This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 11997E296
Treaty establishing the European Community (Amsterdam consolidated version)#Part Six: General and Final Provisions#Article 296#Article 223 - EC Treaty (Maastricht consolidated version)#Article 223 - EEC Treaty
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Amsterdam)
Zesde deel: Algemene en slotbepalingen
Artikel 296
Artikel 223 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
Artikel 223 - Verdrag EEG
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Amsterdam)
Zesde deel: Algemene en slotbepalingen
Artikel 296
Artikel 223 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
Artikel 223 - Verdrag EEG
In force
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Amsterdam) - Zesde deel: Algemene en slotbepalingen - Artikel 296 - Artikel 223 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) - Artikel 223 - Verdrag EEG
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0296 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0076 - Geconsolideerde versie
(EEG Verdrag - geen officiële publicatie beschikbaar)
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Amsterdam) Artikel 296 1. De bepalingen van dit Verdrag vormen geen beletsel voor de volgende regels: a) geen enkele lidstaat is gehouden inlichtingen te verstrekken waarvan de verbreiding naar zijn mening strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen van zijn veiligheid; b) elke lidstaat kan de maatregelen nemen die hij noodzakelijk acht voor de bescherming van de wezenlijke belangen van zijn veiligheid en die betrekking hebben op de productie van of de handel in wapens, munitie en oorlogsmateriaal; die maatregelen mogen de mededingingsverhoudingen op de gemeenschappelijke markt niet wijzigen voor producten die niet bestemd zijn voor specifiek militaire doeleinden. 2. De Raad kan met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie wijzigingen aanbrengen in de lijst van de producten waarop de bepalingen van lid 1, punt b), van toepassing zijn, die hij op 15 april 1958 heeft vastgesteld.