Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 11957E203

VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, VIJFDE DEEL - DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP, TITEL II - FINANCIELE BEPALINGEN, ARTIKEL 203

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/teec/art_203/sign

11957E203

VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, VIJFDE DEEL - DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP, TITEL II - FINANCIELE BEPALINGEN, ARTIKEL 203


++++

Artikel 203 (*) (**)

1 . Het begrotingsjaar begint op 1 januari en sluit op 31 december .

2 . Elke Instelling van de Gemeenschap maakt voor 1 juli een raming op van haar uitgaven . De Commissie voegt die ramingen in een voorontwerp van begroting samen . Zij voegt daaraan een advies toe , dat afwijkende ramingen mag inhouden .

Dit voorontwerp omvat een raming van de uitgaven en een raming van de ontvangsten .

3 . De Commissie legt het voorontwerp van begroting uiterlijk op 1 september van het jaar dat voorafgaat aan het betrokken begrotingsjaar aan de Raad voor .

De Raad raadpleegt de Commissie en , in voorkomend geval , de andere betrokken Instellingen telkens wanneer hij van dit voorontwerp wenst af te wijken .

De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de ontwerp-begroting op en zendt deze aan het Europese Parlement .

4 . De ontwerp-begroting moet uiterlijk op 5 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het betrokken begrotingsjaar aan het Europese Parlement worden voorgelegd .

Het Europese Parlement heeft het recht om de ontwerp-begroting met meerderheid van de stemmen van zijn leden te amenderen en om aan de Raad , met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen , wijzigingen in het ontwerp voor te stellen met betrekking tot de uitgaven die verplicht voortvloeien uit het Verdrag of de ter uitvoering daarvan vastgestelde besluiten .

Indien het Europese Parlement binnen een termijn van vijfenveertig dagen na voorlegging van de ontwerp-begroting zijn goedkeuring heeft verleend , is de begroting definitief vastgesteld . Indien het Europese Parlement binnen die termijn de ontwerp-begroting niet heeft geamendeerd of geen wijzigingen daarin heeft voorgesteld , wordt de begroting geacht definitief te zijn vastgesteld .

Indien het Europese Parlement binnen die termijn amendementen heeft aangenomen of wijzigingen heeft voorgesteld , wordt de aldus geamendeerde of van wijzigingsvoorstellen voorziene ontwerp-begroting aan de Raad gezonden .

5 . Na over de ontwerp-begroting te hebben beraadslaagd met de Commissie en , in voorkomend geval , met de andere betrokken Instellingen , neemt de Raad een besluit onder de volgende voorwaarden :

a ) de Raad kan elk der door het Europese Parlement aangenomen amendementen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen ;

b ) wat de wijzigingsvoorstellen betreft :

- indien een door het Europese Parlement voorgestelde wijziging niet leidt tot stijging van het totale bedrag van de uitgaven van een Instelling , met name doordat de stijging van de uitgaven die daarvan het gevolg zou zijn , uitdrukkelijk wordt gecompenseerd door één of meer voorgestelde wijzigingen die een overeenkomstige daling van de uitgaven behelzen , kan de Raad dit wijzigingsvoorstel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen afwijzen . Bij gebreke van een afwijzend besluit is het wijzigingsvoorstel aanvaard :

- indien een door het Europese Parlement voorgestelde wijziging leidt tot stijging van het totale bedrag van de uitgaven van een Instelling , kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen dit wijzigingsvoorstel aanvaarden . Bij gebreke van een besluit tot aanvaarding is het wijzigingsvoorstel afgewezen ;

- indien de Raad overeenkomstig één van beide vorige alinea's een wijzigingsvoorstel heeft afgewezen , kan hij met gekwalificeerde meerderheid van stemmen of wel het in de ontwerp-begroting voorkomende bedrag handhaven , of wel een ander bedrag vaststellen .

De ontwerp-begroting wordt gewijzigd overeenkomstig de door de Raad aangenomen wijzigingsvoorstellen .

Indien de Raad , binnen een termijn van vijftien dagen na voorlegging van de ontwerp-begroting geen der door het Europese Parlement aangenomen amendementen heeft gewijzigd en indien de door het Parlement ingediende wijzigingsvoorstellen zijn aanvaard , wordt de begroting geacht definitief te zijn vastgesteld . De Raad stelt het Europese Parlement ervan in kennis dat hij geen der amendementen heeft gewijzigd en dat de wijzigingsvoorstellen zijn aanvaard .

Indien de Raad binnen deze termijn een of meer der door het Europese Parlement aangenomen amendementen heeft gewijzigd of indien de door het Parlement ingediende wijzigingsvoorstellen zijn afgewezen of gewijzigd , wordt de gewijzigde ontwerp-begroting opnieuw aan het Europese Parlement toegezonden . De Raad zet het resultaat van zijn beraadslagingen aan het Europese Parlement uiteen .

6 . Binnen een termijn van vijftien dagen na voorlegging van de ontwerp-begroting kan het Europese Parlement , na te zijn ingelicht over het gevolg dat zijn wijzigingsvoorstellen is gegeven , met meerderheid van de stemmen van zijn leden en met drie vijfde van het aantal uitgebrachte stemmen de door de Raad in zijn amendementen aangebrachte begroting vast . Indien het Europese Parlement geen besluit heeft genomen binnen deze termijn , wordt de begroting geacht definitief te zijn vastgesteld .

7 . Wanneer de in dit artikel omschreven procedure is afgesloten , constateert de Voorzitter van het Europese Parlement dat de begroting definitief is vastgesteld .

8 . Het Europese Parlement kan evenwel , met meerderheid van de stemmen van zijn leden en met twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen , om gewichtige redenen , de ontwerp-begroting afwijzen en verzoeken dat hem een nieuw ontwerp wordt voorgelegd .

9 . Voor alle andere uitgaven dan die welke verplicht voortvloeien uit het Verdrag of de ter uitvoering daarvan vastgestelde besluiten , wordt elk jaar een maximumpercentage van de stijging ten opzichte van de uitgaven van dezelfde aard van het lopende begrotingsjaar vastgesteld .

Na raadpleging van het Comité voor de economische politiek constateert de Commissie dit maximumpercentage , dat voortvloeit uit :

- de ontwikkeling van het bruto nationaal produkt naar volume in de Gemeenschap ,

- de gemiddelde variatie van de begrotingen der Lid-Staten

en uit

- het verloop van de kosten van levensonderhoud in het laatste begrotingsjaar .

Het maximumpercentage wordt voor 1 mei aan alle Instellingen van de Gemeenschap medegedeeld . Deze dienen dit percentage te respecteren zolang de begrotingsprocedure loopt , behoudens het bepaalde in de vierde en de vijfde alinea .

Indien voor de andere uitgaven dan die welke verplicht voortvloeien uit het Verdrag of de ter uitvoering daarvan vastgestelde besluiten , het stijgingspercentage dat volgt uit de door de Raad opgestelde ontwerp-begroting meer dan de helft van het maximumpercentage bedraagt , kan het Europese Parlement , in de uitoefening van zijn recht van amendement , het totale bedrag van deze uitgaven alsnog verhogen tot de helft van het maximumpercentage .

Is het Europese Parlement , de Raad of de Commissie van oordeel dat de activiteiten van de Gemeenschappen een overschrijding van het volgens de procedure van dit lid bepaalde percentage nodig maken , dan kan een nieuw percentage worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de Raad , die besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen , en het Europese Parlement , dat besluit met meerderheid van de stemmen van zijn leden en van drie vijfde van het aantal uitgebrachte stemmen .

10 . Elke Instelling oefent de haar bij het onderhavige artikel toegekende bevoegdheden uit onder eerbiediging van de bepalingen van het Verdrag en de ter uitvoering daarvan vastgestelde besluiten , met name inzake de eigen middelen van de Gemeenschappen en het evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven .

(*) Tekst zoals deze is gewijzigd door artikel 12 van het Verdrag houdende wijziging van een aantal financiële bepalingen .

(**) OPMERKING VAN DE SAMENSTELLERS :

De op 30 juni 1982 aangenomen gemeenschappelijke verklaring van het Europese Parlement , de Raad en de Commissie betreffende verschillende maatregelen ter verzekering van een beter verloop van de begrotingsprocedure is opgenomen op blz. 1103 van dit deel .

Top