Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12002M031

    Verdrag betreffende de Europese Unie (Geconsolideerde Versie Nice)
    Titel VI: Bepalingen inzake politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
    Artikel 31
    Artikel K.3 - EU Verdrag (Maastricht 1992)

    PB C 325 van 24.12.2002, p. 23–23 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/teu_2002/art_31/oj

    12002M031

    Verdrag betreffende de Europese Unie (Geconsolideerde Versie Nice) - Titel VI: Bepalingen inzake politiële en justitiële samenwerking in strafzaken - Artikel 31 - Artikel K.3 - EU Verdrag (Maastricht 1992) -

    Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0023 - 0023
    Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0164 - Geconsolideerde versie
    Publicatieblad Nr. C 191 van 29/07/1992 blz. 0061


    Verdrag betreffende de Europese Unie (Geconsolideerde Versie Nice)

    Titel VI: Bepalingen inzake politiële en justitiële samenwerking in strafzaken

    Artikel 31

    Artikel K.3 - EU Verdrag (Maastricht 1992)

    Artikel 31

    1. Gezamenlijk optreden inzake justitiële samenwerking in strafzaken omvat:

    a) het vergemakkelijken en bespoedigen van de samenwerking tussen de bevoegde ministeries en de justitiële of gelijkwaardige autoriteiten van de lidstaten, onder andere wanneer dat dienstig is via Eurojust, met betrekking tot procedures en de tenuitvoerlegging van beslissingen;

    b) het vergemakkelijken van uitlevering tussen lidstaten;

    c) het waarborgen van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende voorschriften, voorzover nodig ter verbetering van die samenwerking;

    d) het voorkomen van jurisdictiegeschillen tussen lidstaten;

    e) het geleidelijk aannemen van maatregelen tot opstelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de georganiseerde criminaliteit, terrorisme en illegale drugshandel.

    2. De Raad bevordert de samenwerking via Eurojust door:

    a) Eurojust in staat te stellen bij te dragen tot een goede coördinatie tussen de met vervolging belaste nationale autoriteiten van de lidstaten;

    b) de medewerking van Eurojust te bevorderen aan onderzoek met betrekking tot zaken van zware grensoverschrijdende criminaliteit, in het bijzonder wanneer het om georganiseerde criminaliteit gaat, met name rekening houdend met de door Europol verrichte analyses;

    c) nauwe samenwerking tussen Eurojust en het Europees justitieel netwerk te vergemakkelijken, met name om de uitvoering van rogatoire commissies en de behandeling van uitleveringsverzoeken te vergemakkelijken.

    Top