Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02021R0092-20210801

    Consolidated text: Verordening (EU) 2021/92 van de Raad van 28 januari 2021 tot vaststelling, voor 2021, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/92/2021-08-01

    02021R0092 — NL — 01.08.2021 — 002.002


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    VERORDENING (EU) 2021/92 VAN DE RAAD

    van 28 januari 2021

    tot vaststelling, voor 2021, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn

    (PB L 031 van 29.1.2021, blz. 31)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    VERORDENING (EU) 2021/406 VAN DE RAAD van 5 maart 2021

      L 81

    1

    9.3.2021

    ►M2

    VERORDENING (EU) 2021/703 VAN DE RAAD van 26 april 2021

      L 146

    1

    29.4.2021

    ►M3

    VERORDENING (EU) 2021/1069 VAN DE RAAD van 28 juni 2021

      L 230

    5

    30.6.2021

    ►M4

    VERORDENING (EU) 2021/1239 VAN DE RAAD van 29 juli 2021

      L 276

    1

    31.7.2021


    Gerectificeerd bij:

     C1

    Rectificatie, PB L 294, 17.8.2021, blz.  55 (2021/92)




    ▼B

    VERORDENING (EU) 2021/92 VAN DE RAAD

    van 28 januari 2021

    tot vaststelling, voor 2021, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn



    TITEL I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Onderwerp

    1.  
    Bij deze verordening worden de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie beschikbaar zijn.
    2.  

    De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:

    a) 

    de vangstbeperkingen voor 2021 en, waar zulks in deze verordening is bepaald, voor 2022;

    b) 

    de beperkingen van de visserijinspanning voor 2021, met uitzondering van de in bijlage II vermelde beperkingen van de visserijinspanning, die van toepassing zijn van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022;

    c) 

    de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    1.  

    Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:

    a) 

    vissersvaartuigen van de Unie;

    b) 

    vaartuigen van derde landen in de wateren van de Unie.

    2.  

    Deze verordening is tevens van toepassing op:

    a) 

    de recreatievisserij indien daar in de desbetreffende bepalingen van deze verordening uitdrukkelijk naar wordt verwezen, en

    b) 

    op de commerciële visserij vanaf de kust.

    Artikel 3

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Daarnaast wordt verstaan onder:

    a) 

    “vaartuig van een derde land”: een vissersvaartuig dat de vlag voert van en is geregistreerd in een derde land;

    b) 

    “recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de biologische rijkdommen van de zee worden geëxploiteerd voor recreatieve, toeristische of sportieve doeleinden;

    c) 

    “internationale wateren”: wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;

    d) 

    “totaal toegestane vangst” (TAC):

    i) 

    in vormen van visserij die vallen onder de in artikel 15, leden 4 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde vrijstelling van de aanlandingsverplichting: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden aangeland;

    ii) 

    in de overige vormen van visserij: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden gevangen;

    e) 

    “quotum”: een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;

    f) 

    “analytische evaluaties”: kwantitatieve evaluatie van trends in een bepaald bestand, op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van dat bestand, die blijkens wetenschappelijke toetsing van voldoende kwaliteit zijn om wetenschappelijke adviezen over opties voor toekomstige vangsten op te baseren;

    g) 

    “maaswijdte”: de maaswijdte van visnetten in de zin van artikel 6, punt 34, van Verordening (EU) 2019/1241;

    h) 

    “vissersvlootregister van de Unie”: het register dat door de Commissie is ingesteld overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    i) 

    “visserijlogboek”: het logboek als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    j) 

    “instrumentboei”: een boei die duidelijk is gemarkeerd met een uniek referentienummer waarmee de eigenaar kan worden geïdentificeerd en die is uitgerust met een satellietvolgsysteem om de positie ervan te monitoren;

    k) 

    “operationele boei”: een vooraf geactiveerde instrumentboei die is ingeschakeld en op een niet-verankerde visaantrekkende voorziening (fish aggregating device — FAD) of boomstam is uitgezet op zee, die posities of andere beschikbare informatie zoals echoloodpeilingen verstuurt.

    Artikel 4

    Visserijzones

    Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:

    a) 

    voor de ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea – Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) gespecificeerde geografische gebieden;

    b) 

    voor het Skagerrak: het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust;

    c) 

    voor het Kattegat: het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;

    d) 

    voor functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    — 
    53°30' N.B. 15°00' W.L.,
    — 
    53°30' N.B. 11°00' W.L.,
    — 
    51°30' N.B. 11°00' W.L.,
    — 
    51°30' N.B. 13°00' W.L.,
    — 
    51°00' N.B. 13°00' W.L.,
    — 
    51°00' N.B. 15°00' W.L.;
    e) 

    voor functionele eenheid 25 van ICES-sector 8c: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    — 
    43°00' N.B. 9°00' W.L.,
    — 
    43°00' N.B. 10°00' W.L.,
    — 
    43°30' N.B. 10°00' W.L.,
    — 
    43°30' N.B. 9°00' W.L.,
    — 
    44°00' N.B. 9°00' W.L.,
    — 
    44°00' N.B. 8°00' W.L.,
    — 
    43°30' N.B. 8°00' W.L.;
    f) 

    voor functionele eenheid 26 van ICES-sector 9a: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    — 
    43°00' N.B. 8°00' W.L.,
    — 
    43°00' N.B. 10°00' W.L.,
    — 
    42°00' N.B. 10°00' W.L.,
    — 
    42°00' N.B. 8°00' W.L.;
    g) 

    voor functionele eenheid 27 van ICES-sector 9a: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    — 
    42°00' N.B. 8°00' W.L.,
    — 
    42°00' N.B. 10°00' W.L.,
    — 
    38°30' N.B. 10°00' W.L.,
    — 
    38°30' N.B. 9°00' W.L.,
    — 
    40°00' N.B. 9°00' W.L.,
    — 
    40°00' N.B. 8°00' W.L.;
    h) 

    voor functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a: het geografische gebied onder de jurisdictie van Spanje in de Golf van Cádiz en in de aangrenzende wateren van 9a;

    i) 

    voor functionele eenheid 31 van ICES-sector 8c: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    — 
    43°30' N.B. 6°00' W.L.,
    — 
    44°00' N.B. 6°00' W.L.,
    — 
    44°00' N.B. 2°00' W.L.,
    — 
    43°30' N.B. 2°00' W.L.;
    j) 

    voor de Golf van Cádiz: het geografische gebied van ICES-sector 9a ten oosten van 7° 23′ 48″ W.L.;

    k) 

    voor het CCAMLR-verdragsgebied: het geografische gebied als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad ( 2 );

    l) 

    voor de Cecaf-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries – Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) gespecificeerde geografische gebieden;

    m) 

    voor het IATTC-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica ( 4 );

    n) 

    voor het ICCAT-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen ( 5 );

    o) 

    voor het IOTC-bevoegdheidsgebied: het geografische gebied als omschreven in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan ( 6 );

    p) 

    voor de NAFO-zones: de geografische gebieden als gespecificeerd in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 );

    q) 

    voor het Seafo-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan ( 8 );

    r) 

    voor het SIOFA-overeenkomstgebied: het geografische gebied als omschreven in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan ( 9 );

    s) 

    voor het SPRFMO-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan ( 10 );

    t) 

    voor het WCPFC-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan ( 11 );

    u) 

    voor de volle zee van de Beringzee: het geografische gebied van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijl van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zeeën van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten;

    v) 

    voor het overlappende gebied tussen de IATTC en de WCPFC: het geografische gebied dat wordt begrensd door:

    — 
    lengtegraad 150° W.L.,
    — 
    lengtegraad 130° W.L.,
    — 
    breedtegraad 4° Z.B.,
    — 
    breedtegraad 50° Z.B.



    TITEL II

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN



    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    Artikel 5

    TAC's en toewijzingen

    1.  
    De TAC's voor Unievissersvaartuigen in de wateren van de Unie of bepaalde wateren buiten de Unie en de toewijzing van deze TAC's aan de lidstaten, alsmede eventuele voorwaarden die er functioneel verband mee houden, zijn vastgesteld in bijlage I.
    2.  
    Unievissersvaartuigen mogen, met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de voorschriften in artikel 22 van en bijlage V, deel A, bij deze verordening en in Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad ( 12 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, vissen in de wateren die onder de visserij-jurisdictie van de Faeröer, Groenland en Noorwegen vallen, en in de visserijzone rond Jan Mayen.
    3.  
    Vissersvaartuigen van de Unie kunnen toestemming krijgen om, met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's, te vissen in de wateren die onder de visserij-jurisdictie van het Verenigd Koninkrijk vallen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 22 van deze verordening en Verordening (EU) 2017/2403 en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

    Artikel 6

    Door de lidstaten vast te stellen TAC's

    1.  
    Voor bepaalde visbestanden worden de TAC's door de betrokken lidstaat vastgesteld. Deze bestanden worden opgesomd in bijlage I.
    2.  

    De door een lidstaat vast te stellen TAC's:

    a) 

    zijn consistent met de beginselen en voorschriften van het GVB, en met name met het beginsel van duurzame exploitatie van de bestanden, en

    b) 

    zijn zodanig gekozen dat:

    i) 

    indien er analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand met de hoogste waarschijnlijkheid overeenstemt met de MDO, of

    ii) 

    indien er geen of onvolledige analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand in lijn is met de voorzorgsbenadering voor het visserijbeheer.

    3.  

    Elke betrokken lidstaat verstrekt de Commissie uiterlijk op 15 maart 2021 de volgende gegevens:

    a) 

    de vastgestelde TAC's;

    b) 

    de door de lidstaat verzamelde en beoordeelde gegevens waarop de vastgestelde TAC's zijn gebaseerd;

    c) 

    nadere gegevens over hoe de vastgestelde TAC's aan lid 2 voldoen.

    ▼M4 —————

    ▼M2

    Artikel 7 bis

    Toepassing van vangstmogelijkheden in de Groenlandse wateren

    Wanneer naar dit artikel wordt verwezen in een vangstmogelijkhedentabel in bijlage IB, zijn de vangstmogelijkheden in die tabel van toepassing vanaf de datum van voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, tot en met 31 december 2021.

    ▼B

    Artikel 8

    Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

    1.  

    Vangsten waarvoor de aanlandingsverplichting van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 niet geldt, mogen slechts aan boord worden gehouden of worden aangeland mits:

    a) 

    de vis is gevangen met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en dat quotum nog niet is opgebruikt, of

    b) 

    zij deel uitmaken van een quotum van de Unie dat niet in de vorm van quota over de lidstaten is verdeeld, en dat quotum van de Unie nog niet is opgebruikt.

    2.  
    De in artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde bestanden van niet-doelsoorten die zich binnen biologisch veilige grenzen bevinden, worden in bijlage I bij deze verordening vastgesteld met het oog op de in dat artikel vastgestelde afwijking van de verplichting om vangsten in mindering te brengen op de betrokken quota.

    Artikel 9

    Quotumruilmechanisme voor TAC's voor onvermijdelijke bijvangsten ten aanzien van de aanlandingsverplichting

    1.  
    Om rekening te houden met de invoering van de aanlandingsverplichting en om quota beschikbaar te stellen voor de lidstaten zonder quotum voor bepaalde bijvangsten, geldt het in de leden 2 tot en met 5 ingestelde quotumruilmechanisme voor de in bijlage IA vermelde TAC's.
    2.  
    6 % van elk quotum van de voorlopige TAC's voor kabeljauw in de Keltische Zee, kabeljauw in het gebied ten westen van Schotland, wijting in de Ierse Zee en schol in ICES-sectoren 7h, 7j en 7k, en 3 % van elk quotum van de voorlopige TAC voor wijting in het gebied ten westen van Schotland, die aan elke lidstaat zijn toegewezen, worden opgenomen in een quotumruilsysteem, dat opengesteld wordt op 1 januari 2021. De lidstaten zonder quota hebben exclusieve toegang tot het quotumruilsysteem tot en met ►M2  31 juli 2021 ◄ .
    3.  
    De hoeveelheden die uit het systeem worden gehaald, mogen niet worden geruild of overgedragen naar het volgende jaar. Na ►M2  31 juli 2021 ◄ worden ongebruikte hoeveelheden teruggegeven aan de lidstaten die in het begin aan het quotumruilsysteem hebben bijgedragen.
    4.  
    De quota die in ruil gegeven worden, komen bij voorkeur van een lijst met TAC's die iedere aan het systeem bijdragende lidstaat heeft vastgesteld, en die zijn opgenomen in het aanhangsel bij bijlage IA.
    5.  
    Er wordt, aan de hand van een marktkoers of een andere voor beide partijen aanvaardbare wisselkoers, voor gezorgd dat de in lid 4 bedoelde quota commercieel gelijkwaardig zijn. Bij ontstentenis van een alternatieve regeling wordt voor commerciële gelijkwaardigheid gezorgd op basis van de gemiddelde prijzen van de Unie van het voorgaande jaar, zoals bepaald door de Waarnemingspost voor de EU-markt voor visserij- en aquacultuurproducten.
    6.  
    Indien het voor de lidstaten niet mogelijk is om via het in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel beschreven quotumruilmechanisme hun onvermijdelijke bijvangsten in vergelijkbare mate te dekken, trachten de lidstaten het eens te worden over quota-uitwisselingen krachtens artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de geruilde quota commercieel gelijkwaardig zijn.

    Artikel 10

    Beperkingen van de visserij-inspanning in ICES-sector 7e

    1.  
    Voor de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde perioden zijn de technische aspecten van de rechten en verplichtingen in verband met bijlage II voor het beheer van het tongbestand in ICES-sector 7e vastgesteld in bijlage II.
    2.  
    De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen, aan een verzoekende lidstaat extra zeedagen toekennen bovenop de in bijlage II, punt 5, bedoelde zeedagen, gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in ICES-sector 7e aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van een verzoek van die lidstaat overeenkomstig die bijlage, punt 7.4. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
    3.  
    De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen, aan een verzoekende lidstaat maximaal drie extra dagen tussen 1 februari 2021 en 31 januari 2022 toekennen bovenop de in bijlage II, punt 5, bedoelde zeedagen, gedurende welke een vaartuig aanwezig mag zijn in ICES-sector 7e op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers als bedoeld die bijlage, punt 8.1. Een dergelijke toekenning geschiedt op basis van de door de lidstaat overeenkomstig bijlage II, punt 8.3, ingediende beschrijving en na raadpleging van het WTECV. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

    Artikel 11

    Maatregelen inzake zeebaarsvisserij

    1.  
    Het is voor Unievissersvaartuigen en voor elke vorm van commerciële visserij vanaf de kust verboden om op zeebaars te vissen in ICES-sectoren 4b en 4c en in ICES-deelgebied 7. Het is tevens verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, te houden, over te laden, te verplaatsen of aan te landen.

    ▼M4

    1 bis.  
    Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op bijvangsten van zeebaars in de commerciële visserij vanaf de kust. Deze vrijstelling geldt voor historische aantallen strandnetten van vóór 2017. Commerciële visserij vanaf de kust mag niet op zeebaars gericht zijn en alleen onvermijdelijke bijvangsten van zeebaars mogen worden aangeland.

    ▼M2

    2.  

    In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen in januari 2021 en van 1 april tot en met 31 juli in ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h, vissen op zeebaars, en zeebaars die in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten is gevangen, houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:

    ▼B

    a) 

    bodemtrawls ( 13 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 520 kilogram per twee maanden en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen;

    b) 

    zegens ( 14 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 520 kilogram per twee maanden en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen.

    ▼M4 —————

    ▼M4

    2 bis.  

    In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen van 1 augustus tot en met 31 december in de ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h vissen op zeebaars, en de in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten gevangen zeebaars houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:

    a) 

    bodemtrawls ( 15 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 380 kilogram per maand en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen;

    b) 

    zegens ( 16 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 380 kilogram per maand en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen.

    2 ter.  
    Niettegenstaande de leden 2 en 2 bis mogen de in de punten a) en b) van die leden bedoelde vangsten voor de periode van 1 juli tot en met 31 augustus niet meer bedragen van 760 kilogram.
    2 quater.  

    In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen in januari 2021 en van 1 april tot en met 31 december in de ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h vissen op zeebaars, en de in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten gevangen zeebaars houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:

    a) 

    haken en lijnen ( 17 ), maximaal 5,7 ton per vaartuig;

    b) 

    vaste kieuwnetten ( 18 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 1,4 ton per vaartuig.

    De in de eerste alinea geformuleerde afwijkingen zijn van toepassing op Unievissersvaartuigen die vangsten van zeebaars hebben geregistreerd in de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 september 2016: in punt a) voor geregistreerde vangsten met haken en lijnen, en in punt b) voor geregistreerde vangsten met vaste kieuwnetten. Wanneer een Unievissersvaartuig wordt vervangen, kunnen de lidstaten toestaan dat de afwijking geldt voor een ander vissersvaartuig, op voorwaarde dat het aantal Unievissersvaartuigen waarvoor de afwijking geldt en de totale vangstcapaciteit ervan niet toenemen.

    ▼B

    3.  
    De vangstbeperkingen van lid 2 zijn niet overdraagbaar tussen vaartuigen en, indien een maandelijkse beperking van toepassing is, tussen maanden. Voor Unievissersvaartuigen die in één kalendermaand meer dan één vistuig gebruiken, geldt de laagste van de vangstbeperkingen die in lid 2 voor de betrokken vistuigen zijn vastgesteld.

    De lidstaten melden uiterlijk 15 dagen na het einde van elke maand aan de Commissie hoeveel zeebaars per vistuigtype is gevangen.

    4.  
    Frankrijk en Spanje zorgen ervoor dat de visserijsterfte van zeebaars in ICES-sectoren 8a en 8b ten gevolge van hun commerciële en recreatievisserij niet hoger is dan de FMDO-puntwaarde die overeenkomt met een totale vangst van 3 108 ton, zoals voorgeschreven in artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2019/472.
    5.  

    Bij recreatievisserij, inclusief vanaf de kust, in ICES-sectoren 4b, 4c, 6a en 7a tot en met 7k:

    a) 

    is, wat zeebaars betreft, ►M4  van 1 januari tot en met 28 februari en van 1 december tot en met 31 december 2021 ◄ alleen het vangen met hengel of handlijn en weer terugzetten toegestaan. Het is gedurende die periode verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, te houden, te verplaatsen, over te laden of aan te landen;

    b) 

    mogen ►M4  van 1 maart tot en met 30 november ◄ maximaal twee zeebaarzen per visser per dag worden gevangen en gehouden; De minimummaat voor bijgehouden zeebaars bedraagt 42 cm.

    Punt b) van de eerste alinea is niet van toepassing op vaste netten, aangezien gedurende de in dat punt genoemde periode geen zeebaars in vaste netten mag worden gevangen of gehouden.

    6.  
    Bij recreatievisserij in ICES-sectoren 8a en 8b, inclusief vanaf de kust, mogen per dag maximaal twee zeebaarzen per visser worden gevangen en gehouden. Dit lid is niet van toepassing op vaste netten, die niet mogen worden gebruikt om zeebaars te vangen of bij te houden.
    7.  
    De leden 5 en 6 laten strengere nationale maatregelen inzake recreatievisserij onverlet.

    Artikel 12

    Maatregelen inzake Europese-aalvisserij in wateren van de Unie van het ICES-gebied

    Gerichte, incidentele en recreatievisserij op Europese aal is verboden in wateren van de Unie van het ICES-gebied en in brakke wateren zoals estuaria, kustlagunes en overgangswateren, gedurende een periode van drie opeenvolgende maanden, die elke betrokken lidstaat zelf moet bepalen en die tussen 1 augustus 2021 en 28 februari 2022 moet vallen. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 juni 2021 van de door hen bepaalde periode in kennis.

    Artikel 13

    Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden

    1.  

    De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening over de lidstaten verdeeld zonder afbreuk te doen aan:

    a) 

    de uitwisseling van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    b) 

    kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    c) 

    nieuwe toewijzingen op grond van de artikelen 12 en 47 van Verordening (EU) 2017/2403 van de Raad;

    d) 

    het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    e) 

    de overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingehouden hoeveelheden;

    f) 

    verlagingen en verminderingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    g) 

    overdrachten en uitwisselingen van quota op grond van artikel 23 van deze verordening.

    2.  
    Bestanden waarvoor voorzorgs-TAC's of analytische TAC's zijn vastgesteld, zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening met het oog op het meerjarenbeheer van de TAC's en quota als bedoeld in Verordening (EG) nr. 847/96.
    3.  
    Tenzij anders vermeld in bijlage I bij deze verordening, is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor een voorzorgs-TAC is vastgesteld, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor een analytische TAC is vastgesteld.
    4.  
    De artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 zijn niet van toepassing wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de jaarflexibiliteit als vastgesteld in artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

    ▼M2

    Artikel 14

    Gesloten visseizoenen voor zandspieringen

    De commerciële visserij op zandspieringen met bodemtrawls, zegens of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is in de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2021 en van 1 augustus tot en met 31 december 2021.

    ▼B

    Artikel 15

    Technische maatregelen voor kabeljauw en wijting in de Keltische Zee

    1.  

    De volgende maatregelen zijn van toepassing op ►M4  vaartuigen van de unie met bodemtrawls en zegens in wateren van de Unie van ICES-sector 7g ◄ , het deel van ICES-sector 7h ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en het deel van ICES-sector 7j ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en ten oosten van lengtegraad 11° westerlengte:

    a) 

    Vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens gebruiken vistuig met de volgende maaswijdten:

    i) 

    maaswijdte in de kuil van 110 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 120 mm;

    ii) 

    T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm;

    iii) 

    maaswijdte in de kuil van 120 mm;

    iv) 

    maaswijdte van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 160 mm;

    b) 

    Naast de in punt a) bedoelde maatregelen, gebruiken vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten gemeten vóór de teruggooi ten minste voor 20 % uit schelvis bestaan, het volgende:

    i) 

    vistuig met ten minste een meter afstand tussen de vislijn en grondpees, of

    ii) 

    een middel dat volgens een evaluatie van de ICES of het WTECV minstens even selectief is gebleken bij het vermijden van kabeljauw, en is goedgekeurd door de Commissie.

    2.  
    De lidstaten kunnen vaartuigen die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten, gemeten vóór de teruggooi, voor minder dan 1,5 % uit kabeljauw bestaan, vrijstellen van de toepassing van lid 1, onder b), op voorwaarde dat vanaf 1 juli 2021 de waarnemersdekking op zee geleidelijk toeneemt tot ten minste 20 % van al hun visreizen.
    3.  
    Vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls en zegens mogen niet vissen in de ICES-sectoren 7f tot en met 7k en in het gebied ten westen van 5°W.L. in ICES-sector 7e, tenzij zij vissen met een maaswijdte in de kuil van minstens 100 mm. De voorgeschreven minimale maaswijdte in de kuil is echter niet van toepassing op vaartuigen waarvan de bijvangst van kabeljauw volgens de evaluatie van het WTECV niet hoger is dan 1,5 %, wanneer zij buiten de in lid 1 bedoelde gebieden vissen.
    4.  
    De in lid 3 bedoelde maatregelen zijn met ingang van 1 juni 2021 van toepassing op vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls en zegens in de ICES-sectoren 7b en 7c. Vaartuigen van de Unie die in die gebieden vissen, mogen ook ander vistuig gebruiken dat volgens de evaluatie van het WTECV in gemengde demersale visserijvormen selectiviteitsmaatregelen oplevert die identiek zijn aan of beter dan die met een minimummaaswijdte van ten minste 100 mm voor de kuil, en dat is goedgekeurd door de Commissie.
    5.  

    In afwijking van lid 1, in ICES-sectoren 7f, 7g, het deel van ICES-sector 7h ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en het deel van ICES-sector 7j ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en ten oosten van 11° westerlengte:

    a) 

    vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustines bestaan, gebruiken een van de volgende vistuigopties:

    i) 

    een paneel met vierkante mazen van 300 mm. Vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen echter een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;

    ii) 

    een Seltra-paneel;

    iii) 

    een sorteerrooster met een maximumafstand van 35 mm tussen de staven als vermeld in deel B van bijlage VI bij Verordening (EU) 2019/1241 of een gelijkwaardige selectiviteitsvoorziening;

    iv) 

    maaswijdte in de kuil van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 100 mm;

    v) 

    een dubbele kuil waarbij de bovenste kuil uit T90-mazen van ten minste 90 mm bestaat en uitgerust is met een scheidingspaneel met een maximale maaswijdte van 300 mm;

    b) 

    vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 55 % uit wijting bestaan of voor meer dan 55 % uit een combinatie van zeeduivel, heek en schartong, gebruiken een van de volgende vistuigopties:

    i) 

    maaswijdte in de kuil van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 100 mm;

    ii) 

    T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm.

    6.  
    Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1241, worden de vangstpercentages berekend als het aandeel, per levend gewicht, van de totale hoeveelheid biologische rijkdommen van de zee die na elke visreis wordt aangeland.

    Artikel 16

    Technische maatregelen in de Ierse Zee

    De volgende maatregelen zijn van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens in ICES-sector 7a (Ierse Zee):

    a) 

    vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens met een maaswijdte in de kuil gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm en waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, gebruiken een van de volgende vistuigopties:

    i) 

    een paneel met vierkante mazen van 300 mm. Vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen echter een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;

    ii) 

    een Seltra-paneel;

    iii) 

    een sorteerrooster met een afstand tussen de staven van 35 mm;

    iv) 

    een Netgrid van het CEFAS (Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science);

    v) 

    een flipflaptrawl;

    b) 

    vaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten van schelvis, kabeljauw en roggen samen meer dan 10 % uitmaken, gebruiken een kuil met een maaswijdte van 120 mm;

    c) 

    vaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten van schelvis, kabeljauw en roggen samen minder dan 10 % uitmaken, passen een maaswijdte in de kuil van 100 mm met een paneel met vierkante mazen van 100 mm toe.

    Het eerste lid, onder c), is niet van toepassing op vaartuigen waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine of voor meer dan 85 % uit wijde mantel (Aequipecten opercularis) bestaan.

    Artikel 17

    Technische maatregelen in het gebied ten westen van Schotland

    De volgende maatregelen zijn van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens in de ICES-sectoren 6a en 5b, in de wateren van de Unie, ten oosten van 12°WL (ten westen van Schotland) op langoustines (Nephrops norvegicus):

    a) 

    de vaartuigen gebruiken een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 300 mm voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte in de kuil van minder dan 100 mm. Voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 m of met een motorvermogen van 200 kW of minder mag de lengte van het paneel in totaal echter 2 m en de maaswijdte in het paneel 200 mm bedragen;

    b) 

    vaartuigen waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, gebruiken voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte van 100-119 mm een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 160 mm.

    Artikel 18

    Herstelmaatregelen voor kabeljauw in de Noordzee

    1.  
    De voor visserij, met uitzondering van de visserij met pelagisch vistuig (ringzegens en trawls) gesloten gebieden, en de perioden tijdens welke de sluitingen van toepassing zijn, zijn vermeld in bijlage IV.
    2.  
    Vaartuigen die met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van ten minste 70 mm in ICES-sectoren 4a en 4b of ten minste 90 mm in ICES-sector 3a vissen, en beuglijnen ( 19 ), mogen niet vissen in de Uniewateren van ICES-sector 4a, ten noorden van 58° 30' 00" N.B. en ten zuiden van 61° 30' 00" N.B. en in de Uniewateren van ICES-sectoren 3a.20 (Skagerrak), 4a en 4b, ten noorden van 57° 00' 00" N.B. en ten oosten van 5 00' 00" O.L.
    3.  

    In afwijking van lid 2 mogen de in lid 2 bedoelde vissersvaartuigen in dat lid bedoelde gebieden vissen mits zij aan ten minste een van de volgende criteria voldoen:

    a) 

    het percentage kabeljauwvangsten bedraagt niet meer dan 5 % van de totale vangsten per visreis; vaartuigen waarvan de kabeljauwvangsten in de periode 2017-2019 niet meer dan 5 % van hun totale vangsten hebben overschreden, worden geacht aan dit criterium te voldoen, mits zij hetzelfde vistuig blijven gebruiken als in die periode. Dit vermoeden kan worden weerlegd;

    b) 

    er wordt gebruikgemaakt van een gereguleerde en zeer selectieve bodemtrawl of zegen, hetgeen volgens een wetenschappelijke studie resulteert in een vermindering van de kabeljauwvangsten met ten minste 30 % in vergelijking met vaartuigen die vissen met gesleept vistuig waarvan de maaswijdte overeenkomt met de in bijlage V, deel B, punt 1.1, van Verordening (EU) 2019/1241 bepaalde basisnormen. Dergelijke studies kunnen door het WTECV worden geëvalueerd. Bij een negatieve evaluatie door het WTECV wordt dit vistuig niet meer aangemerkt als geldig voor gebruik in de in lid 2 van dit artikel bedoelde gebieden;

    c) 

    bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 100 mm en groter (TR1), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:

    i) 

    belly trawls met een maaswijdte van de buik van ten minste 600 mm;

    ii) 

    horizontale vislijn (0,6 m);

    iii) 

    horizontale zeeflap met een wijdmazig ontsnappingspaneel;

    d) 

    bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 70 mm en groter in ICES-sector 4a en 90 mm in ICES-sector 3a en minder dan 100 mm (TR2), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:

    i) 

    horizontaal sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;

    ii) 

    Seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;

    iii) 

    sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;

    e) 

    op de vaartuigen is een nationaal kabeljauwvermijdingsplan van toepassing om kabeljauwvangsten in stand te houden in lijn met de visserijsterfte die overeenkomt met de op wetenschappelijk advies gebaseerde vangstmogelijkheden door middel van ruimtelijke of technische maatregelen, of een combinatie daarvan. Dergelijke plannen worden uiterlijk twee maanden na de invoering ervan beoordeeld, in het geval van de lidstaten door het WTECV en in het geval van een derde land door de betrokken nationale wetenschappelijke instantie van dat derde land, en waar nodig herzien indien het doel van het nationaal kabeljauwvermijdingsplan volgens die beoordelingen niet wordt gehaald.

    4.  
    De lidstaten intensiveren de monitoring, de controle en het toezicht ten aanzien van de in lid 2 bedoelde vaartuigen, teneinde de naleving van de voorwaarden van lid 3, onder a) tot en met e), te controleren.
    5.  
    De in dit artikel bedoelde maatregelen zijn niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de voorwaarden van artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241.

    Artikel 19

    Herstelmaatregelen voor kabeljauw in het Kattegat

    1.  

    Unievaartuigen die in het Kattegat met bodemtrawls (vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX en PTB) met een minimummaaswijdte van 70 mm vissen, gebruiken een van de volgende soorten selectief vistuig:

    a) 

    een sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;

    b) 

    een sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;

    c) 

    een Seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;

    d) 

    een gereglementeerd zeer selectief vistuig dat technische kenmerken heeft die er, volgens een door het WTECV geëvalueerde wetenschappelijke studie, voor zorgen dat minder dan 1,5 % van de vangsten uit kabeljauw bestaat, indien dit het enige vistuig aan boord is.

    2.  
    Als die vaartuigen van de Unie aan een project van een betrokken lidstaat deelnemen en over functionerende apparatuur voor volledig gedocumenteerde visserij beschikken, mogen zij gebruikmaken van vistuig overeenkomstig deel B van bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241. De betrokken lidstaten delen de Commissie de lijst van die vaartuigen mee.
    3.  
    De in dit artikel bedoelde maatregelen zijn niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de voorwaarden van artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241.

    Artikel 20

    Verboden soorten

    1.  

    Het is vissersvaartuigen van de Unie verboden de onderstaande soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

    a) 

    sterrog (Raja radiata) in wateren van de Unie van ICES-sectoren 2a, 3a en 7d en ICES-deelgebied 4;

    b) 

    roodbaars (Beryx splendens) in NAFO-deelgebied 6;

    c) 

    schubzwelghaai (Centrophorus squamosus) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

    d) 

    Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

    e) 

    zwarte haai (Dalatias licha) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

    f) 

    spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

    g) 

    vleet-soortencomplex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10;

    h) 

    grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) in de wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

    i) 

    ruwe haai (Galeorhinus galeus), wanneer wordt gevist met de beug in de wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1, 5, 6, 7, 8, 12 en 14;

    j) 

    haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren;

    k) 

    stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector 3a;

    l) 

    golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 6 en 10;

    m) 

    walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren;

    n) 

    gewone gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de Middellandse Zee;

    o) 

    doornhaai (Squalus acanthias) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, met uitzondering van de in bijlage IA vastgestelde vermijdingsprogramma's.

    2.  
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    Artikel 21

    Toezending van gegevens

    Wanneer de lidstaten op grond van de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis en de visserijinspanning aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in bijlage I bij deze verordening vermelde bestandscodes.



    HOOFDSTUK II

    Vismachtigingen in wateren van derde landen

    Artikel 22

    Vismachtigingen

    1.  
    Het maximale aantal vismachtigingen voor vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen, indien van toepassing, is vastgesteld in bijlage V, deel A.
    2.  
    Indien een lidstaat quota in de in bijlage V, deel A, bij deze verordening genoemde visserijzones overeenkomstig artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 aan een andere lidstaat overdraagt (ruil of “swap”), worden daarbij ook de overeenkomstige vismachtigingen overgedragen en wordt de Commissie hiervan in kennis gesteld. Het in bijlage V, deel A, bij deze verordening vastgestelde totale aantal vismachtigingen per visserijzone wordt echter niet overschreden.



    HOOFDSTUK III

    Vangstmogelijkheden in wateren van regionale organisaties voor visserijbeheer



    Afdeling 1

    Algemene bepalingen

    Artikel 23

    Overdrachten en uitwisselingen van quota

    1.  
    Wanneer volgens de voorschriften van een regionale organisatie voor visserijbeheer (“ROVB”) overdrachten en uitwisselingen van quota tussen de verdragsluitende partijen bij een ROVB zijn toegestaan, kan een lidstaat (“de betrokken lidstaat”) met een verdragsluitende partij bij de ROVB besprekingen beginnen en, in voorkomend geval, aangeven volgens welke lijnen een geplande overdracht of uitwisseling van quota kan plaatsvinden.
    2.  
    De betrokken lidstaat brengt de mogelijke contouren van een geplande overdracht of uitwisseling van quota die hij met de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB heeft besproken, ter kennis van de Commissie, die daaraan haar goedkeuring kan hechten. Vervolgens maakt de Commissie aan de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB onverwijld kenbaar dat zij ermee instemt gebonden te zijn door de overdracht of uitwisseling van quota. De Commissie brengt daarna de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota ter kennis van het secretariaat van de ROVB overeenkomstig de voorschriften van die organisatie.
    3.  
    De Commissie brengt de lidstaten op de hoogte van de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota.
    4.  
    De vangstmogelijkheden die in het kader van de overdracht of uitwisseling van quota worden ontvangen van of overgedragen aan de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB, worden beschouwd als quota die aan de betrokken lidstaat worden toegewezen dan wel in mindering worden gebracht op de toewijzing van de betreffende lidstaat, vanaf het tijdstip dat de overdracht of uitwisseling van quota in werking treedt overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst die met de betrokken verdragsluitende partij bij de ROVB is gesloten, of, in voorkomend geval, overeenkomstig de voorschriften van de betrokken ROVB. Overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten wijzigt een dergelijke toewijzing de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten niet.
    5.  
    Dit artikel is van toepassing tot en met 31 januari 2022 voor overdrachten van quota van een verdragsluitende partij bij een ROVB naar de Unie en de daaropvolgende toewijzing ervan aan de lidstaten.



    Afdeling 2

    NEAFC-verdragsgebied

    Artikel 24

    Sluitingen voor roodbaars in de Irminger Zee

    Alle visserijactiviteiten zijn verboden in het gebied dat wordt begrensd door de volgende coördinaten gemeten volgens het WGS84-systeem:



    Breedtegraad

    Lengtegraad

    63 00'

    -30 00'

    61°30'

    -27°35'

    60°45'

    -28°45'

    62 00'

    -31°35'

    63 00'

    -30 00'



    Afdeling 3

    ICCAT-verdragsgebied

    Artikel 25

    Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit

    1.  
    Het aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 1.
    2.  
    Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 2.
    3.  
    Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 3.
    4.  
    Het aantal vissersvaartuigen dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee op blauwvintonijn mag vissen, deze aan boord mag houden en mag overladen, vervoeren of aanlanden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 4.
    5.  
    Het aantal tonnara's dat wordt gebruikt voor de visserij op blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 5.
    6.  
    De totale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn en de maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die wordt toegewezen aan kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee, worden beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 6.
    7.  
    Het maximale aantal Unievissersvaartuigen dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort mag vissen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad ( 20 ), wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 7, bij deze verordening.
    8.  
    Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 meter die vissen op grootoogtonijn in het ICCAT-verdragsgebied, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 8.

    Artikel 26

    Recreatievisserij

    In voorkomend geval kennen de lidstaten een specifiek aandeel van de hun in bijlage ID toegekende quota toe aan de recreatievisserij.

    Artikel 27

    Haaien

    1.  
    In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van grootoogvoshaaien (Alopias superciliosus).
    2.  
    Het is verboden gericht te vissen op voshaaisoorten van het geslacht Alopias.
    3.  
    In visserij in het ICCAT-verdragsgebied geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van Sphyrna tiburo).
    4.  
    In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).
    5.  
    In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden van zijdehaaien (Carcharhinus falciformis).



    Afdeling 4

    CCAMLR-verdragsgebied

    Artikel 28

    Kennisgevingen inzake experimentele visserij op Antarctische ijsheek

    De lidstaten mogen in 2021 deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Lidstaten die voornemens zijn om aan die experimentele visserij deel te nemen, stellen het CCAMLR-secretariaat uiterlijk op 1 juni 2021 daarvan in kennis overeenkomstig de artikelen 7 en 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004.

    Artikel 29

    Beperkingen van de experimentele visserij op Antarctische ijsheek

    1.  
    De visserij op Antarctische ijsheek tijdens het visseizoen 2020-2021 is beperkt tot de in bijlage VII, tabel A, vermelde lidstaten, deelgebieden en aantal vaartuigen, voor de in tabel B van die bijlage vastgestelde soorten, TAC's en bijvangstbeperkingen.
    2.  
    Gerichte visserij op haaiensoorten voor andere doeleinden dan wetenschappelijk onderzoek is verboden. Bijvangsten van haaien, met name jonge exemplaren en drachtige vrouwtjes, die incidenteel zijn gevangen in de visserij op Antarctische ijsheek, worden levend vrijgelaten.
    3.  
    Indien van toepassing wordt de visserij in een klein onderzoeksvak (Small Scale Research Unit – SSRU) stopgezet zodra de gemelde vangsten de geldende TAC hebben bereikt, waarna dit vak voor de rest van het seizoen voor de visserij wordt gesloten.
    4.  
    De visserijactiviteiten vinden plaats in een zo groot mogelijk geografisch gebied en op zo veel mogelijk verschillende diepten om de nodige informatie te verzamelen voor het bepalen van het visserijpotentieel en om overconcentratie van vangst- en visserij-inspanning te voorkomen. Visserijactiviteiten in FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a, voor zover toegestaan overeenkomstig artikel 28, zijn echter verboden op diepten van minder dan 550 meter.

    Artikel 30

    Visserij op Antarctisch krill in het visseizoen 2020-2021

    1.  
    Lidstaten die voornemens zijn om in het visseizoen 2020-2021 in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill (Euphausia superba) te vissen, stellen de Commissie uiterlijk op 1 mei 2021 daarvan in kennis aan de hand van het in deel B van het aanhangsel van bijlage VII vastgestelde formulier. Op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie legt de Commissie deze kennisgevingen uiterlijk op 30 mei 2021 aan het CCAMLR-secretariaat voor.
    2.  
    De in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving omvat de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie voor elk vaartuig dat van de lidstaat toestemming krijgt om aan de visserij op Antarctisch krill deel te nemen.
    3.  
    Een lidstaat die voornemens is om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, geeft uitsluitend kennis van dit voornemen voor gemachtigde vaartuigen die ten tijde van de kennisgeving zijn vlag voeren of die de vlag van een ander CCAMLR-lid voeren, maar naar verwachting ten tijde van de genoemde visserijactiviteit de vlag van de eerstbedoelde lidstaat zullen voeren.
    4.  

    De lidstaten mogen toestaan dat andere vaartuigen dan de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 aan het secretariaat van de CCAMLR gemelde vaartuigen deelnemen aan de visserij op Antarctisch krill, wanneer een gemachtigd vaartuig om legitieme operationele redenen of vanwege overmacht niet aan die vorm van visserij kan deelnemen. De betrokken lidstaten brengen in dat geval het CCAMLR-secretariaat en de Commissie onverwijld op de hoogte en verstrekken daarbij:

    a) 

    alle bijzonderheden over het vervangende vaartuig (of de vervangende vaartuigen), inclusief de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie;

    b) 

    een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.

    5.  
    De lidstaten staan niet toe dat een vaartuig dat is geplaatst op een door de CCAMLR vastgestelde lijst van vissersvaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), aan de visserij op Antarctisch krill deelneemt.



    Afdeling 5

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    Artikel 31

    Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-bevoegdheidsgebied vissen

    1.  
    Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op tropische tonijn mag vissen, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, zijn vastgesteld in bijlage VIII, punt 1.
    2.  
    Het maximale aantal Unievissersvaartuigen dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) mag vissen, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, zijn vastgesteld in bijlage VIII, punt 2.
    3.  
    De lidstaten kunnen vaartuigen die zijn toegewezen aan een van de twee in de leden 1 en 2 bedoelde vormen van visserij, toewijzen aan de andere vorm, mits zij de Commissie kunnen aantonen dat deze wijziging niet tot een stijging van de visserijinspanning voor de betrokken visbestanden leidt.
    4.  
    De lidstaten zorgen er bij een voorgestelde overdracht van capaciteit naar hun vloot voor dat de over te dragen vaartuigen voorkomen in het register van gemachtigde vaartuigen van de IOTC of in het register van andere ROVB’s voor tonijn. Voorts mogen vaartuigen die zijn geplaatst op de door een ROVB vastgestelde lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten, niet worden overgedragen.
    5.  
    De lidstaten mogen hun vangstcapaciteit slechts tot boven de in de leden 1 en 2 bedoelde maxima verhogen als zij binnen de grenzen blijven die bepaald zijn in de bij de IOTC ingediende ontwikkelingsplannen.

    Artikel 32

    Niet-verankerde FAD's en bevoorradingsvaartuigen

    1.  
    Niet-verankerde FAD's worden uitgerust met instrumentboeien. Het gebruik van andere boeien, zoals radioboeien, is verboden.
    2.  
    Een ringzegenvaartuig mag op geen enkel moment meer dan 300 operationele boeien volgen.
    3.  
    Het maximale aantal instrumentboeien dat jaarlijks voor elk ringzegenvaartuig mag worden verworven is 500. Geen enkel ringzegenvaartuig beschikt op enig moment over meer dan 500 instrumentboeien (boeien in voorraad en operationele boeien).
    4.  
    Het maximale aantal bevoorradingsvaartuigen bedraagt twee bevoorradingsvaartuigen ter ondersteuning van niet minder dan vijf ringzegenvaartuigen, die alle de vlag van een lidstaat voeren. Deze bepaling is niet van toepassing op lidstaten met slechts één bevoorradingsvaartuig.
    5.  
    Eén ringzegenvaartuig wordt op geen enkel moment ondersteund door meer dan één bevoorradingsvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert.
    6.  
    De Unie registreert geen nieuwe of aanvullende bevoorradingsvaartuigen in het IOTC-register van gemachtigde vaartuigen.

    Artikel 33

    Haaien

    1.  
    In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van alle voshaaisoorten van de familie Alopiidae.
    2.  
    In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus), behalve voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 24 m die uitsluitend betrokken zijn bij visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone (EEZ) van de lidstaat waarvan ze de vlag voeren, mits hun vangst uitsluitend voor plaatselijk verbruik is bestemd.
    3.  
    Incidenteel gevangen vissen van de in de leden 1 en 2 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    Artikel 34

    Roggen van het geslacht Mobula

    1.  
    Het is voor Unievissersvaartuigen verboden te vissen op roggen van het geslacht Mobula (familie Mobulidae, waartoe de geslachten Manta en Mobula behoren) en delen of volledige karkassen van roggen van het geslacht Mobula aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen, behalve voor vissersvaartuigen voor zelfvoorzieningsvisserij (waarbij de gevangen vis rechtstreeks door de families van de vissers wordt geconsumeerd).

    In afwijking van de eerste alinea mogen roggen van het geslacht Mobula die onopzettelijk worden gevangen in het kader van ambachtelijke visserij (andere visserij dan met de beug of op het oppervlak, d.w.z. vaartuigen met ringzegens, hengels, kieuwnetten, handlijn of sleeplijn, die zijn ingeschreven in het IOTC-register van gemachtigde vaartuigen), alleen worden aangeland voor lokale consumptie.

    2.  
    Zodra vissersvaartuigen, met uitzondering van die voor zelfvoorzieningsvisserij, roggen van het geslacht Mobula waarnemen in het net, aan de haak of op het dek, zetten zij die, waar mogelijk, onmiddellijk levend en ongedeerd terug, en dit op zodanige wijze dat de gevangen exemplaren zo min mogelijk worden gedeerd.



    Afdeling 6

    SPRFMO-verdragsgebied

    Artikel 35

    Pelagische visserij

    1.  
    Alleen lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, mogen in dat gebied op pelagische bestanden vissen met inachtneming van de in bijlage IH vastgestelde TAC's.
    2.  
    De in lid 1 bedoelde lidstaten beperken de totale brutotonnage van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in 2021 op pelagische bestanden vissen, tot de totale brutotonnage van de Unie van 78 600 in dat gebied.
    3.  
    De in bijlage IH vastgestelde vangstmogelijkheden mogen slechts worden benut op voorwaarde dat de lidstaten de Commissie de lijst sturen van vaartuigen die in het SPRFMO-verdragsgebied actief vissen of bij overlading zijn betrokken, alsmede gegevens van volgsystemen voor vissersvaartuigen, maandelijkse vangstaangiften en, indien voorhanden, gegevens over aanloophavens, uiterlijk op de vijfde dag van de maand na die waarop de gegevens betrekking hebben, met het doel die informatie aan het SPRFMO-secretariaat toe te zenden.

    Artikel 36

    Bodemvisserij

    1.  
    De lidstaten beperken hun bodemvisserijvangst of -inspanning in het SPRFMO-verdragsgebied in 2021 tot de delen van dat verdragsgebied waar in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 aan bodemvisserij is gedaan, maximaal tot de jaarlijkse gemiddelde vangsten of inspanningsparameters in die periode. Zij mogen alleen meer dan de in het kader van de geregistreerde activiteit gevangen hoeveelheid vissen als hun plan om meer dan de in het kader van de geregistreerde activiteit gevangen hoeveelheid te vissen wordt goedgekeurd door de SPRFMO.
    2.  
    Lidstaten zonder geregistreerde activiteit in het kader van de bodemvisserijvangst of -inspanning in het SPRFMO-verdragsgebied in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 mogen niet vissen, tenzij de SPRFMO hun plan om zonder geregistreerde activiteit te vissen goedkeurt.

    Artikel 37

    Experimentele visserij

    1.  
    De lidstaten mogen in 2021 alleen deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) in het SPRFMO-verdragsgebied indien de SPRFMO haar goedkeuring heeft gehecht aan hun aanvraag voor deze vorm van visserij, die onder meer een visserijoperatieplan bevat en de toezegging om een gegevensverzamelingsplan uit te voeren.
    2.  
    De visserijactiviteiten vinden uitsluitend plaats binnen de door de SPRFMO gespecificeerde onderzoeksonderdelen. Visserijactiviteiten zijn verboden op diepten van minder dan 750 en meer dan 2 000 meter.
    3.  
    De TAC is vastgesteld in bijlage IH. De visserijactiviteiten worden beperkt tot één reis met een maximumduur van 21 opeenvolgende dagen en tot ten hoogste 5 000 haken per beuglijn, met een maximum van 20 beuglijnen per onderzoeksonderdeel. De visserijactiviteiten worden stopgezet wanneer de TAC is bereikt of wanneer 100 lijnen zijn uitgezet en opgehaald, naargelang wat zich het eerst voordoet.



    Afdeling 7

    IATTC-verdragsgebied

    Artikel 38

    Ringzegenvisserij

    1.  

    De visserij met ringzegenvaartuigen op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) is verboden:

    a) 

    van 29 juli 2021 00.00 uur tot en met 8 oktober 2021 24.00 uur, of van 9 november 2021 00.00 uur tot en met 19 januari 2022 24.00 uur, in het gebied dat wordt begrensd door:

    — 
    de kustlijnen van het Amerikaanse continent langs de Stille Oceaan,
    — 
    lengtegraad 150° W.L.,
    — 
    breedtegraad 40° N.B.,
    — 
    breedtegraad 40° Z.B.;
    b) 

    van 9 oktober 2021 00.00 uur tot en met 8 november 2021 24.00 uur in het gebied dat wordt begrensd door:

    — 
    lengtegraad 96° W.L.,
    — 
    lengtegraad 110° W.L.,
    — 
    breedtegraad 4° N.B.,
    — 
    breedtegraad 3° Z.B.
    2.  
    Voor elk van hun vaartuigen delen de betrokken lidstaten de Commissie vóór 1 april 2021 de in lid 1, onder a), bedoelde, door hen geselecteerde periode mee waarin de visserijactiviteiten worden stilgelegd. Alle ringzegenvaartuigen van de betrokken lidstaten zetten de visserij met de ringzegen in de in lid 1 omschreven gebieden gedurende de geselecteerde periode stop.
    3.  
    Ringzegenvaartuigen die in het IATTC-verdragsgebied op tonijn vissen, houden alle gevangen geelvintonijnen, grootoogtonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.
    4.  

    Lid 3 geldt niet in de volgende gevallen:

    a) 

    indien de vis anders dan vanwege de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

    b) 

    indien er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven om alle bij die trek gevangen tonijn op te slaan.

    Artikel 39

    Niet-verankerde FAD's

    1.  
    Een ringzegenvaartuig zet op geen enkel ogenblik meer dan 450 FAD's actief in het IATTC-verdragsgebied in. Een FAD wordt als actief beschouwd als zij op zee wordt ingezet, haar locatie begint door te geven en wordt getraceerd door het vaartuig, de eigenaar of exploitant ervan. Een FAD wordt enkel aan boord van een ringzegenvaartuig geactiveerd.
    2.  
    Ringzegenvaartuigen mogen gedurende 15 dagen vóór de aanvang van de geselecteerde sluitingsperiode, als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder a), geen FAD's inzetten en halen het oorspronkelijk ingezette aantal FAD's terug binnen 15 dagen vóór de aanvang van de sluitingsperiode.
    3.  
    De lidstaten rapporteren op maandelijkse basis aan de Commissie dagelijkse informatie over alle actieve FAD's zoals voorgeschreven door de IATTC. De rapporten worden ingediend met een vertraging van ten minste 60 dagen, maar niet meer dan 75 dagen. De Commissie zendt die informatie onverwijld door aan het IATTC-secretariaat.

    Artikel 40

    Vangstbeperkingen voor grootoogtonijn in de beugvisserij

    De totale jaarlijkse vangsten grootoogtonijn door beugvisserijvaartuigen van elke lidstaat in het IATTC-verdragsgebied zijn vastgesteld in bijlage IL.

    Artikel 41

    Verbod op de visserij op oceanische witpunthaaien

    1.  
    Het is verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus) en delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen oceanische witpunthaaien aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen.
    2.  
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet door de vaartuigexploitant.
    3.  

    De vaartuigexploitant:

    a) 

    registreert het aantal teruggezette exemplaren, met vermelding van de toestand (levend of dood);

    b) 

    deelt de onder a) vermelde informatie mee aan de lidstaat waarvan hij onderdaan is. De lidstaten dienen de tijdens het vorige jaar verzamelde informatie uiterlijk op 31 januari in bij de Commissie.

    Artikel 42

    Verbod op de visserij op roggen van het geslacht Mobula

    Het is voor Unievissersvaartuigen verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op roggen van het geslacht Mobula (familie Mobulidae, waartoe de geslachten Manta en Mobula behoren) en delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen roggen van het geslacht Mobula aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen. Zodra vissersvaartuigen van de Unie vaststellen dat roggen van het geslacht Mobula zijn gevangen, zetten zij die, waar mogelijk, onmiddellijk levend en ongedeerd terug.



    Afdeling 8

    Seafo-verdragsgebied

    Artikel 43

    Verbod op de visserij op diepzeehaaien

    De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het Seafo-verdragsgebied is verboden:

    a) 

    spookkathaai (Apristurus manis),

    b) 

    gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi),

    c) 

    kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus),

    d) 

    grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps),

    e) 

    gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus),

    f) 

    roggen (Rajidae),

    g) 

    fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus),

    h) 

    diepzeehaaien van de Selachimorpha-superorde,

    i) 

    doornhaai (Squalus acanthias).



    Afdeling 9

    WCPFC-verdragsgebied

    Artikel 44

    Voorwaarden voor de visserij op grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn

    1.  
    De lidstaten zorgen ervoor dat niet meer dan 403 visdagen worden toegekend aan ringzegenvaartuigen die in het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied dat op volle zee tussen 20° N.B. en 20° Z.B. is gelegen, vissen op grootoogtonijn (Thunnus obesus), geelvintonijn (Thunnus albacares) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis).
    2.  
    Unievissersvaartuigen mogen niet gericht vissen op in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn (Thunnus alalunga) in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B.
    3.  
    De lidstaten zorgen ervoor dat de vangsten van grootoogtonijn (Thunnus obesus) door beugvisserijvaartuigen in 2021 niet meer bedragen dan de limieten die zijn vastgesteld in de tabel in bijlage IG.

    Artikel 45

    Beheer van de visserij met FAD's

    1.  
    In het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied tussen 20° N.B. en 20° Z.B. is het voor ringzegenvaartuigen verboden tussen 1 juli 2021 00.00 uur en 30 september 2021 24.00 uur FAD's te gebruiken, te bedienen of op te stellen.
    2.  
    Naast het in lid 1 bepaalde verbod, is het in het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied dat op volle zee tussen 20° NB en 20° ZB is gelegen, verboden FAD's op te stellen tijdens twee bijkomende maanden: tussen 1 april 2021 00.00 uur en 31 mei 2021 24.00 uur of tussen 1 november 2021 00.00 uur en 31 december 2021 24.00 uur.
    3.  

    Lid 2 geldt niet in de volgende gevallen:

    a) 

    tijdens de laatste trek van een visreis, indien onvoldoende ruimte is overgebleven om al deze vis op te slaan;

    b) 

    indien de vis anders dan vanwege de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

    c) 

    wanneer zich een ernstige storing van de koelinstallatie voordoet.

    4.  
    De lidstaten zorgen ervoor dat geen enkel ringzegenvaartuig op ongeacht welk moment meer dan 350 FAD's met geactiveerde instrumentboeien op zee inzet. De boei wordt uitsluitend aan boord van een vaartuig geactiveerd.
    5.  
    Alle ringzegenvaartuigen die in het in lid 1 bedoelde gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied vissen, houden alle gevangen grootoogtonijnen, geelvintonijnen en gestreepte tonijnen aan boord, laden deze over en landen deze aan.

    Artikel 46

    Beperking van het aantal Unievissersvaartuigen dat op zwaardvis mag vissen

    Het maximale aantal Unievissersvaartuigen dat in de gebieden van het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, is vastgesteld in bijlage IX.

    Artikel 47

    Vangstbeperkingen voor zwaardvis in de beugvisserij ten zuiden van 20° Z.B.

    De lidstaten zorgen ervoor dat vangsten van zwaardvis (Xiphias gladius) ten zuiden van 20° Z.B. door beugvisserijvaartuigen in 2021 de limiet in bijlage IG niet overschrijden. De lidstaten zien er tevens op toe dat de visserijinspanning voor zwaardvis niet als gevolg van die maatregel naar het gebied ten noorden van 20° Z.B. verschuift.

    Artikel 48

    Zijdehaaien en oceanische witpunthaaien

    1.  

    Het is verboden om delen of volledige karkassen van de volgende soorten in het WCPFC-verdragsgebied aan boord te houden, over te laden, aan te landen of op te slaan:

    a) 

    zijdehaaien (Carcharhinus falciformis),

    b) 

    oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).

    2.  
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    Artikel 49

    Het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied

    1.  
    Vaartuigen die uitsluitend in het WCPFC-register zijn ingeschreven, passen de in deze afdeling vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het overlappende gebied tussen de IATTC en de WCPFC.
    2.  
    Vaartuigen die zowel in het WCPFC-register als in het IATTC-register zijn ingeschreven, en vaartuigen die uitsluitend in het IATTC-register zijn ingeschreven, passen de in artikel 38, lid 1, onder a), artikel 38, leden 2, 3 en 4, en de artikelen 39, 40 en 41 vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het overlappende gebied tussen de IATTC en de WCPFC.



    Afdeling 10

    Beringzee

    Artikel 50

    Verbod op de visserij in de volle zee van de Beringzee

    De visserij op Alaskapollak (Gadus chalcogrammus) in de volle zee van de Beringzee is verboden.



    Afdeling 11

    Siofa-overeenkomstgebied

    Artikel 51

    Beperkingen op de bodemvisserij

    De lidstaten zorgen ervoor dat de onder hun vlag varende vissersvaartuigen die in het Siofa-overeenkomstgebied vissen:

    a) 

    hun jaarlijkse visserijinspanning en vangsten in de bodemvisserij beperken tot hun gemiddelde jaarlijkse niveau voor de jaren waarin hun vaartuigen in het Siofa-overeenkomstgebied actief waren gedurende een representatieve periode waarvoor bij de Commissie ingediende gegevens beschikbaar zijn;

    b) 

    de ruimtelijke spreiding van hun bodemvisserijinspanning, uitgezonderd methoden met lijnen en vallen, niet uitbreiden tot buiten de in de recente jaren beviste gebieden;

    c) 

    niet gemachtigd worden om te vissen in de tussentijds beschermde gebieden Atlantis Bank, Coral, Fools Flat, Middle of What, Walter's Shoal, zoals bepaald in bijlage IK, behalve indien lijnen en vallen worden gebruikt en mits tijdens de visserij in die gebieden te allen tijde een wetenschappelijk waarnemer aan boord is.



    TITEL III

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN DE WATEREN VAN DE UNIE

    Artikel 52

    Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren en vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd

    Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren, alsook vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd, mogen in de wateren van de Unie vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de in deze verordening en in titel III van Verordening (EU) 2017/2403 vastgestelde voorwaarden.

    Artikel 53

    Vissersvaartuigen die onder de vlag van het Verenigd Koninkrijk varen, in het Verenigd Koninkrijk geregistreerd zijn en een vergunning hebben gekregen van een visserijautoriteit van het Verenigd Koninkrijk

    Vissersvaartuigen die onder de vlag van het Verenigd Koninkrijk varen, in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd en een vergunning hebben gekregen van de visserijautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, kunnen toestemming krijgen om in de wateren van de Unie te vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en onder de in deze verordening en in Verordening (EU) 2017/2403 vastgestelde voorwaarden.

    ▼M4

    Artikel 53 bis

    Quota-overdrachten aan en quota-uitwisselingen met het Verenigd Koninkrijk

    1.  
    Elke overdracht of uitwisseling van quota tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk vindt plaats overeenkomstig de leden 2, 3 en 4.
    2.  
    Een lidstaat die voornemens is quota over te dragen aan of uit te wisselen met het Verenigd Koninkrijk, kan met het Verenigd Koninkrijk de grote lijnen van de quotaoverdracht of -uitwisseling bespreken.
    3.  
    Wanneer de Commissie de grote lijnen van een door de betrokken lidstaat gemelde quota-overdracht of -uitwisseling als bedoeld in lid 2, bekrachtigt, maakt zij onverwijld kenbaar dat zij ermee instemt gebonden te zijn door de quotaoverdracht of -uitwisseling. De Commissie stelt het Verenigd Koninkrijk en de lidstaten in kennis van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling.
    4.  
    Quota die in het kader van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling ontvangen zijn van of overgedragen zijn aan het Verenigd Koninkrijk, worden vanaf het moment waarop van de quotaoverdracht of -uitwisseling overeenkomstig lid 3 kennis is gegeven, beschouwd als quota die toegewezen zijn aan of in mindering zijn gebracht op de toewijzing van de betrokken lidstaat. Overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten leiden dergelijke uitwisselingen niet tot wijziging van de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten.

    ▼B

    Artikel 54

    Vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren

    Voor vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren, gelden de voorwaarden van deze verordening en die van titel III van Verordening (EU) 2017/2403.

    Artikel 55

    Vismachtigingen

    Het maximale aantal vismachtigingen voor vaartuigen van derde landen die in de wateren van de Unie vissen, is vastgesteld in bijlage V, deel B.

    Artikel 56

    Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

    De in artikel 8 gespecificeerde voorwaarden zijn van toepassing op vangsten en bijvangsten van vaartuigen van derde landen die met de in artikel 55 bedoelde machtigingen vissen.

    Artikel 57

    Verboden soorten

    1.  

    Het is vaartuigen van derde landen verboden de onderstaande soorten, wanneer die in de wateren van de Unie worden aangetroffen, te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

    a) 

    sterrog (Raja radiata) in wateren van de Unie van ICES-sectoren 2a, 3a en 7d en ICES-deelgebied 4;

    b) 

    vleet-soortencomplex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10;

    c) 

    ruwe haai (Galeorhinus galeus) wanneer wordt gevist met de beug in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 1, 4, 5, 6, 7, 8, 12 en 14;

    d) 

    zwarte haai (Dalatias licha), spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea), schubzwelghaai (Centrophorus squamosus), grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) en Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 1, 4 en 14;

    e) 

    haringhaai (Lamna nasus) in wateren van de Unie;

    f) 

    stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector 3a;

    g) 

    golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 6, 9 en 10;

    h) 

    gewone gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de Middellandse Zee;

    i) 

    walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren;

    j) 

    doornhaai (Squalus acanthias) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10.

    2.  
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.



    TITEL IV

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 58

    Comitéprocedure

    1.  
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
    2.  
    Indien naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    Artikel 59

    Overgangsbepaling

    De artikelen 11, 19, 20, 27, 33, 34, 41, 42, 43, 48, 50 en 57 blijven in 2022 mutatis mutandis van toepassing tot de inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2022.

    De artikelen 15, 16 en 17 zijn van toepassing tot de datum waarop een overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1241 vastgestelde gedelegeerde handeling, waarbij bijlage VI bij die verordening door de invoering van overeenkomstige technische maatregelen voor de noordwestelijke wateren is gewijzigd, van toepassing wordt.

    Artikel 60

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

    Artikel 11, leden 1, 2, 3 en 5, artikel 14 en artikel 18 zijn echter van toepassing van 1 januari tot en met ►M2  31 juli 2021 ◄ .

    De in de artikelen 28, 29 en 30 en bijlage VII vastgestelde bepalingen inzake vangstmogelijkheden voor de in die bijlage vermelde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied zijn van toepassing met ingang van 1 december 2020.

    De bepalingen inzake beperkingen van de visserijinspanning in bijlage II zijn van toepassing van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE

    LIJST VAN BIJLAGEN



    BIJLAGE I:

    Naar soort en gebied uitgesplitste TAC’s voor vissersvaartuigen van de Unie in gebieden waar TAC’s gelden

    BIJLAGE IA:

    Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 en 14, wateren van de Unie van Cecaf en wateren van Frans-Guyana

    BIJLAGE IB:

    Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden 1, 2, 5, 12 en 14 en Groenlandse wateren van NAFO 1

    BIJLAGE IC:

    Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan – NAFO-verdragsgebied

    BIJLAGE ID:

    ICCAT-verdragsgebied

    BIJLAGE IE:

    Zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan – Seafo-verdragsgebied

    BIJLAGE IF:

    Zuidelijke blauwvintonijn – verspreidingsgebieden

    BIJLAGE IG:

    WCPFC-verdragsgebied

    BIJLAGE IH:

    SPRFMO-verdragsgebied

    BIJLAGE IJ:

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    BIJLAGE IK:

    SIOFA-overeenkomstgebied

    BIJLAGE IL

    IATTC-verdragsgebied

    BIJLAGE II:

    Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van de tongbestanden in het westelijke Kanaal in ICES-sector 7e

    BIJLAGE III:

    Beheersgebieden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4

    BIJLAGE IV:

    Seizoenssluitingen ter bescherming van paaiende kabeljauw

    BIJLAGE V:

    Vismachtigingen

    BIJLAGE VI:

    ICCAT-verdragsgebied

    BIJLAGE VII:

    CCAMLR-verdragsgebied

    BIJLAGE VIII:

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    BIJLAGE IX:

    WCPFC-verdragsgebied




    BIJLAGE I

    NAAR SOORT EN GEBIED UITGESPLITSTE TAC’S VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE IN GEBIEDEN WAAR TAC’S GELDEN

    De tabellen in de bijlagen bevatten de TAC’s en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden.

    Alle in de bijlagen vastgestelde vangstmogelijkheden vallen onder Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34.

    Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijzones in de bijlagen verwijzingen naar ICES-gebieden. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de wetenschappelijke naam van de vissoort. Voor regelgevingsdoeleinden worden de soorten uitsluitend middels hun wetenschappelijke naam geïdentificeerd; hun gewone namen worden alleen gemakshalve vermeld.

    De bijlagen IA tot en met IL maken deel uit van bijlage I.

    Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende vergelijkende tabel van wetenschappelijke en gewone namen van de vissoorten:



    Wetenschappelijke naam

    Drielettercode

    Gewone naam

    Ammodytes spp.

    SAN

    Zandspieringen

    Argentina silus

    ARU

    Grote zilvervis

    Beryx spp.

    ALF

    Alfonsino’s

    Brosme brosme

    USK

    Lom

    Caproidae

    BOR

    Evervissen

    Centrophorus squamosus

    GUQ

    Schubzwelghaai

    Centroscymnus coelolepis

    CYO

    Portugese ijshaai

    Chaceon spp.

    GER

    Rode diepzeekrabben

    Chaenocephalus aceratus

    SSI

    Scotiazee-ijsvis

    Champsocephalus gunnari

    ANI

    IJsvis

    Channichthys rhinoceratus

    LIC

    Langsnuitijsvis

    Chionoecetes spp.

    PCR

    Pacifische sneeuwkrabben

    Clupea harengus

    HER

    Haring

    Coryphaenoides rupestris

    RNG

    Rondneusgrenadier

    Dalatias licha

    SCK

    Zwarte haai

    Deania calcea

    DCA

    Spitssnuitsnavelhaai

    Dicentrarchus labrax

    BSS

    Zeebaars

    Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia)

    RJB

    Vleetsoorten-complex

    Dissostichus eleginoides

    TOP

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus mawsoni

    TOA

    Antarctische ijsheek

    Dissostichus spp.

    TOT

    IJsheken

    Engraulis encrasicolus

    ANE

    Ansjovis

    Etmopterus princeps

    ETR

    Grote lantaarnhaai

    Etmopterus pusillus

    ETP

    Gladde lantaarnhaai

    Euphausia superba

    KRI

    Antarctisch krill

    Gadus morhua

    COD

    Kabeljauw

    Galeorhinus galeus

    GAG

    Ruwe haai

    Glyptocephalus cynoglossus

    WIT

    Witje

    Hippoglossoides platessoides

    PLA

    Lange schar

    Hoplostethus atlanticus

    ORY

    Atlantische slijmkop

    Illex illecebrosus

    SQI

    Kortvinpijlinktvis

    Lamna nasus

    POR

    Haringhaai

    Lepidorhombus spp.

    LEZ

    Scharretongen

    Leucoraja naevus

    RJN

    Grootoogrog

    Limanda ferruginea

    YEL

    Geelstaartschar

    Lophiidae

    ANF

    Zeeduivel

    Macrourus spp.

    GRV

    Grenadiervissen

    Makaira nigricans

    BUM

    Blauwe marlijn

    Mallotus villosus

    CAP

    Lodde

    Manta birostris

    RMB

    Reuzenmanta

    Martialia hyadesi

    SQS

    Pijlinktvis

    Melanogrammus aeglefinus

    HAD

    Schelvis

    Merlangius merlangus

    WHG

    Wijting

    Merluccius merluccius

    HKE

    Heek

    Micromesistius poutassou

    WHB

    Blauwe wijting

    Microstomus kitt

    LEM

    Tongschar

    Molva dypterygia

    BLI

    Blauwe leng

    Molva molva

    LIN

    Leng

    Nephrops norvegicus

    NEP

    Langoustine

    Notothenia gibberifrons

    NOG

    Groene Zuidpoolkabeljauw

    Notothenia rossii

    NOR

    Gemarmerde ijsvis

    Notothenia squamifrons

    NOS

    Grijze Zuidpoolkabeljauw

    Pandalus borealis

    PRA

    Noordse garnaal

    Paralomis spp.

    PAI

    Krabben

    Penaeus spp.

    PEN

    Peneïdegarnalen

    Pleuronectes platessa

    PLE

    Schol

    Pleuronectiformes

    FLX

    Platvis

    Pollachius pollachius

    POL

    Witte koolvis

    Pollachius virens

    POK

    Zwarte koolvis

    Scophthalmus maximus

    TUR

    Tarbot

    Pseudochaenichthys georgianus

    SGI

    Georgia-ijsvis

    Pseudopentaceros spp.

    EDW

    Pseudopentaceros spp.

    Raja alba

    RJA

    Witte rog

    Raja brachyura

    RJH

    Blonde rog

    Raja circularis

    RJI

    Zandrog

    Raja clavata

    RJC

    Stekelrog

    Raja fullonica

    RJF

    Kaardrog

    Raja (Dipturus) nidarosiensis

    JAD

    Noorse rog

    Raja microocellata

    RJE

    Kleinoogrog

    Raja montagui

    RJM

    Gevlekte rog

    Raja radiata

    RJR

    Sterrog

    Raja undulata

    RJU

    Golfrog

    Rajiformes

    SRX

    Roggen

    Reinhardtius hippoglossoides

    GHL

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Sardina pilchardus

    PIL

    Sardine

    Scomber scombrus

    MAC

    Makreel

    Scophthalmus rhombus

    BLL

    Griet

    Sebastes spp.

    RED

    Roodbaarzen

    Solea solea

    SOL

    Tong

    Solea spp.

    SOO

    Tongen

    Sprattus sprattus

    SPR

    Sprot

    Squalus acanthias

    DGS

    Doornhaai

    Tetrapturus albidus

    WHM

    Witte marlijn

    Thunnus alalunga

    ALB

    Witte tonijn

    Thunnus maccoyii

    SBF

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus obesus

    BET

    Grootoogtonijn

    Thunnus thynnus

    BFT

    Blauwvintonijn

    Trachurus murphyi

    CJM

    Chileense horsmakreel

    Trachurus spp.

    JAX

    Horsmakrelen

    Trisopterus esmarkii

    NOP

    Kever

    Urophycis tenuis

    HKW

    Witte heek

    Xiphias gladius

    SWO

    Zwaardvis

    De onderstaande concordantietabel van gewone Nederlandse namen en wetenschappelijke namen van de vissoorten wordt uitsluitend ter verduidelijking gegeven:



    Gewone naam

    Drielettercode

    Wetenschappelijke naam

    Alfonsino’s

    ALF

    Beryx spp.

    Ansjovis

    ANE

    Engraulis encrasicolus

    Antarctisch krill

    KRI

    Euphausia superba

    Antarctische ijsheek

    TOA

    Dissostichus mawsoni

    Atlantische slijmkop

    ORY

    Hoplostethus atlanticus

    Blauwe leng

    BLI

    Molva dypterygia

    Blauwe marlijn

    BUM

    Makaira nigricans

    Blauwe wijting

    WHB

    Micromesistius poutassou

    Blauwvintonijn

    BFT

    Thunnus thynnus

    Blonde rog

    RJH

    Raja brachyura

    Chileense horsmakreel

    CJM

    Trachurus murphyi

    Doornhaai

    DGS

    Squalus acanthias

    Evervissen

    BOR

    Caproidae

    Geelstaartschar

    YEL

    Limanda ferruginea

    Gemarmerde ijsvis

    NOR

    Notothenia rossii

    Georgia-ijsvis

    SGI

    Pseudochaenichthys georgianus

    Gevlekte rog

    RJM

    Raja montagui

    Gladde lantaarnhaai

    ETP

    Etmopterus pusillus

    Golfrog

    RJU

    Raja undulata

    Grenadiervissen

    GRV

    Macrourus spp.

    Griet

    BLL

    Scophthalmus rhombus

    Grijze Zuidpoolkabeljauw

    NOS

    Notothenia squamifrons

    Groene Zuidpoolkabeljauw

    NOG

    Notothenia gibberifrons

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    GHL

    Reinhardtius hippoglossoides

    Grootoogrog

    RJN

    Leucoraja naevus

    Grootoogtonijn

    BET

    Thunnus obesus

    Grote lantaarnhaai

    ETR

    Etmopterus princeps

    Grote zilvervis

    ARU

    Argentina silus

    Haring

    HER

    Clupea harengus

    Haringhaai

    POR

    Lamna nasus

    Heek

    HKE

    Merluccius merluccius

    Horsmakrelen

    JAX

    Trachurus spp.

    IJsheken

    TOT

    Dissostichus spp.

    IJsvis

    ANI

    Champsocephalus gunnari

    Kaardrog

    RJF

    Raja fullonica

    Kabeljauw

    COD

    Gadus morhua

    Kever

    NOP

    Trisopterus esmarkii

    Kleinoogrog

    RJE

    Raja microocellata

    Kortvinpijlinktvis

    SQI

    Illex illecebrosus

    Krabben

    PAI

    Paralomis spp.

    Lange schar

    PLA

    Hippoglossoides platessoides

    Langoustine

    NEP

    Nephrops norvegicus

    Langsnuitijsvis

    LIC

    Channichthys rhinoceratus

    Leng

    LIN

    Molva molva

    Lodde

    CAP

    Mallotus villosus

    Lom

    USK

    Brosme brosme

    Makreel

    MAC

    Scomber scombrus

    Noordse garnaal

    PRA

    Pandalus borealis

    Noorse rog

    JAD

    Raja (Dipturus) nidarosiensis

    Pacifische sneeuwkrabben

    PCR

    Chionoecetes spp.

    Peneïdegarnalen

    PEN

    Penaeus spp.

    Pijlinktvis

    SQS

    Martialia hyadesi

    Platvis

    FLX

    Pleuronectiformes

    Portugese ijshaai

    CYO

    Centroscymnus coelolepis

    Pseudopentaceros spp.

    EDW

    Pseudopentaceros spp.

    Reuzenmanta

    RMB

    Manta birostris

    Rode diepzeekrabben

    GER

    Chaceon spp.

    Roggen

    SRX

    Rajiformes

    Rondneusgrenadier

    RNG

    Coryphaenoides rupestris

    Roodbaarzen

    RED

    Sebastes spp.

    Ruwe haai

    GAG

    Galeorhinus galeus

    Sardine

    PIL

    Sardina pilchardus

    Scharretongen

    LEZ

    Lepidorhombus spp.

    Schelvis

    HAD

    Melanogrammus aeglefinus

    Schol

    PLE

    Pleuronectes platessa

    Schubzwelghaai

    GUQ

    Centrophorus squamosus

    Scotiazee-ijsvis

    SSI

    Chaenocephalus aceratus

    Spitssnuitsnavelhaai

    DCA

    Deania calcea

    Sprot

    SPR

    Sprattus sprattus

    Stekelrog

    RJC

    Raja clavata

    Sterrog

    RJR

    Raja radiata

    Tarbot

    TUR

    Scophthalmus maximus

    Tong

    SOL

    Solea solea

    Tongen

    SOO

    Solea spp.

    Tongschar

    LEM

    Microstomus kitt

    Vleetsoorten-complex

    RJB

    Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia)

    Wijting

    WHG

    Merlangius merlangus

    Witje

    WIT

    Glyptocephalus cynoglossus

    Witte heek

    HKW

    Urophycis tenuis

    Witte koolvis

    POL

    Pollachius pollachius

    Witte marlijn

    WHM

    Tetrapturus albidus

    Witte rog

    RJA

    Raja alba

    Witte tonijn

    ALB

    Thunnus alalunga

    Zandrog

    RJI

    Raja circularis

    Zandspieringen

    SAN

    Ammodytes spp.

    Zeebaars

    BSS

    Dicentrarchus labrax

    Zeeduivel

    ANF

    Lophiidae

    Zuidelijke blauwvintonijn

    SBF

    Thunnus maccoyii

    Zwaardvis

    SWO

    Xiphias gladius

    Zwarte haai

    SCK

    Dalatias licha

    Zwarte koolvis

    POK

    Pollachius virens

    Zwarte Patagonische ijsheek

    TOP

    Dissostichus eleginoides




    BIJLAGE IA

    SKAGERRAK, KATTEGAT, ICES-DEELGEBIEDEN 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 EN 14, WATEREN VAN DE UNIE VAN CECAF EN WATEREN VAN FRANS-GUYANA

    ▼M4



    Soort:

    Zandspieringen en bijvangsten daarvan

    Ammodytes spp.

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3a(1)

    Denemarken

    86 652

    (2) (3)

    Analytische TAC

    Duitsland

    132

    (2) (3)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

    3 182

    (2) (3)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    89 966

    (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 534

    (2)

     

    TAC

    92 500

    (2)

     

    (1)

    Exclusief wateren binnen zes zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.

    (2)

    In beheersgebieden 1r en 2r mag de TAC enkel worden gevangen als een monitoring-TAC met een bijbehorend bemonsteringsprotocol voor de visserij.

    (3)

    Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en makreel (OT1/*2A3A4X). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen, als omschreven in bijlage III, niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie in de beheersgebieden voor zandspieringen



     

    1r

    2r

    3r

    4

    5r

    6

    7r

     

    (SAN/234_1R)

    (SAN/234_2R)

    (SAN/234_3R)

    (SAN/234_4)

    (SAN/234_5R)

    (SAN/234_6)

    (SAN/234_7R)

    Denemarken

    5 118

    4 684

    12 091

    64 627

    0

    131

    0

    Duitsland

    8

    7

    18

    99

    0

    0

    0

    Zweden

    188

    172

    444

    2 373

    0

    5

    0

    Unie

    5 314

    4 863

    12 553

    67 099

    0

    136

    0

    Verenigd Koninkrijk

    150

    137

    354

    1 889

    0

    4

    0

    Totaal

    5 464

    5 000

    12 907

    68 989

    0

    140

    0



    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2

    (ARU/1/2.)

    Duitsland

     

    16

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    5

     

     

    Nederland

     

    13

     

     

    Unie

     

    34

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    25

     

     

    TAC

     

    59

     

     



    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van de Unie van 3a

    (ARU/3A4-C)

    Denemarken

     

    717

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    7

     

     

    Frankrijk

     

    5

     

     

    Ierland

     

    5

     

     

    Nederland

     

    34

     

     

    Zweden

     

    28

     

     

    Unie

     

    796

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    13

     

     

    TAC

     

    809

     

     



    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (ARU/567.)

    Duitsland

     

    283

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    6

     

     

    Ierland

     

    262

     

     

    Nederland

     

    2 958

     

     

    Unie

     

    3 509

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    220

     

     

    TAC

     

    3 729

     

     



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1, 2 en 14

    (USK/1214EI)

    Duitsland

     

    6

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    6

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Andere

     

    3

    (1) (2)

     

    Unie

     

    16

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    6

    (1)

     

    TAC

     

    22

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)

    Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/1214EI_AMS).



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

    (USK/04-C.)

    Denemarken

     

    68

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    20

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    47

    (1)

     

    Zweden

     

    7

    (1)

     

    Andere

     

    7

    (2)

     

    Unie

     

    149

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    102

    (1)

     

    TAC

     

    251

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (USK/*6AN58).

    (2)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/04-C_AMS).



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (USK/567EI.)

    Duitsland

     

    60

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

     

    208

    (1)

     

    Frankrijk

     

    2 471

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    238

    (1)

     

    Andere

     

    60

    (2)

     

    Unie

     

    3 037

    (1)

     

    Noorwegen

     

    0

    (3) (4) (5)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 257

    (1)

     

    TAC

     

    4 294

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (USK/*04-C.).

    (2)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/567EI_AMS).

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*5B67-). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.

    0

    (4)

    Met inbegrip van leng. De volgende quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen:

    Leng (LIN/*5B67-) 0

    Lom (USK/*5B67-) 0

    (5)

    De lom- en lengquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton:

    0

    ▼M2



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (USK/04-N.)

    België

    0

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    75

     

    Duitsland

    0

     

    Frankrijk

    0

     

    Nederland

    0

     

    Unie

    75

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼M4



    Soort:

    Evervissen

    Caproidae

    Gebied:

    6, 7 en 8

    (BOR/678-)

    Denemarken

     

    4 700

     

    Voorzorgs-TAC

    Ierland

     

    13 234

     

     

    Unie

     

    17 934

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 218

     

     

    TAC

     

    19 152

     

     



    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    3 a

    (HER/03A.)

    Denemarken

     

    9 080

    (2)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    145

    (2)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Zweden

     

    9 498

    (2)

     

    Unie

     

    18 723

    (2)

     

    Noorwegen

     

    2 881

     

     

    Faeröer

     

    0

    (3)

     

    TAC

     

    21 604

     

     

    (1)

    Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C.).

    (3)

    Mag alleen worden gevangen in het Skagerrak (HER/*03AN.).



    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en Noorse wateren van 4 ten noorden van 53°30' N.B.

    (HER/4AB.)

    Denemarken

     

    49 993

     

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    33 852

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    18 838

     

     

    Nederland

     

    46 381

     

     

    Zweden

     

    3 449

     

     

    Unie

     

    152 513

     

     

    Faeröer

     

    0

     

     

    Noorwegen

     

    103 344

    (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    61 301

     

     

    TAC

     

    356 357

     

     

    (1)

    Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)

    Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. Binnen de limieten van dit quotum mag niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a en 4b (HER/*4AB-C):

     

    3 000

     

     

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag de Unie niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheden vangen in de Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (HER/*4N-S62)



    Unie

    3 000

    ▼M2



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

    (HER/4N-S62)

    Zweden

    878

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    878

     

     

    TAC

    356 357

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    ▼M4



    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    3 a

    (HER/03A-BC)

    Denemarken

     

    5 692

    (2)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    51

    (2)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Zweden

     

    916

    (2)

     

    Unie

     

    6 659

    (2)

     

    TAC

     

    6 659

    (2)

     

    (1)

    Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C-BC).



    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    4, 7d en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (HER/2A47DX)

    België

     

    38

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    7 421

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    38

     

     

    Frankrijk

     

    38

     

     

    Nederland

     

    38

     

     

    Zweden

     

    36

     

     

    Unie

     

    7 609

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    141

     

     

    TAC

     

    7 750

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.



    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    4c, 7d(2)

    (HER/4CXB7D)

    België

     

    8 257

    (3)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    668

    (3)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    452

    (3)

     

    Frankrijk

     

    9 274

    (3)

     

    Nederland

     

    16 142

    (3)

     

    Unie

     

    34 793

    (3)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    Niet van toepassing

     

     

    TAC

     

    356 357

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)

    Uitgezonderd het Blackwater-bestand: bedoeld is het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuidwaarts gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ N.B., 1° 19,1′ O.L.) tot 51° 33′ N.B. en vandaar rechtwijzend westwaarts naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk.

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in 4b (HER/*04B.).



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    6b en 6aN; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b(1)

    (HER/5B6ANB)

    Duitsland

     

    353

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    67

    (2)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Ierland

     

    478

    (2)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

     

    353

    (2)

     

    Unie

     

    1 251

    (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 229

    (2)

     

    TAC

     

    3 480

     

     

    (1)

    Bedoeld is het haringbestand in het deel van ICES-gebied 6a ten oosten van 7° W.L. en ten noorden van 55° N.B., of ten westen van 7° W.L. en ten noorden van 56° N.B. met uitzondering van de Clyde.

    (2)

    Het is verboden gericht op haring te vissen in het deel van de onder deze TAC vallende ICES-gebieden dat tussen 56° N.B. en 57°30' N.B. ligt, met uitzondering van een gordel van zes zeemijl gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk.



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    6aS(1), 7b, 7c

    (HER/6AS7BC)

    Ierland

     

    1 236

     

    Voorzorgs-TAC

    Nederland

     

    124

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    1 360

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

     

    1 360

     

     

    (1)

    Bedoeld is het haringbestand in 6a ten zuiden van 56°00′ N.B. en ten westen van 07°00′ W.L.



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    7a(1)

    (HER/07A/MM)

    Ierland

     

    808

     

    Analytische TAC

    Unie

     

    808

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Verenigd Koninkrijk

     

    6 533

     

     

    TAC

     

    7 341

     

     

    (1)

    Dit gebied wordt verminderd met de zone die als volgt is begrensd:

    — in het noorden door breedtegraad 52°30' N.B.,

    — in het zuiden door breedtegraad 52°00' N.B.,

    — in het westen door de kust van Ierland,

    — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    7e en 7f

    (HER/7EF.)

    Frankrijk

     

    465

     

    Voorzorgs-TAC

    Unie

     

    465

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    465

     

     

    TAC

     

    930

     

     



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    7a ten zuiden van 52°30′ N.B.; 7g(1), 7h(1), 7j(1) en 7k(1)

    (HER/7G-K.)

    Duitsland

     

    10

    (2)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    54

    (2)

     

    Ierland

     

    750

    (2)

     

    Nederland

     

    54

    (2)

     

    Unie

     

    868

    (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1

    (2)

     

    TAC

     

    869

    (2)

     

    (1)

    Dit gebied wordt uitgebreid met de zone die als volgt is begrensd:

    — in het noorden door de breedtegraad 52°30' N.B.,

    — in het zuiden door de breedtegraad 52°00' N.B.,

    — in het westen door de kust van Ierland,

    — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.

    (2)

    Dit quotum mag alleen worden toegewezen aan vaartuigen die overeenkomstig de beoordeling van de ICES deelnemen aan onderzoeksvisserij met het oog op het verzamelen van op de visserij gebaseerde gegevens voor dit bestand. Alvorens vangsten toe te staan, stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen).

    ▼B



    Soort:

    Ansjovis

    Engraulis encrasicolus

    Gebied:

    8

    (ANE/08.)

    Spanje

    29 700

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

    3 300

     

    Unie

    33 000

     

     

    TAC

    33 000

     

    ▼M4



    Soort:

    Ansjovis

    Engraulis encrasicolus

    Gebied:

    9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (ANE/9/3411)

    Spanje

     

    7 176

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Portugal

     

    7 829

    (1)

     

    Unie

     

    15 005

    (1)

     

    TAC

     

    15 005

    (1)

     

    (1)

    Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Skagerrak

    (COD/03AN.)

    België

     

    5

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    1 515

     

    Artikel 3 van Verordening EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    38

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Nederland

     

    9

     

     

    Zweden

     

    265

     

     

    Unie

     

    1 832

     

     

    TAC

     

    1 893

     

     

    ▼B



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Kattegat

    (COD/03AS.)

    Denemarken

    75

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    2

    (1)

    Zweden

    46

    (1)

    Unie

    123

    (1)

     

    TAC

    123

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    ▼M4



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (COD/2A3AX4)

    België

     

    347

    (1)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    1 993

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    1 263

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Frankrijk

     

    428

    (1)

     

    Nederland

     

    1 126

    (1)

     

    Zweden

     

    13

     

     

    Unie

     

    5 170

     

     

    Noorwegen

     

    2 252

    (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    5 824

    (1)

     

    TAC

     

    13 246

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in: 7d (COD/*07D.).

    (2)

    Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Noorse wateren van 4 (COD/*04N-)



    Unie

    4 494

    ▼M2



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

    (COD/4N-S62)

    Zweden

    382

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    382

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    ▼M4



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    6b; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten westen van 12°00' W.L. en van 12 en 14

    (COD/5W6-14)

    België

     

    0

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    1

    (1)

     

    Frankrijk

     

    8

    (1)

     

    Ierland

     

    16

    (1)

     

    Unie

     

    25

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    49

    (1)

     

    TAC

     

    74

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten oosten van 12°00' W.L.

    (COD/5BE6A)

    België

     

    2

    (1)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    12

    (1)

     

    Frankrijk

     

    130

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Ierland

     

    243

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    387

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    892

    (1)

     

    TAC

     

    1 279

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    7a

    (COD/07A.)

    België

     

    3

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    7

    (1)

     

    Ierland

     

    104

    (1)

     

    Nederland

     

    1

    (1)

     

    Unie

     

    115

    (1)

     

    United Kingdom

     

    91

    (1)

     

    TAC

     

    206

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    7b, 7c, 7e-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (COD/7XAD34)

    België

     

    18

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    290

    (1)

    Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    422

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

     

    0

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    730

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    75

    (1)

     

    TAC

     

    805

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    7d

    (COD/07D.)

    België

     

    33

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    649

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing.

    Nederland

     

    19

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing.

    Unie

     

    701

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    71

    (2)

     

    TAC

     

    772

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4).



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (LEZ/2AC4-C)

    België

     

    8

    (1)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    7

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    7

    (1)

     

    Frankrijk

     

    42

    (1)

     

    Nederland

     

    33

    (1)

     

    Unie

     

    97

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 490

    (1)

     

    TAC

     

    2 587

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58).



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (LEZ/56-14)

    Spanje

     

    526

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    2 053

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    600

    (1)

     

    Unie

     

    3 179

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 046

    (1)

     

    TAC

     

    5 225

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (LEZ/*2AC4C).



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    7

    (LEZ/07.)

    België

     

    464

    (1)

    Analytische TAC

    Spanje

     

    5 154

    (2)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    6 256

    (2)

     

    Ierland

     

    2 844

    (2)

     

    Unie

     

    14 718

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    3 421

    (2)

     

    TAC

     

    18 365

     

     

    (1)

    10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE) voor bijvangsten in de gerichte visserij op tong.

    (2)

    35 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE).



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (LEZ/8ABDE.)

    Spanje

     

    1 005

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    811

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    1 816

     

     

    TAC

     

    1 816

     

     

    ▼B



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (LEZ/8C3411)

    Spanje

    1 912

     

    Analytische TAC

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

    96

     

    Portugal

    64

     

    Unie

    2 072

     

     

    TAC

    2 158

     

    ▼M4



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (ANF/2AC4-C)

    België

     

    312

    (1) (2)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    688

    (1) (2)

     

    Duitsland

     

    336

    (1) (2)

     

    Frankrijk

     

    64

    (1) (2)

     

    Nederland

     

    236

    (1) (2)

     

    Zweden

     

    8

    (1) (2)

     

    Unie

     

    1 644

    (1) (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    10 328

    (1) (2)

     

    TAC

     

    11 972

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (ANF/*6AN58).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 6a ten zuiden van 58°30' N.B.; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (ANF/*56-14).

    ▼M2



    Soort:

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (ANF/04-N.)

    België

    37

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    935

     

    Duitsland

    15

     

    Nederland

    13

     

    Unie

    1 000

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼M4



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (ANF/56-14)

    België

     

    202

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    230

    (1)

     

    Spanje

     

    216

    (1)

     

    Frankrijk

     

    2 485

    (1)

     

    Ierland

     

    562

    (1)

     

    Nederland

     

    194

    (1)

     

    Unie

     

    3 889

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 488

    (1)

     

    TAC

     

    6 377

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (ANF/*2AC4C).



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    7

    (ANF/07.)

    België

     

    3 384

    (1)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    377

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

     

    1 345

    (1)

     

    Frankrijk

     

    21 714

    (1)

     

    Ierland

     

    2 775

    (1)

     

    Nederland

     

    438

    (1)

     

    Unie

     

    30 033

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    8 090

    (1)

     

    TAC

     

    38 123

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 8a, 8b, 8d en 8e (ANF/*8ABDE).



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (ANF/8ABDE.)

    Spanje

     

    1 556

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    8 659

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    10 215

     

     

    TAC

     

    10 215

     

     

    ▼B



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (ANF/8C3411)

    Spanje

    2 934

     

    Analytische TAC

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

    3

     

    Portugal

    584

     

    Unie

    3 521

     

     

    TAC

    3 672

     

    ▼M4



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    3a

    (HAD/03A.)

    België

     

    12

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    2 120

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    135

     

     

    Nederland

     

    2

     

     

    Zweden

     

    250

     

     

    Unie

     

    2 519

     

     

    TAC

     

    2 630

     

     



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (HAD/2AC4.)

    België

     

    287

    (1)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    1 970

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    1 254

    (1)

     

    Frankrijk

     

    2 185

    (1)

     

    Nederland

     

    215

    (1)

     

    Zweden

     

    169

    (1)

     

    Unie

     

    6 080

    (1)

     

    Noorwegen

     

    9 841

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    26 865

    (1)

     

    TAC

     

    42 785

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HAD/*6AN58).

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Noorse wateren van 4 (HAD/*04N-)



    Unie

    4 523

    ▼M2



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

    (HAD/4N-S62)

    Zweden

    707

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    707

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    ▼M4



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6b; internationale wateren van 12 en 14

    (HAD/6B1214)

    België

     

    16

     

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    19

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    799

     

     

    Ierland

     

    570

     

     

    Unie

     

    1 404

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    6 971

     

     

    TAC

     

    8 375

     

     



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

    (HAD/5BC6A.)

    België

     

    6

    (1)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    6

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    264

    (1)

     

    Ierland

     

    648

    (1)

     

    Unie

     

    924

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    3 843

    (1)

     

    TAC

     

    4 767

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (HAD/*2AC4).



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (HAD/7X7A34)

    België

     

    148

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    8 876

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    2 959

     

     

    Unie

     

    11 983

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 400

     

     

    TAC

     

    15 000

     

     



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    7a

    (HAD/07A.)

    België

     

    49

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    221

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    1 322

     

     

    Unie

     

    1 592

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 779

     

     

    TAC

     

    3 371

     

     



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    3a

    (WHG/03A.)

    Denemarken

     

    649

     

    Voorzorgs-TAC

    Nederland

     

    2

     

     

    Zweden

     

    69

     

     

    Unie

     

    720

     

     

    TAC

     

    929

     

     



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (WHG/2AC4.)

    België

     

    413

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    1 785

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    464

     

     

    Frankrijk

     

    2 682

     

     

    Nederland

     

    1 032

     

     

    Zweden

     

    3

     

     

    Unie

     

    6 379

     

     

    Noorwegen

     

    2 131

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    12 502

     

     

    TAC

     

    21 306

     

     

    (1)

    Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Noorse wateren van 4 (WHG/*04N-)



    Unie

    4 518



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (WHG/56-14)

    Duitsland

     

    3

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    50

    (1)

    Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    299

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    352

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Verenigd Koninkrijk

     

    585

    (1)

     

    TAC

     

    937

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan.



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    7a

    (WHG/07A.)

    België

     

    2

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    22

    (1)

    Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    280

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

     

    0

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    305

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    416

    (1)

     

    TAC

     

    721

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan.



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    7b, 7c, 7d, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k

    (WHG/7X7A-C)

    België

     

    74

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    4 663

     

     

    Ierland

     

    3 916

     

     

    Nederland

     

    39

     

     

    Unie

     

    8 692

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 134

     

     

    TAC

     

    10 259

     

     

    ▼B



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    8

    (WHG/08.)

    Spanje

    880

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    1 321

     

    Unie

    2 201

     

     

    TAC

    2 276

     

    ▼M2



    Soort:

    Wijting en witte koolvis

    Merlangius merlangus en

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

    (W/P/4N-S62)

    Zweden

    190

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Unie

    190

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    ▼M4



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    3a

    (HKE/03A.)

    Denemarken

     

    2 741

    (1)

    Analytische TAC

    Zweden

     

    233

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    2 974

     

     

    TAC

     

    2 974

     

     

    (1)

    Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld.



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (HKE/2AC4-C)

    België

     

    36

    (1) (2)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    1 473

    (1) (2)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    169

    (1) (2)

     

    Frankrijk

     

    326

    (1) (2)

     

    Nederland

     

    85

    (1) (2)

     

    Unie

     

    2 089

    (1) (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 354

    (1) (2)

     

    TAC

     

    3 443

     

     

    (1)

    Niet meer dan 10 % van dit quotum mag worden gebruikt voor bijvangsten in 3a (HKE/*03A.).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 6 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HKE/*6AN58).



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (HKE/571214)

    België

     

    498

    (1)

    Analytische TAC

    Spanje

     

    15 974

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    24 669

    (1)

     

    Ierland

     

    2 989

    (1)

     

    Nederland

     

    321

    (1)

     

    Unie

     

    44 451

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    10 884

    (1)

     

    TAC

     

    55 335

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: 100 % mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel jaarlijks achteraf aan de andere Partij gemeld. De lidstaten stellen de Commissie vooraf in kennis.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    8a, 8b, 8d en 8e (HKE/*8ABDE)



     

    België

    66

     

    Spanje

    2 632

     

    Frankrijk

    2 632

     

    Ierland

    329

     

    Nederland

    33

     

    Unie

    5 691

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 480



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (HKE/8ABDE.)

    België

     

    16

    (1)

    Analytische TAC

    Spanje

     

    11 356

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    25 501

     

     

    Nederland

     

    33

    (1)

     

    Unie

     

    36 906

     

     

    TAC

     

    36 906

     

     

    (1)

    Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (HKE/*57-14)



     

    België

    3

     

    Spanje

    3 289

     

    Frankrijk

    5 921

     

    Nederland

    10

     

    Unie

    9 223

    ▼B



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (HKE/8C3411)

    Spanje

    5 320

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    511

     

    Portugal

    2 483

     

    Unie

    8 314

     

     

    TAC

    8 517

     

    ▼M2



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Noorse wateren van 2 en 4

    (WHB/24-N.)

    Denemarken

    0

     

    Analytische TAC

    Unie

    0

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼M4



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14

    (WHB/1X14)

    Denemarken

     

    45 680

    (1)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    17 761

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

     

    38 726

    (1) (2)

     

    Frankrijk

     

    31 789

    (1)

     

    Ierland

     

    35 373

    (1)

     

    Nederland

     

    55 700

    (1)

     

    Portugal

     

    3 598

    (1) (2)

     

    Zweden

     

    11 300

    (1)

     

    Unie

     

    239 927

    (1) (3)

     

    Noorwegen

     

    37 500

     

     

    Faeröer

     

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    71 670

    (1)

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangslimiet van 37 500 ton voor de Unie mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 0 %

    (2)

    Overdrachten van dit quotum naar 8c, 9 en 10 zijn toegestaan; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: van de Unie-quota in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2) mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen:

     

    141 648

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (WHB/8C3411)

    Spanje

    28 644

     

    Analytische TAC

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Portugal

    7 161

     

    Unie

    35 805

    (1)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: van de EU-quota in de wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen

    141 648

    ▼M4



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2, 4a, 5, 6 ten noorden van 56°30′ N.B. en 7 ten westen van 12° W.L.

    (WHB/24A567)

    Noorwegen

     

    141 648

    (1) (2)

    Analytische TAC

    Faeröer

     

    0

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    In mindering te brengen op het door Noorwegen vastgestelde quotum.

    (2)

    Te vangen in de wateren van de Unie van ICES 4, 6 en 7.



    Soort:

    Tongschar en witje

    Microstomus kitt en

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (L/W/2AC4-C)

    België

     

    272

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    748

     

     

    Duitsland

     

    96

     

     

    Frankrijk

     

    205

     

     

    Nederland

     

    623

     

     

    Zweden

     

    8

     

     

    Unie

     

    1 952

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    3 476

     

     

    TAC

     

    5 428

     

     



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (BLI/5B67-)

    Duitsland

     

    116

     

    Analytische TAC

    Estland

     

    18

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

     

    366

     

     

    Frankrijk

     

    8 333

     

     

    Ierland

     

    32

     

     

    Litouwen

     

    7

     

     

    Polen

     

    4

     

     

    Andere

     

    32

    (1)

     

    Unie

     

    8 908

     

     

    Noorwegen

     

    0

    (2)

     

    Faeröer

     

    0

    (3)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 614

     

     

    TAC

     

    11 522

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/5B67_AMS).

    (2)

    Te vangen in de wateren van de Unie van 4, 6 en 7 (BLI/*24X7C).

    (3)

    Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart worden op dit quotum in mindering gebracht. Te vangen in de wateren van de Unie van 6a ten noorden van 56°30′ N.B. en 6b. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting vallen.



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    internationale wateren van 12

    (BLI/12INT-)

    Estland

     

    0

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

     

    92

    (1)

    Artikel 7, lid 1, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    2

    (1)

     

    Litouwen

     

    1

    (1)

     

    Andere

     

    0

    (1) (2)

     

    Unie

     

    95

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1

    (1)

     

    TAC

     

    96

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)

    Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/12INT_AMS).



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

    (BLI/24-)

    Denemarken

     

    2

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    2

     

     

    Ierland

     

    2

     

     

    Frankrijk

     

    12

     

     

    Andere

     

    2

    (1)

     

    Unie

     

    20

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    7

     

     

    TAC

     

    27

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/24_AMS).



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    wateren van de Unie van 3 a

    (BLI/03A-)

    Denemarken

     

    1,5

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    1

     

     

    Zweden

     

    1,5

     

     

    Unie

     

    4

     

     

     

     

     

     

     

    TAC

     

    4

     

     



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2

    (LIN/1/2.)

    Denemarken

     

    9

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    9

     

     

    Frankrijk

     

    9

     

     

    Andere

     

    5

    (1)

     

    Unie

     

    33

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    10

     

     

    TAC

     

    43

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (LIN/1/2_AMS).



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3 a

    (LIN/03A-C.)

    België

     

    13

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    97

     

     

    Duitsland

     

    13

     

     

    Zweden

     

    39

     

     

    Unie

     

    162

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    13

     

     

    TAC

     

    175

     

     



    Soort:

    Ling

    Molva molva

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

    (LIN/04-C.)

    België

     

    23

    (1) (2)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    351

    (1) (2)

     

    Duitsland

     

    217

    (1) (2)

     

    Frankrijk

     

    195

    (1)

     

    Nederland

     

    8

    (1)

     

    Zweden

     

    15

    (1) (2)

     

    Unie

     

    809

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    3 004

    (1) (2)

     

    TAC

     

    3 813

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % maar niet meer dan 75 t worden gevangen in: de wateren van de Unie van 3a (LIN/*03A-C).



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (LIN/05EI.)

    België

     

    8

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    6

     

     

    Duitsland

     

    6

     

     

    Frankrijk

     

    6

     

     

    Unie

     

    26

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    6

     

     

    TAC

     

    32

     

     



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    6, 7, 8, 9 en 10; internationale wateren van 12 en 14

    (LIN/6X14.)

    België

     

    66

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    12

    (1)

     

    Duitsland

     

    241

    (1)

     

    Ierland

     

    1 301

    (1)

     

    Spanje

     

    4 867

    (1)

     

    Frankrijk

     

    5 188

    (1)

     

    Portugal

     

    12

    (1)

     

    Unie

     

    11 687

    (1)

     

    Noorwegen

     

    0

    (2) (3) (4)

     

    Faeröer

     

    0

    (5) (6)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    6 669

    (1)

     

    TAC

     

    18 356

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 40 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (LIN/*04-C.).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*6X14.). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.

    0

     

     

     

    (3)

    Inclusief lom. De quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen en bedragen:

    Leng (LIN/*5B67-) 0

     

     

    Lom (USK/*5B67-) 0

     

     

    (4)

    De leng- en lomquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton:

    0

     

     

     

    (5)

    Inclusief lom. Te vangen in 6b en 6a ten noorden van 56° 30′ N.B. (LIN/*6BAN.).

    (6)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 20 % per vaartuig in 6a en 6b te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 6a en 6b mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6AB.): 0

    ▼M2



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (LIN/04-N.)

    België

    7

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    858

     

    Duitsland

    24

     

    Frankrijk

    10

     

    Nederland

    1

     

    Unie

    900

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼B



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    3a

    (NEP/03A.)

    Denemarken

    9 084

     

    Analytische TAC

    Duitsland

    26

     

    Zweden

    3 250

     

    Unie

    12 360

     

     

    TAC

    12 360

     

    ▼M4



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (NEP/2AC4-C)

    België

     

    997

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    997

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    15

     

     

    Frankrijk

     

    29

     

     

    Nederland

     

    514

     

     

    Unie

     

    2 553

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    16 524

     

     

    TAC

     

    19 077

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (NEP/04-N.)

    Denemarken

    200

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0

     

    Unie

    200

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼M4



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

    (NEP/5BC6.)

    Spanje

     

    30

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    121

     

     

    Ierland

     

    202

     

     

    Unie

     

    353

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    14 592

     

     

    TAC

     

    14 945

     

     



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    7

    (NEP/07.)

    Spanje

     

    993

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    4 023

    (1)

     

    Ierland

     

    6 102

    (1)

     

    Unie

     

    11 118

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    6 908

    (1)

     

    TAC

     

    18 026

    (1)

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7 (NEP/*07U16):



    Spanje

     

    992

    Frankrijk

     

    621

    Ierland

     

    1 194

    Unie

     

    2 807

    Verenigd Koninkrijk

     

    483

    TAC

     

    3 290

    ▼B



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (NEP/8ABDE.)

    Spanje

    239

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

    3 745

     

    Unie

    3 984

     

     

    TAC

    3 984

     



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    8c

    (NEP/08C.)

    Spanje

    2,4

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    0,0

    (1)

    Unie

    2,4

    (1)

     

    TAC

    2,4

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor vangsten in het kader van onderzoeksvisserij voor het verzamelen van gegevens over de vangsten per inspanningseenheid (CPUE) door vaartuigen met waarnemers aan boord:

    – 1,7 ton in functionele eenheid 25 tijdens vijf reizen per maand in augustus en september;

    – 0,7 ton in functionele eenheid 31 tijdens zeven dagen in juli.



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (NEP/9/3411)

    Spanje

    94

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Portugal

    280

    (1)

    Unie

    374

    (1) (2)

     

    TAC

    374

    (1) (2)

    (1)

    Waarvan niet meer dan 6 % mag worden gevangen in de functionele eenheden 26 en 27 van ICES-sector 9a (NEP/*9U267).

    (2)

    Binnen de limieten van de bovenstaande TAC mag in functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a (NEP/*9U30) niet meer worden gevangen dan de volgende hoeveelheid: 65

    ▼M4



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    3a

    (PRA/03A.)

    Denemarken

     

    1 741

     

    Analytische TAC

    Zweden

     

    938

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    2 679

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

     

    5 016

     

     



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (PRA/2AC4-C)

    Denemarken

     

    490

     

    Voorzorgs-TAC

    Nederland

     

    5

     

     

    Zweden

     

    20

     

     

    Unie

     

    515

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    145

     

     

    TAC

     

    660

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

    (PRA/4N-S62)

    Denemarken

    200

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

    123

    (1)

    Unie

    323

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    ▼B



    Soort:

    Peneïdegarnalen

    Penaeus spp.

    Gebied:

    wateren van Frans-Guyana

    (PEN/FGU.)

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

    Nog vast te stellen

    (1) (2)

     

    TAC

    Nog vast te stellen

    (1) (2)

    (1)

    Vissen op garnalen van de soorten Penaeus subtilis en Penaeus brasiliensis is verboden in wateren met een diepte van minder dan 30 m.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Frankrijk.

    ▼M4



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    Skagerrak

    (PLE/03AN.)

    België

     

    96

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    12 453

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    64

     

     

    Nederland

     

    2 395

     

     

    Zweden

     

    667

     

     

    Unie

     

    15 675

     

     

    TAC

     

    19 188

     

     



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    Kattegat

    (PLE/03AS.)

    Denemarken

     

    422

     

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    5

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Zweden

     

    48

     

     

    Unie

     

    475

     

     

    TAC

     

    719

     

     



    Soort:

    Plaice

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (PLE/2A3AX4)

    België

     

    5 393

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    17 526

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    5 056

     

     

    Frankrijk

     

    1 011

     

     

    Nederland

     

    33 706

     

     

    Unie

     

    62 692

     

     

    Noorwegen

     

    10 039

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    37 963

     

     

    TAC

     

    143 419

     

     

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Noorse wateren van 4 (PLE/*04N-)



    Unie

    39 153



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (PLE/56-14)

    Frankrijk

     

    10

     

    Voorzorgs-TAC

    Ierland

     

    248

     

     

    Unie

     

    258

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    400

     

     

    TAC

     

    658

     

     



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7a

    (PLE/07A.)

    België

     

    62

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    27

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    1 069

     

     

    Nederland

     

    19

     

     

    Unie

     

    1 177

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 455

     

     

    TAC

     

    2 846

     

     

    ▼B



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7b en 7c

    (PLE/7BC.)

    Frankrijk

    4

     

    Voorzorgs-TAC

    Ierland

    15

     

    Unie

    19

     

     

    TAC

    19

     

    ▼M4



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7d en 7e

    (PLE/7DE.)

    België

     

    1 537

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    6 850

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    8 387

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    3 533

     

     

    TAC

     

    11 920

     

     



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7f en 7g

    (PLE/7FG.)

    België

     

    360

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    648

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    240

     

     

    Unie

     

    1 249

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    480

     

     

    TAC

     

    1 911

     

     



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7h, 7j en 7k

    (PLE/7HJK.)

    België

     

    4

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    8

    (1)

    Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    28

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

     

    16

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    56

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    11

    (1)

     

    TAC

     

    67

    (1)

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op schol niet toegestaan.

    ▼B



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (PLE/8/3411)

    Spanje

    26

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    103

     

    Portugal

    26

     

    Unie

    155

     

     

    TAC

    155

     

    ▼M4



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (POL/56-14)

    Spanje

     

    3

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    88

     

     

    Ierland

     

    26

     

     

    Unie

     

    117

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    67

     

     

    TAC

     

    184

     

     



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    7

    (POL/07.)

    België

     

    277

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

     

    17

    (1)

     

    Frankrijk

     

    6 381

    (1)

     

    Ierland

     

    680

    (1)

     

    Unie

     

    7 355

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 071

    (1)

     

    TAC

     

    9 426

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 2 % worden gevangen in: 8a, 8b, 8d en 8e (POL/*8ABDE).

    ▼B



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (POL/8ABDE.)

    Spanje

    252

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    1 230

     

    Unie

    1 482

     

     

    TAC

    1 482

     



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    8c

    (POL/08C.)

    Spanje

    149

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    17

     

    Unie

    166

     

     

    TAC

    166

     



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (POL/9/3411)

    Spanje

    196

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Portugal

    7

    (1) (2)

    Unie

    203

    (1)

     

    TAC

    203

    (2)

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van de Unie van 8c (POL/*08C.).

    (2)

    Boven op deze TAC mag Portugal een hoeveelheid witte koolvis van maximaal 98 ton vangen (POL/93411P).

    ▼M4



    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (POK/2C3A4)

    België

     

    19

    (1)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    2 287

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    5 776

    (1)

     

    Frankrijk

     

    13 594

    (1)

     

    Nederland

     

    58

    (1)

     

    Zweden

     

    314

    (1)

     

    Unie

     

    22 048

    (1)

     

    Noorwegen

     

    31 096

    (2)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    6 367

    (1)

     

    TAC

     

    59 511

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 15 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (POK/*6AN58).

    (2)

    Mag alleen in de wateren van de Unie van 4 en in 3a worden gevangen (POK/*3A4-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.



    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b, 12 en 14

    (POK/56-14)

    Duitsland

     

    319

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    3 160

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    369

    (1)

     

    Unie

     

    3 848

    (1)

     

    Noorwegen

     

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 327

    (1)

     

    TAC

     

    6 175

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (POK/*2AC4C).

    ▼M2



    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

    (POK/4N-S62)

    Zweden

    880

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    880

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    ▼M4



    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    7, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (POK/7/3411)

    België

     

    5

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    1 196

     

     

    Ierland

     

    1 493

     

     

    Unie

     

    2 695

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    481

     

     

    TAC

     

    3 176

     

     



    Soort:

    Tarbot en griet

    Scophthalmus maximus and

    Scophthalmus rhombus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (T/B/2AC4-C)

    België

     

    396

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    846

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    216

     

     

    Frankrijk

     

    102

     

     

    Nederland

     

    3 001

     

     

    Zweden

     

    6

     

     

    Unie

     

    4 568

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 063

     

     

    TAC

     

    5 848

     

     



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    wateren van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (SRX/2AC4-C)

    België

     

    257

    (1) (2) (3) (4)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    10

    (1) (2) (3)

     

    Duitsland

     

    13

    (1) (2) (3)

     

    Frankrijk

     

    40

    (1) (2) (3) (4)

     

    Nederland

     

    220

    (1) (2) (3) (4)

     

    Unie

     

    540

    (1) (3)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 110

    (1) (2) (3) (4)

     

    TAC

     

    1 650

    (3)

     

    (1)

    Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/2AC4-C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/2AC4-C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)

    Bijvangstquotum. Deze soorten mogen per visreis niet meer dan 25 % levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten uitmaken. Deze voorwaarde geldt enkel voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en van de in het VK gehandhaafde Verordening (EU) nr. 1380/2013 vallen.

    (3)

    Is niet van toepassing op blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en kleinoogrog (Raja microocellata) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten.

    (4)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D2.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D2.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D2.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D2.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D2.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    wateren van de Unie van 3 a

    (SRX/03A-C.)

    Denemarken

     

    35

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Zweden

     

    10

    (1)

     

    Unie

     

    45

    (1)

     

    TAC

     

    45

     

     

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/03A-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/03A-C.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/03A-C.) worden afzonderlijk gemeld.



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k

    (SRX/67AKXD)

    België

     

    837

    (1) (2) (3) (4)

    Voorzorgs-TAC

    Estland

     

    5

    (1) (2) (3) (4)

     

    Frankrijk

     

    3 757

    (1) (2) (3) (4)

     

    Duitsland

     

    11

    (1) (2) (3) (4)

     

    Ierland

     

    1 210

    (1) (2) (3) (4)

     

    Litouwen

     

    19

    (1) (2) (3) (4)

     

    Nederland

     

    4

    (1) (2) (3) (4)

     

    Portugal

     

    21

    (1) (2) (3) (4)

     

    Spanje

     

    1 011

    (1) (2) (3) (4)

     

    Unie

     

    6 875

    (1) (2) (3) (4)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 800

    (1) (2) (3) (4)

     

    TAC

     

    9 675

    (3)(4)

     

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), zandrog (Raja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/67AKXD) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D.), zandrog (Raja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/*07D.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

    (3)

    Is niet van toepassing op kleinoogrog (Raja microocellata), behalve in 7f en 7g. Als vissen van deze soort incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de gebieden 7f en 7g (RJE/7FG.) niet meer kleinoogrog worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

     

    Soort:

    Kleinoogrog

    Raja microocellata

    Gebied:

    7f en 7g

    (RJE/7FG.)

     

    België

     

    8

    Voorzorgs-TAC

     

    Estland

     

    0

     

     

    Frankrijk

     

    39

     

     

    Duitsland

     

    0

     

     

    Ierland

     

    12

     

     

    Litouwen

     

    0

     

     

    Nederland

     

    0

     

     

    Portugal

     

    0

     

     

    Spanje

     

    10

     

     

    Unie

     

    69

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    54

     

     

    TAC

     

    123

     

     

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 7d; deze hoeveelheid wordt gemeld onder de volgende code: (RJE/*07D.). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en de betreffende verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden.

    (4)

    Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata).



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    7d

    (SRX/07D.)

    België

     

    125

    (1) (2) (3) (4)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    1 051

    (1) (2) (3) (4)

     

    Nederland

     

    7

    (1) (2) (3) (4)

     

    Unie

     

    1 183

    (1) (2) (3) (4)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    217

    (1) (2) (3) (4)

     

    TAC

     

    1 400

    (4)

     

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D.) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 6a, 6b, 7a-c en 7e-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (SRX/*2AC4C). Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*2AC4C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*2AC4C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*2AC4C) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata).

    (4)

    Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata).

    ▼M2



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 8 en 9

    (SRX/89-C.)

    België

    10

    (1) (2)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    1 949

    (1) (2)

    Portugal

    1 580

    (1) (2)

    Spanje

    1 590

    (1) (2)

    Unie

    5 129

    (1) (2)

    Verenigd Koninkrijk

    pm

    (1) (2)

     

    TAC

    pm

    (2)

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/89-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/89-C.) en stekelrog (Raja clavata) (RJC/89-C.) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)

    Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata). Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. In gevallen waarin de aanlandingsverplichting niet geldt, mag bijvangst van golfrog in de deelgebieden 8 en 9 alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De bovenstaande bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen die in de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden zijn vastgesteld. De bijvangst van golfrog wordt afzonderlijk gerapporteerd onder de in onderstaande tabellen vermelde codes. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 8

    (RJU/8-C.)

    België

    0

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    13

    Portugal

    10

    Spanje

    10

    Unie

    33

    Verenigd Koninkrijk

    pm

     

    TAC

    pm

    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 9

    (RJU/9-C.)

    België

    0

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    20

    Portugal

    15

    Spanje

    15

    Unie

    50

    Verenigd Koninkrijk

    pm

     

    TAC

    pm

    ▼M4



    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    7d en 7e

    (RJU/7DE.)

    België

     

    19

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Estland

     

    0

    (1)

     

    Frankrijk

     

    97

    (1)

     

    Duitsland

     

    0

    (1)

     

    Ierland

     

    25

    (1)

     

    Litouwen

     

    0

    (1)

     

    Nederland

     

    0

    (1)

     

    Portugal

     

    0

    (1)

     

    Spanje

     

    21

    (1)

     

    Unie

     

    162

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    72

    (1)

     

    TAC

     

    234

    (1)

     

    (1)

    Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. Deze soort mag alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. Voor vaartuigen van de Unie geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Voor vaartuigen van het Verenigd Koninkrijk geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van relevante verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden.



    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

    (GHL/2A-C46)

    Denemarken

     

    29

     

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    51

     

     

    Estland

     

    29

     

     

    Spanje

     

    29

     

     

    Frankrijk

     

    478

     

     

    Ierland

     

    29

     

     

    Litouwen

     

    29

     

     

    Polen

     

    29

     

     

    Unie

     

    703

     

     

    Noorwegen

     

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 868

     

     

    TAC

     

    2 571

     

     



    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3b, 3c en de deelsectoren 22-32

    (MAC/2A34.)

    België

     

    544

    (1) (2) (3)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    18 666

    (1) (2) (3)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    567

    (1) (2) (3)

     

    Frankrijk

     

    1 713

    (1) (2) (3)

     

    Nederland

     

    1 724

    (1) (2) (3)

     

    Zweden

     

    5 108

    (1) (2) (3) (4)

     

    Unie

     

    28 322

    (1) (2) (3)

     

    Noorwegen

     

    Niet van toepassing

    (5)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    Niet van toepassing

    (1) (2) (3)

     

    TAC

     

    852 284

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 60 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14 (MAC/*2AX14).

    (2)

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag ook in de twee onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

     

     

    Noorse wateren van 2a (MAC/*02AN-)

    Wateren van de Faeröer (MAC/*FRO1)

     

    België

    0

    0

     

    Denemarken

    0

    0

     

    Duitsland

    0

    0

     

    Frankrijk

    0

    0

     

    Nederland

    0

    0

     

    Zweden

    0

    0

     

    Unie

    0

    0

    (3)

    Mag ook in de Noorse wateren van 4a worden gevangen (MAC/*4AN.).

    (4)

    Bijzondere voorwaarde: inclusief de volgende hoeveelheid in ton in de Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*2A4AN):

     

     

    251

     

     

     

    Indien overeenkomstig deze bijzondere voorwaarde wordt gevist, worden bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    (5)

    In mindering te brengen op het Noorse TAC-aandeel (toegangsquotum). Deze hoeveelheid omvat het volgende Noorse aandeel in de Noordzee-TAC:

     

     

    0

     

     

     

    Dit quotum mag uitsluitend in 4a worden gevangen (MAC/*04A.), behalve de volgende hoeveelheid (in ton), die mag worden gevangen in 3a (MAC/*03A.):

     

     

    0

     

     

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:



     

    3a

    3a en 4bc

    4b

    4c

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14

     

    (MAC/*03A.)

    (MAC/*3A4BC)

    (MAC/*04B.)

    (MAC/*04C.)

    (MAC/*2A6.)

    België

    0

    0

    0

    0

    326

    Denemarken

    0

    4 130

    0

    0

    11 110

    Duitsland

    0

    0

    0

    0

    340

    Frankrijk

    0

    490

    0

    0

    1 028

    Nederland

    0

    490

    0

    0

    1 034

    Zweden

    0

    0

    390

    10

    3 065

    Unie

    0

    0

    0

    0

    16 993

    Verenigd Koninkrijk

    0

    Niet van toepassing

    0

    0

    Niet van toepassing

    Noorwegen

    0

    0

    0

    0

    0



    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14

    (MAC/2CX14-)

    Duitsland

     

    18 254

    (1) (2)

    Analytische TAC

    Spanje

     

    19

    (1) (2)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Estland

     

    152

    (1) (2)

     

    Frankrijk

     

    12 171

    (1) (2)

     

    Ierland

     

    60 847

    (1) (2)

     

    Letland

     

    112

    (1) (2)

     

    Litouwen

     

    112

    (1) (2)

     

    Nederland

     

    26 620

    (1) (2)

     

    Polen

     

    1 285

    (1) (2)

     

    Unie

     

    119 573

    (1) (2)

     

    Noorwegen

     

    0

    (3)(4)

     

    Faeröer

     

    0

    (5)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    Niet van toepassing

    (1) (2)

     

    TAC

     

    852 284

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: tot 100 % mag uitsluitend in de perioden 1 januari tot en met 14 februari en 1 augustus tot en met 31 december worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a (MAC/*4A-UK).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % beschikbaar worden gemaakt voor uitwisselingen die kunnen worden gevangen door Spanje, Frankrijk en Portugal in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (MAC/*8C910).

    (3)

    Mag worden gevangen in 2a, 6a ten noorden van 56°30′ N.B., 4a, 7d, 7e, 7f en 7h (MAC/*AX7H).

    (4)

    Noorwegen mag de volgende hoeveelheid (in ton) aan extra toegangsquotum vangen ten noorden van 56°30′ N.B.; deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van Noorwegen (MAC/*N5630):

     

     

    0

     

     

    (5)

    Deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van de Faeröer (toegangsquotum). Mag alleen worden gevangen in 6a ten noorden van 56°30′ N.B. (MAC/*6AN56). Van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december mag dit quotum echter ook worden gevangen in 2a en in 4a ten noorden van 59° N.B. (MAC/*24N59).

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a; Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 14 februari en van 1 augustus tot en met 31 december

    Noorse wateren van 2a

    Wateren van de Faeröer

     

     

    (MAC/*4A-UK)

    (MAC/*2AN-)

    (MAC/*FRO2)

     

    Duitsland

    18 254

     

    0

    0

     

    Spanje

    19

     

    0

    0

     

    Estland

    152

     

    0

    0

     

    Frankrijk

    12 171

     

    0

    0

     

    Ierland

    60 847

     

    0

    0

     

    Letland

    112

     

    0

    0

     

    Litouwen

    112

     

    0

    0

     

    Nederland

    26 620

     

    0

    0

     

    Polen

    1 285

     

    0

    0

     

    Unie

    119 573

     

    0

    0

     

    Verenigd Koninkrijk

    Niet van toepassing

     

    0

    0

     

    ▼M2



    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (MAC/8C3411)

    Spanje

    32 081

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

    213

    (1)

    Portugal

    6 631

    (1)

    Unie

    38 925

     

     

    TAC

    852 284

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: de hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild, mogen in 8a, 8b en 8d worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in 8a, 8b en 8d worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    8b (MAC/*08B.)



    Spanje

    2 694

    Frankrijk

    18

    Portugal

    557



    Soort::

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    Noorse wateren van 2a en 4a

    (MAC/2A4A-N)

    Denemarken

    13 359

     

    Analytische TAC

    Unie

    13 359

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼B



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    3a; wateren van de Unie van de deelsectoren 22-24

    (SOL/3ABC24)

    Denemarken

    500

     

    Analytische TAC

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

    29

    (1)

    Nederland

    48

    (1)

    Zweden

    19

     

    Unie

    596

     

     

    TAC

    596

     

    (1)

    Dit quotum mag alleen in de wateren van de Unie van 3a en van de deelsectoren 22-24 worden gevangen.

    ▼M4



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (SOL/24-C.)

    België

     

    1 613

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    738

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    1 291

     

     

    Frankrijk

     

    323

     

     

    Nederland

     

    14 566

     

     

    Unie

     

    18 531

     

     

    Noorwegen

     

    10

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 544

     

     

    TAC

     

    21 361

     

     

    (1)

    Mag alleen worden gevangen in de wateren van de Unie van 4 (SOL/*04-C.).



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (SOL/56-14)

    Ierland

     

    46

     

    Voorzorgs-TAC

    Unie

     

    46

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    11

     

     

    TAC

     

    57

     

     



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7a

    (SOL/07A.)

    België

     

    356

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    5

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Ierland

     

    104

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

     

    113

     

     

    Unie

     

    578

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    176

     

     

    TAC

     

    768

     

     

    ▼M1



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7b en 7c

    (SOL/7BC.)

    Frankrijk

    6

     

    Voorzorgs-TAC

    Ierland

    28

     

    Unie

    34

     

     

    TAC

    34

     

    ▼M4



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7d

    (SOL/07D.)

    België

     

    830

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    1 659

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    2 489

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    640

     

     

    TAC

     

    3 248

     

     



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7e

    (SOL/07E.)

    België

     

    63

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    671

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    733

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 175

     

     

    TAC

     

    1 925

     

     



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7f en 7g

    (SOL/7FG.)

    België

     

    830

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    83

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    42

     

     

    Unie

     

    955

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    433

     

     

    TAC

     

    1 413

     

     



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7h, 7j en 7k

    (SOL/7HJK.)

    België

     

    23

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    47

     

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Ierland

     

    126

     

     

    Nederland

     

    37

     

     

    Unie

     

    233

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    47

     

     

    TAC

     

    280

     

     

    ▼B



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    8a en 8b

    (SOL/8AB.)

    België

    42

     

    Analytische TAC

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

    8

     

    Frankrijk

    3 116

     

    Nederland

    233

     

    Unie

    3 399

     

     

    TAC

    3 483

     



    Soort:

    Tongen

    Solea spp.

    Gebied:

    8c, 8d, 8e, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (SOO/8CDE34)

    Spanje

    258

     

    Voorzorgs-TAC

    Portugal

    428

     

    Unie

    686

     

     

    TAC

    686

     

    ▼M3



    Soort:

    Sprot en bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    3a

    (SPR/03A.)

    Denemarken

    13 086

     (1) (2)

    Analytische TAC

    Duitsland

    27

     (1) (2)

    Zweden

    4 951

     (1) (2)

    Unie

    18 064

     (1) (2)

     

    TAC

    19 529

     (2)

    (1)   

    Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en schelvis (OTH/*03A.). Uit hoofde van deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en schelvis en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (2)   

    Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022. Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het Verenigd Koninkrijk gemeld.



    Soort:

    Sprot en bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    SPR/2Ac4-C

    België

    993

     (1) (2)

    Analytische TAC

    Denemarken

    78 553

     (1) (2)

    Duitsland

    993

     (1) (2)

    Frankrijk

    993

     (1) (2)

    Nederland

    993

     (1) (2)

    Zweden

    1 330

     (1) (2) (3)

    Unie

    83 855

     (1) (2)

    Noorwegen

    0

     (1)

    Faeröer

    0

     (1) (4)

    Verenigd Koningrijk

    3 331

     (1)

     

    TAC

    87 186

     (1)

    (1)   

    Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.

    (2)   

    Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting (OTH/*2AC4C). Uit hoofde van deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (3)   

    Inclusief zandspieringen.

    (4)   

    Mag tot 4 % bijvangsten van haring bevatten.

    ▼M4



    Soort:

    Sprot

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    7d en 7e

    (SPR/7DE.)

    België

     

    4

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    284

     

     

    Duitsland

     

    4

     

     

    Frankrijk

     

    61

     

     

    Nederland

     

    61

     

     

    Unie

     

    414

     

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 032

     

     

    TAC

     

    1 446

     

     



    Soort:

    Picked dogfish

    Squalus acanthias

    Gebied:

    6, 7 en 8; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5; internationale wateren van 1, 12 en 14

    (DGS/15X14)

    België

     

    18

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    4

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

     

    9

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    76

    (1)

     

    Ierland

     

    48

    (1)

     

    Nederland

     

    0

    (1)

     

    Portugal

     

    0

    (1)

     

    Unie

     

    155

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    115

    (1)

     

    TAC

     

    270

    (1)

     

    (1)

    In de gebieden waarvoor deze toegestane bijvangst geldt, mag niet gericht op doornhaai worden gevist. Alleen vaartuigen die deelnemen aan beheersregelingen voor bijvangst, mogen onder dit quotum per vaartuig per maand niet meer dan 2 ton doornhaai aanlanden die al dood is bij het aan boord hijsen van het vistuig. Elke Partij bepaalt zelf hoe haar quotum wordt toegewezen aan de vaartuigen die aan haar beheersregelingen voor bijvangst deelnemen. Elke partij zorgt ervoor dat de totale hoeveelheid doornhaai die jaarlijks wordt aangeland op basis van de toegestane bijvangst, niet hoger is dan de hierboven vermelde hoeveelheden. De Partijen moeten de lijst van deelnemende vaartuigen uitwisselen voordat zij aanlandingen toestaan.



    Soort:

    Horsmakrelen en bijvangsten daarvan

    Trachurus spp.

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d

    (JAX/4BC7D)

    België

     

    12

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    5 249

    (1)

     

    Duitsland

     

    464

    (1) (2)

     

    Spanje

     

    97

    (1)

     

    Frankrijk

     

    435

    (1) (2)

     

    Ierland

     

    330

    (1)

     

    Nederland

     

    3 160

    (1) (2)

     

    Portugal

     

    11

    (1)

     

    Zweden

     

    75

    (1)

     

    Unie

     

    9 835

     

     

    Noorwegen

     

    0

    (3)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    4 000

    (1) (2)

     

    TAC

     

    14 014

     

     

    (1)

    Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*4BC7D). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector 7d wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor het volgende gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8ab, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (JAX/*7D-EU).

    (3)

    Mag worden gevangen in de wateren van de Unie van 4a, maar mag niet worden gevangen in de wateren van de Unie van 7d (JAX/*04-C.).



    Soort:

    Horsmakrelen en bijvangsten daarvan

    Trachurus spp.

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8a-b, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (JAX/2A-14)

    Denemarken

     

    6 758

    (1) (3)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    5 273

    (1) (2) (3)

     

    Spanje

     

    7 192

    (3) (5)

     

    Frankrijk

     

    2 714

    (1) (2) (3) (5)

     

    Ierland

     

    17 561

    (1) (3)

     

    Nederland

     

    21 158

    (1) (2) (3)

     

    Portugal

     

    693

    (3) (5)

     

    Zweden

     

    675

    (1) (3)

     

    Unie

     

    62 024

    (3)

     

    Faeröer

     

    0

    (4)

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    6 597

    (1) (2) (3)

     

    TAC

     

    70 254

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat onder dit quotum vóór 30 juni in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a of 4a wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d (JAX/*2A4AC).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in 7d (JAX/*07D.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*07D.).

    (3)

    Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*2A-14). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (4)

    Beperkt tot 4a, 6a (uitsluitend ten noorden van 56°30′ N.B.), 7e, 7f en 7h.

    (5)

    Bijzondere voorwaarde: tot 80 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C2.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*08C2).



    Soort:

    Horsmakreel

    Trachurus spp.

    Gebied:

    8c

    (JAX/08C.)

    Spanje

     

    9 963

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    173

     

     

    Portugal

     

    985

    (1)

     

    Unie

     

    11 121

     

     

    TAC

     

    11 121

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 9 (JAX/*09.).

    ▼B



    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    9

    (JAX/09.)

    Spanje

    31 834

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Portugal

    91 211

    (1)

    Unie

    123 045

     

     

    TAC

    128 627

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C.).



    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    10; wateren van de Unie van Cecaf(1)

    (JAX/X34PRT)

    Portugal

    Nog vast te stellen

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

    Nog vast te stellen

    (2)

     

    TAC

    Nog vast te stellen

    (2)

    (1)

    Wateren grenzend aan de Azoren.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal.



    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie van Cecaf(1)

    (JAX/341PRT)

    Portugal

    Nog vast te stellen

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

    Nog vast te stellen

    (2)

     

    TAC

    Nog vast te stellen

    (2)

    (1)

    Wateren grenzend aan Madeira.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal.



    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie van Cecaf(1)

    (JAX/341SPN)

    Spanje

    Nog vast te stellen

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

    Nog vast te stellen

    (2)

     

    TAC

    Nog vast te stellen

    (2)

    (1)

    Wateren grenzend aan de Canarische eilanden.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Spanje.

    ▼M4



    Soort:

    Kever en bijvangsten daarvan

    Trisopterus esmarkii

    Gebied:

    3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (NOP/2A3A4.)

    Jaar

    2021

    2022

     

    Denemarken

    116 447

    (1) (3)

    p.m.

    (1) (6)

    Analytische TAC

    Duitsland

    22

    (1) (2) (3)

    p.m.

    (1) (2) (6)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

    86

    (1) (2) (3)

    p.m.

    (1) (2) (6)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    116 555

    (1) (3)

    p.m.

    (1) (6)

     

    Verenigd Koninkrijk

    11 745

    (2) (3)

    p.m.

    (2) (6)

     

    Noorwegen

    0

    (4)

    p.m.

    (4)

     

    Faeröer

    0

    (5)

    p.m.

    (5)

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van schelvis en wijting (OT2/* 2A3A4). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van schelvis en wijting en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (2)

    Het quotum mag alleen worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van de ICES-gebieden 2a, 3a en 4.

    (3)

    Mag alleen worden gevangen van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021.

    (4)

    Er moet een sorteerrooster worden gebruikt.

    (5)

    Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. Met inbegrip van maximaal 15 % onvermijdelijke bijvangsten (NOP/*2A3A4), die op dit quotum in mindering moeten worden gebracht.

    (6)

    Mag alleen worden gevangen van 1 november 2021 tot en met 31 oktober 2022.

    ▼M2



    Soort:

    Industriële vis

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (I/F/04-N.)

    Zweden

    800

    (1) (2)

    Voorzorgs-TAC

    Unie

    800

     

     

    TAC

    Niet relevant

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: waarvan niet meer dan de volgende hoeveelheid horsmakrelen (JAX/*04-N.):

    400

    ▼M4



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    wateren van de Unie van 6 en 7

    (OTH/5B67-C)

    Unie

     

    Niet van toepassing

     

    Voorzorgs-TAC

    Noorwegen

     

    0

    (1)

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Uitsluitend vangsten met beuglijnen.

    ▼M2



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (OTH/04-N.)

    België

    23

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    2 081

     

    Duitsland

    234

     

    Frankrijk

    96

     

    Nederland

    166

     

    Zweden

    Niet relevant

    (1)

    Unie

    2 600

    (2)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor “andere soorten”.

    (2)

    Soorten waarvoor geen andere TAC's gelden.

    ▼M4



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    wateren van de Unie van 2a, 4 en 6a ten noorden van 56°30′ N.B.

    (OTH/2A46AN)

    Unie

     

    Niet van toepassing

     

    Voorzorgs-TAC

    Noorwegen

     

    1 000

    (1) (2)

     

    Faeröer

     

    0

    (3)

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Beperkt tot 2a en 4 (OTH/*2A4-C).

    (2)

    Soorten waarvoor geen andere TAC's gelden.

    (3)

    Te vangen in 4 en 6a ten noorden van 56°30′ N.B. (OTH/*46AN).

    ▼M2



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (HKE/04-N.)

    België

    17

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    1 601

     

    Duitsland

    180

     

    Frankrijk

    74

     

    Nederland

    128

     

    Zweden

    Niet relevant

     

    Unie

    2 000

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼B




    Aanhangsel

    De in artikel 9, lid 4, genoemde TAC's zijn de volgende:

    Voor België: tong in 7a; tong in 7f en 7g; tong in 7e; tong in 8a en 8b; scharretongen in 7; schelvis in 7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1; langoustine in 7; kabeljauw in 7a; schol in 7f en 7g; schol in 7h, 7j en 7k; roggen in 6a, 6b, 7a-c en 7e-k.
    Voor Frankrijk: makreel in 3a en 4; wateren van de Unie van 2a, 3b, 3c en de deelsectoren 22-32; haring in 4, 7d en wateren van de Unie van 2a; horsmakrelen in wateren van de Unie van 4b, 4c en 7d; wijting in 7b-k; schelvis in 7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1; tong in 7f en 7g; wijting in 8; zeebrasem in wateren van de Unie en internationale wateren van 6, 7 en 8; evervissen in wateren van de Unie en internationale wateren van 6, 7 en 8; makreel in 6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van de Unie en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14; roggen in wateren van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k; roggen in wateren van de Unie van 7d, roggen in wateren van de Unie van 8 en 9; golfrog in wateren van de Unie van 7d en 7e.
    Voor Ierland: zeeduivel in 6; wateren van de Unie en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14; zeeduivel in 7; langoustine in functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7.




    BIJLAGE IB

    NOORDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND, ICES-DEELGEBIEDEN 1, 2, 5, 12 EN 14 EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 1

    ▼M4



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Faeröer en van Noorwegen, en internationale wateren van 1 en 2

    (HER/1/2-)

    België

    13

    (1)

    Analytische TAC

    Denemarken

    13 015

    (1)

     

    Duitsland

    2 279

    (1)

     

    Spanje

    43

    (1)

     

    Frankrijk

    562

    (1)

     

    Ierland

    3 370

    (1)

     

    Nederland

    4 658

    (1)

     

    Polen

    659

    (1)

     

    Portugal

    43

    (1)

     

    Finland

    202

    (1)

     

    Zweden

    4 823

    (1)

     

    Unie

    29 667

    (1)

     

    Verenigd Koninkrijk

    12 715

    (1)

     

    Faeröer

    0

    (2)

     

    Noorwegen

    0

    (3)

     

    België

    651 033

     

     

    (1)

    Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de in elk van de volgende gebieden gevangen hoeveelheden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van de NEAFC en de wateren van de Unie.

    (2)

    Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer.

    (3)

    Te verrekenen met de vangstbeperkingen van Noorwegen.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Noorse wateren ten noorden van 62° N.B. en de visserijzone rond Jan Mayen (HER/*2AJMN)



     

    29 667

    2, 5b ten noorden van 62° N.B. (wateren van de Faeröer) (HER/*25B-F)



    België

    0

    Denemarken

    0

    Duitsland

    0

    Spanje

    0

    Frankrijk

    0

    Ierland

    0

    Nederland

    0

    Polen

    0

    Portugal

    0

    Finland

    0

    Zweden

    0

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (COD/1N2AB.)

    Duitsland

    2 336

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Griekenland

    290

     

    Spanje

    2 607

     

    Ierland

    290

     

    Frankrijk

    2 144

     

    Portugal

    2 607

     

    Unie

    10 274

     

     

    TAC

    Niet relevant

     



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

    (COD/N1GL14)

    Duitsland

    1 950

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    Unie

    1 950

    (1)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Mag niet worden gevangen van 1 maart tot en met 31 mei in het beheersgebied Kleine Bank binnen de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    65° 00' N

    38° 00' W

    2

    65° 00' N

    35° 15' W

    3

    64° 00' N

    35° 15' W

    4

    64° 00' N

    38° 00' W



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    1 en 2b

    (COD/1/2B.)

    Duitsland

    5 626

    (3)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    11 331

    (3)

    Frankrijk

    2 658

    (3)

    Polen

    2 335

    (3)

    Portugal

    2 274

    (3)

    Andere lidstaten

    421

    (1) (3)

    Unie

    24 645

    (2) (3)

    Verenigd Koninkrijk

    pm

    (3)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (COD/1/2B_AMS).

    (2)

    De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet.

    (3)

    Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 14 % uitmaken. De bijvangsten van schelvis komen boven op het quotum voor kabeljauw.

    ▼M4



    Soort:

    Kabeljauw en schelvis

    Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van 5b

    (C/H/05B-F.)

    Duitsland

    0

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

    0

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    0

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5 en 14

    (GRV/514GRN)

    Unie

    75

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

     

    TAC

    Niet relevant

    (2)

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    De hoeveelheid hieronder, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    25



    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (GRV/N1GRN.)

    Unie

    60

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

     

    TAC

    Niet relevant

    (2)

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    De hoeveelheid hieronder, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    40

    ▼B



    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    2b

    (CAP/02B.)

    Unie

    0

     

    Analytische TAC

     

     

     

    TAC

    0

     

    ▼M2



    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5 en 14

    (CAP/514GRN)

    Denemarken

    nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

    nog vast te stellen

     

    Zweden

    nog vast te stellen

     

    Alle lidstaten

    nog vast te stellen

    (1)

    Unie

    nog vast te stellen

    (2)

    Noorwegen

    nog vast te stellen

    (2)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Denemarken, Duitsland en Zweden mogen pas gebruikmaken van het quotum voor “alle lidstaten” wanneer zij hun eigen quotum hebben opgebruikt. Lidstaten waaraan meer dan 10 % van het quotum van de Unie is toegewezen, mogen het quotum voor “alle lidstaten” evenwel niet gebruiken. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (CAP/514GRN_AMS).

    (2)

    Voor een vangstperiode van 20 juni 2021 tot en met 15 april 2022.



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (HAD/1N2AB.)

    Germany

    312

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    France

    188

     

    Union

    500

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼M4



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer

    (WHB/2A4AXF)

    Denemarken

    0

     

    Analytische TAC

    Duitsland

    0

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

    0

     

     

    Unie

    0

    (1)

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Vangsten van blauwe wijting mogen onvermijdelijke bijvangsten van grote zilvervis bevatten.



    Soort:

    Leng en blauwe leng

    Molva molva en molva dypterygia

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van 5b

    (B/L/05B-F.)

    Duitsland

    0

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

    0

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    0

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart mogen tot maximaal de volgende hoeveelheid op dit quotum in mindering worden gebracht (OTH/*05B-F): 0



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5 en 14

    (PRA/514GRN)

    Denemarken

    1 925

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

    1 925

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    3 850

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Noorwegen

    1 000

     

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    Faeröer

    0

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (PRA/N1GRN.)

    Denemarken

    1 300

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

    1 300

     

    Unie

    2 600

     

     

    TAC

    Niet relevant

     



    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (POK/1N2AB.)

    Duitsland

    663

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    107

     

    Unie

    770

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼B



    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    internationale wateren van 1 en 2

    (POK/1/2INT)

    Unie

    0

     

    Analytische TAC

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    ▼M4



    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van 5b

    (POK/05B-F.)

    België

    0

     

    Analytische TAC

    Duitsland

    0

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

    0

     

     

    Unie

    0

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (GHL/1N2AB.)

    Duitsland

    50

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    50

    (1)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    ▼B



    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    internationale wateren van 1 en 2

    (GHL/1/2INT)

    Unie

    1 800

    (1)

    Voorzorgs-TAC

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    ▼M2



    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (GHL/N1G-S68)

    Duitsland

    1 700

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    Unie

    1 700

    (1)

    Noorwegen

    550

    (1)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Moet worden gevangen ten zuiden van 68° N.B.

    ▼M4



    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

    (GHL/5-14GL)

    Duitsland

    4 300

     

    Analytische TAC

    Unie

    4 300

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Noorwegen

    650

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Faeröer

    0

     

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Mag met niet meer dan 6 vaartuigen tegelijkertijd worden gevangen.

    ▼B



    Soort:

    Roodbaarzen (ondiep pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12 en 14

    (RED/51214S)

    Estland

    0

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0

     

    Spanje

    0

     

    Frankrijk

    0

     

    Ierland

    0

     

    Letland

    0

     

    Nederland

    0

     

    Polen

    0

     

    Portugal

    0

     

    Unie

    0

     

     

     

     

    TAC

    0

     



    Soort:

    Roodbaarzen (diep pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12 en 14

    (RED/51214D)

    Estland

    0

    (1) (2)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0

    (1) (2)

    Spanje

    0

    (1) (2)

    Frankrijk

    0

    (1) (2)

    Ierland

    0

    (1) (2)

    Letland

    0

    (1) (2)

    Nederland

    0

    (1) (2)

    Polen

    0

    (1) (2)

    Portugal

    0

    (1) (2)

    Unie

    0

    (1) (2)

     

     

     

    TAC

    0

    (1) (2)

    (1)

    Mag alleen worden gevangen binnen het gebied dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

     

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

     

    1

    64°45' N.B.

    28° 30' W.L.

     

     

    2

    62°50' N.B.

    25°45' W.L.

     

     

    3

    61°55' N.B.

    26° 45' W.L.

     

     

    4

    61°00' N.B.

    26° 30' W.L.

     

     

    5

    59°00' N.B.

    30° 00' W.L.

     

     

    6

    59°00' N.B.

    34° 00' W.L.

     

     

    7

    61°30' N.B.

    34° 00' W.L.

     

     

    8

    62°50' N.B.

    36° 00' O.L.

     

     

    9

    64°45' N.B.

    28° 30' W.L.

     

    (2)

    Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december.

    ▼M2



    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes mentella

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (REB/1N2AB.)

    Duitsland

    851

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    106

     

    Frankrijk

    93

     

    Portugal

    450

     

    Unie

    1 500

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    ▼B



    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    internationale wateren van 1 en 2

    (RED/1/2INT)

    Unie

    Nog vast te stellen

    (1) (2)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

    TAC

    16 540

    (3)

    (1)

    De visserij wordt gesloten wanneer de TAC volledig is opgebruikt door de verdragsluitende partijen van de NEAFC. Vanaf de sluitingsdatum wordt door de lidstaten het gericht vissen op roodbaarzen door vaartuigen die hun vlag voeren, verboden.

    (2)

    De vaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaarzen in andere visserijen tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst.

    (3)

    Voorlopige vangstbeperking om de vangsten van alle verdragsluitende partijen van de NEAFC te dekken.

    ▼M4



    Soort:

    Roodbaarzen (pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

    (RED/N1G14P)

    Duitsland

    0

    (1) (2) (3)

    Analytische TAC

    Frankrijk

    0

    (1) (2) (3)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    0

    (1) (2) (3)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Noorwegen

    0

    (1) (2)

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    Faeröer

    0

    (1) (2) (4)

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december.

    (2)

    Mag alleen worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

     

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    64°45'N

    28°30'W

     

    2

    62°50'N

    25°45'W

     

    3

    61°55'N

    26°45'W

     

    4

    61°00'N

    26°30'W

     

    5

    59°00'N

    30°00'W

     

    6

    59°00'N

    34°00'W

     

    7

    61°30'N

    34°00'W

     

    8

    62°50'N

    36°00'W

     

    9

    64°45'N

    28°30'W

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P).

    (4)

    Mag alleen worden gevangen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/*514GN).

    ▼M2



    Soort:

    Roodbaarzen (demersaal)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5 en 14

    (RED/N1G14D)

    Duitsland

    1 831

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

    9

    (1)

    Unie

    1 840

    (1)

     

    TAC

    Niet relevant

    (1)

    Mag alleen met trawls worden gevangen, en alleen ten noorden en ten westen van de lijn die door de volgende coördinaten wordt bepaald:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    59°15'N

    54°26'W

    2

    59°15'N

    44°00'W

    3

    59°30'N

    42°45'W

    4

    60°00'N

    42°00'W

    5

    62°00'N

    40°30'W

    6

    62°00'N

    40°00'W

    7

    62°40'N

    40°15'W

    8

    63°09'N

    39°40'W

    9

    63°30'N

    37°15'W

    10

    64°20'N

    35°00'W

    11

    65°15'N

    32°30'W

    12

    65°15'N

    29°50'W

    ▼M4



    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van 5b

    (RED/05B-F.)

    België

    0

     

    Analytische TAC

    Duitsland

    0

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    0

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (OTH/1N2AB.)

    Duitsland

    71

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    29

    (1)

    Unie

    100

    (1)

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    ▼M4



    Soort:

    Andere soorten

    (1)

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van 5b

    (OTH/05B-F.)

    Duitsland

    0

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

    0

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    0

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    (1)

    Exclusief soorten zonder handelswaarde.



    Soort:

    Platvis

    Pleuronectiformes

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van 5b

    (FLX/05B-F.)

    Duitsland

    0

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

    0

     

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    0

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    ▼M2



    Soort:

    Bijvangsten(1)

    Gebied:

    Groenlandse wateren

    (B-C/GRL)

    Unie

    600

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

     

    TAC

    Niet relevant

     

    (1)

    Bijvangsten van grenadiervissen (Macrourus spp.) worden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vangstmogelijkhedentabellen: grenadiervissen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (GRV/514GRN) en grenadiervissen in de Groenlandse wateren van NAFO 1 (GRV/N1GRN.)

    ▼B




    BIJLAGE IC

    NOORDWESTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN — NAFO-VERDRAGSGEBIED



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 2J3KL

    (COD/N2J3KL)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (COD/N3NO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 3M

    (COD/N3M.)

    Estland

    17

    (1) (2)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    70

    (1) (2)

    Letland

    17

    (1) (2)

    Litouwen

    17

    (1) (2)

    Polen

    57

    (1) (2)

    Spanje

    215

    (1) (2)

    Frankrijk

    30

    (1) (2)

    Portugal

    293

    (1) (2)

    Unie

    716

    (1) (2)

     

     

     

    TAC

    1 500

    (1) (2)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan tussen 31 december 2020 24.00 uur UTC en 31 maart 2021 24.00 UTC.

    (2)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan tussen 1 januari en 31 maart 2021. Tijdens deze periode mag dit bestand uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of 5%, indien dit meer is, berekend overeenkomstig artikel 7, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2019/833.



    Soort:

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    NAFO 3L

    (WIT/N3L.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (WIT/N3NO.)

    Estland

    52

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    52

     

    Litouwen

    52

     

    Unie

    156

     

     

     

     

    TAC

    1 175

     



    Soort:

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied:

    NAFO 3M

    (PLA/N3M.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (PLA/N3LNO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Kortvinpijlinktvis

    Illex illecebrosus

    Gebied:

    NAFO-deelgebieden 3 en 4

    (SQI/N34.)

    Estland

    128

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    128

    (1)

    Litouwen

    128

    (1)

    Polen

    227

    (1)

    Andere lidstaten

    29 467

    (1) (2)

    Unie

    30 078

    (1) (3)

    TAC

    34 000

     

    (1)

    Tussen 00.01 uur UTC op 1 januari en 24.00 uur UTC op 30 juni mag geen enkel vaartuig op pijlinktvis vissen.

    (2)

    Deze hoeveelheid is beschikbaar voor Canada en de lidstaten met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (SQI/N34_AMS).

    (3)

    Komt overeen met de som van de quota voor Estland, Letland, Litouwen en Polen en het niet-gespecificeerde aandeel van de Unie dat beschikbaar is voor Canada en, met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen, voor de lidstaten.



    Soort:

    Geelstaartschar

    Limanda ferruginea

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (YEL/N3LNO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    17 000

     

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 2 500 kg of van 10 % indien dat meer is. Indien de Unie evenwel een quotum voor “andere” toegewezen krijgt, bedragen de bijvangstbeperkingen zodra het quotum voor “andere” is opgebruikt, maximaal 1 250 kg of 5 %, indien dat meer is.



    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (CAP/N3NO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    NAFO 3LNO(1)(2)

    (PRA/N3LNOX)

    Estland

    0

    (3)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    0

    (3)

    Litouwen

    0

    (3)

    Polen

    0

    (3)

    Spanje

    0

    (3)

    Portugal

    0

    (3)

    Unie

    0

    (3)

     

     

     

    TAC

    0

    (3)

    (1)

    Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

    Punt

    Noorderbreedte

    Westerlengte

     

    1

    47° 20' 0"

    46° 40' 0"

     

    2

    47° 20' 0"

    46° 30' 0"

     

    3

    46° 00' 0"

    46° 30' 0"

     

    4

    46° 00' 0"

    46° 40' 0"

     

    (2)

    De visserij in wateren met een diepte van minder dan 200 m is verboden in het gebied ten westen van een lijn die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbindt:

    Punt

    Noorderbreedte

    Westerlengte

     

    1

    46° 00' 0"

    47° 49' 0"

     

    2

    46° 25' 0"

    47° 27' 0"

     

    3

    46 °42' 0"

    47° 25' 0"

     

    4

    46° 48' 0"

    47° 25' 50"

     

    5

    47° 16' 50"

    47° 43' 50"

     

    (3)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    NAFO 3M(1)

    (PRA/*N3M.)

    TAC

    Niet van toepassing

    (2)

    Analytische TAC

    (1)

    De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

    Punt

    Noorderbreedte

    Westerlengte

     

    1

    47° 20' 0"

    46° 40' 0"

     

    2

    47° 20' 0"

    46° 30' 0"

     

    3

    46° 00' 0"

    46° 30' 0"

     

    4

    46° 00' 0"

    46° 40' 0"

     

    Daarnaast wordt de visserij op garnaal van 1 juni tot en met 31 december verboden in het gebied dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

    Punt

    Noorderbreedte

    Westerlengte

     

    1

    47° 55' 0"

    45° 00' 0"

     

    2

    47° 30' 0"

    44° 15' 0"

     

    3

    46° 55' 0"

    44° 15' 0"

     

    4

    46° 35' 0"

    44° 30' 0"

     

    5

    46° 35' 0"

    45° 40' 0"

     

    6

    47° 30' 0"

    45° 40' 0"

     

    7

    47° 55' 0"

    45° 00' 0"

     

    (2)

    Niet van toepassing. Visserijbeheer door middel van beperkingen van de visserij-inspanning (EFF/*N3M.). De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    Lidstaat

    Maximaal aantal visdagen

     

     

    Denemarken

    33

     

    Estland

    391

    *

    Spanje

    64

     

    Letland

    123

     

    Litouwen

    145

     

    Polen

    25

     

    Portugal

    17

     

     

    *  Tijdens de jaarvergadering van de Visserijcommissie van de NAFO in 2020 is overeengekomen dat de Unie (Estland) 25 visdagen uit haar voor 2021 toegewezen visdagen aan Frankrijk zal overdragen in verband met Saint-Pierre en Miquelon. Die 25 visdagen zijn in mindering gebracht op het aantal visdagen van Estland – dat anders 416 dagen zou zijn geweest – en deze interimregeling voor 2020 creëert geen vangstgeschiedenis.



    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    NAFO 3LMNO

    (GHL/N3LMNO)

    Estland

    331

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    338

     

    Letland

    47

     

    Litouwen

    24

     

    Spanje

    4 533

     

    Portugal

    1 895

     

    Unie

    7 168

     

     

     

     

    TAC

    12 225

     



    Soort:

    Roggen

    Rajidae

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (SKA/N3LNO.)

    Estland

    283

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Litouwen

    62

     

    Spanje

    3 403

     

    Portugal

    660

     

    Unie

    4 408

     

     

     

     

    TAC

    7 000

     



    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3LN

    (RED/N3LN.)

    Estland

    895

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    615

     

    Letland

    895

     

    Litouwen

    895

     

    Unie

    3 300

     

     

     

     

    TAC

    18 100

     

    ▼M2



    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3M

    (RED/N3M.)

    Estland

    1 571

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    513

    (1)

    Letland

    1 571

    (1)

    Litouwen

    1 571

    (1)

    Spanje

    233

    (1)

    Portugal

    2 354

    (1)

    Unie

    7 813

    (1)

     

    TAC

    8 448

    (1)

    (1)

    Op voorwaarde dat de voor dit bestand voor alle NAFO-partijen vastgestelde TAC, zoals aangegeven, wordt nageleefd. Binnen die TAC mag vóór 1 juli 2021 niet meer dan de volgende tussentijdse hoeveelheid worden gevangen: 4 224 .

    ▼B



    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3O

    (RED/N3O.)

    Spanje

    1 771

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    5 229

     

    Unie

    7 000

     

     

     

     

    TAC

    20 000

     



    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO-deelgebied 2, sectoren 1F en 3K

    (RED/N1F3K.)

    Letland

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Litouwen

    0

    (1)

    Unie

    0

    (1)

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Witte heek

    Urophycis tenuis

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (HKW/N3NO.)

    Spanje

    255

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    333

     

    Unie

    588

    (1)

     

     

     

    TAC

    1 000

     

    (1)

    Indien overeenkomstig bijlage IA bij de instandhoudings- en nalevingsmaatregelen van de NAFO een TAC van 2 000 ton door de verdragsluitende partijen met een positieve stemming wordt bekrachtigd, zullen de overeenkomstige quota van de Unie en de verschillende lidstaten als volgt zijn:

    Spanje

    509

     

     

    Portugal

    667

     

     

    Unie

    1 176

     

     




    BIJLAGE ID

    ICCAT-VERDRAGSGEBIED

    ▼M2



    Soort:

    Blauwvintonijn

    Thunnus thynnus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° W.L., en Middellandse Zee

    (BFT/AE45WM)

    Cyprus

    168,95

    (4)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Griekenland

    314,03

    (7)

    Spanje

    6 093,28

    (2)(4)(7)

    Frankrijk

    6 012,47

    (2)(3)(4)

    Kroatië

    950,30

    (6)

    Italië

    4 745,34

    (4)(5)

    Malta

    389,32

    (4)

    Portugal

    572,97

    (7)

    Andere lidstaten

    64,95

    (1)

    Unie

    19 311,6

    (2)(3)(4)(5)

    Bijzondere extra toewijzing

    100

    (7)

    TAC

    36 000

     

    (1)

    Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Malta en Portugal, en uitsluitend als bijvangst. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BFT/AE45WM_AMS).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301):

    Spanje

    925,33

    Frankrijk

    429,87

    Unie

    1 355,20

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*641):

    Frankrijk

    100,00

    Unie

    100,00

    (4)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302):

    Spanje

    122,15

    Frankrijk

    120,53

    Italië

    95,13

    Cyprus

    3,39

    Malta

    7,80

    Unie

    349,01

    (5)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*643):

    Italië

    95,13

    Unie

    95,13

    (6)

    Bijzondere voorwaarden: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm voor kweekdoeleinden van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8303F):

    Kroatië

    857,28

    Unie

    857,28

    (7)

    In 2021 krijgt de Europese Unie bij de toegewezen quota van 19 360 ton, een extra toewijzing van 100 ton, uitsluitend voor vaartuigen voor ambachtelijke visserij van specifieke archipels in Griekenland (Ionische Eilanden), Spanje (Canarische Eilanden) en Portugal (Azoren en Madeira). De specifieke toewijzing van deze extra hoeveelheid aan de betrokken lidstaten is als volgt (BFT/AVARCH):

    Griekenland

    4,5

    Spanje

    87,3

    Portugal

    8,2

    Unie

    100



    Soort

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

    (SWO/AN05N)

    Spanje

    6 535,04

    (2)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    1 010,29

    (2)

    Andere lidstaten

    139,70

    (1)(2)

    Unie

    7 685,03

    (3)

    TAC

    13 200

     

    (1)

    Met uitzondering van Spanje en Portugal, en uitsluitend als bijvangst. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (SWO/AN05N_AMS).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 2,39 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B. worden gevangen (SWO/*AS05N). Vangsten in het kader van deze bijzondere voorwaarde die op het gedeelde quotum in mindering moeten worden gebracht, worden afzonderlijk gerapporteerd (SWO/* AS05N_AMS).

    (3)

    Na overdracht van 40 ton aan Saint-Pierre en Miquelon (ICCAT Rec. 17-02).

    ▼B



    Soort:

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B.

    (SWO/AS05N)

    Spanje

    4 945,07

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    298,12

    (1)

    Unie

    5 243,19

     

    TAC

    14 000,00

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: tot 3,51 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B. worden gevangen (SWO/*AN05N).



    Soort

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    Middellandse Zee

    (SWO/MED)

    Kroatië

    14,16

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Cyprus

    52,23

    (1)

    Spanje

    1 613,44

    (1)

    Frankrijk

    112,45

    (1)

    Griekenland

    1 068,06

    (1)

    Italië

    3 307,68

    (1)

    Malta

    392,41

    (1)

    Unie

    6 560,44

    (1)

    TAC

    8 808,66

     

    (1)

    Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 april tot en met 31 december.

    ▼M2



    Soort:

    Noord-Atlantische witte tonijn

    Thunnus alalunga

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

    (ALB/AN05N)

    Ierland

    3 115,11

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    17 557,88

     

    Frankrijk

    5 522,24

     

    Portugal

    1 925,70

     

    Unie

    28 120,92

    (1)

    TAC

    37 801

     

    (1)

    Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, wordt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 vastgesteld op:

    1 253 .

    ▼B



    Soort:

    Zuid-Atlantische witte tonijn

    Thunnus alalunga

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B.

    (ALB/AS05N)

    Spanje

    905,86

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    297,70

     

    Portugal

    633,94

     

    Unie

    1 837,50

     

    TAC

    24 000,00

     



    Soort:

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (BET/ATLANT)

    Spanje

    7 604,35

    (1) (2)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    3 230,00

    (1) (2)

    Portugal

    3 133,93

    (1) (2)

    Unie

    13 968,28

    (1) (2) (3)

    TAC

    61 500,00

    (1) (2)

    (1)

    Vangsten van grootoogtonijn door ringzegenvaartuigen (BET/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (BET/*ATLLL) worden afzonderlijk gerapporteerd.

    (2)

    Met ingang van juni 2021 moeten de lidstaten, wanneer 80 % van het vangstquotum bereikt is, de vangsten van die vaartuigen wekelijks doorgeven.

    (3)

    Na overdracht van 300 ton uit Japan.



    Soort:

    Blauwe marlijn

    Makaira nigricans

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (BUM/ATLANT)

    Spanje

    23,24

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    380,36

     

    Portugal

    46,21

     

    Unie

    449,80

    (1)

    TAC

    1 670,00

     

    (1)

    Na overdracht van twee ton aan Trinidad en Tobago (ICCAT Rec. 19-05).

    ▼M2



    Soort:

    Witte marlijn

    Tetrapturus albidus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (WHM/ATLANT)

    Spanje

    32,94

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    21,06

     

    Andere

    1,00

    (1)

    Unie

    55,00

     

    TAC

    355,00

     

    (1)

    Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (WHM/ATLANT_AMS).

    ▼B



    Soort:

    Geelvintonijn

    Thunnus albacares

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (YFT/ATLANT)

    TAC

    110 000

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)

    Vangsten van geelvintonijn door ringzegenvaartuigen (YFT/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (YFT/*ATLLL) worden afzonderlijk gerapporteerd.



    Soort:

    Atlantische zeilvis

    Istiophorus albicans

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° W.L.

    (SAI/AE45W)

    TAC

    p.m.

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.



    Soort:

    Atlantische zeilvis

    Istiophorus albicans

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten westen van 45° W.L.

    (SAI/AW45W)

    TAC

    1 030

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    ▼M2



    Soort:

    Blauwe haai

    Prionace glauca

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

    (BSH/AN05N)

    Ierland

    0,96

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    27 035,09

     

    Frankrijk

    151,70

     

    Portugal

    5 357,67

    (1)

    Unie

    32 545,42

     

    TAC

    39 102

     

    (1)

    De duur en de berekeningsmethode van de Iccat voor de vangstbeperking voor blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan loopt niet vooruit op de duur en de berekeningsmethode voor het bepalen van een toekomstige verdeelsleutel op het niveau van de Unie.

    ▼B



    Soort:

    Blauwe haai

    Prionace glauca

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B.

    (BSH/AS05N)

    TAC

    28 923

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)

    De duur en de berekeningsmethode van de ICCAT voor de vangstbeperking voor blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan loopt niet vooruit op de duur en de berekeningsmethode voor het bepalen van een toekomstige verdeelsleutel op het niveau van de Unie.

    De vangsten van makreelhaai door vaartuigen van de Unie mogen niet hoger zijn dan de in deze bijlage vastgestelde vangstbeperkingen.



    Soort:

    Makreelhaai

    Isurus oxyrinchus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

    (SMA/AN05N)

    Unie

    288,537

    (1) (2)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    In het kader van deze vangstbeperking mogen alleen vissen die al dood zijn wanneer zij langszij het vaartuig worden gebracht, aan boord worden gehouden.

    (2)

    Alleen vaartuigen met een waarnemer of een functionerend elektronisch volgsysteem aan boord waarmee kan worden vastgesteld of de vis dood of levend is, mogen makreelhaai aan boord houden.




    BIJLAGE IE

    ZUIDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN — SEAFO-VERDRAGSGEBIED

    De in deze bijlage opgenomen TAC’s worden niet aan de Seafo-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de Seafo, dat aan de verdragsluitende partijen meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is opgebruikt.



    Soort:

    Alfonsino’s

    Beryx spp.

    Gebied:

    Seafo

    (ALF/SEAFO)

    TAC

    200

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    (1)  In deelsector B1 (ALF/*F47NA) mag niet meer dan 132 ton worden gevangen.



    Soort:

    Rode diepzeekrabben

    Chaceon spp.

    Gebied:

    Seafo-deelsector B1 (1)

    (GER/F47NAM)

    TAC

    171

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    (1)  In het kader van deze TAC mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd:

    — ten westen door de lengtegraad 0° O.L.,

    — ten noorden door de breedtegraad 20° Z.B.,

    — ten zuiden door de breedtegraad 28° Z.B., en

    — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.



    Soort:

    Rode diepzeekrabben

    Chaceon spp.

    Gebied:

    Seafo, met uitzondering van deelsector B1

    (GER/F47X)

    TAC

    200

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Zwarte Patagonische ijsheek Dissostichus eleginoides

    Gebied:

    Seafo, deelgebied D

    (TOP/F47D)

    TAC

    275

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied:

    Seafo, met uitzondering van deelgebied D

    (TOP/F47-D)

    TAC

    0

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied:

    Seafo-deelsector B1 (1)

    (ORY/F47NAM)

    TAC

    0

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    (1)  In het kader van deze bijlage mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd:

    — ten westen door de lengtegraad 0° O.L.,

    — ten noorden door de breedtegraad 20° Z.B.,

    — ten zuiden door de breedtegraad 28° Z.B., en

    — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

    (2)  Met uitzondering van een toegestane bijvangst van vier ton (ORY/*F47NA).



    Soort:

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied:

    Seafo, met uitzondering van deelsector B1

    (ORY/F47X)

    TAC

    50

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Pseudopentaceros spp.

    Pseudopentaceros spp.

    Gebied:

    Seafo

    (EDW/SEAFO)

    TAC

    135

     

    Voorzorgs-TAC




    BIJLAGE IF

    ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN — VERSPREIDINGSGEBIEDEN



    Soort:

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus maccoyii

    Gebied:

    alle verspreidingsgebieden (SBF/F41-81)

    Unie

    11

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    17 647

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.




    BIJLAGE IG

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED



    Soort:

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied:

    WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B.

    (BET/F7120S)

    Portugal

    2 000

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

    2 000

    (1)

     

    Unie

    4 000

    (1)

     

    TAC

    Niet van toepassing

    (1)

     

    (1)  Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken.



    Soort:

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B.

    (SWO/F7120S)

    Unie

    3 170,36

     

    Voorzorgs-TAC

    TAC

    Niet van toepassing

     

    ▼M2




    BIJLAGE IH

    SPRFMO-VERDRAGSGEBIED



    Soort:

    Chileense horsmakreel

    Trachurus murphyi

    Gebied:

    SPRFMO-verdragsgebied

    (CJM/SPRFMO)

    Duitsland

    12 013,90

     

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

    13 021,83

     

    Litouwen

    8 359,58

     

    Polen

    14 373,69

     

    Unie

    47 769,00

     

    TAC

    Niet relevant

     



    Soort:

    IJsheken

    Dissostichus spp.

    Gebied:

    SPRFMO-verdragsgebied

    (TOT/SPR-AE)

    TAC

    75

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    (1)

    Deze jaarlijkse TAC geldt alleen voor experimentele visserij. De visserijactiviteiten vinden uitsluitend plaats binnen het volgende onderzoeksonderdeel:

    – NW

    50° 30' Z.B., 136° O.L.

    – NO

    50° 30' Z.B., 140° 30' O.L.

    – oostelijke inkeping

    52° 45' Z.B., 140° 30' O.L.

    – oostelijke hoek

    52° 45' Z.B., 145° 30' O.L.

    – ZO

    54° 50' Z.B., 145° O.L.

    – ZW

    54° 50' Z.B., 136° O.L.

    ▼B




    BIJLAGE IJ

    IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED

    De vangsten van geelvintonijn (Thunnus albacares) door ringzegenvaartuigen van de Unie mogen niet hoger zijn dan de in deze bijlage vastgestelde vangstbeperkingen.



    Soort:

    Geelvintonijn

    Thunnus albacares

    Gebied:

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    (YFT/IOTC)

    Frankrijk

    29 501

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Italië

    2 515

    Spanje

    45 682

     

     

    Unie

    77 698

     

     

    TAC

    Niet van toepassing




    BIJLAGE IK

    SIOFA-OVEREENKOMSTGEBIED



    Soort

    IJsheken

    Dissostichus spp.

    Gebied:

    Del Cano-gebied(1)

    (TOT/F517DC)

    Unie

    18,33

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    TAC

    55

    (2)

    (1)  De internationale wateren in FAO-deelgebied 51.7 begrensd tussen 44° Z.B. en 45° Z.B. en de aangrenzende exclusieve economische zones ten oosten en ten westen.

    (2)  Mag alleen worden gevangen door vaartuigen met waarnemers aan boord en met beuglijnen in het visseizoen van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021. Het maximumaantal toegestane haken per lijn bedraagt 3 000 en de lijnen worden ten minste drie zeemijl van elkaar uitgezet.

    Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer vissen in het Del Cano-gebied.



    Soort:

    IJsheken

    Dissostichus spp.

    Gebied:

    Williams Ridge(1)

    (TOT/F574WR)

    TAC

    140

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    (1)

    Gebied van FAO-deelgebied 57.4 dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    52°30'00" Z.B.

    80°00'00" O.L.

    2

    55°00'00" Z.B.

    80°00'00" O.L.

    3

    55°00'00" Z.B.

    85°00'00" O.L.

    4

    52°30'00" Z.B.

    85°00'00" O.L.

    (2)

    De onderstaande TAC’s worden niet aan de Siafo-partijen toegewezen, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. Zij mogen alleen worden gevangen door vaartuigen met waarnemers aan boord in het visseizoen van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021. Per elke door Siofa vastgestelde rastercel worden niet meer dan twee beuglijnen met ten hoogste 6 250 haken uitgezet en tussen de visreizen wordt een tijdsinterval van ten minste 30 dagen ingelast overeenkomstig de door Siofa vastgestelde toegangsvoorwaarden. Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer vissen in Williams Ridge.

    Tussentijds beschermde gebieden

    Atlantis Bank



    Punt

    Breedtegraad (Z.B.)

    Lengtegraad (O.L.)

    1

    32°00'

    57°00'

    2

    32°50'

    57°00'

    3

    32°50'

    58°00'

    4

    32°00'

    58°00'

    Coral



    Punt

    Breedtegraad (Z.B.)

    Lengtegraad (O.L.)

    1

    41°00'

    42°00'

    2

    41° 40'

    42°00'

    3

    41° 40'

    44°00'

    4

    41°00'

    44°00'

    Fools Flat



    Punt

    Breedtegraad (Z.B.)

    Lengtegraad (O.L.)

    1

    31° 30'

    94° 40'

    2

    31° 40'

    94° 40'

    3

    31° 40'

    95°00'

    4

    31° 30'

    95°00'

    Middle of What



    Punt

    Breedtegraad (Z.B.)

    Lengtegraad (O.L.)

    1

    37° 54'

    50° 23'

    2

    37° 56,5'

    50° 23'

    3

    37° 56,5'

    50° 27'

    4

    37° 54'

    50° 27'

    Walter's Shoal



    Punt

    Breedtegraad (Z.B.)

    Lengtegraad (O.L.)

    1

    33°00'

    43° 10'

    2

    33° 20'

    43° 10'

    3

    33° 20'

    44° 10'

    4

    33°00'

    44° 10'




    BIJLAGE IL

    IATTC-VERDRAGSGEBIED



    Soort:

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied:

    IATTC-verdragsgebied

    (BET/IATTC)

    Unie

    500

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken.




    BIJLAGE II

    VISSERIJ-INSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN DE TONGBESTANDEN IN HET WESTELIJKE KANAAL IN ICES-SECTOR 7e

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    1.   TOEPASSINGSGEBIED

    1.1. Deze bijlage is van toepassing op Unievissersvaartuigen met een lengte over alles van 10 meter of meer die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 2019/472 boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer en staande netten, met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm aan boord hebben of gebruiken en die aanwezig zijn in ICES-sector 7e.

    1.2. Vaartuigen die vissen met staande netten met een maaswijdte van 120 mm of meer en die in het kader van hun geregistreerde visserijactiviteit in de drie voorgaande jaren minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong per jaar hebben gevangen, zijn vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage, mits:

    a) 

    die vaartuigen tijdens de beheersperiode 2019 minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong hebben gevangen;

    b) 

    die vaartuigen op zee geen vis overladen op een ander vaartuig;

    c) 

    elke betrokken lidstaat uiterlijk op 31 juli 2021 en 31 januari 2022 bij de Commissie een verslag indient over de geregistreerde tongvangsten van die vaartuigen in de laatste drie jaar en over de tongvangst in 2021.

    Indien aan een van die voorwaarden niet is voldaan, zijn de betrokken vaartuigen met onmiddellijke ingang niet meer vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage.

    2.   DEFINITIES

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

    a) 

    “vistuiggroep”: de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:

    i) 

    boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer, en

    ii) 

    staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm;

    b) 

    “gereglementeerd vistuig”: tuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;

    c) 

    “het gebied”: ICES-sector 7e;

    d) 

    “huidige beheersperiode”: de periode van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022.

    3.   ACTIVITEITSBEPERKINGEN

    Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren en in de Unie zijn geregistreerd, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben.

    HOOFDSTUK II

    Machtigingen

    4.   GEMACHTIGDE VAARTUIGEN

    4.1 Een lidstaat verleent vaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming voor visserijactiviteiten in het betrokken gebied met gereglementeerd vistuig, als deze vaartuigen in de periode 2002-2018 nog niet eerder dergelijke gereglementeerde visserijactiviteiten – behalve als resultaat van een overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen – in het betrokken gebied hebben verricht, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.

    4.2 Aan vaartuigen die wel met gereglementeerd vistuig hebben gevist, kan evenwel toestemming worden verleend om ander vistuig te gebruiken, mits het aantal dagen dat voor het laatstgenoemde vistuigtype is toegewezen, gelijk is aan of groter is dan het aantal voor het gereglementeerde vistuig toegewezen dagen.

    4.3 Een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, wordt niet gemachtigd om in dat gebied met gereglementeerd vistuig te vissen, tenzij het vaartuig na een overdracht een quotum krijgt toegewezen uit hoofde van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en zeedagen krijgt toegewezen overeenkomstig punt 10 of punt 11 van deze bijlage.

    HOOFDSTUK III

    Aan Unievissersvaartuigen toegewezen aantal dagen aanwezigheid in het gebied

    ▼M4

    5.   MAXIMAAL AANTAL DAGEN

    Het maximale aantal zeedagen waarvoor een lidstaat van 1 januari tot en met 31 december 2021 een onder zijn vlag varend vaartuig kan toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, wordt weergegeven in tabel I.



    Tabel I

    Maximaal aantal dagen waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn per categorie gereglementeerd vistuig van 1 januari tot en met 31 december 2021

    Gereglementeerd vistuig

    Maximaal aantal dagen

    Boomkorren met een maaswijdte ≥ 80 mm

    België

    176

    Frankrijk

    188

    Staande netten met een maaswijdte ≤ 220 mm

    België

    176

    Frankrijk

    191

    ▼B

    6.   KILOWATTDAGENSYSTEEM

    6.1. De lidstaten kunnen de hun toegewezen visserij-inspanningen tijdens de huidige beheersperiode beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem kunnen zij een vaartuig waarop de in tabel I vermelde soorten gereglementeerd vistuig van toepassing zijn, toestaan om gedurende een maximaal aantal dagen dat verschilt van het in die tabel vastgestelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig overeenstemt, in acht wordt genomen.

    6.2. Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserij-inspanningen die zijn toegewezen aan de vaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaat voeren en voldoen aan de voorwaarden betreffende het gereglementeerde vistuig. Deze individuele visserij-inspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken als punt 6.1 niet werd toegepast.

    6.3. Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek voor het in tabel I bedoelde gereglementeerde vistuig in, vergezeld van elektronische verslagen waarin de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

    a) 

    de lijst van vaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) 

    het aantal zeedagen dat elk vaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 6.1 zou beschikken.

    6.4. Op basis van dat verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 6 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien van toepassing, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem.

    7.   TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR DE DEFINITIEVE BEËINDIGING VAN VISSERIJACTIVITEITEN

    7.1. De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toewijzen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van tijdens de vorige beheersperiode verrichte visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 21 ) of Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad ( 22 ). Definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden kunnen door de Commissie per geval in overweging worden genomen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat schriftelijke verzoek wordt vermeld om welke vaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat het niet opnieuw visserijactiviteiten zal beginnen.

    7.2. De in kilowattdagen gemeten visserij-inspanning die vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met de betrokken vistuiggroep hebben geleverd, wordt gedeeld door de inspanning die alle vaartuigen in 2003 met die vistuiggroep hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt vervolgens berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.

    7.3. De punten 7.1 en 7.2 zijn niet van toepassing wanneer een vaartuig overeenkomstig punt 4.2 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.

    7.4. Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 7.1 vastgestelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni van de huidige beheersperiode bij de Commissie een verzoek in met elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep de gegevens worden vermeld voor de berekening op basis van:

    a) 

    de lijst van vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) 

    de in 2003 door die vaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen per betrokken vistuiggroep.

    7.5. Tijdens de huidige beheersperiode mag een lidstaat extra toegekende zeedagen herverdelen tussen alle of sommige vaartuigen die nog steeds deel uitmaken van de vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig.

    7.6. Als de Commissie extra zeedagen toewijst wegens de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in de vorige beheersperiode, wordt het in tabel I vermelde maximale aantal dagen per lidstaat en vistuig dienovereenkomstig aangepast voor de huidige beheersperiode.

    8.   TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR VERSTERKTE AANWEZIGHEID VAN WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMERS

    8.1. De Commissie kan, op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector, een lidstaat tussen 1 februari 2021 en 31 januari 2022 drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma’s zijn met name gericht op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en gaan inzake gegevensverzameling verder dan de vereisten voor nationale programma’s die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad ( 23 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

    8.2. De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein en van de bemanning van het vaartuig.

    8.3. Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 8.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.

    8.4. Indien een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat dit programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt deze lidstaat de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dit programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.

    HOOFDSTUK IV

    Beheer

    9.   ALGEMENE VERPLICHTING

    De lidstaten beheren de maximale toegestane visserij-inspanning overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    10.   BEHEERSPERIODEN

    10.1. Een lidstaat kan het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van een of meer kalendermaanden.

    10.2. Het aantal dagen of uren gedurende welke een vaartuig tijdens een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.

    10.3. Lidstaten die de aanwezigheid in een gebied van vaartuigen die hun vlag voeren, per uur vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 9. Op verzoek van de Commissie toont de betrokken lidstaat aan welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóór het einde van een periode van 24 uur.

    HOOFDSTUK V

    Uitwisseling van toegewezen visserij-inspanningen

    11.   OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN DEZELFDE LIDSTAAT VOEREN

    11.1. Een lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, voor hetzelfde gebied over te dragen aan een ander vaartuig dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt ervan. Als motorvermogen in kilowatt van een vaartuig geldt het voor dat vaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.

    11.2. Het product van het overeenkomstig punt 11.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vaartuig is niet groter dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vaartuig in 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig.

    11.3. Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 11.1 is toegestaan tussen vaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en gedurende dezelfde beheersperiode.

    11.4. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. Spreadsheetformaten voor het verzamelen en doorsturen van die informatie kunnen door de Commissie middels uitvoeringshandelingen worden opgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

    12.   OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE ELK DE VLAG VAN EEN ANDERE LIDSTAAT VOEREN

    Elke lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen hetzelfde gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.1, 4.3, 5, 6 en 10 van toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, waaronder het aantal over te dragen dagen, de visserij-inspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.

    HOOFDSTUK VI

    Rapportageverplichtingen

    13.   VISSERIJ-INSPANNINGSVERSLAG

    Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is van toepassing op vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied wordt begrepen als het in punt 2 van deze bijlage omschreven gebied.

    14.   VERZAMELING VAN RELEVANTE GEGEVENS

    Op basis van gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor elk kwartaal gegevens betreffende de totale visserij-inspanning in het gebied voor vaartuigen gesleept vistuig en staand vistuig gebruiken, de inspanning in het gebied van vaartuigen die verschillende soorten tuig gebruiken, en het motorvermogen van deze vaartuigen in kilowattdagen.

    15.   MEDEDELING VAN RELEVANTE GEGEVENS

    Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 14 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III gespecificeerde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie gedetailleerde gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserij-inspanning voor het geheel of voor gedeelten van de beheersperioden 2019 en 2020, in het in de tabellen IV en V bedoelde gegevensformat.



    Tabel II

    Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Lidstaat

    Vistuig

    Beheersperiode

    Aangifte van de cumulatieve inspanning

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)



    Tabel III

    Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Naam van het veld

    Maximaal aantal tekens/cijfers

    Uitlijning (1)

    L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    (1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

    (2)  Vistuig

    2

     

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    BT = boomkorren ≥ 80 mm

    GN = kieuwnetten < 220 mm

    TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

    (3)  Beheersperiode

    4

     

    Een jaar in de periode vanaf de beheersperiode 2006 tot de huidige beheersperiode

    (4)  Aangifte van de cumulatieve inspanning

    7

    R

    Cumulatieve visserij-inspanning in kilowattdagen vanaf 1 februari tot en met 31 januari van de betrokken beheersperiode

    (1)   

    Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.



    Tabel IV

    Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Lidstaat

    CFR

    Uitwendige kentekens

    Duur van de beheersperiode

    Aangegeven vistuig

    Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

    Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    Overgedragen dagen

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (5)

    (5)

    (5)

    (6)

    (6)

    (6)

    (6)

    (7)

    (7)

    (7)

    (7)

    (8)



    Tabel V

    Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Naam van het veld

    Maximaal aantal tekens/cijfers

    Uitlijning (1)

    L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    (1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

    (2)  CFR

    12

     

    Nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR)

    Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig

    Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (negen tekens). Indien een reeks minder dan negen tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd

    (3)  Uitwendige kentekens

    14

    L

    Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie (2)

    (4)  Duur van de beheersperiode

    2

    L

    Duur van de beheersperiode in maanden

    (5)  Aangegeven vistuig

    2

    L

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    BT = boomkorren ≥ 80 mm

    GN = kieuwnetten < 220 mm

    TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

    (6)  Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

    3

    L

    Aantal dagen dat overeenkomstig bijlage II aan het vaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode

    (7)  Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    3

    L

    Aantal dagen dat het vaartuig daadwerkelijk in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode

    (8)  Overgedragen dagen

    4

    L

    Vermeld voor overgedragen dagen “– aantal overgedragen dagen” en voor ontvangen dagen “+ aantal overgedragen dagen”.

    (1)   

    Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.

    (2)   

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).




    BIJLAGE III

    BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN IN DE ICES-SECTOREN 2a EN 3a EN IN ICES-DEELGEBIED 4

    Ten behoeve van het beheer van de vangstmogelijkheden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4, zoals vastgesteld in bijlage IA, worden de beheersgebieden waarbinnen specifieke vangstbeperkingen van toepassing zijn, omschreven overeenkomstig deze bijlage en het aanhangsel daarbij:



    Beheersgebied voor zandspieringen

    Statistische ICES-vakken

    1r

    31–33 E9–F4; 33 F5; 34–37 E9–F6; 38–40 F0–F5; 41 F4–F5

    2r

    35 F7–F8; 36 F7–F9; 37 F7–F8; 38-41 F6–F8; 42 F6–F9; 43 F7–F9; 44 F9–G0; 45 G0–G1; 46 G1

    3r

    41–46 F1–F3; 42–46 F4–F5; 43–46 F6; 44–46 F7–F8; 45–46 F9; 46–47 G0; 47 G1 en 48 G0

    4

    38–40 E7–E9 en 41–46 E6–F0

    5r

    47–52 F1–F5

    6

    41–43 G0–G3; 44 G1

    7r

    47–52 E6–F0




    Aanhangsel

    image Beheersgebieden voor zandspieringen




    BIJLAGE IV

    SEIZOENSSLUITINGEN TER BESCHERMING VAN PAAIENDE KABELJAUW

    De gebieden in de onderstaande tabel worden tijdens de vastgestelde periode gesloten voor alle vistuig, met uitzondering van pelagisch vistuig (ringzegens en trawls):



    Tijdgebonden sluitingen

    Nr.

    Benaming gebied

    Coördinaten

    Periode

    Opmerkingen

    1

    Stanhope

    60o 10' N.B. - 01o 45' O.L.

    60o 10' N.B. - 02o 00' O.L.

    60o 25' N.B. - 01o 45' O.L.

    60o 25' N.B. - 02o 00' O.L.

    1 januari tot en met 30 april

     

    2

    Long Hole

    59o 07,35' N.B. - 0o 31,04' W.L.

    59o 03,60' N.B. - 0o 22,25' W.L.

    58o 59,35' N.B. - 0o 17,85' W.L.

    58o 56,00' N.B. - 0o 11,01' W.L.

    58o 56,60' N.B. - 0o 08,85' W.L.

    58o 59,86' N.B. - 0o 15,65' W.L.

    59o 03,50' N.B. - 0o 20,00' W.L.

    59o 08,15' N.B. - 0o 29,07' W.L.

    1 januari tot en met 31 maart

     

    3

    Coral Edge

    58o 51,70' N.B. - 03o 26,70' O.L.

    58o 40,66' N.B. - 03o 34,60' O.L.

    58o 24,00' N.B. - 03o 12,40' O.L.

    58o 24,00' N.B. - 02o 55,00' O.L.

    58o 35,65' N.B. - 02o 56,30' O.L.

    1 januari tot en met 28 februari

     

    4

    Papa Bank

    59o 56' N.B. - 03o 08' W.L.

    59o 56' N.B. - 02o 45' W.L.

    59o 35' N.B. - 03o 15' W.L.

    59o 35' N.B. - 03o 35' W.L.

    1 januari tot en met 15 maart

     

    5

    Foula Deeps

    60o 17,50' N.B. - 01o 45' W.L.

    60o 11,00' N.B. - 01o 45' W.L.

    60o 11,00' N.B. - 02o 10' W.L.

    60o 20,00' N.B. - 02o 00' W.L.

    60o 20,00' N.B. - 01o 50' W.L.

    1 november tot en met 31 december

     

    6

    Egersund Bank

    58o 07,40' N.B. - 04o 33,00' O.L.

    57o 53,00' N.B. - 05o 12,00' O.L.

    57o 40,00' N.B. - 05o 10,90' O.L.

    57o 57,90' N.B. - 04o 31,90' O.L.

    1 januari tot en met 31 maart

    (10 x 25 zeemijl)

    7

    East of Fair Isle

    59o 40' N.B. - 01o 23' W.L.

    59o 40' N.B. - 01o 13' W.L.

    59o 30' N.B. - 01o 20' W.L.

    59o 10' N.B. - 01o 20' W.L.

    59o 30' N.B. - 01o 28' W.L.

    59o 10' N.B. - 01o 28' W.L.

    1 januari tot en met 15 maart

     

    8

    West Bank

    57o 15' N.B. - 05o 01' O.L.

    56o 56' N.B. - 05o 00' O.L.

    56o 56' N.B. - 06o 20' O.L.

    57o 15' N.B. - 06o 20' O.L.

    1 februari tot en met 15 maart

    (18 x 4 zeemijl)

    9

    Revet

    57o 28,43' N.B. - 08o 05,66' O.L.

    57o 27,44' N.B. - 08o 07,20' O.L.

    57o 51,77' N.B. - 09o 26,33' O.L.

    57o 52,88' N.B. - 09o 25,00' O.L.

    1 februari tot en met 15 maart

    (1,5 x 49 zeemijl)

    10

    Rabarberen

    57o 47,00' N.B. - 11o 04,00' O.L.

    57o 43,00' N.B. - 11o 04,00' O.L.

    57o 43,00' N.B. - 11o 09,00' O.L.

    57o 47,00' N.B. - 11o 09,00' O.L.

    1 februari tot en met 15 maart

    East of Skagen

    (2,7 x 4 zeemijl)

    ▼M4




    BIJLAGE V

    VISMACHTIGINGEN

    DEEL A

    MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN IN WATEREN VAN DERDE LANDEN



    Visgebied

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten

    Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen

    Haring, ten noorden van 62°00′ N.B.

    59

    DK

    25

    51

    DE

    5

    FR

    1

    IE

    8

    NL

    9

    PL

    1

    SE

    10

     

    Demersale soorten, ten noorden van 62°00′ N.B.

    66

    DE

    16

    41

    IE

    1

    ES

    20

    FR

    18

    PT

    9

    Niet toegewezen

    2

    Industriële soorten, ten zuiden van 62°00′ N.B.

    450

    DK

    450

    141

    1, 2b (1)

    Visserij op sneeuwkrabben met korven

    20

    EE

    1

    Niet van toepassing

    ES

    1

    LV

    11

    LT

    4

    PL

    3

    (1)   

    De toewijzing van vangstmogelijkheden voor de Unie in de zone rond Svalbard laat de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van Parijs van 1920 onverlet.

    DEEL B

    MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN



    Vlaggenstaat

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Noorwegen

    Haring, ten noorden van 62°00′ N.B.

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Venezuela (1)

    Snappers (wateren van Frans-Guyana)

    45

    45

    (1)   

    Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de vismachtiging aanvraagt, en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden bekrachtigd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de werkelijke capaciteit van het verwerkingsbedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren bekrachtigde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Indien bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, geven de Franse autoriteiten kennis van deze weigering en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.

    ▼B




    BIJLAGE VI

    ICCAT-VERDRAGSGEBIED ( 24 )

    1. Maximaal aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen



    Spanje

    60

    Frankrijk

    55

    Unie

    115

    2. Maximaal aantal vaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen



    Spanje

    364

    Frankrijk

    1402

    Italië

    30

    Cyprus

    20 (1)

    Malta

    542

    Unie

    684

    (1)   

    Dit aantal kan toenemen indien een ringzegenvaartuig wordt vervangen door tien beugvisserijvaartuigen overeenkomstig punt 4, tabel A, van deze bijlage, zodra die tabel is vastgesteld.

    3. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden



    Kroatië

    18

    Italië

    12

    Unie

    28

    ▼M2

    4. Maximaal aantal vissersvaartuigen van elke lidstaat dat blauwvintonijn mag bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee



    Tabel A

     

    Aantal vissersvaartuigen (1)

     

    Cyprus (2)

    Griekenland (3)

    Kroatië

    Italië

    Frankrijk

    Spanje

    Malta (4)

    Portugal

    Ringzegenvaartuigen (5)

    1

    0

    18

    21

    22

    6

    2

    0

    Beugvisserijvaartuigen

    27 (6)

    0

    0

    40

    23

    44

    63

    0

    Met de hengel vissende vaartuigen

    0

    0

    0

    0

    8

    68

    0

    76 (7)

    Met de handlijn vissende vaartuigen

    0

    0

    12

    0

    47 (8)

    1

    0

    0

    Trawlers

    0

    0

    0

    0

    57

    0

    0

    0

    Kleine vaartuigen

    0

    39

    0

    0

    140

    650

    117

    0

    Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (9)

    0

    74

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    (1)   

    De in tabel A van punt 4 vermelde aantallen kunnen verder naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

    (2)   

    Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en maximaal drie beugvisserijvaartuigen.

    (3)   

    Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en drie andere vaartuigen voor ambachtelijke visserij.

    (4)   

    Eén middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen kan worden vervangen door maximaal tien vaartuigen voor de visserij met de beug.

    (5)   

    Het individuele aantal ringzegenvaartuigen in tabel A in punt 4 is het resultaat van overdrachten tussen lidstaten en is niet te beschouwen als historische rechten voor de toekomst.

    (6)   

    Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig.

    (7)   

    Met de hengel vissende vaartuigen van de ultraperifere gebieden van de Azoren en Madeira.

    (8)   

    Met de handlijn vissende vaartuigen die actief zijn in de Atlantische Oceaan.

    (9)   

    Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).

    ▼B

    5. Maximaal aantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn ( 25 )



    Lidstaat

    Aantal tonnara's (1)

    Spanje

    5

    Italië

    6

    Portugal

    2

    (1)   

    Dit aantal kan naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

    ▼M3

    6. Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee kan verdelen.



    Tabel A

    Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn

     

    Aantal bedrijven

    Capaciteit (in ton)

    Spanje

    10

    11 852

    Italië

    13

    9 564

    Griekenland

    2

    2 100

    Cyprus

    3

    3 000

    Kroatië

    7

    7 880

    Malta

    6

    14 511



    Tabel B (1)

    Maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton)

    Spanje

    6 850

    Italië

    1 739,5

    Griekenland

    785

    Cyprus

    2 195

    Kroatië

    2 947

    Malta

    10 260,5

    Portugal

    350

    (1)   

    De capaciteit van Portugal van 500 ton voor het kweken wordt gedekt door de onbenutte capaciteit van de Unie die is opgenomen in tabel A.

    ▼B

    7. Het maximale aantal onder de vlag van een lidstaat varende vissersvaartuigen die overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort mogen vissen, wordt als volgt over de lidstaten verdeeld:



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen

    Ierland

    50

    Spanje

    730

    Frankrijk

    151

    Portugal

    310

    8. Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 m dat in het Iccat-verdragsgebied op grootoogtonijn vist, bedraagt:



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen met ringzegens

    Maximaal aantal vaartuigen met beugen

    Spanje

    23

    190

    Frankrijk

    11

     

    Portugal

     

    79

    Unie

    34

    269




    BIJLAGE VII

    CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

    De experimentele visserij op ijsheek in het CCAMLR-verdragsgebied in 2020/2021 wordt beperkt tot:



    Tabel A

    Gemachtigde lidstaten, deelgebieden en maximaal aantal vaartuigen

    Lidstaat

    Gebied

    Maximaal aantal vaartuigen

    Spanje

    48,6

    1

    Spanje

    88,1

    1



    Tabel B

    TAC's en bijvangstbeperkingen

    De door de CCAMLR vastgestelde TAC's in onderstaande tabel worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de CCAMLR, dat aan de verdragsluitende partijen meedeelt wanneer de visserij wegens uitputting van de TAC moet worden stopgezet.

    Deelgebied

    Regio

    Seizoen

    SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1)

    Vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni) (in ton)/SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1)

    Vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni) (in ton)/geheel deelgebied

    Bijvangstbeperking (in ton)/SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1)

    Roggen

    (Rajiformes)

    Grenadiervissen (Macrourus spp.) (1)

    Andere soorten

    48.6

    Gehele deelgebied

    1 december 2020 tot en met 30 november 2021

    48.6_2

    112

    568

    6

    18

    18

    48.6_3

    30

    2

    5

    5

    48.6_4

    163

    8

    26

    26

    48.6_5

    263

    13

    42

    42

    88.1.

    Gehele deelgebied

    1 december 2020 tot en met 31 augustus 2021

    A, B, C, G (2)

    597

    3 140 (3)

    30

    96

    30

    G, H, I, J, K (4)

    2 072

    104

    317

    104

    Bijzondere onderzoekszone in het beschermd marien gebied in de Rosszee

    406

    20

    72

    20

    (1)   

    In gebied 88.1: wanneer de vangst van Grenadiervissen (Macrourus spp.) door één vaartuig in een periode van 10 dagen (d.w.z. van dag 1 tot en met dag 10, van dag 11 tot en met dag 20, of van dag 21 tot en met de laatste dag van de maand) in een SSRU meer dan 1 500 kg per periode van 10 dagen en meer dan 16 % van de vangst van Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) door dat vaartuig in dat SSRU bedraagt, moet het vaartuig de visserij in dat SSRU staken.

    (2)   

    Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten noorden van 70° Z.B.

    (3)   

    De doelsoort is Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni). Alle vangsten van Antarctische diepzeeheek (Dissostichus eleginoides) worden meegeteld voor de totale vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni).

    (4)   

    Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten zuiden van 70° Z.B.




    Aanhangsel

    DEEL A

    Coördinaten van de onderzoeksonderdelen 48.6

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_2

    54°00' Z.B. 01°00' O.L.

    55°00' Z.B. 01°00' O.L.

    55°00' Z.B. 02°00' O.L.

    55°30' Z.B. 02°00' O.L.

    55°30' Z.B. 04°00' O.L.

    56°30' Z.B. 04°00' O.L.

    56°30' Z.B. 07°00' O.L.

    56°00' Z.B. 07°00' O.L.

    56°00' Z.B. 08°00' O.L.

    54°00' Z.B. 08°00' O.L.

    54°00' Z.B. 09°00' O.L.

    53°00' Z.B. 09°00' O.L.

    53°00' Z.B. 03°00' O.L.

    53°30' Z.B. 03°00' O.L.

    53°30' Z.B. 02°00' O.L.

    54°00' Z.B. 02°00' O.L.

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_3

    64°30' Z.B. 01°00' O.L.

    66°00' Z.B. 01°00' O.L.

    66°00' Z.B. 04°00' O.L.

    65°00' Z.B. 04°00' O.L.

    65°00' Z.B. 07°00' O.L.

    64°30' Z.B. 07°00' O.L.

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_4

    68°20' Z.B. 10°00' O.L.

    68°20' Z.B. 13°00' O.L.

    69°30' Z.B. 13°00' O.L.

    69°30' Z.B. 10°00' O.L.

    69°45' Z.B. 10°00' O.L.

    69°45' Z.B. 06°00' O.L.

    69°00' Z.B. 06°00' O.L.

    69°00' Z.B. 10°00' O.L.

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_5

    71°00' Z.B. 15°00' W.L.

    71°00' Z.B. 13°00' W.L.

    70°30' Z.B. 13°00' W.L.

    70°30' Z.B. 11°00' W.L.

    70°30' Z.B. 10°00' W.L.

    69°30' Z.B. 10°00' W.L.

    69°30' Z.B. 09°00' W.L.

    70°00' Z.B. 09°00' W.L.

    70°00' Z.B. 08°00' W.L.

    69°30' Z.B. 08°00' W.L.

    69°30' Z.B. 07°00' W.L.

    70°30' Z.B. 07°00' W.L.

    70°30' Z.B. 10°00' W.L.

    71°00' Z.B. 10°00' W.L.

    71°00' Z.B. 11°00' W.L.

    71°30' Z.B. 11°00' W.L.

    71°30' Z.B. 15°00' W.L.



    Lijst van SSRU's

    Regio

    SSRU

    Grenslijn

    88,1

    A

    Van 60° Z.B. 150° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 65° Z.B., pal west naar 150° O.L., pal noord naar 60° Z.B.

    B

    Van 60° Z.B. 170° O.L., pal oost naar 179° O.L., pal zuid naar 66° 40′ Z.B., pal west naar 170° O.L., pal noord naar 60° Z.B.

    C

    Van 60° Z.B. 179° O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 70° Z.B., pal west naar 178° W.L., pal noord naar 66°40′ Z.B., pal west naar 179° O.L., pal noord naar 60° Z.B.

    D

    Van 65° Z.B. 150° O.L., pal oost naar 160° O.L., pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° O.L., pal noord naar 65° Z.B.

    E

    Van 65° Z.B. 160° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 68° 30′ Z.B., pal west naar 160° O.L., pal noord naar 65° Z.B.

    F

    Van 68° 30′ Z.B. 160° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° O.L., pal noord naar 68° 30′ Z.B.

    G

    Van 66°40′ Z.B. 170° O.L., pal oost naar 178° W.L., pal zuid naar 70° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 70°50′ Z.B., pal west naar 170° O.L., pal noord naar 66°40′ Z.B.

    H

    Van 70°50′ Z.B. 170° O.L., pal oost naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 73° Z.B., pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170° O.L., pal noord naar 70°50′ Z.B.

    I

    Van 70° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 73° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 70° Z.B.

    J

    Van 73° Z.B. aan de kust nabij 170° O.L., pal oost naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar 170° O.L., noordwaarts langs de kust tot 73° Z.B.

    K

    Van 73° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 76° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 73° Z.B.

    L

    Van 76° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 76° Z.B.

    M

    Van 73° Z.B. aan de kust nabij 169°30′ O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73° Z.B.

    DEEL B

    Kennisgeving van het voornemen om deel te nemen aan de visserij op antarctisch krill (euphausia superba)

    Algemene informatie

    Lid: …

    Visseizoen: …

    Naam van het vaartuig: …

    Verwacht vangstniveau (ton): …

    Dagelijkse verwerkingscapaciteit van het vaartuig (onverwerkt gewicht in ton): …

    Deelgebieden en sectoren voor de voorgenomen visserij

    Deze instandhoudingsmaatregel geldt voor kennisgevingen van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in de deelgebieden 48.1, 48.2, 48.3 en 48.4 en de sectoren 58.4.1 en 58.4.2. Van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in andere deelgebieden en sectoren moet kennis worden gegeven overeenkomstig CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 21-02 (2019).



    Deelgebied/Sector

    Kruis de passende vakjes aan

    48.1

    48.2

    48.3

    48.4

    58.4.1

    58.4.2



    Vangsttechniek:

    Kruis de passende vakjes aan

    □Conventioneel sleepnet

    □Continu vissysteem

    □Pomptechniek om de kuil leeg te maken

    □Andere methode: gelieve te specificeren

    Productsoorten en methoden die worden gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill



    Productsoort

    Methode die wordt gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill, indien van toepassing (zie bijlage 21-03/B) (1)

    Heel – bevroren

     

    Gekookt

     

    Meel

     

    Olie

     

    Ander product (gelieve te specificeren)

     

    (1)   

    Geef een gedetailleerde beschrijving van de methode indien deze niet is vermeld in bijlage 21-03/B.

    Netconfiguratie



    Netafmetingen

    Net 1

    Net 2

    Ander(e) net(ten)

    Netopening (mond)

     

     

     

    Maximale verticale opening (m)

     

     

     

    Maximale horizontale opening (m)

     

     

     

    Netomtrek aan de mond (1) (m)

     

     

     

    Oppervlakte mond (m2)

     

     

     

    Gemiddelde maaswijdte netpanelen (3) (mm)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    1e paneel

     

     

     

     

     

     

    2e paneel

     

     

     

     

     

     

    3e paneel

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Eindpaneel (kuil)

     

     

     

     

     

     

    (1)   

    Naar verwachting in operationele omstandigheden.

    (2)   

    Wijdte van buitenmazen, en van binnenmazen wanneer een binnennet wordt gebruikt.

    (3)   

    Binnenmaat van gestrekte maas op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019).

    Netdiagram(men): …

    Voor elk gebruikt net of voor elke wijziging in de netconfiguratie, zie het betrokken netdiagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de WG-EMM (Working Group on Ecosystem Monitoring and Management). De netdiagrammen moeten de volgende informatie bevatten:

    1. 

    lengte en breedte van elk paneel van het sleepnet (voldoende gedetailleerd om de berekening van de hoek van elk paneel met de waterstroom mogelijk te maken);

    2. 

    de maaswijdte (binnenmaat van de gestrekte maas, op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019)), vorm van de maas (bijvoorbeeld diamantvorm) en materiaal (bijvoorbeeld polypropyleen);

    3. 

    de constructie van de mazen (bijvoorbeeld geknoopt, gelast);

    4. 

    nadere gegevens over de linten (“streamers”) die in het sleepnet worden gebruikt (ontwerp, plaats op de panelen; vul “geen” in indien geen linten worden gebruikt); deze linten voorkomen dat Antarctisch krill de mazen verstopt of kan ontkomen.

    Inrichting voor het weren van zeezoogdieren

    Diagram(men) van de inrichting: …

    Voor elk type inrichting dat wordt gebruikt of voor elke wijziging in de configuratie van de inrichting, zie het betrokken diagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de WG-EMM.

    Verzamelen van akoestische gegevens

    Verstrek informatie over de echolood- en sonartoestellen die door het vaartuig worden gebruikt.



    Type (bijvoorbeeld echolood, sonar)

     

     

     

    Fabrikant

     

     

     

    Model

     

     

     

    Transducerfrequenties (kHz)

     

     

     

    Verzamelen van akoestische gegevens (gedetailleerde omschrijving):…

    Beschrijf de maatregelen die zullen worden genomen voor het verzamelen van akoestische gegevens met het oog op het verstrekken van informatie over de verspreiding en de abundantie van het bestand van Antarctisch krill (Euphausia superba) en andere pelagische soorten, zoals die van de families Myctophidae en Salpidae (SC-CAMLR-XXX, punt 2.10).



    RICHTSNOEREN VOOR DE RAMING VAN HET ONVERWERKTE GEWICHT AAN GEVANGEN ANTARCTISCH KRILL

    Methode

    Formule (kg)

    Parameter

    Beschrijving

    Soort

    Ramingsmethode

    Eenheid

    Volume opslagtank

    W*L*H*ρ*1 000

    W = breedte van de tank

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    L = lengte van de tank

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

    Variabele

    Omzetting volume naar massa

    kg/l

    H = hoogte van Antarctisch krill in tank

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    m

    Doorstromingsmeter (1)

    V*Fkrill*ρ

    V = volume van Antarctisch krill en water samen

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    liter

    Fkrill = fractie van Antarctisch krill in het monster

    Specifiek voor de trek (1)

    Volumecorrectie doorstromingsmeter

     

    ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

    Variabele

    Omzetting volume naar massa

    kg/l

    Doorstromingsmeter (2)

    (V*ρ)–M

    V = volume krillpasta

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    liter

    M = hoeveelheid aan het proces toegevoegd water, omgezet in massa

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    kg

    ρ = dichtheid krillpasta

    Variabele

    Directe waarneming

    kg/l

    Bandweegschaal

    M*(1–F)

    M = massa van Antarctisch krill en water samen

    Specifiek voor de trek (2)

    Directe waarneming

    kg

    F = fractie van water in het monster

    Variabele

    Massacorrectie bandweegschaal

     

    Opvangbak

    (M–Mopvangbak)*N

    Mopvangbak = massa van lege opvangbak

    Constante

    Directe waarneming vóór het vissen

    kg

    M = gemiddelde massa van Antarctisch krill en opvangbak samen

    Variabele

    Directe waarneming, vóór het invriezen, uitgelekt

    kg

    N = aantal opvangbakken

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

     

    Omzetting in meel

    Mmeel*MCF

    Mmeel = massa geproduceerd meel

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    kg

    MCF = meelomzettingsfactor

    Variabele

    Omzetting van meel naar volledig krill

     

    Volume van de kuil

    W*H*L*ρ*π/4*1 000

    W = breedte van de kuil

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    H = hoogte van de kuil

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

    Variabele

    Omzetting volume naar massa

    kg/l

    L = lengte van de kuil

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    m

    Andere

    Gelieve te specificeren

     

     

     

     

    (1)   

    Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.

    (2)   

    Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van twee uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.

    Stappen van de waarneming en frequentie



    Volume opslagtank

    Bij de aanvang van de visserij

    Meet de breedte en de lengte van de opslagtank (indien de tank niet rechthoekig is, kunnen extra metingen nodig zijn; nauwkeurigheid ± 0,05 m).

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de opslagtank is genomen.

    Elke trek

    Meet de hoogte van het Antarctisch krill in de tank (indien het Antarctisch krill tussen de trekken in de tank wordt bewaard, meet dan het verschil in hoogte: nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Doorstromingsmeter (1)

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of de doorstromingsmeter volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet.

    Meer dan eens per maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa (ρ) op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de doorstromingsmeter is genomen.

    Elke trek (2)

    Neem een monster uit de doorstromingsmeter en:

    — bepaal het volume (bijvoorbeeld 10 liter) van Antarctisch krill en water samen;

    — maak een raming van de volumecorrectie van de doorstromingsmeter op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Doorstromingsmeter (2)

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of beide doorstromingsmeters (één voor het krillproduct en één voor het toegevoegde water) geijkt zijn (dat wil zeggen dat beide dezelfde correcte aflezing geven).

    Elke week (1)

    Maak een raming van de dichtheid (ρ) van het krillproduct (gemalen krillpasta) door de massa te meten van een bekend volume krillproduct (bijvoorbeeld 10 liter) afkomstig van de desbetreffende doorstromingsmeter.

    Elke trek (2)

    Lees beide doorstromingsmeters af, en bereken het totale volume van het krillproduct (gemalen krillpasta) en van het toegevoegde water; de dichtheid van water wordt geacht 1 kg/l te zijn.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Bandweegschaal

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of de bandweegschaal volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet.

    Elke trek (2)

    Neem een monster uit de bandweegschaal en:

    — bepaal de massa van Antarctisch krill en water samen,

    — maak een raming van de massacorrectie van de bandweegschaal op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Opvangbak

    Voorafgaand aan de visserij

    Bepaal de massa van de opvangbak (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet de massa van elk type worden bepaald; nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

    Elke trek

    Bepaal de massa van Antarctisch krill en opvangbak samen (nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

    Tel het aantal gebruikte opvangbakken (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet het aantal opvangbakken van elk type worden geteld).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Omzetting in meel

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van meel naar volledig krill door 1 000 tot 5 000 kg aan (uitgelekt) volledig Antarctisch krill te verwerken.

    Elke trek

    Bepaal de massa geproduceerd meel.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Volume van de kuil

    Bij de aanvang van de visserij

    Meet de breedte en de hoogte van de kuil (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de kuil is genomen.

    Elke trek

    Meet de lengte van het gedeelte van de kuil dat Antarctisch krill bevat (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    (1)   

    Een nieuwe periode vangt aan wanneer het vaartuig zich naar een nieuw deelgebied of een nieuwe sector begeeft.

    (2)   

    Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.




    BIJLAGE VIII

    IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED

    1. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op tropische tonijn mag vissen



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    22

    61 364

    Frankrijk

    27

    45 383

    Portugal

    5

    1 627

    Italië

    1

    2 137

    Unie

    55

    110 511

    2. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op zwaardvis en witte tonijn mag vissen



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    27

    11 590

    Frankrijk

    41 (1)

    7 882

    Portugal

    15

    6 925

    Unie

    83

    26 397

    (1)   

    In dit aantal zijn geen in Mayotte geregistreerde vaartuigen begrepen; het aantal kan in de toekomst worden verhoogd in overeenstemming met het vlootontwikkelingsplan van Mayotte.

    3. De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.

    4. De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op tropische tonijn vissen.




    BIJLAGE IX

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED

    Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op zwaardvis mag vissen



    Spanje

    14

    Unie

    14

    Maximaal aantal ringzegenvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op tropische tonijn mag vissen



    Spanje

    4

    Unie

    4



    ( 1 ) Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).

    ( 2 ) Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 3943/90, (EG) nr. 66/98 en (EG) nr. 1721/1999 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).

    ( 3 ) Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).

    ( 4 ) Gesloten bij Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

    ( 5 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

    ( 6 ) De Unie is tot die overeenkomst toegetreden bij Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

    ( 7 ) Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).

    ( 8 ) Gesloten bij Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

    ( 9 ) De Unie is tot die overeenkomst toegetreden bij Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

    ( 10 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 2012/130/EU van de Raad van 3 oktober 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 1).

    ( 11 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

    ( 12 ) Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).

    ( 13 ) Alle types bodemtrawls (OTB, OTT, PTB, TBB, TBN, TBS en TB).

    ( 14 ) Alle types zegens (SSC, SDN, SPR, SV, SB en SX).

    ( 15 ) Alle typen bodemtrawls (OTB, OTT, PTB, TBB, TBN, TBS en TB).

    ( 16 ) Alle typen zegens (SSC, SDN, SPR, SV, SB en SX).

    ( 17 ) Alle beuglijnen en hengels (LHP, LHM, LLD, LL, LTL, LX en LLS).

    ( 18 ) Alle vaste kieuwnetten en vallen (GTR, GNS, GNC, FYK, FPN en FIX).

    ( 19 ) Vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX, PTB, SDN, SSC, SX, LL, LLS.

    ( 20 ) Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 973/2001 (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3).

    ( 21 ) Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

    ( 22 ) Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot instelling van een tijdelijke specifieke actie ter bevordering van de herstructurering van de door de economische crisis getroffen vissersvloten van de Europese Gemeenschap (PB L 202 van 31.7.2008, blz. 1).

    ( 23 ) Richtlijn (EU) 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende de instelling van een Uniekader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad (PB L 157 van 20.6.2017, blz. 1).

    ( 24 ) De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.

    ( 25 ) De in punt 5 vermelde aantallen moeten worden aangepast in het licht van de visserijplannen die de lidstaten uiterlijk op 31 januari 2021 indienen met het oog op goedkeuring door Panel 2 van de Iccat.

    Top