Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22010D0097

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 97/2010 van 1 oktober 2010 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

    PB L 332 van 16.12.2010, p. 47–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/97(3)/oj

    16.12.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 332/47


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 97/2010

    van 1 oktober 2010

    tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 43/2010 van het Gemengd Comité van de EER van 30 april 2010 (1).

    (2)

    Richtlijn 2009/97/EG van de Commissie van 3 augustus 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/90/EG en 2003/91/EG houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG respectievelijk Richtlijn 2002/55/EG van de Raad, wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Richtlijn 2009/145/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Dit besluit is niet van toepassing op Liechtenstein,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Hoofdstuk III van bijlage I bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In deel 1 wordt in de punten 14 (Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie) en 15 (Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

    „—

    32009 L 0097: Richtlijn 2009/97/EG van de Commissie van 3 augustus 2009 (PB L 202 van 4.8.2009, blz. 29).”.

    2)

    In deel 2 wordt na punt 54 (Beschikking 2009/109/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

    „55.

    32009 L 0145: Richtlijn 2009/145/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen (PB L 312 van 27.11.2009, blz. 44).”.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Richtlijnen 2009/97/EG en 2009/145/EG zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 1 november 2010, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 1 oktober 2010.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Stefán Haukur JÓHANNESSON


    (1)  PB L 181 van 15.7.2010, blz. 11.

    (2)  PB L 202 van 4.8.2009, blz. 29.

    (3)  PB L 312 van 27.11.2009, blz. 44.

    (4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Top