Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22006D0097

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 97/2006 van 7 juli 2006 tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst

    PB L 289 van 19.10.2006, p. 41–49 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/97(2)/oj

    19.10.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 289/41


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 97/2006

    van 7 juli 2006

    tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage XXI bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 71/2006 van het Gemengd Comité van de EER van 2 juni 2006 (1).

    (2)

    Verordening (EG) nr. 204/2006 van de Commissie van 6 februari 2006 tot aanpassing van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad en tot wijziging van Beschikking 2000/115/EG van de Commissie met het oog op de organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven in 2007 (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Bijlage XXI bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In punt 23 (Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

    „—

    32006 R 0204: Verordening (EG) nr. 204/2006 van de Commissie van 6 februari 2006 (PB L 34 van 7.2.2006, blz. 3).”.

    2)

    De lijst van bijlage 1 wordt vervangen door de lijst in de bijlage bij dit besluit.

    3)

    In punt 23a (Beschikking 2000/115/EG van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

    „—

    32006 R 0204: Verordening (EG) nr. 204/2006 van de Commissie van 6 februari 2006 (PB L 34 van 7.2.2006, blz. 3).”.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 204/2006 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 8 juli 2006, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 7 juli 2006.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitster

    Oda Helen SLETNES


    (1)  PB L 245 van 7.9.2006, blz. 42.

    (2)  PB L 34 van 7.2.2006, blz. 3.

    (3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    BIJLAGE

    LIJST VAN KENMERKEN VOOR 2007 (1)

    Verklaring: NR = niet relevant, NS = niet significant, NE = niet bestaand of vrijwel nihil

    A.

    Geografische ligging van het bedrijf

     

    LI

    N

    IS

    1.

    Gebied

    code

     

     

     

    a)

    Gemeente of deelgebied (2)

    code

     

    NR

    NR

    2.

    Probleemgebied (2)

    ja/neen

     

    NR

    NR

    a)

    Berggebied (2)

    ja/neen

     

    NR

    NR

    3.

    Landbouwgebieden met specifieke beperkingen op milieugebied

    ja/neen

     

    NR

    NR

    B.

    Rechtspersoonlijkheid en beheer van het bedrijf (op de dag van de enquête)

     

    LI

    N

    IS

    1.

    Berusten de juridische en economische aansprakelijkheid voor het bedrijf bij

     

     

     

     

    a)

    een natuurlijke persoon die het enige bedrijfshoofd op een zelfstandig bedrijf is?

    ja/neen

     

     

     

    b)

    een of meer natuurlijke personen die partners zijn op een bedrijf met een meerhoofdige bedrijfsvoering? (3)

    ja/neen

     

     

     

    c)

    een rechtspersoon?

    ja/neen

     

     

     

    2.

    Als het antwoord op vraag B/1 a) „ja” is, is deze persoon (het bedrijfshoofd) tevens de bedrijfsleider?

    ja/neen

     

     

     

    a)

    Als het antwoord op vraag B/2 „neen” is, is de bedrijfsleider een familielid van het bedrijfshoofd?

    ja/neen

     

    NS

    NS

    b)

    Als het antwoord op vraag B/2 a) „ja” is, is de bedrijfsleider de echtgenoot/echtgenote van het bedrijfshoofd?

    ja/neen

     

    NS

    NS

    C.

    Exploitatievorm (gezien vanuit het standpunt van het bedrijfshoofd), verkaveling van het bedrijf en bedrijfssysteem

     

    LI

    N

    IS

    Oppervlakte cultuurgrond:

     

     

     

     

    1.

    In eigendom

    ha/a

     

     

     

    2.

    In pacht

    ha/a

     

     

     

    3.

    In deelpacht of andere exploitatievorm

    ha/a

     

    NE

    NE

    5.

    Bedrijfssysteem en werkwijzen:

     

     

     

     

    a)

    Oppervlakte cultuurgrond van het bedrijf waarop biologische landbouwproductiemethoden worden toegepast volgens regels van de Europese Commissie

    ha/a

     

     

    NS

    d)

    Oppervlakte cultuurgrond van het bedrijf waarop wordt overgeschakeld op biologische landbouwproductiemethoden

    ha/a

     

     

    NS

    e)

    Past het bedrijf ook bij de dierlijke productie biologische landbouwproductiemethoden toe?

    totaal, gedeeltelijk, helemaal niet

     

     

    NS

    6.

    Bestemming van de productie van het bedrijf:

     

     

     

     

    a)

    Verbruikt het huishouden van het bedrijfshoofd meer dan 50 % van de waarde van de eindproductie van het bedrijf?

    ja/neen

     

    NS

    NS

    b)

    Maakt de rechtstreekse verkoop aan consumenten meer dan 50 % van de totale verkoop uit?

    ja/neen

     

    NS

    NS

    D.

    Bouwland

     

    LI

    N

    IS

    Granen voor korrelwinning (inclusief zaden):

     

     

     

     

    1.

    Zachte tarwe en spelt

    ha/a

     

     

    NE

    2.

    Durumtarwe

    ha/a

     

    NE

    NE

    3.

    Rogge

    ha/a

     

     

    NS

    4.

    Gerst

    ha/a

     

     

     

    5.

    Haver

    ha/a

     

     

    NS

    6.

    Korrelmaïs

    ha/a

     

    NE

    NS

    7.

    Rijst

    ha/a

     

    NE

    NE

    8.

    Overige granen voor korrelwinning

    ha/a

     

    NS

    NE

    9.

    Eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaden en mengsels van granen en peulvruchten)

    ha/a

     

    NS

    NE

    waarvan:

     

     

     

     

    e)

    Erwten, veldbonen en niet-bittere lupinen

    ha/a

     

    NS

    NE

    f)

    Linzen, kekers en wikke

    ha/a

     

    NE

    NE

    g)

    Andere drooggeoogste eiwitrijke gewassen

    ha/a

     

    NE

    NE

    10.

    Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

    ha/a

     

     

     

    11.

    Suikerbieten (exclusief zaden)

    ha/a

     

    NE

    NE

    12.

    Voederhakvruchten (exclusief zaden)

    ha/a

     

    NS

    NS

    Handelsgewassen:

     

     

     

     

    23.

    Tabak

    ha/a

     

    NE

    NE

    24.

    Hop

    ha/a

     

    NE

    NE

    25.

    Katoen

    ha/a

     

    NE

    NE

    26.

    Kool- en raapzaad

    ha/a

     

     

     

    27.

    Zonnebloempitten

    ha/a

     

    NE

    NE

    28.

    Sojaboon

    ha/a

     

    NE

    NE

    29.

    Lijnzaad

    ha/a

     

    NE

    NE

    30.

    Andere oliehoudende gewassen

    ha/a

     

    NE

    NE

    31.

    Vlas

    ha/a

     

    NE

    NE

    32.

    Hennep

    ha/a

     

    NE

    NE

    33.

    Andere vezelgewassen

    ha/a

     

    NE

    NE

    34.

    Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

    ha/a

     

    NS

    NS

    35.

    Handelsgewassen, niet elders genoemd

    ha/a

     

    NE

    NE

    Verse groenten, meloenen, aardbeien

     

     

     

     

    14.

    In open lucht of onder lage beschermingsafdekking

    ha/a

     

     

     

    waarvan:

     

     

     

     

    a)

    akkerbouwmatig geteeld

    ha/a

     

     

     

    b)

    tuinbouwmatig geteeld

    ha/a

     

     

     

    15.

    Onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie

    ha/a

     

     

     

    Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijplanten):

     

     

     

     

    16.

    In open lucht of onder lage beschermingsafdekking

    ha/a

     

    NS

    NS

    17.

    Onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie

    ha/a

     

     

     

    18.

    Voedergewassen:

     

     

     

     

    a)

    tijdelijk grasland

    ha/a

     

     

     

    b)

    overige groenvoedergewassen

    ha/a

     

     

     

    waarvan:

     

     

     

     

    i)

    voedermaïs (kuilmaïs)

    ha/a

     

    NS

    NS

    iii)

    andere voedergewassen

    ha/a

     

     

    NS

    19.

    Zaden en zaailingen op bouwland (exclusief granen, peulvruchten, aardappelen en oliehoudende gewassen)

    ha/a

     

     

     

    20.

    Overige gewassen op bouwland

    ha/a

     

     

     

    21.

    Braakland, zonder financiële steun

    ha/a

     

     

    NR

    22.

    Braakland, zonder economische opbrengst, waarvoor financiële steun wordt verleend

    ha/a

     

    NR

    NR

    E.

    Tuinen voor eigen gebruik

    ha/a

     

    NS

    NS

    F.

    Blijvend grasland

     

    LI

    N

    IS

    1.

    Blijvend grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

    ha/a

     

     

     

    2.

    Weiden met geringe opbrengst

    ha/a

     

     

     

    3.

    Blijvend grasland dat niet langer wordt gebruikt voor productiedoeleinden en dat in aanmerking komt voor subsidies

    ha/a

     

    NR

     

    G.

    Meerjarige cultures

     

    LI

    N

    IS

    1.

    Boomgaarden en kleinfruit

    ha/a

     

     

     

    a)

    vers fruit en kleinfruit van gematigde breedten (4)

    ha/a

     

     

    NS

    b)

    fruit en kleinfruit van subtropische breedten

    ha/a

     

    NE

    NE

    c)

    schaalvruchten

    ha/a

     

    NE

    NE

    2.

    Citrusvruchtaanplantingen

    ha/a

     

    NE

    NE

    3.

    Olijfboomgaarden

    ha/a

     

    NE

    NE

    a)

    waar gewoonlijk tafelolijven worden geproduceerd

    ha/a

     

    NE

    NE

    b)

    waar gewoonlijk olijven voor de oliewinning worden geproduceerd

    ha/a

     

    NE

    NE

    4.

    Wijngaarden

    ha/a

     

    NE

    NE

    waar gewoonlijk wordt geproduceerd:

     

     

     

     

    a)

    kwaliteitswijn

    ha/a

     

    NE

    NE

    b)

    andere wijn

    ha/a

     

    NE

    NE

    c)

    tafeldruiven

    ha/a

     

    NE

    NE

    d)

    rozijnen en krenten

    ha/a

     

    NE

    NE

    5.

    Boomkwekerijgewassen

    ha/a

     

    NS

    NE

    6.

    Overige meerjarige cultures

    ha/a

     

    NE

    NE

    7.

    Meerjarige cultures onder glas

    ha/a

     

    NE

    NE

    H.

    Overig areaal

     

    LI

    N

    IS

    1.

    Oppervlakte niet in gebruik zijnde cultuurgrond (landbouwgrond die om economische, sociale of andere redenen niet meer in gebruik is en die niet in de vruchtwisseling is opgenomen)

    ha/a

     

     

     

    2.

    Bosareaal

    ha/a

     

     

     

    3.

    Overige gronden (gebouwen, erven, wegen, vijvers, steengroeven, onvruchtbare gronden, rotsen, enz.)

    ha/a

     

     

     

    I.

    Paddenstoelen, irrigatie, uit productie genomen bouwland dat in aanmerking komt voor subsidies en oppervlakten waarvoor financiële steun wordt verleend

     

    LI

    N

    IS

    2.

    Paddenstoelen

    ha/a

     

    NS

    NS

    3.

    Geïrrigeerd areaal

     

     

     

    NE

    a)

    irrigeerbaar areaal, totaal

    ha/a

     

     

    NE

    b)

    areaal van de gewassen die worden geïrrigeerd

    ha/a

     

     

    NE

    8.

    Uit productie genomen bouwland dat in aanmerking komt voor subsidies en oppervlakten waarvoor financiële steun wordt verleend, ingedeeld onder:

    ha/a

     

    NR

    NR

    a)

    uit productie genomen bouwland dat in aanmerking komt voor subsidies (al opgenomen onder D/22 en F/3)

    ha/a

     

    NR

    NR

    b)

    oppervlakten gebruikt voor de teelt van landbouwgrondstoffen die niet bestemd zijn voor menselijke of dierlijke voeding (bv. suikerbieten, koolzaad, niet onder de bosbouw vallende bomen en struiken enz., inclusief linzen, kekers en wikke; al opgenomen onder D en G)

    ha/a

     

    NR

    NR

    c)

    oppervlakten omgezet in blijvend grasland (al opgenomen onder F/1 en F/2) (5)

    ha/a

     

    NR

    NR

    d)

    landbouwgrond omgezet in bossen, of voorbereid ter bebossing (al opgenomen onder H/02) (5)

    ha/a

     

    NR

    NR

    e)

    overige (al opgenomen onder H/1 en H/3) (5)

    ha/a

     

    NR

    NR

    J.

    Veestapel (op de referentiedag van de enquête)

     

    LI

    N

    IS

    1.

    Paardachtigen

    aantal dieren

     

     

     

    Runderen:

     

     

     

     

    2.

    Mannelijke en vrouwelijke runderen jonger dan een jaar

    aantal dieren

     

     

     

    3.

    Mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud

    aantal dieren

     

     

     

    4.

    Vrouwelijke runderen tussen een en twee jaar oud

    aantal dieren

     

     

     

    5.

    Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

    aantal dieren

     

     

     

    6.

    Vaarzen van twee jaar en ouder

    aantal dieren

     

     

     

    7.

    Melkkoeien

    aantal dieren

     

     

     

    8.

    Andere koeien

    aantal dieren

     

     

     

    Schapen en geiten:

     

     

     

     

    9.

    Schapen (alle leeftijden)

    aantal dieren

     

     

     

    a)

    vrouwelijke schapen voor de voortplanting

    aantal dieren

     

     

     

    b)

    overige schapen

    aantal dieren

     

     

     

    10.

    Geiten (alle leeftijden)

    aantal dieren

     

     

     

    a)

    vrouwelijke geiten voor de voortplanting

    aantal dieren

     

     

     

    b)

    overige geiten

    aantal dieren

     

     

     

    Varkens:

     

     

     

     

    11.

    Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

    aantal dieren

     

     

     

    12.

    Fokzeugen van 50 kg en meer

    aantal dieren

     

     

     

    13.

    Andere varkens

    aantal dieren

     

     

     

    Pluimvee:

     

     

     

     

    14.

    Mesthoenders

    aantal dieren

     

     

     

    15.

    Legkippen

    aantal dieren

     

     

     

    16.

    Ander pluimvee

    aantal dieren

     

    NS

    NS

    waarvan:

     

     

     

     

    a)

    kalkoenen

    aantal dieren

     

    NS

    NS

    b)

    eenden

    aantal dieren

     

    NS

    NS

    c)

    ganzen

    aantal dieren

     

    NS

    NS

    d)

    ander pluimvee, niet elders genoemd

    aantal dieren

     

    NE

    NE

    17.

    Moederkonijnen

    aantal dieren

     

    NS

    NS

    18.

    Bijen

    aantal bijenkorven

     

    NS

    NS

    19.

    Andere dieren, niet elders genoemd.

    ja/neen

     

    NS

    NS

    L.

    Landbouwarbeidskrachten (in de twaalf maanden voorafgaande aan de dag van de enquête)

    Voor de volgende categorieën landbouwarbeidskrachten worden, voor elke persoon werkende op het bedrijf, op dusdanige wijze de statistische gegevens verzameld dat deze met elkaar en/of met andere kenmerken uit de enquête op verschillende manieren kunnen worden gekruist.

     

     

     

     

    1.

    Bedrijfshoofden

    In deze categorie behoren:

    natuurlijke personen:

    „enige bedrijfshoofden” van zelfstandige bedrijven (iedereen die op vraag B.1 a) met „ja” heeft geantwoord)

    partners op bedrijven met een meerhoofdige bedrijfsvoering die als bedrijfshoofd zijn geïdentificeerd

    rechtspersonen

     

     

     

     

     

     

    LI

    N

    IS

    Van iedere bovengenoemd natuurlijke persoon worden de volgende gegevens geregistreerd:

     

     

     

     

    geslacht

     

     

     

     

    werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de volgende indeling: 0 %, > 0-< 25 %, 25-< 50 %, 50-< 75 %, 75-< 100 %, 100 % (fulltime) van de jaarlijkse arbeidstijd van een voltijds werkende kracht

     

     

     

     

    leeftijd overeenkomstig de volgende leeftijdscategorieën: vanaf het einde van de leerplichtige leeftijd tot 25 jaar, 25-34, 35-44, 45-54, 55-64, 65 en ouder

     

     

     

     

    1 a)

    Bedrijfsleiders

    In deze categorie behoren:

    alle bedrijfsleiders van zelfstandige bedrijven, inbegrepen echtgenoten en andere familieleden, die ook bedrijfsleider zijn (als het antwoord op vraag B.2 a) of B.2 b) „ja” is);

    de partners op bedrijven met een meerhoofdige bedrijfsvoering die als bedrijfsleider zijn geïdentificeerd;

    de bedrijfsleiders op bedrijven waar het bedrijfshoofd een rechtspersoon is.

    (De bedrijfsleiders die ook „enig bedrijfshoofd” of als bedrijfshoofd geïdentificeerde partner op een bedrijf met een meerhoofdige bedrijfsvoering zijn, worden slechts eenmaal geregistreerd, namelijk als bedrijfshoofd in categorie L.1).

     

     

     

     

     

     

    LI

    N

    IS

    Van ieder bovengenoemd persoon worden de volgende gegevens geregistreerd:

     

     

     

     

    geslacht

     

     

     

     

    leeftijd overeenkomstig de volgende leeftijdscategorieën: vanaf het einde van de leerplichtige leeftijd tot 25 jaar, 25-34, 35-44, 45-54, 55-64, 65 en ouder

     

     

     

     

    werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de volgende indeling: > 0-< 25 %, 25-< 50 %, 50-< 75 %, 75-< 100 %, 100 % (full-time) van de jaarlijkse arbeidstijd van een voltijds werkende kracht

     

     

     

     

    2.

    Echtgenoten van bedrijfshoofd

    Tot deze categorie behoren de echtgenoten van enige bedrijfshoofden (het antwoord op de vraag B.1 a) is „ja”, die niet in L.1 noch in L.1 a) zijn inbegrepen (zij zijn geen bedrijfsleiders: het antwoord op vraag B.2 b) is „neen”)

     

     

     

     

     

     

    LI

    N

    IS

    Van ieder bovengenoemd persoon worden de volgende gegevens geregistreerd:

     

     

     

     

    geslacht

     

     

     

     

    leeftijd overeenkomstig de volgende leeftijdscategorieën: vanaf het einde van de leerplichtige leeftijd tot 25 jaar, 25-34, 35-44, 45-54, 55-64, 65 en ouder

     

     

     

     

    werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de volgende indeling: 0 %, > 0-< 25 %, 25-< 50 %, 50-< 75 %, 75-< 100 %, 100 % (full-time) van de jaarlijkse arbeidstijd van een voltijds werkende kracht

     

     

     

     

    3 a)

    Andere gezinsleden van „enige bedrijfshoofden”, die werkzaamheden voor het landbouwbedrijf verrichten, mannen (exclusief personen uit categorie L.1, L.1 a) en L.2)

    3 b)

    Andere gezinsleden van „enige bedrijfshoofden”, die werkzaamheden voor het landbouwbedrijf verrichten, vrouwen (exclusief personen uit categorie L.1, L.1 a) en L.2)

     

     

     

     

    Van elk van de bovengenoemde categorieën moeten, voor elke persoon, de volgende gegevens over het aantal personen op het bedrijf overeenkomstig de volgende indeling worden geregistreerd:

     

     

     

     

     

     

    LI

    N

    IS

    werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de volgende indeling: > 0-< 25 %, 25-< 50 %, 50-< 75 %, 75-< 100 %, 100 % (full-time) van de jaarlijkse arbeidstijd van een voltijds werkende kracht

     

     

     

     

    4 a)

    Regelmatig werkzame arbeidskrachten, niet-gezinsleden, vrouwen (exclusief personen uit categorie L.1, L.1 a), L.2 en L.3)

    4 b)

    Regelmatig werkzame arbeidskrachten, niet-gezinsleden, mannen (exclusief personen uit categorie L.1, L 1 a), L.2 en L.3)

     

     

     

     

    Van elk van de bovengenoemde categorieën moeten, voor elke persoon, de volgende gegevens over het aantal personen op het bedrijf overeenkomstig de volgende indeling worden geregistreerd:

     

     

     

     

     

     

    LI

    N

    IS

    werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de volgende indeling: > 0-< 25 %, 25-< 50 %, 50-< 75 %, 75-< 100 %, 100 % (full-time) van de jaarlijkse arbeidstijd van een voltijds werkende kracht

     

     

     

     

    5 en 6.

    Niet regelmatig werkzame arbeidskrachten, niet-gezinsleden, mannen en vrouwen

    aantal werkdagen

     

     

     

    7.

    Heeft het bedrijfshoofd, als hij ook bedrijfsleider is, ook andere winstgevende werkzaamheden?

     

     

     

     

    een winstgevende werkzaamheid: als voornaamste bezigheid?

    ja/neen

     

     

     

    als bijkomende bezigheid?

    ja/neen

     

     

     

    8.

    Heeft de echtgenoot van het „enig bedrijfshoofd” een andere betaalde baan

     

     

     

     

    als voornaamste bezigheid?

    ja/neen

     

     

     

    als bijkomende bezigheid?

    ja/neen

     

     

     

    9.

    Hebben andere gezinsleden van het „enig bedrijfshoofd” die werkzaamheden voor het bedrijf

    verrichten, een andere betaalde baan? Zo ja, hoeveel hebben een andere winstgevende bezigheid:

     

     

     

     

    als voornaamste bezigheid?

    aantal personen

     

     

     

    als bijkomende bezigheid?

    aantal personen

     

     

     

    10.

    Totaal aantal van de niet onder L.1 tot en met L.6 opgevoerde volledige werkdagen (landbouwwerk) van niet rechtstreeks door het bedrijf tewerkgestelde personen (bijvoorbeeld werknemers van loonbedrijven) (6)

    aantal dagen

     

     

     

    M.

    Plattelandsontwikkeling

     

    LI

    N

    IS

    1.

    Andere winstgevende (niet-agrarische) activiteiten op het bedrijf, die rechtstreeks met het bedrijf verband houden

     

     

     

     

    a)

    toerisme, logies en vormen van vrijetijdsbesteding

    ja/neen

     

     

     

    b)

    ambachtelijke activiteiten

    ja/neen

     

    NS

     

    c)

    verwerking van landbouwproducten

    ja/neen

     

    NS

    NS

    d)

    houtverwerking (bv. zagen)

    ja/neen

     

     

    NS

    e)

    aquacultuur

    ja/neen

     

    NS

     

    f)

    productie van duurzame energie (windenergie, stroverbranding enz.)

    ja/neen

     

    NS

    NS

    g)

    loonwerk (met behulp van machines van het bedrijf)

    ja/neen

     

     

     

    h)

    ander

    ja/neen

     

     

     


    (1)  Opmerking: De nummering van de kenmerken vindt zijn oorsprong in de lange geschiedenis van de landbouwstructuurenquêtes en kan niet worden gewijzigd zonder de onderlinge vergelijkbaarheid van de studies aan te tasten.

    (2)  De verstrekking van gegevens over probleemgebied (A2) en berggebied (A2a) is facultatief indien voor elk bedrijf de gemeentecode (A1a) wordt verstrekt. Indien geen gemeentecode (A1a) voor het bedrijf wordt verstrekt, zijn de gegevens over probleemgebied (A2) en berggebied (A2a) verplicht.

    (3)  Vrijwillige informatie

    (4)  België, Nederland en Oostenrijk mogen post G.1 c), schaalvruchten, ook onder deze rubriek opnemen.

    (5)  Duitsland mag de categorieën 8 c), 8 d) en 8 e) samenvoegen.

    (6)  Facultatief voor lidstaten die een globale schatting kunnen verstrekken betreffende dit kenmerk op regionaal niveau.


    Top