve stoffen afkomstig van de atmosfeer rondom de installatie .

2.1.5 . Gegevens betreffende bevolking en landbouw .

2.1.6 . Naburige installaties welke eveneens radioactieve produkten in de lucht lozen .

2.2 . Lozing van vloeibare radioactieve afvalstoffen

2.2.1 . Lozing door verdunning in water .

2.2.1.1 . Hoeveelheid , concentratie en aard van de radioactieve afvalprodukten , isotopische verdunning .

2.2.1.2 . Kenmerken van de waterwegen waarin de radioactieve afvalstoffen zullen worden verwijderd .

Toestand van de ( niet radioactieve ) algemene verontreiniging van deze waterlopen .

2.2.1.3 . Naburige installaties welke eveneens radioactieve afvalstoffen in dezelfde waterlopen lozen .

2.2.1.4 . Gebruik van deze waterlopen in de landen van de Gemeenschap , stroomafwaarts van het punt van lozing ( als drinkwater , water voor de industrie , irrigatiewater , enz . ) . Eventueel mogelijke consequenties van een radioactieve besmetting van de voedselketen .

2.2.1.5 . Maximumconcentratie van de radioactiviteit welke in de waterlopen van de landen van de Gemeenschap kan optreden :

_ onder normale bedrijfsomstandigheden

_ bij een ongeval .

2.2.2 . Begraving in de bodem .

2.2.2.1 . Hoeveelheid , concentratie en aard van de radioactieve afvalstoffen , isotopenverdunning .

2.2.2.2 . Kenmerken van de bodem op de plaats van begraving ( geografische ligging , algemene geologische , geochemische , hydrologische gegevens , enz . ) .

2.2.2.3 . Mogelijke ongevallen en de consequenties hiervan .

2.2.2.4 . Andere in de omgeving verrichte inkuilingen .

2.3 . Lozing van radioactieve vaste afvalstoffen

2.3.1 . Algemeen .

2.3.1.1 . Hoeveelheid en aard van de radioactieve afvalstoffen .

2.3.1.2 . Verpakking van de afvalstoffen .

2.3.1.3 . Mogelijke ongevallen en de consequenties hiervan .

2.3.2 . Begraving in de bodem .

2.3.2.1 . Beschrijving van de omstandigheden en van de plaats van begraving ( geografische ligging , diepte , algemene geologische , geochemische , hydrologische gegevens , enz . ) .

2.3.3 . Lozing in zee .

2.3.3.1 . Beschrijving van de omstandigheden en van de plaats van storting ( geografische ligging , diepte van de zee , zeestromingen , verticale beweging van het water , getijdenbewegingen , visserij , enz . ) .

2.3.4 . Andere in de omgeving verrichte lozingen .

3 . Algemeen

3.1 . Maatregelen en voorzorgen voor het geval dat een ongeval plaatsvindt en eventueel overeenkomsten met nabuurlanden .

Top