Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22020D2249

    Besluit Nr. 5/2020 van het Gemengd Comité dat is ingesteld bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 17 december 2020 tot vaststelling van het initiële maximale vrijgestelde totale jaarlijkse niveau van de steun en het initiële minimumpercentage als bedoeld in artikel 10, lid 2, van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie[2020/2249]

    PUB/2020/1042

    PB L 443 van 30.12.2020, p. 13–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/2249/oj

    30.12.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 443/13


    BESLUIT Nr. 5/2020 VAN HET GEMENGD COMITÉ DAT IS INGESTELD BIJ HET AKKOORD OVER DE TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANIË EN NOORD-IERLAND UIT DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE

    van 17 december 2020

    tot vaststelling van het initiële maximale vrijgestelde totale jaarlijkse niveau van de steun en het initiële minimumpercentage als bedoeld in artikel 10, lid 2, van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie[2020/2249]

    HET GEMENGD COMITÉ

    Gezien het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 10, lid 2, en bijlage 6,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Totaal jaarlijks niveau van de steun voor andere landbouwproducten dan visserij- en aquacultuurproducten

    1.   Het in artikel 10, lid 2, van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bedoelde initiële maximale vrijgestelde totale jaarlijkse niveau van de steun voor andere landbouwproducten dan visserij- en aquacultuurproducten bedraagt 382,2 miljoen GBP (1).

    2.   Het Verenigd Koninkrijk kan het in lid 1 bedoelde maximale vrijgestelde totale jaarlijkse niveau van de steun in een bepaald jaar verhogen met het gedeelte van het bedrag van het maximale vrijgestelde totale jaarlijkse niveau van de steun dat in het voorgaande kalenderjaar niet is uitgegeven, tot een extra bedrag van 25,03 miljoen GBP.

    3.   Het in lid 1 bedoelde maximale vrijgestelde totale jaarlijkse niveau van de steun wordt verhoogd met een bedrag van 6,8 miljoen GBP voor een bepaald jaar:

    a)

    indien de Europese Unie in dat jaar maatregelen heeft genomen op grond van deel II, titel I, hoofdstuk I of artikel 219, 220 of 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 (2) die betrekking hebben op de Republiek Ierland; of

    b)

    wegens:

    i)

    een dierziekte,

    ii)

    een gebeurtenis of omstandigheden die de markt aanzienlijk verstoren of dreigen te verstoren, indien die situatie of het effect daarvan op de markt waarschijnlijk zal aanhouden of verslechteren,

    iii)

    ernstige marktverstoringen die rechtstreeks verband houden met verlies van vertrouwen bij de consument als gevolg van risico’s voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, en risico’s op ziekten, of

    iv)

    een natuurramp die het grondgebied van Noord-Ierland treft en het hele eiland Ierland niet in gelijke mate treft.

    Punt b) is enkel van toepassing als het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie ten minste 10 dagen vóór de toepassing van het verhoogde algemene jaarlijkse steunniveau op de hoogte heeft gebracht.

    Artikel 2

    Totaal jaarlijks niveau van de steun voor visserij- en aquacultuurproducten

    1.   Het in artikel 10, lid 2, van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bedoelde initiële maximale vrijgestelde totale niveau van de steun voor visserij- en aquacultuurproducten bedraagt 16,93 miljoen GBP tijdens de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, alsook tijdens elke daaropvolgende periode van vijf jaar. Het vrijgestelde totale jaarlijkse niveau van de steun voor deze producten mag echter niet meer bedragen dan 4,01 miljoen GBP per jaar.

    2.   De volgende concrete acties komen niet in aanmerking voor financiering uit de in lid 1 bedoelde bedragen:

    a)

    concrete acties die de vangstcapaciteit van een vaartuig vergroten of uitrusting waarmee het vermogen van het vaartuig om vis op te sporen, wordt vergroot;

    b)

    de bouw van nieuwe vissersvaartuigen of de invoer van vissersvaartuigen;

    c)

    de definitieve stopzetting van visserijactiviteiten;

    d)

    de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten, tenzij deze verband houden met:

    i)

    noodmaatregelen die door de overheid van het Verenigd Koninkrijk of door het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland zijn genomen voor een maximale periode van zes maanden in verband met een ernstige bedreiging van de mariene biologische rijkdommen of het mariene ecosysteem;

    ii)

    het niet verlengen van een internationale visserijovereenkomst of een protocol bij een dergelijke overeenkomst;

    iii)

    een krachtens de wetgeving in het Verenigd Koninkrijk of het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bekendgemaakt visserijbeheersplan, waarin beleidsmaatregelen zijn vastgesteld om een of meer visbestanden op een duurzaam niveau te brengen of te behouden;

    iv)

    noodmaatregelen die door de overheid van het Verenigd Koninkrijk of door het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland zijn genomen naar aanleiding van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid of een andere noodsituatie die ernstige gevolgen heeft voor de visserij- of de aquacultuursector;

    e)

    verkennende visserij;

    f)

    de overdracht van de eigendom van een bedrijf; en

    g)

    het rechtstreeks uitzetten van vis, tenzij daarin is voorzien in maatregelen van de overheid van het Verenigd Koninkrijk of het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland met het oog op de instandhouding van visbestanden of het mariene ecosysteem, of in geval van experimentele uitzetting.

    Voor de in punt d) bedoelde uitzonderingen geldt de voorwaarde dat de door het betrokken vissersvaartuig of door de betrokken visser verrichte visserijactiviteiten daadwerkelijk worden opgeschort en dat de financiering wordt toegekend voor een periode van ten hoogste zes maanden per vaartuig.

    Artikel 3

    Minimumpercentage

    Het in artikel 10, lid 2, van het protocol bedoelde initiële minimumpercentage is 83 % en is van toepassing op de bedragen van het in artikel 1 bedoelde vrijgestelde totale jaarlijkse steunniveau.

    Artikel 4

    Beoordeling

    Het Gemengd Comité beoordeelt dit besluit en de uitvoering ervan op gezette tijden.

    Artikel 5

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

    Gedaan te Brussel, 17 december 2020.

    Voor het Gemengd Comité

    De medevoorzitters

    Maroš ŠEFČOVIČ

    Michael GOVE


    (1)  Voor de omzetting in EUR van alle berekeningen en hoeveelheden die in dit besluit in GBP zijn vastgesteld, moet gebruik worden gemaakt van de wisselkoers van de rechtstreekse betalingen van 2019 (€1 = £0,89092).

    (2)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).


    Top