Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02016R0072-20160101

    Consolidated text: Verordening (EU) 2016/72 van de Raad van 22 januari 2016 tot vaststelling, voor 2016, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Uniewateren en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/72/2016-01-01

    2016R0072 — NL — 01.01.2016 — 000.004


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    VERORDENING (EU) 2016/72 VAN DE RAAD

    van 22 januari 2016

    tot vaststelling, voor 2016, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Uniewateren en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104

    (PB L 022 van 28.1.2016, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    VERORDENING (EU) 2016/458 VAN DE RAAD van 30 maart 2016

      L 80

    1

    31.3.2016

    ►M2

    VERORDENING (EU) 2016/891 VAN DE RAAD van 6 juni 2016

      L 151

    1

    8.6.2016

    ►M3

    VERORDENING (EU) 2016/1252 VAN DE RAAD van 28 juli 2016

      L 205

    2

    30.7.2016


    Gerectificeerd bij:

    ►C1

    Rectificatie, PB L 227, 20.8.2016, blz.  5 (2016/72)




    ▼B

    VERORDENING (EU) 2016/72 VAN DE RAAD

    van 22 januari 2016

    tot vaststelling, voor 2016, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Uniewateren en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104



    TITEL I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Onderwerp

    1.  Bij deze verordening worden de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie beschikbaar zijn.

    2.  De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:

    a) de vangstbeperkingen voor 2016 en, waar zulks in de onderhavige verordening is bepaald, voor 2017;

    b) de beperkingen van de visserijinspanning voor de periode van 1 februari 2016 tot en met 31 januari 2017, tenzij andere perioden voor inspanningsbeperkingen zijn vastgesteld in de artikelen 9, 31 en 32 en in bijlage IIE;

    c) de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2015 tot en met 30 november 2016 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied;

    d) de vangstmogelijkheden voor bepaalde bestanden in het IATTC-verdragsgebied als vastgesteld in artikel 28 voor de in die bepaling gespecificeerde perioden in 2016 en 2017.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:

    a) vissersvaartuigen van de Unie;

    b) vaartuigen van derde landen in de wateren van de Unie.

    Deze verordening is tevens van toepassing op recreatievisserijen indien in de ter zake relevante bepalingen uitdrukkelijk naar deze visserijen wordt verwezen.

    Artikel 3

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Bovendien wordt verstaan onder:

    a)

    „vaartuig van de Unie” : een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;

    b)

    „recreatievisserijen” : niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de mariene levende aquatische rijkdommen worden geëxploiteerd voor doeleinden als vrijetijdsbesteding, toerisme of sport;

    c)

    „internationale wateren” : wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;

    d)

    „totale toegestane vangst” (TAC) :

    i) in visserijen die vallen onder de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde aanlandingsverplichting: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden gevangen;

    ii) in de overige visserijen: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden aangeland;

    e)

    „quotum” : een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;

    f)

    „analytische evaluaties” : een kwantitatieve evaluatie van trends in een bepaald bestand, op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van het bestand die blijkens wetenschappelijke toetsing van toereikende kwaliteit zijn om wetenschappelijke adviezen over opties voor toekomstige vangsten te verschaffen;

    g)

    „maaswijdte” : de maaswijdte van visnetten als vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 517/2008 van de Commissie ( 1 );

    h)

    „vissersvlootregister van de Unie” : het register dat door de Commissie is ingesteld overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    i)

    „visserijlogboek” : het logboek als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    Artikel 4

    Visserijzones

    Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:

    a)

    voor de ICES-gebieden (International Council for the Exploration of the Sea — Internationale Raad voor het onderzoek van de zee) : de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 gespecificeerde geografische gebieden ( 2 );

    b)

    voor het Skagerrak : het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust;

    c)

    voor het Kattegat : het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;

    d)

    voor functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied VII :

    het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

     53°30′ NB 15°00′ WL,

     53°30′ NB 11°00′ WL,

     51°30′ NB 11°00′ WL,

     51°30′ NB 13°00′ WL,

     51°00′ NB 13°00′ WL,

     51°00′ NB 15°00′ WL,

     53°30′ NB 15°00′ WL;

    e)

    voor functionele eenheid 26 van ICES-sector Ixa :

    het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

     43 00′ NB 8°00′ WL,

     43 00′ NB 10°00′ WL,

     42 00′ NB 10°00′ WL,

     42 00′ NB 8°00′ WL;

    f)

    voor functionele eenheid 27 van ICES-sector Ixa :

    het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

     42 00′ NB 8°00′ WL,

     42 00′ NB 10°00′ WL,

     38 30′ NB 10°00′ WL,

     38 30′ NB 9°00′ WL,

     40 00′ NB 9°00′ WL,

     40 00′ NB 8°00′ WL;

    g)

    voor de Golf van Cádiz : het geografische gebied van ICES-sector IXa ten oosten van 7° 23′ 48″ WL;

    h)

    voor de CECAF-gebieden (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries — Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan) : de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) gespecificeerde geografische gebieden;

    i)

    voor de NAFO-gebieden (Northwest Atlantic Fisheries Organisation — Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan) : de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad gespecificeerde geografische gebieden ( 4 );

    j)

    voor het SEAFO-verdragsgebied (South East Atlantic Fisheries Organisation — Visserijorganisatie voor het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan) : het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan omschreven geografische gebied ( 5 );

    k)

    voor het ICCAT-verdragsgebied (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas — Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen) : het in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen omschreven geografische gebied ( 6 );

    l)

    voor het CCAMLR-verdragsgebied (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources — Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren) : het in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 omschreven geografische gebied ( 7 );

    m)

    voor het IATTC-verdragsgebied (Inter-American Tropical Tuna Commission — InterAmerikaanse Commissie voor tropische tonijn) : het geografische gebied als omschreven in het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica („het Verdrag van Antigua”) ( 8 );

    n)

    voor het IOTC-verdragsgebied (Indian Ocean Tuna Commission — Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) : het in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan omschreven geografische gebied ( 9 );

    o)

    voor het SPRFMO-verdragsgebied (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation — Regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan) : het geografische gebied op open zee ten zuiden van 10° NB, ten noorden van het CCAMLR-verdragsgebied, ten oosten van het SIOFA-verdragsgebied zoals omschreven in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan ( 10 ), en ten westen van de gebieden die onder de visserij-jurisdictie van de Zuid-Amerikaanse staten vallen;

    p)

    voor het WCPFC-verdragsgebied (Western and Central Pacific Fisheries Commission — Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan) : het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan omschreven geografische gebied ( 11 );

    q)

    voor de volle zee van de Beringzee : het geografische gebied van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijlen van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zee van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten;

    r)

    voor het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied :

    het geografische gebied dat wordt begrensd door

     lengtegraad 150°WL,

     lengtegraad 130°WL,

     breedtegraad 4°ZB,

     breedtegraad 50°ZB.



    TITEL II

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE



    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    Artikel 5

    TAC's en toewijzingen

    1.  De TAC's voor vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van de Unie of bepaalde wateren buiten de Unie en de toewijzing van deze TAC's aan de lidstaten, alsmede eventuele voorwaarden die er functioneel verband mee houden, worden vastgesteld in bijlage I.

    2.  Vissersvaartuigen van de Unie mogen, met inachtneming van de in bijlage I vastgestelde TAC's en de voorschriften van artikel 15 en bijlage III van de onderhavige verordening en van Verordening (EG) nr. 1006/2008 ( 12 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, vissen in de wateren die onder de visserij-jurisdictie van de Faeröer, Groenland, IJsland en Noorwegen vallen, en in de visserijzone rond Jan Mayen.

    Artikel 6

    Door de lidstaten vast te stellen TAC's

    1.  Voor bepaalde visbestanden worden de TAC's door de betrokken lidstaat vastgesteld. Deze bestanden worden opgesomd in bijlage I.

    2.  De door een lidstaat vast te stellen TAC's:

    a) zijn consistent met de beginselen en voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en met name met het beginsel van duurzame exploitatie van de bestanden, en

    b) zijn zodanig gekozen dat:

    i) indien er analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand met een zo groot mogelijke waarschijnlijkheid vanaf 2016 overeenstemt met de maximale duurzame opbrengst;

    ii) indien er geen of onvolledige analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand voldoet aan de voorzorgsbenadering van het visserijbeheer.

    3.  Elke betrokken lidstaat verstrekt de Commissie uiterlijk op 15 maart 2016 de volgende gegevens:

    a) de vastgestelde TAC's;

    b) de door de lidstaat verzamelde en beoordeelde gegevens waarop de vastgestelde TAC's zijn gebaseerd;

    c) nadere gegevens over hoe de vastgestelde TAC's aan lid 2 voldoen.

    Artikel 7

    Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

    1.  Vangsten waarvoor de aanlandingsverplichting van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 niet geldt, mogen slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits:

    a) de vis is gevangen met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en dat quotum nog niet is opgebruikt, of

    b) de vis deel uitmaakt van een quotum van de Unie dat niet in de vorm van quota over de lidstaten is verdeeld, en dat quotum van de Unie nog niet is opgebruikt.

    2.  De in artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde bestanden van niet-doelsoorten die zich binnen biologisch veilige grenzen bevinden, worden in bijlage I bij deze verordening vastgesteld met het oog op de afwijking van de verplichting om vangsten in mindering te brengen op de betrokken, in dat artikel bedoelde quota.

    Artikel 8

    Beperkingen van de visserij-inspanning

    Voor de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde perioden gelden de volgende visserij-inspanningsmaatregelen:

    a) bijlage IIA voor het beheer van sommige kabeljauw-, tong- en scholbestanden in het Kattegat, het Skagerrak, het deel van ICES-sector IIIa dat niet behoort tot het Skagerrak en het Kattegat, ICES-deelgebied IV en de ICES-sectoren VIa, VIIa en VIId en de wateren van de Unie van de ICES-sectoren IIa en Vb;

    b) bijlage IIB met het oog op het herstel van heek en langoustine in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz;

    c) bijlage IIC voor het beheer van het tongbestand in ICES-sector VIIe.

    Artikel 9

    Vangst- en inspanningsbeperkingen voor de diepzeevisserij

    1.  Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002 ( 13 ), op grond waarvan vaartuigen in het bezit moeten zijn van een diepzeevisdocument, is van toepassing op Groenlandse heilbot (ook wel „zwarte heilbot” genoemd). Voor het vangen, aan boord houden, overladen en aanlanden van Groenlandse heilbot/zwarte heilbot gelden de voorwaarden van dat artikel.

    2.  Dit lid is alleen van toepassing op visreizen tijdens welke meer dan 100 kg andere diepzeesoorten dan grote zilvervis is gevangen.

    De lidstaten zorgen ervoor dat de voor 2016 geldende visserij-inspanningsniveaus, gemeten in kilowattdagen buitengaats, van vaartuigen met diepzeevisdocumenten als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002, niet meer bedragen dan 65 % van de gemiddelde jaarlijkse visserij-inspanning die de vaartuigen van de betrokken lidstaat in 2003 hebben geleverd op reizen tijdens welke deze vaartuigen over diepzeevisdocumenten beschikten of diepzeesoorten als opgesomd in de bijlagen I en II bij die verordening, hebben gevangen. Dit lid is alleen van toepassing op visreizen tijdens welke meer dan 100 kg andere diepzeesoorten dan grote zilvervis is gevangen.

    Artikel 10

    Maatregelen inzake zeebaarsvisserijen

    1.  Het is voor vissersvaartuigen van de Unie verboden om op zeebaars te vissen in de ICES-sectoren VIIb, VIIc, VIIj en VIIk, alsmede in de wateren van de ICES-sectoren VIIa en VIIg buiten 12 zeemijl vanaf de basislijn die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen. Het is voor vissersvaartuigen van de Unie tevens verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, aan boord te hebben, over te laden, te verplaatsen of aan te landen.

    2.  Van 1 januari tot en met 30 juni 2016 is het voor vissersvaartuigen van de Unie verboden om op zeebaars te vissen en om zeebaars die in die gebieden is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen in de volgende gebieden:

    a) de ICES-sectoren IVb, IVc, VIIa en van VIId tot VIIh;

    b) wateren binnen 12 zeemijl vanaf de basislijn die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen in de ICES-sectoren VIIa en VIIg.

    In afwijking van de eerste alinea gelden in de in die alinea bedoelde gebieden de volgende maatregelen:

    a) Vissersvaartuigen die gebruikmaken van bodemtrawls en zegennetten ( 14 ), mogen wel vangsten zeebaars aan boord hebben die niet groter zijn dan 1 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord.

    b) Vissersvaartuigen van de Unie die met haken en lijnen alsmede vaste kieuwnetten ( 15 ) vissen, mogen in januari 2016 en van 1 april tot en met 30 juni 2016 op zeebaars vissen, en zij mogen elk maximaal 1 300 kilogram in dat gebied gevangen zeebaars aan boord hebben, overladen, verplaatsen of aanlanden.

    3.  Van 1 juli tot en met 31 december 2016 is het voor vissersvaartuigen van de Unie die met haken en lijnen alsmede vaste kieuwnetten vissen verboden om per vaartuig en per maand meer dan 1 300 kg zeebaars te vangen alsmede voor vissersvaartuigen van de Unie die met ander tuig vissen om per vaartuig en per maand meer dan 1 000 kg zeebaars te vangen, in de volgende gebieden:

    a) ICES-sectoren IVb, IVc, VIId, VIIe, VIIf en VIIh;

    b) wateren binnen 12 zeemijl vanaf de basislijn die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen in de ICES-sectoren VIIa en VIIg.

    Tijdens die periode is het voor vissersvaartuigen van de Unie tevens verboden om de in de eerste alinea aangegeven hoeveelheden in die gebieden gevangen zeebaars aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

    4.  Overdracht van de in de leden 2 en 3 vastgestelde vangstbeperkingen van de ene maand naar de andere of tussen vaartuigen is verboden. De lidstaten melden uiterlijk 20 dagen na het einde van elke maand aan de Commissie hoeveel zeebaars per vistuigtype is gevangen.

    Voor vissersvaartuigen van de Unie die meer dan een vistuig in een kalendermaand gebruiken, geldt voor elk vistuig de laagste in lid 3 vastgestelde vangstbeperking.

    5.  Van 1 januari tot en met 30 juni 2016 moet in het kader van de recreatievisserij in ICES-sectoren IVb, IVc, VIIa en van VIId tot en met VIIh gevangen zeebaars weer worden teruggezet, eventueel vanaf de kust. Het is gedurende die periode verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, aan boord te hebben, over te laden, te verplaatsen of aan te landen.

    6.  In het kader van recreatievisserijen, inclusief vanaf de kust, mag elke visser niet meer dan één zeebaars per dag houden gedurende de volgende perioden en in de volgende gebieden:

    a) van 1 juli tot en met 31 december 2016 in de ICES-sectoren IVb, IVc, VIIa en van VIId tot VIIh;

    b) van 1 januari tot en met 31 december 2016 in de ICES-sectoren VIIj en VIIk.

    Artikel 11

    Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden

    1.  De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening aan de lidstaten toegewezen onverminderd:

    a) het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    b) kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    c) nieuwe toewijzingen op grond van artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1006/2008;

    d) het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    e) de op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 naar het volgende jaar overgedragen hoeveelheden;

    f) kortingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    g) overdrachten en uitwisselingen van quota overeenkomstig artikel 15 van deze verordening;

    h) extra toewijzingen overeenkomstig artikel 15 van deze verordening.

    2.  Bestanden waarvoor voorzorgs-TAC's of analytische TAC's zijn vastgesteld, zijn opgenomen in bijlage I bij de onderhavige verordening met het oog op het meerjarenbeheer van de TAC's en quota als bedoeld in Verordening (EG) nr. 847/96.

    3.  Tenzij anders vermeld in bijlage I bij de onderhavige verordening, is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor voorzorgs-TAC's zijn vastgesteld, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor analytische TAC's zijn vastgesteld.

    4.  De artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 zijn niet van toepassing wanneer een lidstaat gebruik maakt van de jaarflexibiliteit als vastgesteld in artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

    Artikel 12

    Gesloten visseizoenen

    1.  Van 1 mei tot en met 31 mei 2016 is het verboden om de volgende soorten op de Porcupine Bank te bevissen of aan boord te houden: kabeljauw, scharretongen, zeeduivels, schelvis, wijting, heek, langoustine, schol, witte koolvis, zwarte koolvis, roggen, tong, lom, blauwe leng, leng en doornhaai.

    Voor de toepassing van dit lid omvat de Porcupine Bank het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:



    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    52 27′ NB

    12 19′ WL

    2

    52 40′ NB

    12 30′ WL

    3

    52 47′ NB

    12 39,600′ WL

    4

    52 47′ NB

    12 56′ WL

    5

    52 13,5′ NB

    13 53,830′ WL

    6

    51 22′ NB

    14 24′ WL

    7

    51 22′ NB

    14 03′ WL

    8

    52 10′ NB

    13 25′ WL

    9

    52 32′ NB

    13 07,500′ WL

    10

    52 43′ NB

    12 55′ WL

    11

    52 43′ NB

    12 43′ WL

    12

    52 38,800′ NB

    12 37′ WL

    13

    52 27′ NB

    12 23′ WL

    14

    52 27′ NB

    12 19′ WL

    In afwijking van de eerste alinea is het vaartuigen toegestaan door de Porcupine Bank te varen met de in die alinea genoemde soorten aan boord, overeenkomstig artikel 50, leden 3, 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    2.  De commerciële visserij op zandspiering met bodemtrawls, zegennetten of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is in de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2016 en van 1 augustus tot en met 31 december 2016.

    Het in de eerste alinea vervatte verbod geldt tevens voor vaartuigen van derde landen die op zandspiering mogen vissen in de wateren van de Unie van ICES-deelgebied IV.

    Artikel 13

    Verbodsbepalingen

    1.  Het is vissersvaartuigen van de Unie verboden de onderstaande soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

    a) sterrog (Amblyraja radiata) in wateren van de Unie van de ICES-sectoren IIa, IIIa en VIId en ICES-deelgebied IV;

    b) witte haai (Carcharodon carcharías) in alle wateren;

    c) schubzwelghaai (Centrophorus squamosus) in de wateren van de Unie van ICES-sector IIa en -deelgebied IV en in wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en XIV;

    d) Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en -deelgebied IV en in wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en XIV;

    e) reuzenhaai (Cetorhinus maximus) in alle wateren;

    f) zwarte haai (Dalatias licha) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en -deelgebied IV en in wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en XIV;

    g) spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en -deelgebied IV en in wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en XIV;

    h) vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

    i) grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en -deelgebied IV en in wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en XIV;

    j) gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en -deelgebied IV en in wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV;

    k) ruwe haai (Galeorhinus galeus), wanneer gevist wordt met de beug in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en -deelgebied IV en in wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV;

    l) haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren;

    m) rifmanta (Manta alfredi) in alle wateren;

    n) reuzenmanta (Manta birostris) in alle wateren;

    o) de volgende soorten roggen van het geslacht Mobula in alle wateren:

    i) duivelsrog (Mobula mobular);

    ii) Afrikaanse duivelsrog (Mobula rochebrunei);

    iii) gestekelde duivelsrog (Mobula japanica);

    iv) gladstaartduivelsrog (Mobula thurstoni);

    v) langvinduivelsrog (Mobula eregoodootenkee);

    vi) dwergduivelsrog (Mobula munkiana);

    vii) sikkelvinduivelsrog (Mobula tarapacana);

    viii) kortvinduivelsrog (Mobula kuhlii);

    ix) Atlantische duivelsrog (Mobula hypostoma);

    p) de volgende zaagrogsoorten (Pristidae), in alle wateren:

    i) mestandzaagrog (Anoxypristis cuspidata);

    ii) dwergzaagrog (Pristis clavata);

    iii) kleintandzaagrog (Pristis pectinata);

    iv) gewone zaagrog (Pristis pristis);

    v) groene zaagrog (Pristis zijsron);

    q) stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector IIIa;

    r) Noorse rog (Raja (Dipturus) nidarosiensis) in wateren van de Unie van de ICES-sectoren VIa, VIb, VIIa, VIIb, VIIc, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk;

    s) golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI en X;

    t) witte rog (Raja alba) in wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

    u) gitaarroggen (Rhinobatidae) in wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII;

    v) zee-engel (Squatina squatina) in wateren van de Unie.

    2.  Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    Artikel 14

    Toezending van gegevens

    Wanneer de lidstaten overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde bestandscodes.



    HOOFDSTUK II

    Extra toewijzingen voor vaartuigen die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij

    Artikel 15

    Extra toewijzingen

    1.  Voor bepaalde bestanden kan een lidstaat een extra toewijzing toekennen aan vaartuigen die zijn vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij. Deze bestanden worden opgesomd in bijlage I.

    2.  De in lid 1 bedoelde extra toewijzing mag niet meer bedragen dan de algemene limiet die in bijlage I is bepaald als een percentage van het aan die lidstaat toegewezen quotum.

    Artikel 16

    Aan de extra toewijzingen verbonden voorwaarden

    1.  De in artikel 15 bedoelde extra toewijzingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a) de lidstaten zorgen voor het uitvoerig en accuraat documenteren van alle visreizen en voor passende capaciteit en middelen, waaronder waarnemers, gesloten camerasystemen (CCTV) en overige middelen. De lidstaten nemen daarbij het beginsel van doelmatigheid en evenredigheid in acht;

    b) de extra toewijzing die wordt toegekend aan een individueel vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bedraagt niet meer dan:

    i) 75 % van de teruggooi van het bestand zoals die door de betrokken lidstaat is geraamd voor het vaartuigtype waartoe het betrokken vaartuig behoort;

    ii) 30 % van de individuele toewijzing van het vaartuig vóór de deelname aan de proeven;

    c) alle vangsten van het vaartuig uit het bestand waarvoor de extra toewijzing is toegekend, inclusief vissen die kleiner zijn dan de minimale aanlandingsmaat zoals vastgesteld in bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad ( 16 ) worden in mindering gebracht op de individuele toewijzing voor het vaartuig welke resulteert uit de krachtens artikel 15 van deze verordening toegekende extra toewijzing;

    d) wanneer een vaartuig de individuele toewijzing voor een bestand waarvoor een extra toewijzing is toegekend, volledig heeft opgebruikt, dienen alle visserijactiviteiten van dat vaartuig in het betrokken TAC-gebied te worden stopgezet;

    e) wat betreft de bestanden waarvoor dit artikel kan worden toegepast, kunnen de lidstaten overdrachten van de individuele toewijzing of een deel daarvan van vaartuigen die niet deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij aan deelnemende vaartuigen toestaan, op voorwaarde dat kan worden aangetoond dat de teruggooi van de niet-deelnemende vaartuigen niet toeneemt.

    2.  Onverminderd lid 1, onder b), i), kan een lidstaat bij wijze van uitzondering aan een vaartuig dat zijn vlag voert, een extra toewijzing toekennen van meer dan 75 % van de voor het vaartuigtype waartoe het betrokken vaartuig behoort, geraamde teruggooi, op voorwaarde dat:

    a) het voor het betrokken vaartuigtype geraamde teruggooipercentage voor het betrokken bestand minder dan 10 % bedraagt;

    b) het opnemen van dat type vaartuig belangrijk is voor het evalueren van het potentieel van de overeenkomstig lid 1, onder a), gebruikte toezichtsmiddelen;

    c) een algemeen maximum van 75 % van de geraamde teruggooi door alle vaartuigen die aan de proeven deelnemen, niet wordt overschreden.

    3.  Voordat een lidstaat de in artikel 15 bedoelde extra toewijzing toekent, deelt hij de Commissie de volgende gegevens mee:

    a) de lijst van vaartuigen die zijn vlag voeren en deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij;

    b) de specificaties van de elektronische systemen voor toezicht op afstand die aan boord van die vaartuigen zijn geïnstalleerd;

    c) de capaciteit, het type en de specificaties van het vistuig dat door die vaartuigen wordt gebruikt;

    d) de geraamde teruggooi voor elk vaartuigtype dat aan de proeven deelneemt;

    e) de hoeveelheden die in 2015 door aan de proeven deelnemende vaartuigen zijn gevangen uit het bestand waarvoor de betrokken TAC geldt.

    Artikel 17

    Verwerking van persoonsgegevens

    Voor zover het registreren van de overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder a), van deze verordening verkregen gegevens gepaard gaat met de verwerking van persoonsgegevens in de zin van Richtlijn 95/46/EG, is die richtlijn op de verwerking van die gegevens van toepassing.

    Artikel 18

    Intrekking van extra toewijzingen

    Wanneer een lidstaat vaststelt dat een vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 16, trekt die lidstaat de extra toewijzing voor dat vaartuig onmiddellijk in en sluit hij dat vaartuig voor de rest van het jaar 2016 uit van deelname aan de proeven.

    Artikel 19

    Wetenschappelijke toetsing van de beoordelingen van de teruggooi

    De Commissie kan iedere lidstaat die een beroep doet op dit hoofdstuk, verzoeken zijn beoordeling van de teruggooi per vaartuigtype ter evaluatie voor te leggen aan een wetenschappelijk adviesorgaan, teneinde toe te zien op de naleving van de in artikel 16, lid 1, onder b), i), gestelde voorwaarde. Bij ontstentenis van een beoordeling die deze teruggooi bevestigt, neemt de betrokken lidstaat passende maatregelen om aan die voorwaarde te voldoen en stelt hij de Commissie hiervan in kennis.



    HOOFDSTUK III

    Vismachtigingen in wateren van derde landen

    Artikel 20

    Vismachtigingen

    1.  Het maximum aantal vismachtigingen voor vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen wordt vastgesteld in bijlage III.

    2.  Indien een lidstaat quota in de in bijlage III bij deze verordening genoemde visserijzones op basis van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 aan een andere lidstaat overdraagt (ruil of „swap”), worden daarbij ook de overeenkomstige vismachtigingen overgedragen en wordt de Commissie hiervan in kennis gesteld. Het in bijlage III bij deze verordening vastgestelde totale aantal vismachtigingen per visserijzone mag echter niet worden overschreden.



    HOOFDSTUK IV

    Vangstmogelijkheden in wateren van regionale organisaties voor visserijbeheer

    Artikel 21

    Overdrachten en uitwisselingen van quota

    1.  Indien volgens de voorschriften van een regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) overdrachten en uitwisselingen van quota tussen de verdragsluitende partijen bij een ROVB zijn toegestaan, kan een lidstaat (hierna „de betrokken lidstaat” genoemd) met een verdragsluitende partij bij de ROVB besprekingen aanknopen en, in voorkomend geval, mogelijke lijnen uitzetten voor een geplande overdracht of uitwisseling van quota.

    2.  De betrokken lidstaat brengt de mogelijke lijnen voor een geplande overdracht of uitwisseling van quota die hij met de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB heeft besproken, ter kennis van de Commissie, die daaraan haar goedkeuring kan hechten. Vervolgens wisselt de Commissie onverwijld met de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB de mededeling uit dat ermee wordt ingestemd gebonden te zijn door de overdracht of uitwisseling van quota. De Commissie brengt daarna de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota ter kennis van het secretariaat van de ROVB overeenkomstig de voorschriften van deze organisatie.

    3.  De Commissie brengt de lidstaten op de hoogte van de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota.

    4.  De vangstmogelijkheden die in het kader van de overdracht of uitwisseling van quota worden ontvangen van of overgedragen aan de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB, worden beschouwd als quota die aan de betrokken lidstaat worden toegewezen dan wel in mindering worden gebracht op de toewijzing van de betreffende lidstaat, met ingang van het tijdstip dat de overdracht of uitwisseling van quota in werking treedt overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst die met de betrokken verdragsluitende partij bij de ROVB is gesloten, of, in voorkomend geval, overeenkomstig de voorschriften van de betrokken ROVB. Overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten wijzigt een dergelijke toewijzing de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten niet.

    ▼M3

    5.  Dit artikel is van toepassing tot en met 31 januari 2017 voor overdrachten van quota van een verdragsluitende partij bij een ROVB naar de Unie en de daaropvolgende toewijzing ervan aan de lidstaten.

    ▼B



    Afdeling 1

    ICCAT-verdragsgebied

    Artikel 22

    Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit voor blauwvintonijn

    1.  Het aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 1.

    2.  Het aantal in het kader van de ambachtelijke kustvisserij vissende vaartuigen van de Unie dat in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 2.

    3.  Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 3.

    4.  Het aantal en de totale in brutotonnage uitgedrukte capaciteit van de vissersvaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee op blauwvintonijn mogen vissen, deze aan boord mogen houden en mogen overladen, vervoeren of aanlanden, worden beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 4.

    5.  Het aantal tonnara's dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee wordt gebruikt bij de visserij op blauwvintonijn, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 5.

    6.  De capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn, alsmede de maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die wordt toegewezen aan kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, worden beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 6.

    Artikel 23

    Recreatievisserij

    In voorkomend geval kennen de lidstaten een specifiek quotum van de hun in bijlage ID toegekende quota toe aan de recreatievisserij.

    Artikel 24

    Haaien

    1.  In alle visserijen geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van grootoogvoshaaien (Alopias superciliosus).

    2.  Het is verboden gericht te vissen op voshaaisoorten van het geslacht Alopias.

    3.  In verband met visserijen in het ICCAT-verdragsgebied geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van Sphyrna tiburo).

    4.  In alle visserijen geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).

    5.  In alle visserijen geldt een verbod op het aan boord houden van zijdehaaien (Carcharhinus falciformis).



    Afdeling 2

    CCAMLR-verdragsgebied

    Artikel 25

    Verbodsbepalingen en vangstbeperkingen

    1.  Gerichte visserij op de in bijlage V, deel A, vermelde soorten is verboden in de daarin aangegeven zones en perioden.

    2.  Voor experimentele visserij worden de TAC's en bijvangstbeperkingen per deelgebied vastgelegd in bijlage V, deel B.

    Artikel 26

    Experimentele visserij

    1.  Uitsluitend lidstaten die lid zijn van het CCAMLR mogen in 2016 deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Dissostichus spp. in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Lidstaten die aan die voorwaarde voldoen en voornemens zijn om aan die visserij deel te nemen, stellen het CCAMLR-secretariaat daarvan overeenkomstig de artikelen 7 en 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004 uiterlijk 1 juni 2016 in kennis.

    2.  De TAC's en bijvangstbeperkingen in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a en de verdeling daarvan over de kleine onderzoeksvakken (Small Scale Research Units, SSRU's) in elk gebied worden vastgesteld in bijlage V, deel B. De visserijactiviteiten in een SSRU worden stopgezet zodra de gemelde vangsten de geldende TAC hebben bereikt, waarna dit vak voor de rest van het seizoen voor de visserij wordt gesloten.

    3.  De visserijactiviteiten vinden plaats in een zo groot mogelijk geografisch gebied en op zo veel mogelijk verschillende diepten om de nodige informatie te verzamelen voor het bepalen van het visserijpotentieel en om overconcentratie van vangst- en visserij-inspanning te voorkomen. In de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a is het echter verboden om te vissen op diepten van minder dan 550 m.

    Artikel 27

    Visserij op Antarctisch krill in het visseizoen 2016/2017

    1.  Lidstaten die voornemens zijn om in het visseizoen 2016/2017 in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill (Euphausia superba) te vissen, stellen de Commissie uiterlijk 1 mei 2016 daarvan in kennis, waarbij zij gebruik maken van het in bijlage V, deel C, van de onderhavige verordening vastgestelde formulier. Op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie legt de Commissie deze kennisgevingen uiterlijk 30 mei 2016 aan het CCAMLR-secretariaat voor.

    2.  De in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving omvat de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie voor elk vaartuig dat van de lidstaat toestemming krijgt om aan de visserij op Antarctisch krill deel te nemen.

    3.  Een lidstaat die voornemens is om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, geeft kennis van dit voornemen voor gemachtigde vaartuigen die ten tijde van de kennisgeving zijn vlag voeren of die de vlag van een ander CCAMLR-lid voeren, maar naar verwachting ten tijde van de genoemde visserijactiviteit de vlag van de lidstaat zullen voeren.

    4.  De lidstaten mogen toestaan dat een ander vaartuig dan de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van dit artikel aan het secretariaat van de CCAMLR gemelde vaartuigen, deelneemt aan de visserij op Antarctisch krill, wanneer een gemachtigd vaartuig om legitieme operationele redenen of vanwege overmacht niet aan die visserij kan deelnemen. De betrokken lidstaten brengen in dat geval het CCAMLR-secretariaat en de Commissie onverwijld op de hoogte, met opgave van:

    a) alle bijzonderheden over het vervangende vaartuig (of de vervangende vaartuigen), inclusief de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie;

    b) een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede van alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.

    5.  De lidstaten staan niet toe dat een vaartuig dat voorkomt op een door de CCAMLR vastgestelde lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), aan de visserij op Antarctisch krill deelneemt.



    Afdeling 3

    IOTC-verdragsgebied

    Artikel 28

    Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied vissen

    1.  Het maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in bijlage VI, punt 1.

    2.  Het maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in bijlage VI, punt 2.

    3.  De lidstaten kunnen vaartuigen die zijn toegewezen aan een van de twee in de leden 1 en 2 bedoelde visserijen, opnieuw toewijzen aan de andere visserij, mits zij ten genoegen van de Commissie kunnen aantonen dat deze wijziging niet tot een stijging van de visserijinspanning voor de betrokken visbestanden leidt.

    4.  De lidstaten zorgen er bij een voorgestelde overdracht van capaciteit naar hun vloot voor dat de over te dragen vaartuigen voorkomen in het vaartuigenregister van de IOTC of van andere regionale tonijnvisserijorganisaties. Voorts mogen vaartuigen die voorkomen op de door een ROVB vastgestelde lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), niet worden overgedragen.

    5.  De lidstaten mogen hun vangstcapaciteit slechts tot boven de in de leden 1 en 2 bedoelde maxima verhogen als zij binnen de grenzen blijven die bepaald zijn in de bij de IOTC ingediende ontwikkelingsplannen.

    Artikel 29

    Drijvende vis aantrekkende voorzieningen (fish aggregating devices — FAD's)

    Het aantal actieve drijvende vis aantrekkende voorzieningen dat een ringzegenvaartuig tegelijk uitzet, mag nooit meer dan 550 bedragen.

    Artikel 30

    Haaien

    1.  In alle visserijen geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van alle voshaaisoorten van de familie Alopiidae.

    2.  In alle visserijen geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus), behalve voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 24 m die uitsluitend betrokken zijn bij visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone (EEZ) van de lidstaat waarvan zij de vlag voeren en mits hun vangst uitsluitend voor plaatselijk verbruik is bestemd.

    3.  Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 en lid 2 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.



    Afdeling 4

    SPRFMO-verdragsgebied

    Artikel 31

    Pelagische visserijen

    1.  Lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagischevisserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, beperken de totale brutotonnage van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in 2016 op pelagische bestanden vissen, tot de totale brutotonnage van de Unie van 78 600 in dat gebied.

    2.  Alleen lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, mogen in dat gebied op pelagische bestanden vissen met inachtneming van de in bijlage IJ vastgestelde TAC's.

    3.  De in bijlage IJ vastgestelde vangstmogelijkheden mogen slechts worden benut op voorwaarde dat de lidstaten de Commissie, ter toezending aan het SPRFMO-secretariaat, de lijst sturen van vaartuigen die in het SPRFMO-verdragsgebied actief vissen of bij overlading zijn betrokken, alsmede gegevens van satellietvolgsystemen voor vissersvaartuigen (VMS-gegevens), maandelijkse vangstaangiften en, indien voorhanden, gegevens over aanloophavens, uiterlijk de vijfde dag van de maand na die waarop de gegevens betrekking hebben.

    Artikel 32

    Bodemvisserijen

    1.  Lidstaten beperken hun bodemvisserijvangst of -inspanning in het SPFRMO-verdragsgebied in 2016 tot de delen van het verdragsgebied waar in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 aan bodemvisserij is gedaan en tot een niveau dat niet hoger is dan de jaarlijkse gemiddelde vangsten of inspanningsparameters in die periode. Zij mogen alleen meer dan de in het kader van de geregistreerde activiteit gevangen hoeveelheid vissen als hun plan om meer dan de in het kader van de geregistreerde activiteit gevangen hoeveelheid te vissen wordt goedgekeurd door de SPRFMO.

    2.  Lidstaten zonder geregistreerde activiteit in het kader van de bodemvisserijvangst of -inspanning in het SPRFMO-verdragsgebied in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 mogen niet vissen, tenzij de SPRFMO hun plan om zonder geregistreerde activiteit te vissen goedkeurt.



    Afdeling 5

    IATTC-verdragsgebied

    Artikel 33

    Ringzegenvisserijen

    1.  De visserij met ringzegens op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) is verboden:

    a) van 29 juli tot en met 28 september 2016, of van 18 november 2016 tot en met 18 januari 2017, in het gebied dat wordt begrensd door:

     de kustlijnen van het Amerikaanse continent langs de Stille Oceaan,

     lengtegraad 150°WL,

     breedtegraad 40°NB,

     breedtegraad 40°ZB;

    b) van 29 september tot en met 29 oktober 2016 in het gebied dat wordt begrensd door:

     lengtegraad 96°WL,

     lengtegraad 110°WL,

     breedtegraad 4°NB,

     breedtegraad 3°ZB.

    2.  De betrokken lidstaten delen de Commissie vóór 1 april 2016 de in lid 1 bedoelde, door hen geselecteerde periode mee waarin de visserijactiviteiten worden stilgelegd. Alle ringzegenvaartuigen van de betrokken lidstaten zetten de visserij met de ringzegen in de in lid 1 beschreven gebieden gedurende de geselecteerde periode stop.

    3.  Ringzegenvaartuigen die in het IATTC-verdragsgebied op tonijn vissen, houden alle gevangen geelvintonijnen, grootoogtonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.

    4.  Lid 3 geldt niet in de volgende gevallen:

    a) indien de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

    b) indien er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven om alle bij die trek gevangen tonijn op te slaan.

    Artikel 34

    Verbod op de visserij op oceanische witpunthaaien

    1.  Het is verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus) en delen of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien aan boord te houden, over te laden, op te slaan, voor verkoop aan te bieden, te verkopen of aan te landen.

    2.  Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet door de vaartuigexploitant.

    3.  De vaartuigexploitant:

    a) registreert het aantal teruggezette exemplaren, met vermelding van de toestand (levend of dood);

    b) deelt de onder a) vermelde informatie mee aan de lidstaat waarvan hij onderdaan is. De lidstaten dienen de tijdens het vorige jaar verzamelde informatie uiterlijk 31 januari van het jaar waarin de onderhavige verordening in werking treedt, in bij de Commissie.

    Artikel 35

    Verbod op de visserij op roggen van het geslacht Mobula

    Het is voor vissersvaartuigen van de Unie verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op roggen van het geslacht Mobula (waaronder mantaroggen) en delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen roggen van het geslacht Mobula aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen. Zodra vissersvaartuigen van de Unie vaststellen dat roggen van het geslacht Mobula zijn gevangen, worden deze voor zover mogelijk onverwijld en ongedeerd teruggezet door de vissersvaartuigen van de Unie.



    Afdeling 6

    SEAFO-verdragsgebied

    Artikel 36

    Verbod op de visserij op diepzeehaaien

    De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het SEAFO-verdragsgebied is verboden:

     spookkathaai (Apristurus manis),

     gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi),

     kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus),

     grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps),

     gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus),

     roggen (Rajidae),

     fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus),

     diepzeehaaien van de Selachimorpha-superorde.

     doornhaai (Squalus acanthias).



    Afdeling 7

    WCPFC-verdragsgebied

    Artikel 37

    Voorwaarden voor de visserijen op grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en Zuid-Pacifische witte tonijn

    1.  De lidstaten zien erop toe dat niet meer dan 403 visdagen worden toegekend aan ringzegenvaartuigen die op grootoogtonijn (Thunnus obesus), geelvintonijn (Thunnus albacares) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) vissen in het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied dat op volle zee tussen 20° NB en 20° ZB is gelegen.

    2.  Vissersvaartuigen van de Unie vissen niet gericht op Zuid-Pacifische witte tonijn (Thunnus alalunga) in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB.

    3.  De lidstaten zien erop toe dat de vangsten van grootoogtonijn (Thunnus obesus) door vaartuigen met de beug in 2016 niet meer bedragen dan 2 000 ton.

    Artikel 38

    Gesloten gebied voor de visserij met vis aantrekkende voorzieningen (FAD's)

    1.  In het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied tussen 20° NB en 20° ZB zijn visserijactiviteiten van ringzegenvaartuigen die gebruikmaken van FAD's, verboden tussen 1 juli 2016, 00.00 uur en 31 oktober 2016, 24.00 uur. In die periode mogen ringzegenvaartuigen in dat gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied alleen visserijactiviteiten verrichten indien zich aan boord een waarnemer bevindt die erop toeziet dat het vaartuig op geen enkel ogenblik:

    a) een FAD of soortgelijk elektronisch apparaat gebruikt of bedient;

    b) met behulp van FAD's op scholen vist.

    2.  Alle ringzegenvaartuigen die in het in lid 1 bedoelde gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied vissen, houden alle gevangen grootoogtonijnen, geelvintonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.

    3.  Lid 2 geldt niet in de volgende gevallen:

    a) tijdens de laatste trek van een visreis, indien onvoldoende ruimte is overgebleven om al deze vis op te slaan;

    b) indien de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

    c) wanneer zich een ernstige storing van de koelinstallatie voordoet.

    Artikel 39

    Beperking van het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op zwaardvis mag vissen

    Het maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de gebieden ten zuiden van 20° ZB van het WCPFC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, wordt vastgesteld in bijlage VII.

    Artikel 40

    Zijdehaaien en oceanische witpunthaaien

    1.  Het is verboden om delen of volledige karkassen van de volgende soorten in het WCPFC-verdragsgebied aan boord te houden, over te laden, op te slaan en aan te landen:

    a) zijdehaaien (Carcharhinus falciformis),

    b) oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).

    2.  Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    Artikel 41

    Het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied

    1.  Vaartuigen die uitsluitend in het WCPFC-register zijn ingeschreven, passen de in deze afdeling vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het in artikel 4, onder r), afgebakende, tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied.

    2.  Vaartuigen die zowel in het WCPFC-register als in het IATTC-register zijn ingeschreven, en vaartuigen die uitsluitend in het IATTC-register zijn ingeschreven, passen de in artikel 33, lid 1, onder a), en de leden 2, 3 en 4, en in artikel 34 vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het in artikel 4, onder r), afgebakende, tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied.



    Afdeling 8

    Beringzee

    Artikel 42

    Verbod op de visserij in de volle zee van de Beringzee

    De visserij op Alaskapollak (Theragra chalcogramma) in de volle zee van de Beringzee is verboden.



    TITEL III

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN DE WATEREN VAN DE UNIE

    Artikel 43

    TAC's

    Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren, alsook vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd, mogen in de wateren van de Unie vissen met inachtneming van de in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgestelde TAC's en de in de onderhavige verordening en onder de in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vastgestelde voorwaarden.

    Artikel 44

    Vismachtigingen

    Het maximum aantal vismachtigingen voor vaartuigen van derde landen die in de wateren van de Unie vissen, wordt vastgesteld in bijlage VIII.

    Artikel 45

    Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

    De in artikel 7 gespecificeerde voorwaarden zijn van toepassing op vangsten en bijvangsten van vaartuigen van derde landen die met de in artikel 44 bedoelde machtigingen vissen.

    Artikel 46

    Verbodsbepalingen

    1.  Het is vaartuigen van derde landen verboden de onderstaande soorten, wanneer zij in de wateren van de Unie worden aangetroffen, te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

    a) sterrog (Amblyraja radiata) in wateren van de Unie van de ICES-sectoren IIa, IIIa en VIId en ICES-deelgebied IV;

    b) de volgende zaagrogsoorten, in wateren van de Unie:

     mestandzaagrog (Anoxypristis cuspidata);

     dwergzaagrog (Pristis clavata);

     kleintandzaagrog (Pristis pectinata);

     gewone zaagrog (Pristis pristis);

     groene zaagrog (Pristis zijsron);

    c) reuzenhaai (Cetorhinus maximus) en witte haai (Carcharodon carcharías) in wateren van de Unie;

    d) vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

    e) ruwe haai (Galeorhinus galeus) wanneer gevist wordt met de beug in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden I, IV, V, VI, VII, VIII, XII en XIV;

    f) gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa, en de ICES-deelgebieden I, IV, V, VI, VII, VIII, XII en XIV;

    g) zwarte haai (Dalatias licha), spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea), schubzwelghaai (Centrophorus squamosus), grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) en Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden I, IV en XIV;

    h) haringhaai (Lamna nasus) in wateren van de Unie;

    i) rifmanta (Manta alfredi) in wateren van de Unie;

    j) reuzenmanta (Manta birostris) in wateren van de Unie;

    k) de volgende soorten roggen van het geslacht Mobula in wateren van de Unie:

    i) duivelsrog (Mobula mobular);

    ii) Afrikaanse duivelsrog (Mobula rochebrunei);

    iii) gestekelde duivelsrog (Mobula japanica);

    iv) gladstaartduivelsrog (Mobula thurstoni);

    v) langvinduivelsrog (Mobula eregoodootenkee);

    vi) dwergduivelsrog (Mobula munkiana);

    vii) sikkelvinduivelsrog (Mobula tarapacana);

    viii) kortvinduivelsrog (Mobula kuhlii);

    ix) Atlantische duivelsrog (Mobula hypostoma);

    l) stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector IIIa;

    m) Noorse rog (Raja (Dipturus) nidarosiensis) in wateren van de Unie van de ICES-sectoren VIa, VIb, VIIa, VIIb, VIIc, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk;

    n) golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI, IX en X en witte rog (Raja alba) in wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

    o) gitaarroggen (Rhinobatidae) in wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII;

    p) zee-engel (Squatina squatina) in wateren van de Unie.

    2.  Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.



    TITEL IV

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR 2015

    Artikel 47

    Wijziging van Verordening (EU) nr. 2015/104

    De in bijlage IA bij Verordening (EU) nr. 2015/104 opgenomen TAC-tabel voor roggen in wateren van de Unie van VIId wordt door de volgende tabel vervangen:



    Soort:

    Roggen

    Roggen

    Zone:

    Wateren van de Unie

    (SRX/07D.)

    België

    79 (1) (2) (3)

     

     

    Frankrijk

    663 (1) (2) (3)

     

     

    Nederland

    (1) (2) (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    132 (1) (2) (3)

     

     

    Unie

    878 (1) (2) (3)

     

     

    TAC

    878 (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.), kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D.) en golfrog (Raja undulata) (RJU/07D.) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)   Bijzondere voorwaarde: tot 5 % hiervan mag worden gevist in wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c and VIIe-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/*67AKD.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde is niet van toepassing op golfrog (Raja undulata).

    (3)   

    Deze bijzondere voorwaarde is niet van toepassing op golfrog (

    Raja undulata

    ). Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarop deze TAC van toepassing is. Bijvangsten van golfrog in de gebieden waarop deze TAC van toepassing is en die niet aan de landingsverplichtingen zijn onderworpen, mogen slechts geheel of ontdaan van ingewanden worden aangeland en voor zover deze niet meer bedraagt dan 20 kg levend gewicht per visreis. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. Voornoemde bepalingen laten de verbodsbepalingen voor de in artikelen 12 en 44 van deze verordening genoemde gebieden onverlet. Bijvangsten van golfrog worden onder de volgende code afzonderlijk gerapporteerd: (RJU/07D.). Binnen de grenzen van bovengenoemde quota mogen van golfrog niet meer dan de volgende hoeveelheden worden gevangen:



    Soort:

    Golfrog

    Spitsneusrog

    Zone:

    Wateren van de Unie

    (RJU/07D.)

    België

    1

     

     

    Frankrijk

    8

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2

     

     

    Unie

    11

     

     

    TAC

    11

     

    Voorzorgs-TAC
    Bijzondere voorwaarde:

    tot 5 % hiervan mag worden gevist in wateren van de Unie van VIIe, en mag onder de volgende code worden gerapporteerd: (RJU/*67AKD). Deze bijzondere voorwaarde laat de verbodsbepalingen voor de in artikelen 12 en 44 van deze verordening genoemde gebieden onverlet.



    TITEL V

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 48

    Comitéprocedure

    1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

    2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    ▼M3

    Artikel 48 bis

    Overgangsbepaling

    Artikel 10, leden 1, 2 en 5, artikel 12, lid 2, en de artikelen 13, 24, 25, 30, 34, 35, 36, 40, 42 en 46 blijven van overeenkomstige toepassing in 2017 totdat de verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2017 in werking treedt.

    ▼B

    Artikel 49

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2016.

    Artikel 8 is evenwel van toepassing met ingang van 1 februari 2016.

    De in de artikelen 25, 26 en 27 en de bijlagen IE en V vastgestelde bepalingen inzake vangstmogelijkheden voor het CCAMLR-verdragsgebied zijn van toepassing met ingang van de aldaar vermelde data.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    LIJST VAN BIJLAGEN



    BIJLAGE I:

    Naar soort en gebied uitgesplitste TAC's voor vissersvaartuigen van de Unie in gebieden waar TAC's gelden

    BIJLAGE IA:

    Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV, Uniewateren van CECAF en wateren van Frans-Guyana

    BIJLAGE IB:

    Noordoostelijke Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden I, II, V, XII en XIV en Groenlandse wateren van NAFO 1

    BIJLAGE IC:

    Noordwestelijke Atlantische Oceaan — NAFO-verdragsgebied

    BIJLAGE ID:

    Over grote afstanden trekkende soorten — alle gebieden

    BIJLAGE IE:

    Antarctisch gebied — CCAMLR-verdragsgebied

    BIJLAGE IF:

    Zuidoostelijke Atlantische oceaan — SEAFO-verdragsgebied

    BIJLAGE IG:

    Zuidelijke blauwvintonijn — alle gebieden

    BIJLAGE IH:

    WCPFC-verdragsgebied

    BIJLAGE IJ:

    SPRFMO-verdragsgebied

    BIJLAGE IIA:

    Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in de ICES-sectoren IIIa, VIa, VIIa, VIId, ICES-deelgebied IV en de Uniewateren van de ICES-sectoren IIa en Vb

    BIJLAGE IIB:

    Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het herstel van bepaalde zuidelijke heekbestanden en langoustinebestanden in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz

    BIJLAGE IIC:

    Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van de tongbestanden in het westelijke Kanaal in ICES-sector VIIe

    BIJLAGE IID:

    Beheersgebieden voor zandspieringen in de ICES-sectoren IIa en IIIa en in ICES-deelgebied IV

    BIJLAGE III:

    Maximum aantal vismachtigingen voor vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen

    BIJLAGE IV:

    ICCAT-verdragsgebied

    BIJLAGE V:

    CCAMLR-verdragsgebied

    BIJLAGE VI:

    IOTC-verdragsgebied

    BIJLAGE VII:

    WCPFC-verdragsgebied

    BIJLAGE VIII:

    Kwantitatieve beperkingen inzake vismachtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen die in de Uniewateren vissen




    BIJLAGE I

    NAAR SOORT EN GEBIED UITGESPLITSTE TAC's VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE IN GEBIEDEN WAAR TAC's GELDEN

    De tabellen in de bijlagen IA, IB, IC, ID, IE, IF, IG en IJ bevatten de TAC's en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden.

    Alle in deze bijlage vastgestelde vangstmogelijkheden vallen onder het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34.

    Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijzones verwijzingen naar ICES-zones. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de Latijnse naam van de vissoort. Voor regelgevingsdoeleinden worden de soorten uitsluitend middels hun Latijnse naam geïdentificeerd; hun gewone namen worden alleen gemakshalve vermeld.

    Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende vergelijkende tabel van wetenschappelijke en gewone namen:



    Wetenschappelijke naam

    Drielettercode

    Gebruikelijke Nederlandse naam

    Amblyraja radiata

    RJR

    Sterrog

    Ammodytides spp.

    SAN

    Zandspieringen

    Argentina silus

    ARU

    Grote zilvervis

    Beryx spp.

    ALF

    Alfonsino's

    Brosme brosme

    USK

    Lom

    Caproidae

    BOR

    Evervissen

    Centrophorus squamosus

    GUQ

    Schubzwelghaai

    Centroscymnus coelolepis

    CYO

    Portugese ijshaai

    Chaceon spp.

    GER

    Rode diepzeekrab

    Chaenocephalus aceratus

    SSI

    Scotiazee-ijsvis

    Champsocephalus gunnari

    ANI

    IJsvis

    Channichthys rhinoceratus

    LIC

    Langsnuitijsvis

    Chionoecetes spp.

    PCR

    Pacifische sneeuwkrab

    Clupea harengus

    HER

    Haring

    Coryphaenoides rupestris

    RNG

    Rondneusgrenadier

    Dalatias licha

    SCK

    Zwarte haai

    Deania calcea

    DCA

    Spitssnuitsnavelhaai

    Dicentrarchus labrax

    BSS

    Zeebaars

    Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia)

    RJB

    Vleetsoorten-complex

    Dissostichus eleginoides

    TOP

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus mawsoni

    TOA

    Antarctische ijsheek

    Dissostichus spp.

    TOT

    IJsheken

    Engraulis encrasicolus

    ANE

    Ansjovis

    Etmopterus princeps

    ETR

    Grote lantaarnhaai

    Etmopterus pusillus

    ETP

    Gladde lantaarnhaai

    Euphausia superba

    KRI

    Antarctische krill

    Gadus morhua

    COD

    Kabeljauw

    Galeorhinus galeus

    GAG

    Ruwe haai

    Glyptocephalus cynoglossus

    WIT

    Witje

    Gobionotothen gibberifrons

    NOG

    Groene Zuidpoolkabeljauw

    Hippoglossoides platessoides

    PLA

    Lange schar

    Hippoglossus hippoglossus

    HAL

    Heilbot

    Hoplostethus atlanticus

    ORY

    Atlantische slijmkop

    Illex illecebrosus

    SQI

    Kortvinpijlinktvis

    Lamna nasus

    POR

    Haringhaai

    Lepidonotothen squamifrons

    NOS

    Grijze Zuidpoolkabeljauw

    Lepidorhombus spp.

    LEZ

    Scharretongen

    Leucoraja naevus

    RJN

    Grootoogrog

    Limanda ferruginea

    YEL

    Geelstaartschar

    Limanda limanda

    DAB

    Schar

    Lophiidae

    ANF

    Zeeduivel

    Macrourus spp.

    GRV

    Grenadiervissen

    Makaira nigricans

    BUM

    Blauwe marlijn

    Mallotus villosus

    CAP

    Lodde

    Manta birostris

    RMB

    Reuzenmanta

    Martialia hyadesi

    SQS

    Inktvis

    Melanogrammus aeglefinus

    HAD

    Schelvis

    Merlangius merlangus

    WHG

    Wijting

    Merluccius merluccius

    HKE

    Heek

    Micromesistius poutassou

    WHB

    Blauwe wijting

    Microstomus kitt

    LEM

    Tongschar

    Molva dypterygia

    BLI

    Blauwe leng

    Molva molva

    LIN

    Leng

    Nephrops norvegicus

    NEP

    Langoustine

    Notothenia rossii

    NOR

    Gemarmerde ijsvis

    Pandalus borealis

    PRA

    Noorse garnaal

    Paralomis spp.

    PAI

    Krabben

    Penaeus spp.

    PEN

    „Peneïde” garnalen

    Platichthys flesus

    FLE

    Bot

    Pleuronectes platessa

    PLE

    Schol

    Pleuronectiformes

    FLX

    Platvis

    Pollachius pollachius

    POL

    Witte koolvis

    Pollachius virens

    POK

    Koolvis

    Psetta maxima

    TUR

    Tarbot

    Pseudochaenichthys georgianus

    SGI

    Georgia-ijsvis

    Pseudopentaceros spp.

    EDW

    Pseudopentaceros spp.

    Raja alba

    RJA

    Witte rog

    Raja brachyura

    RJH

    Blonde rog

    Raja circularis

    RJI

    Zandrog

    Raja clavata

    RJC

    Stekelrog

    Raja fullonica

    RJF

    Kaardrog

    Raja (Dipturus) nidarosiensis

    JAD

    Noorse rog

    Raja microocellata

    RJE

    Kleinoogrog

    Raja montagui

    RJM

    Gevlekte rog

    Raja undulata

    RJU

    Golfrog

    Rajiformes

    SRX

    Roggen

    Reinhardtius hippoglossoides

    GHL

    Groenlandse heilbot

    Scomber scombrus

    MAC

    Makreel

    Scophthalmus rhombus

    BLL

    Griet

    Sebastes spp.

    RED

    Roodbaars

    Solea solea

    SOL

    Tong

    Solea spp.

    SOO

    Tong

    Sprattus sprattus

    SPR

    Sprot

    ▼M3

    Squalus acanthias

    DGS

    Doornhaai

    ▼B

    Tetrapturus albidus

    WHM

    Witte marlijn

    Thunnus maccoyii

    SBF

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus obesus

    BET

    Grootoogtonijn

    Thunnus thynnus

    BFT

    Blauwvintonijn

    Trachurus murphyi

    CJM

    Chileense horsmakreel

    Trachurus spp.

    JAX

    Horsmakreel

    Trisopterus esmarkii

    NOP

    Kever

    Urophycis tenuis

    HKW

    Witte heek

    Xiphias gladius

    SWO

    Zwaardvis

    De onderstaande concordantietabel van gewone Nederlandse namen en Latijnse namen wordt uitsluitend ter verduidelijking gegeven:



    Alfonsino's

    ALF

    Beryx spp.

    Lange schar

    PLA

    Hippoglossoides platessoides

    Ansjovis

    ANE

    Engraulis encrasicolus

    Zeeduivel

    ANF

    Lophiidae

    Antarctische ijsheek

    TOA

    Dissostichus mawsoni

    Heilbot

    HAL

    Hippoglossus hippoglossus

    Grootoogtonijn

    BET

    Thunnus obesus

    Spitssnuitsnavelhaai

    DCA

    Deania calcea

    Scotiazee-ijsvis

    SSI

    Chaenocephalus aceratus

    Blonde rog

    RJH

    Raja brachyura

    Blauwe leng

    BLI

    Molva dypterygia

    Blauwe marlijn

    BUM

    Makaira nigricans

    Blauwe wijting

    WHB

    Micromesistius poutassou

    Blauwvintonijn

    BFT

    Thunnus thynnus

    Evervissen

    BOR

    Caproidae

    Griet

    BLL

    Scophthalmus rhombus

    Lodde

    CAP

    Mallotus villosus

    Kabeljauw

    COD

    Gadus morhua

    Schar

    DAB

    Limanda limanda

    Vleetsoorten-complex

    RJB

    Dipturus batis (Dipturus cf. flossada and Dipturus cf. intermedia)

    Tong

    SOL

    Solea solea

    Krabben

    PAI

    Paralomis spp.

    Grootoogrog

    RJN

    Leucoraja naevus

    Rode diepzeekrab

    GER

    Chaceon spp.

    Bot

    FLE

    Platichthys flesus

    Platvis

    FLX

    Pleuronectiformes

    Reuzenmanta

    RMB

    Manta birostris

    Grote lantaarnhaai

    ETR

    Etmopterus princeps

    Grote zilvervis

    ARU

    Argentina silus

    Groenlandse heilbot

    GHL

    Reinhardtius hippoglossoides

    Grenadiervissen

    GRV

    Macrourus spp.

    Grijze Zuidpoolkabeljauw

    NOS

    Lepidonotothen squamifrons

    Schelvis

    HAD

    Melanogrammus aeglefinus

    Heek

    HKE

    Merluccius merluccius

    Haring

    HER

    Clupea harengus

    Horsmakreel

    JAX

    Trachurus spp.

    Groene Zuidpoolkabeljauw

    NOG

    Gobionotothen gibberifrons

    Chileense horsmakreel

    CJM

    Trachurus murphyi

    Zwarte haai

    SCK

    Dalatias licha

    Antarctische krill

    KRI

    Euphausia superba

    Schubzwelghaai

    GUQ

    Centrophorus squamosus

    Tongschar

    LEM

    Microstomus kitt

    Leng

    LIN

    Molva molva

    Makreel

    MAC

    Scomber scombrus

    IJsvis

    ANI

    Champsocephalus gunnari

    Gemarmerde ijsvis

    NOR

    Notothenia rossii

    Scharretongen

    LEZ

    Lepidorhombus spp.

    Noorse garnaal

    PRA

    Pandalus borealis

    Langoustine

    NEP

    Nephrops norvegicus

    Kever

    NOP

    Trisopterus esmarkii

    Noorse rog

    JAD

    Raja (Dipturus) nidarosiensis

    Atlantische slijmkop

    ORY

    Hoplostethus atlanticus

    Zwarte Patagonische ijsheek

    TOP

    Dissostichus eleginoides

    Pseudopentaceros spp.

    EDW

    Pseudopentaceros spp.

    „Peneïde” garnalen

    PEN

    Penaeus spp.

    Schol

    PLE

    Pleuronectes platessa

    Witte koolvis

    POL

    Pollachius pollachius

    Haringhaai

    POR

    Lamna nasus

    Portugese ijshaai

    CYO

    Centroscymnus coelolepis

    Roodbaars

    RED

    Sebastes spp.

    Rondneusgrenadier

    RNG

    Coryphaenoides rupestris

    Koolvis

    POK

    Pollachius virens

    Zandspieringen

    SAN

    Ammodytides spp.

    Zandrog

    RJI

    Raja circularis

    Zeebaars

    BSS

    Dicentrarchus labrax

    Kaardrog

    RJF

    Raja fullonica

    Kortvinpijlinktvis

    SQI

    Illex illecebrosus

    Roggen

    SRX

    Rajiformes

    Kleinoogrog

    RJE

    Raja microocellata

    Gladde lantaarnhaai

    ETP

    Etmopterus pusillus

    Pacifische sneeuwkrab

    PCR

    Chionoecetes spp.

    Tong

    SOO

    Solea spp.

    Georgia-ijsvis

    SGI

    Pseudochaenichthys georgianus

    Zuidelijke blauwvintonijn

    SBF

    Thunnus maccoyii

    Gevlekte rog

    RJM

    Raja montagui

    Sprot

    SPR

    Sprattus sprattus

    ►C1  Doornhaai ◄

    DGS

    Squalus acanthias

    Inktvis

    SQS

    Martialia hyadesi

    Sterrog

    RJR

    Amblyraja radiata

    Zwaardvis

    SWO

    Xiphias gladius

    Stekelrog

    RJC

    Raja clavata

    IJsheken

    TOT

    Dissostichus spp.

    ▼M3

    Doornhaai

    DGS

    Squalus acanthias

    ▼B

    Tarbot

    TUR

    Psetta maxima

    Lom

    USK

    Brosme brosme

    Golfrog

    RJU

    Raja undulata

    Langsnuitijsvis

    LIC

    Channichthys rhinoceratus

    Witte heek

    HKW

    Urophycis tenuis

    Witte marlijn

    WHM

    Tetrapturus albidus

    Witte rog

    RJA

    Raja alba

    Wijting

    WHG

    Merlangius merlangus

    Witje

    WIT

    Glyptocephalus cynoglossus

    Geelstaartschar

    YEL

    Limanda ferruginea




    BIJLAGE IA

    SKAGERRAK, KATTEGAT, ICES-DEELGEBIEDEN I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII EN XIV, UNIEWATEREN VAN CECAF EN WATEREN VAN FRANS-GUYANA



    Soort:

    Zandspiering

    Ammodytes spp.

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (SAN/04-N.)

    Denemarken

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Unie

    0

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    ▼M2



    Soort:

    Zandspiering

    Ammodytes spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie van IIa, IIIa en IV (1)

    Denemarken

    74 273  (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 799  (2)

     

     

    Duitsland

    126 (2)

     

     

    Zweden

    3 021  (2)

     

     

    Unie

    79 219

     

     

    TAC

    79 219

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)   Exclusief wateren binnen 6 mijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.

    (2)   Onverminderd de aanlandingsverplichting mogen vangsten van schar, wijting en makreel voor ten hoogste 2 % in mindering worden gebracht op de quota (OT1/*2A3A4), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor zandspiering uitmaken.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspiering als bepaald in bijlage IID, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Gebied:

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

     

    (SAN/234_1)

    (SAN/234_2)

    (SAN/234_3)

    (SAN/234_4)

    (SAN/234_5)

    (SAN/234_6)

    (SAN/234_7)

    Denemarken

    12 263

    4 717

    51 428

    5 659

    0

    206

    0

    Verenigd Koninkrijk

    268

    103

    1 299

    124

    0

    5

    0

    Duitsland

    19

    7

    91

    9

    0

    0

    0

    Zweden

    450

    173

    2 182

    208

    0

    8

    0

    Unie

    13 000

    5 000

    55 000

    6 000

    0

    219

    0

    Totaal

    13 000

    5 000

    55 000

    6 000

    0

    219

    0

    ▼B



    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van I en II

    (ARU/1/2.)

    Duitsland

    24

     

     

    Frankrijk

    8

     

     

    Nederland

    19

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    39

     

     

    Unie

    90

     

     

    TAC

    90

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    Uniewateren van III en IV

    (ARU/34-C)

    Denemarken

    911

     

     

    Duitsland

    9

     

     

    Frankrijk

    7

     

     

    Ierland

    7

     

     

    Nederland

    43

     

     

    Zweden

    35

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    16

     

     

    Unie

    1 028

     

     

    TAC

    1 028

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van V, VI en VII

    (ARU/567.)

    Duitsland

    329

     

     

    Frankrijk

    7

     

     

    Ierland

    305

     

     

    Nederland

    3 434

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    241

     

     

    Unie

    4 316

     

     

    TAC

    4 316

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van I, II en XIV

    (USK/1214EI)

    Duitsland

    (1)

     

     

    Frankrijk

    (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1)

     

     

    Overige

    (1)

     

     

    Unie

    21 (1)

     

     

    TAC

    21

     

    Analytische TAC

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    IIIa; Uniewateren van de deelsectoren 22-32

    (USK/3A/BCD)

    Denemarken

    15

     

     

    Zweden

    7

     

     

    Duitsland

    7

     

     

    Unie

    29

     

     

    TAC

    29

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    Uniewateren van IV

    (USK/04-C.)

    Denemarken

    64

     

     

    Duitsland

    19

     

     

    Frankrijk

    44

     

     

    Zweden

    6

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    96

     

     

    Overige

    (1)

     

     

    Unie

    235

     

     

    TAC

    235

     

    Analytische TAC

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van V, VI en VII

    (USK/567EI.)

    Duitsland

    13

     

     

    Spanje

    46

     

     

    Frankrijk

    548

     

     

    Ierland

    53

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    264

     

     

    Overige

    13 (1)

     

     

    Unie

    937

     

     

    Noorwegen

    2 923  (2) (3) (4) (5)

     

     

    TAC

    3 860

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)   Te vangen in de Uniewateren van IIa, IV, Vb, VI en VII (USK/*24X7C).

    (3)   Bijzondere voorwaarde: hiervan is in Vb, VI en VII tot 25 % per vaartuig aan incidentele vangsten van andere soorten toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in Vb, VI en VII mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*5B67-): 3 000

    (4)   

    Met inbegrip van leng. De volgende quota voor Noorwegen mogen in Vb, VI en VII alleen met beuglijnen worden gevangen:



    Leng (LIN/*5B67-)

    6 500

    Lom (USK/*5B67-)

    2 923

    (5)   De lom- en lengquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: 2 000



    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (USK/04-N.)

    België

    0

     

     

    Denemarken

    165

     

     

    Duitsland

    1

     

     

    Frankrijk

    0

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    4

     

     

    Unie

    170

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Evervissen

    Caproidae

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van VI, VII en VIII

    (BOR/678-)

    Denemarken

    10 463

     

     

    Ierland

    29 464

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 710

     

     

    Unie

    42 637

     

     

    TAC

    42 637

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Haring (1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    IIIa

    (HER/03A.)

    Denemarken

    21 178  (2)

     

     

    Duitsland

    339 (2)

     

     

    Zweden

    22 154  (2)

     

     

    Unie

    43 671  (2)

     

     

    Noorwegen

    6 813

     

     

    Faeröer

    600 (3)

     

     

    TAC

    51 084

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Vangsten van haring in visserijen die gebruik maken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)   Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in Uniewateren van IV (HER/*04-C.).

    (3)   Mag uitsluitend worden gevangen in het Skagerrak (HER/*03AN.).



    Soort:

    Haring (1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    Uniewateren en Noorse wateren van IV ten noorden van 53° 30′ NB

    (HER/4AB.)

    Denemarken

    91 628

     

     

    Duitsland

    55 471

     

     

    Frankrijk

    24 669

     

     

    Nederland

    63 556

     

     

    Zweden

    5 273

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    70 348

     

     

    Unie

    310 945

     

     

    Noorwegen

    150 290  (2)

     

     

    TAC

    518 242

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Vangsten van haring in visserijen die gebruik maken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn haringvangst melden uitgesplitst naar IVa (HER/04A.) en IVb (HER/04B.).

    (2)   Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. Binnen de limieten van dit quotum mag niet meer dan de hieronder opgegeven hoeveelheid worden gevangen in de Uniewateren van IVa en IVb (HER/*4AB-C). 50 000

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB (HER/*04N-) (1)

    Unie

    50 000

    (1)   Vangsten van haring in visserijen die gebruik maken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn haringvangst melden uitgesplitst naar (HER/*4AN.) en IVb (HER/*4BN.).



    Soort:

    Haring (1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (HER/04-N.)

    Zweden

    1 184  (1)

     

     

    Unie

    1 184

     

     

    TAC

    518 242

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.



    Soort:

    Haring (1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    IIIa

    (HER/03A-BC)

    Denemarken

    5 692

     

     

    Duitsland

    51

     

     

    Zweden

    916

     

     

    Unie

    6 659

     

     

    TAC

    6 659

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor vangsten van haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruik maken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.



    Soort:

    Haring (1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    IV, VIId en Uniewateren van IIa

    (HER/2A47DX)

    België

    65

     

     

    Denemarken

    12 601

     

     

    Duitsland

    65

     

     

    Frankrijk

    65

     

     

    Nederland

    65

     

     

    Zweden

    62

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    239

     

     

    Unie

    13 162

     

     

    Faeröer

    220

     

     

    TAC

    13 382

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor vangsten van haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruik maken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.



    Soort:

    Haring (1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    IVc, VIId (2)

    (HER/4CXB7D)

    België

    9 567  (3)

     

     

    Denemarken

    1 359  (3)

     

     

    Duitsland

    823 (3)

     

     

    Frankrijk

    14 224  (3)

     

     

    Nederland

    25 488  (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    5 546  (3)

     

     

    Unie

    57 007

     

     

    TAC

    518 242

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor vangsten van haring in visserijen die gebruik maken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)   Uitgezonderd het Blackwater-bestand: het gaat om het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuid gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ NB, 1° 19,1′ OL) tot 51° 33′ NB en vandaar rechtwijzend west naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk.

    (3)   Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in IVb (HER/*04B.).

    ▼M3



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van Vb, VIb en VIaN (1)

    (HER/5B6ANB)

    Duitsland

    466 (2)

     

     

    Frankrijk

    88 (2)

     

     

    Ierland

    630 (2)

     

     

    Nederland

    466 (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 520  (2)

     

     

    Unie

    4 170  (2)

     

     

    TAC

    4 170

     

    Analytische TAC

    (1)   Bedoeld is het haringbestand in het deel van ICES-gebied VIa ten oosten van 7° WL en ten noorden van 55° NB, of ten westen van 7° WL en ten noorden van 56° NB met uitzondering van de Clyde.

    (2)   Het is verboden gericht op haring te vissen in het deel van de onder deze TAC vallende ICES-gebieden dat tussen 56° NB en 57° 30′ NB ligt, met uitzondering van een gordel van zes mijl gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk.



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    VIaS (1), VIIb, VIIc

    (HER/6AS7BC)

    Ierland

    1 482

     

     

    Nederland

    148

     

     

    Unie

    1 630

     

     

    TAC

    1 630

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)   Bedoeld is het haringbestand in VIa ten zuiden van 56° 00′ NB en ten westen van 07° 00′ WL.

    ▼B



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    VI Clyde (1)

    (HER/06ACL.)

    Verenigd Koninkrijk

    Nog vast te stellen (2)

     

     

    Unie

    Nog vast te stellen (3)

     

     

    TAC

    Nog vast te stellen (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Clyde-bestand: bedoeld is het haringbestand in het zeegebied ten noordoosten van een lijn tussen: — Mull of Kintyre (55° 17,9′ NB, 05° 47,8′ WL); — een punt op positie (55° 04′ NB, 05° 23′ WL), en — Corsewall Point (55° 00,5′ NB, 05° 09,4′ WL).

    (2)   Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    (3)   Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    VIIa (1)

    (HER/07A/MM)

    Ierland

    1 191

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    3 384

     

     

    Unie

    4 575

     

     

    TAC

    4 575

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Deze zone wordt verkleind met het gebied dat wordt begrensd: — in het noorden door de breedtegraad 52° 30′ NB, — in het noorden door de breedtegraad 52° 00′ NB, — in het westen door de kust van Ierland, — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    VIIe en VIIf

    (HER/7EF.)

    Frankrijk

    465

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    465

     

     

    Unie

    930

     

     

    TAC

    930

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    VIIg (1), VIIh (1), VIIj (1) en VIIk (1)

    (HER/7G-K.)

    Duitsland

    172

     

     

    Frankrijk

    953

     

     

    Ierland

    13 345

     

     

    Nederland

    953

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    19

     

     

    Unie

    15 442

     

     

    TAC

    15 442

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Deze zone wordt uitgebreid met het gebied dat wordt begrensd: — in het noorden door de breedtegraad 52° 30′ NB, — in het noorden door de breedtegraad 52° 00′ NB, — in het westen door de kust van Ierland, — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.

    ▼M2



    Soort:

    Ansjovis

    Engraulis encrasicolus

    Gebied:

    VIII

    (ANE/08.)

    Spanje

    29 700

     

     

    Frankrijk

    3 300

     

     

    Unie

    33 000

     

     

    TAC

    33 000

     

    Analytische TAC

    ▼B



    Soort:

    Ansjovis

    Engraulis encrasicolus

    Gebied:

    IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (ANE/9/3411)

    Spanje

    5 080

     

     

    Portugal

    5 542

     

     

    Unie

    10 622

     

     

    TAC

    10 622

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Skagerrak

    (COD/03AN.)

    België

    12 (1)

     

     

    Denemarken

    3 846 . (1)

     

     

    Duitsland

    96 (1)

     

     

    Nederland

    24 (1)

     

     

    Zweden

    673 (1)

     

     

    Unie

    4 651

     

     

    TAC

    4 807

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 1 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Kattegat

    (COD/03AS.)

    Denemarken

    228 (1)

     

     

    Duitsland

    (1)

     

     

    Zweden

    137 (1)

     

     

    Unie

    370 (1)

     

     

    TAC

    370 (1)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    IV; Uniewateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (COD/2A3AX4)

    België

    994 (1)

     

     

    Denemarken

    5 713  (1)

     

     

    Duitsland

    3 622  (1)

     

     

    Frankrijk

    1 228  (1)

     

     

    Nederland

    3 228  (1)

     

     

    Zweden

    38 (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    13 107  (1)

     

     

    Unie

    27 930

     

     

    Noorwegen

    5 721  (2)

     

     

    TAC

    33 651

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 1 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

    (2)   Mag in Uniewateren worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    Noorse wateren van IV (COD/*04N-)

    Unie

    24 276



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (COD/04-N.)

    Zweden

    382 (1)

     

     

    Unie

    382

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    VIb; Uniewateren en internationale wateren van Vb ten westen van 12° 00′ WL en van XII en XIV

    (COD/5W6-14)

    België

    0

     

     

    Duitsland

    1

     

     

    Frankrijk

    12

     

     

    Ierland

    16

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    45

     

     

    Unie

    74

     

     

    TAC

    74

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    VIa; Uniewateren en internationale wateren van Vb ten oosten van 12° 00′ WL

    (COD/5BE6A)

    België

    0

     

     

    Duitsland

    0

     

     

    Frankrijk

    0

     

     

    Ierland

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Unie

    0

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TAC

    (1)   De bijvangst van kabeljauw in het gebied waarvoor deze TAC geldt, mag worden aangeland op voorwaarde dat zij per visreis niet meer dan 1,5 % uitmaakt van het levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    VIIa

    (COD/07A.)

    België

    2

     

     

    Frankrijk

    5

     

     

    Ierland

    97

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    42

     

     

    Unie

    146

     

     

    TAC

    146

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    VIIb, VIIc, VIIe-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (COD/7XAD34)

    België

    193

     

     

    Frankrijk

    3 166

     

     

    Ierland

    864

     

     

    Nederland

    1

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    341

     

     

    Unie

    4 565

     

     

    TAC

    4 565

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    VIId

    (COD/07D.)

    België

    84

     

     

    Frankrijk

    1 647

     

     

    Nederland

    49

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    181

     

     

    Unie

    1 961

     

     

    TAC

    1 961

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (LEZ/2AC4-C)

    België

    8

     

     

    Denemarken

    7

     

     

    Duitsland

    7

     

     

    Frankrijk

    43

     

     

    Nederland

    34

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 540

     

     

    Unie

    2 639

     

     

    TAC

    2 639

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van Vb; VI; internationale wateren van XII en XIV

    (LEZ/56-14)

    Spanje

    592

     

     

    Frankrijk

    2 312

     

     

    Ierland

    675

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 635

     

     

    Unie

    5 214

     

     

    TAC

    5 214

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    VII

    (LEZ/07.)

    België

    493 (1)

     

     

    Spanje

    5 476  (2)

     

     

    Frankrijk

    6 647  (2)

     

     

    Ierland

    3 021  (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 617  (1)

     

     

    Unie

    18 254

     

     

    TAC

    18 254

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe (LEZ/*8ABDE) voor bijvangsten in gerichte visserij op tong.

    (2)   5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe (LEZ/*8ABDE).



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

    (LEZ/8ABDE.)

    Spanje

    997

     

     

    Frankrijk

    805

     

     

    Unie

    1 802

     

     

    TAC

    1 802

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (LEZ/8C3411)

    Spanje

    1 258

     

     

    Frankrijk

    63

     

     

    Portugal

    42

     

     

    Unie

    1 363

     

     

    TAC

    1 363

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Schar en bot

    Limanda limanda en Platichthys flesus

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (DAB/2AC4-C) voor schar;

    (FLE/2AC4-C) voor bot

    België

    503

     

     

    Denemarken

    1 888

     

     

    Duitsland

    2 832

     

     

    Frankrijk

    196

     

     

    Nederland

    11 421

     

     

    Zweden

    6

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 588

     

     

    Unie

    18 434

     

     

    TAC

    18 434

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (ANF/2AC4-C)

    België

    398 (1)

     

     

    Denemarken

    878 (1)

     

     

    Duitsland

    429 (1)

     

     

    Frankrijk

    82 (1)

     

     

    Nederland

    301 (1)

     

     

    Zweden

    10 (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    9 169  (1)

     

     

    Unie

    11 267  (1)

     

     

    TAC

    11 267

     

    Analytische TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevist in: VI; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (ANF/*56-14).



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (ANF/04-N.)

    België

    45

     

     

    Denemarken

    1 152

     

     

    Duitsland

    18

     

     

    Nederland

    16

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    269

     

     

    Unie

    1 500

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    VI; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

    (ANF/56-14)

    België

    229

     

     

    Duitsland

    262

     

     

    Spanje

    245

     

     

    Frankrijk

    2 818

     

     

    Ierland

    638

     

     

    Nederland

    221

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 962

     

     

    Unie

    6 375

     

     

    TAC

    6 375

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    VII

    (ANF/07.)

    België

    3 097  (1)

     

     

    Duitsland

    345 (1)

     

     

    Spanje

    1 231  (1)

     

     

    Frankrijk

    19 875  (1)

     

     

    Ierland

    2 540  (1)

     

     

    Nederland

    401 (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    6 027  (1)

     

     

    Unie

    33 516  (1)

     

     

    TAC

    33 516  (1)

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe (ANF/*8ABDE).



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

    (ANF/8ABDE.)

    Spanje

    1 368

     

     

    Frankrijk

    7 612

     

     

    Unie

    8 980

     

     

    TAC

    8 980

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Zeeduivel

    Lophiidae

    Gebied:

    VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (ANF/8C3411)

    Spanje

    2 141

     

     

    Frankrijk

    2

     

     

    Portugal

    426

     

     

    Unie

    2 569

     

     

    TAC

    2 569

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    IIIa; Uniewateren van de deelsectoren 22-32

    (HAD/3A/BCD)

    België

    19

     

     

    Denemarken

    3 163 .

     

     

    Duitsland

    201

     

     

    Nederland

    4

     

     

    Zweden

    374

     

     

    Unie

    3 761

     

     

    TAC

    3 926

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    IV; wateren van de Unie van IIa

    (HAD/2AC4.)

    België

    354

     

     

    Denemarken

    2 434

     

     

    Duitsland

    1 549

     

     

    Frankrijk

    2 699

     

     

    Nederland

    266

     

     

    Zweden

    245

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    40 141

     

     

    Unie

    47 688

     

     

    Noorwegen

    14 245

     

     

    TAC

    61 933

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    Noorse wateren van IV (HAD/*04N-)

    Unie

    35 473



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (HAD/04-N.)

    Zweden

    707. (1)

     

     

    Unie

    707

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van VIb, XII en XIV

    (HAD/6B1214)

    België

    7

     

     

    Duitsland

    24

     

     

    Frankrijk

    332

     

     

    Ierland

    353

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 509

     

     

    Unie

    3 225

     

     

    TAC

    3 225

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van Vb en VIa

    (HAD/5BC6A.)

    België

    11

     

     

    Duitsland

    13

     

     

    Frankrijk

    549

     

     

    Ierland

    1 008

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    4 881

     

     

    Unie

    6 462

     

     

    TAC

    6 462

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (HAD/7X7A34)

    België

    81

     

     

    Frankrijk

    4 838

     

     

    Ierland

    1 613

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    726

     

     

    Unie

    7 258

     

     

    TAC

    7 258

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    VIIa

    (HAD/07A.)

    België

    26

     

     

    Frankrijk

    120

     

     

    Ierland

    716

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    792

     

     

    Unie

    1 654

     

     

    TAC

    1 654

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    IIIa

    (WHG/03A.)

    Denemarken

    929

     

     

    Nederland

    3

     

     

    Zweden

    99

     

     

    Unie

    1 031

     

     

    TAC

    1 050

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    IV; wateren van de Unie van IIa

    (WHG/2AC4.)

    België

    270

     

     

    Denemarken

    1 167

     

     

    Duitsland

    304

     

     

    Frankrijk

    1 754

     

     

    Nederland

    675

     

     

    Zweden

    2

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    8 438

     

     

    Unie

    12 610

     

     

    Noorwegen

    1 068  (1)

     

     

    TAC

    13 678

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Mag in Uniewateren worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    Noorse wateren van IV (WHG/*04N-)

    Unie

    8 543



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    VI; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

    (WHG/56-14)

    Duitsland

    1

     

     

    Frankrijk

    26

     

     

    Ierland

    64

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    122

     

     

    Unie

    213

     

     

    TAC

    213

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    VIIa

    (WHG/07A.)

    België

    0

     

     

    Frankrijk

    3

     

     

    Ierland

    46

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    31

     

     

    Unie

    80

     

     

    TAC

    80

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

    (WHG/7X7A-C)

    België

    222

     

     

    Frankrijk

    13 668

     

     

    Ierland

    6 333

     

     

    Nederland

    111

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 444

     

     

    Unie

    22 778

     

     

    TAC

    22 778

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassingArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    VIII

    (WHG/08.)

    Spanje

    1 016

     

     

    Frankrijk

    1 524

     

     

    Unie

    2 540

     

     

    TAC

    2 540

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Wijting en witte koolvis

    Merlangius merlangus en Pollachius pollachius

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (WHG/04-N.) voor wijting;

    (POL/04-N.) voor witte koolvis

    Zweden

    190 (1)

     

     

    Unie

    190

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    IIIa; Uniewateren van de deelsectoren 22-32

    (HKE/3A/BCD)

    Denemarken

    2 762  (2)

     

     

    Zweden

    235 (2)

     

     

    Unie

    2 997

     

     

    TAC

    2 997  (1)

     

    Analytische TAC

    (1)   Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand: 108 784

    (2)   Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar Uniewateren van IIa en IV. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (HKE/2AC4-C)

    België

    50 (1)

     

     

    Denemarken

    2 018  (1)

     

     

    Duitsland

    232 (1)

     

     

    Frankrijk

    447 (1)

     

     

    Nederland

    116 (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    629 (1)

     

     

    Unie

    3 492  (1)

     

     

    TAC

    3 492  (2)

     

    Analytische TAC

    (1)   Niet meer dan 10 % van dit quotum mag worden gebruikt voor bijvangsten in IIIa (HKE/*03A.).

    (2)   Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand: 108 784



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    VI en VII; Uniewateren en internationale wateren van Vb;

    internationale wateren van XII en XIV

    (HKE/571214)

    België

    569 (1)

     

     

    Spanje

    18 248

     

     

    Frankrijk

    28 178  (1)

     

     

    Ierland

    3 415

     

     

    Nederland

    367 (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    11 125  (1)

     

     

    Unie

    61 902

     

     

    TAC

    61 902  (2)

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar Uniewateren van IIa en IV. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.

    (2)   Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand: 108 784

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe (HKE/*8ABDE)

    België

    74

    Spanje

    2 943

    Frankrijk

    2 943

    Ierland

    368

    Nederland

    37

    Verenigd Koninkrijk

    1 656

    Unie

    8 022



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

    (HKE/8ABDE.)

    België

    18 (1)

     

     

    Spanje

    12 429

     

     

    Frankrijk

    27 910

     

     

    Nederland

    36 (1)

     

     

    Unie

    40 393

     

     

    TAC

    40 393  (2)

     

    Analytische TAC

    (1)   Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar IV en Uniewateren van IIa. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.

    (2)   Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand: 108 784

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    VI en VII; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (HKE/*57-14)

    België

    4

    Spanje

    3 600

    Frankrijk

    6 480

    Nederland

    11

    Unie

    10 095



    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (HKE/8C3411)

    Spanje

    6 830

     

     

    Frankrijk

    656

     

     

    Portugal

    3 188

     

     

    Unie

    10 674

     

     

    TAC

    10 674

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Noorse wateren van II en IV

    (WHB/24-N.)

    Denemarken

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Unie

    0

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    ▼M1



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV

    (WHB/1X14)

    Denemarken

    31 704  (3)

     

     

    Duitsland

    12 327  (3)

     

     

    Spanje

    26 878  (2) (3)

     

     

    Frankrijk

    22 063  (3)

     

     

    Ierland

    24 550  (3)

     

     

    Nederland

    38 659  (3)

     

     

    Portugal

    2 497  (2) (3)

     

     

    Zweden

    7 842  (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    41 137  (3)

     

     

    Unie

    207 657  (1) (3)

     

     

    Noorwegen

    75 000

     

     

    Faeröer

    9 000

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: van de Uniequota in de Uniewateren en de internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV (WHB/*NZJM1) en in VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen: 149 506

    (2)   Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.

    (3)   Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangshoeveelheid van 21 500 ton voor de Unie, mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 9,2 %

    ▼B



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (WHB/8C3411)

    Spanje

    23 931

     

     

    Portugal

    5 983

     

     

    Unie

    29 914  (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: van de -quota in Uniewateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV (WHB/*NZJM1) en in VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen: 149 506



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    wateren van de Unie van II, IVa, V, VI ten noorden van 56° 30′ NB en VII ten westen van 12° WL

    (WHB/24A567)

    Noorwegen

    149 506  (1) (2)

     

     

    Faeröer

    21 500  (3) (4)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    (1)   In mindering te brengen op de vangstbeperkingen van Noorwegen die zijn vastgelegd in de overeenkomst met de kuststaten.

    (2)   Bijzondere voorwaarde: de vangst in IVa bedraagt niet meer dan de volgende hoeveelheid (WHB/*04A-C): 37 377

    (3)   Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer.

    (4)   Bijzondere voorwaarden: mag ook worden gevangen in VIb (WHB/*06B-C). De vangst in IVa mag ten hoogste het volgende aantal ton bedragen (WHB/*04A-C): 5 375



    Soort:

    Tongschar en witje

    Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (LEM/2AC4-C) voor tongschar;

    (WIT/2AC4-C) voor witje

    België

    346

     

     

    Denemarken

    953

     

     

    Duitsland

    122

     

     

    Frankrijk

    261

     

     

    Nederland

    794

     

     

    Zweden

    11

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    3 904

     

     

    Unie

    6 391

     

     

    TAC

    6 391

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van Vb, VI en VII

    (BLI/5B67-)

    Duitsland

    50

     

     

    Estland

    8

     

     

    Spanje

    157

     

     

    Frankrijk

    3 586

     

     

    Ierland

    14

     

     

    Litouwen

    3

     

     

    Polen

    2

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    912

     

     

    Overige

    14 (1)

     

     

    Unie

    4 746

     

     

    Noorwegen

    150 (2)

     

     

    Faeröer

    150 (3)

     

     

    TAC

    5 046

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)   Te vangen in de wateren van de Unie van IIa, IV, Vb, VI en VII (BLI/*24X7C).

    (3)   Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart worden op dit quotum in mindering gebracht. Te vangen in wateren van de Unie van VIa ten noorden van 56° 30′ NB en VIb. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting.



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    internationale wateren van XII

    (BLI/12INT-)

    Estland

    (1)

     

     

    Spanje

    426 (1)

     

     

    Frankrijk

    10 (1)

     

     

    Litouwen

    (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1)

     

     

    Overige

    (1)

     

     

    Unie

    446 (1)

     

     

    TAC

    446 (1)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van II en IV

    (BLI/24-)

    Denemarken

    4

     

     

    Duitsland

    4

     

     

    Ierland

    4

     

     

    Frankrijk

    23

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    14

     

     

    Overige

    (1)

     

     

    Unie

    53

     

     

    TAC

    53

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van III

    (BLI/03-)

    Denemarken

    3

     

     

    Duitsland

    2

     

     

    Zweden

    3

     

     

    Unie

    8

     

     

    TAC

    8

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van I en II

    (LIN/1/2.)

    Denemarken

    8

     

     

    Duitsland

    8

     

     

    Frankrijk

    8

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    8

     

     

    Overige

    (1)

     

     

    Unie

    36

     

     

    TAC

    36

     

    Analytische TAC

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    IIIa; wateren van de Unie van IIIbcd

    (LIN/3A/BCD)

    België

    (1)

     

     

    Denemarken

    50

     

     

    Duitsland

    (1)

     

     

    Zweden

    19

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1)

     

     

    Unie

    87

     

     

    TAC

    87

     

    Analytische TAC

    (1)   Dit quotum mag uitsluitend in de wateren van de Unie van IIIa en de wateren van de Unie van IIIbcd worden gevangen.



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Uniewateren van IV

    (LIN/04-C.)

    België

    19

     

     

    Denemarken

    291

     

     

    Duitsland

    180

     

     

    Frankrijk

    162

     

     

    Nederland

    6

     

     

    Zweden

    12

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 242

     

     

    Unie

    2 912

     

     

    TAC

    2 912

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van V

    (LIN/05EI.)

    België

    9

     

     

    Denemarken

    6

     

     

    Duitsland

    6

     

     

    Frankrijk

    6

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    6

     

     

    Unie

    33

     

     

    TAC

    33

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

    (LIN/6X14.)

    België

    39

     

     

    Denemarken

    7

     

     

    Duitsland

    140

     

     

    Spanje

    2 837

     

     

    Frankrijk

    3 025

     

     

    Ierland

    758

     

     

    Portugal

    7

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    3 484

     

     

    Unie

    10 297

     

     

    Noorwegen

    6 500  (1) (2) (3)

     

     

    Faeröer

    200 (4) (5)

     

     

    TAC

    16 997

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Bijzondere voorwaarde: hiervan is in Vb, VI en VII tot 25 % per vaartuig aan incidentele vangsten van andere soorten toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in Vb, VI en VII mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6X14.): 3 000

    (2)   

    Inclusief lom. De quota voor Noorwegen mogen in Vb, VI en VII alleen met beuglijnen worden gevangen en bedragen:



    Leng (LIN/*5B67-)

    6 500

    Lom (USK/*5B67-)

    2 923

    (3)   De leng- en lomquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: 2 000

    (4)   Inclusief lom. Te vangen in VIb en VIa ten noorden van 56° 30′ NB (LIN/*6BAN.)

    (5)   Bijzondere voorwaarde: hiervan is in VIa en VIb tot 20 % per vaartuig aan incidentele vangsten van andere soorten toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in VIa en VIb mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6AB.): 75

    ▼M1



    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (LIN/04-N.)

    België

    9

     

     

    Denemarken

    1 164

     

     

    Duitsland

    33

     

     

    Frankrijk

    13

     

     

    Nederland

    2

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    104

     

     

    Unie

    1 325

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    ▼B



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    IIIa; Uniewateren van de deelsectoren 22-32

    (NEP/3A/BCD)

    Denemarken

    8 085

     

     

    Duitsland

    23

     

     

    Zweden

    2 893

     

     

    Unie

    11 001

     

     

    TAC

    11 001

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (NEP/2AC4-C)

    België

    717

     

     

    Denemarken

    717

     

     

    Duitsland

    11

     

     

    Frankrijk

    21

     

     

    Nederland

    369

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    11 865

     

     

    Unie

    13 700

     

     

    TAC

    13 700

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (NEP/04-N.)

    Denemarken

    947

     

     

    Duitsland

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    53

     

     

    Unie

    1 000

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb

    (NEP/5BC6.)

    Spanje

    33

     

     

    Frankrijk

    134

     

     

    Ierland

    223

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    16 134

     

     

    Unie

    16 524

     

     

    TAC

    16 524

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    VII

    (NEP/07.)

    Spanje

    1 401

     

     

    Frankrijk

    5 678

     

     

    Ierland

    8 610

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    7 659

     

     

    Unie

    23 348

     

     

    TAC

    23 348

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    Functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied VII (NEP/*07U16):

    Spanje

    558

    Frankrijk

    349

    Ierland

    671

    Verenigd Koninkrijk

    272

    Unie

    1 850



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

    (NEP/8ABDE.)

    Spanje

    234

     

     

    Frankrijk

    3 665

     

     

    Unie

    3 899

     

     

    TAC

    3 899

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    VIII c

    (NEP/08C.)

    Spanje

    46

     

     

    Frankrijk

    2

     

     

    Unie

    48

     

     

    TAC

    48

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (NEP/9/3411)

    Spanje

    80 (1)

     

     

    Portugal

    240 (1)

     

     

    Unie

    320 (1)

     

     

    TAC

    320

     

    Analytische TAC

    (1)   Waarvan niet meer dan 6 % mag worden gevangen in de functionele eenheden 26 en 27 van ICES-sector IXa (NEP/*9U267).

    ▼M3



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    IIIa

    (PRA/03A.)

    Denemarken

    3 813

     

     

    Zweden

    2 054

     

     

    Unie

    5 867

     

     

    TAC

    10 987

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    ▼B



    Soort:

    Noorse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (PRA/2AC4-C)

    Denemarken

    1 818

     

     

    Nederland

    17

     

     

    Zweden

    73

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    538

     

     

    Unie

    2 446

     

     

    TAC

    2 446

     

    Analytische TAC

    ▼M3



    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (PRA/04-N.)

    Denemarken

    357

     

     

    Zweden

    155 (1)

     

     

    Unie

    512

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)   Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, wittekoolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    ▼B



    Soort:

    „Peneïde” garnalen

    Penaeus spp.

    Gebied:

    Wateren van Frans-Guyana

    (PEN/FGU.)

    Frankrijk

    nog vast te stellen (1) (2)

     

     

    Unie

    nog vast te stellen (1) (3)

     

     

    TAC

    nog vast te stellen (1) (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Vissen op garnalen van de soorten Penaeus subtilis en Penaeus brasiliensis is verboden in wateren met een diepte van minder dan 30 m.

    (2)   Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    (3)   Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    Skagerrak

    (PLE/03AN.)

    België

    70

     

     

    Denemarken

    9 161

     

     

    Duitsland

    47

     

     

    Nederland

    1 762

     

     

    Zweden

    491

     

     

    Unie

    11 531

     

     

    TAC

    11 766

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    Kattegat

    (PLE/03AS.)

    Denemarken

    2 089

     

     

    Duitsland

    23

     

     

    Zweden

    235

     

     

    Unie

    2 347

     

     

    TAC

    2 347

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    IV; Uniewateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (PLE/2A3AX4)

    België

    7 538

     

     

    Denemarken

    24 499

     

     

    Duitsland

    7 067

     

     

    Frankrijk

    1 414

     

     

    Nederland

    47 112

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    34 864

     

     

    Unie

    122 494

     

     

    Noorwegen

    9 220

     

     

    TAC

    131 714

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    Noorse wateren van IV (PLE/*04N-)

    Unie

    50 264



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

    (PLE/56-14)

    Frankrijk

    9

     

     

    Ierland

    261

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    388

     

     

    Unie

    658

     

     

    TAC

    658

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    VIIa

    (PLE/07A.)

    België

    28

     

     

    Frankrijk

    12

     

     

    Ierland

    768

     

     

    Nederland

    9

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    281

     

     

    Unie

    1 098

     

     

    TAC

    1 098

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    VIIb en VIIc

    (PLE/7BC.)

    Frankrijk

    11

     

     

    Ierland

    63

     

     

    Unie

    74

     

     

    TAC

    74

     

    Voorzorgs-TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    VIId en VIIe

    (PLE/7DE.)

    België

    2 037

     

     

    Frankrijk

    6 788

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    3 621

     

     

    Unie

    12 446

     

     

    TAC

    12 446

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    VIIf en VIIg

    (PLE/7FG.)

    België

    59

     

     

    Frankrijk

    106

     

     

    Ierland

    200

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    55

     

     

    Unie

    420

     

     

    TAC

    420

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    VIIh, VIIj en VIIk

    (PLE/7HJK.)

    België

    8

     

     

    Frankrijk

    17

     

     

    Ierland

    59

     

     

    Nederland

    34

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    17

     

     

    Unie

    135

     

     

    TAC

    135

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (PLE/8/3411)

    Spanje

    66

     

     

    Frankrijk

    263

     

     

    Portugal

    66

     

     

    Unie

    395

     

     

    TAC

    395

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    VI; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

    (POL/56-14)

    Spanje

    6

     

     

    Frankrijk

    190

     

     

    Ierland

    56

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    145

     

     

    Unie

    397

     

     

    TAC

    397

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    VII

    (POL/07.)

    België

    420 (1)

     

     

    Spanje

    25 (1)

     

     

    Frankrijk

    9 667  (1)

     

     

    Ierland

    1 030  (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 353  (1)

     

     

    Unie

    13 495  (1)

     

     

    TAC

    13 495

     

    Voorzorgs-TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 2 % worden gevist in: VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe (POL/*8ABDE).



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

    (POL/8ABDE.)

    Spanje

    252

     

     

    Frankrijk

    1 230

     

     

    Unie

    1 482

     

     

    TAC

    1 482

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    VIIIc

    (POL/08C.)

    Spanje

    208

     

     

    Frankrijk

    23

     

     

    Unie

    231

     

     

    TAC

    231

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (POL/9/3411)

    Spanje

    273 (1)

     

     

    Portugal

    (1)

     

     

    Unie

    282 (1)

     

     

    TAC

    282

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de Uniewateren van VIIIc (POL/*08C.).



    Soort:

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    IIIa en IV; Uniewateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

    (POK/2A34.)

    België

    23

     

     

    Denemarken

    2 703

     

     

    Duitsland

    6 825

     

     

    Frankrijk

    16 062

     

     

    Nederland

    68

     

     

    Zweden

    371

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    5 232

     

     

    Unie

    31 284

     

     

    Noorwegen

    34 412  (1)

     

     

    TAC

    65 696

     

    Analytische TAC

    (1)   Mag uitsluitend in de wateren van de Unie van IV en in IIIa worden gevangen (POK/*3A4-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.



    Soort:

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb, XII en XIV

    (POK/56 -14)

    Duitsland

    236

     

     

    Frankrijk

    2 341

     

     

    Ierland

    384

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 987

     

     

    Unie

    5 948

     

     

    Noorwegen

    500 (1)

     

     

    TAC

    6 448

     

    Analytische TAC

    (1)   Te vangen ten noorden van 56° 30′ NB (POK/*5614N).



    Soort:

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (POK/04-N.)

    Zweden

    880 (1)

     

     

    Unie

    880

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.



    Soort:

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    VII, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (POK/7/3411)

    België

    6

     

     

    Frankrijk

    1 245

     

     

    Ierland

    1 491

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    434

     

     

    Unie

    3 176

     

     

    TAC

    3 176

     

    Voorzorgs-TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Tarbot en griet

    Psetta maxima en Scopthalmus rhombus

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (TUR/2AC4-C) voor tarbot;

    (BLL/2AC4-C) voor griet

    België

    329

     

     

    Denemarken

    703

     

     

    Duitsland

    180

     

     

    Frankrijk

    85

     

     

    Nederland

    2 493

     

     

    Zweden

    5

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    693

     

     

    Unie

    4 488

     

     

    TAC

    4 488

     

    Voorzorgs-TAC

    ▼M1



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (SRX/2AC4-C)

    België

    221 (1) (2) (3)

     

     

    Denemarken

    (1) (2) (3)

     

     

    Duitsland

    11 (1) (2) (3)

     

     

    Frankrijk

    35 (1) (2) (3)

     

     

    Nederland

    188 (1) (2) (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    849 (1) (2) (3)

     

     

    Unie

    1 313  (1) (3)

     

     

    TAC

    1 313  (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de Uniewateren van IV (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/2AC4-C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/2AC4-C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)   Bijvangstquotum. Deze soorten mogen per visreis niet meer dan 25 % levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten uitmaken. Deze voorwaarde geldt enkel voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting als vastgesteld in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

    (3)   Is niet van toepassing op blonde rog (Raja brachyura) in de Uniewateren van IIa en kleinoogrog (Raja microocellata) in de Uniewateren van IIa en IV. Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

    ▼B



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    wateren van de Unie van IIIa

    (SRX/03A-C.)

    Denemarken

    37 (1)

     

     

    Zweden

    10 (1)

     

     

    Unie

    47 (1)

     

     

    TAC

    47

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/03A-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/03A-C.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/03A-C.) worden afzonderlijk gemeld.

    ▼M1



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    Uniewateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

    (SRX/67AKXD)

    België

    725 (1) (2) (3) (4)

     

     

    Estland

    (1) (2) (3) (4)

     

     

    Frankrijk

    3 255  (1) (2) (3) (4)

     

     

    Duitsland

    10 (1) (2) (3) (4)

     

     

    Ierland

    1 048  (1) (2) (3) (4)

     

     

    Litouwen

    17 (1) (2) (3) (4)

     

     

    Nederland

    (1) (2) (3) (4)

     

     

    Portugal

    18 (1) (2) (3) (4)

     

     

    Spanje

    876 (1) (2) (3) (4)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 076  (1) (2) (3) (4)

     

     

    Unie

    8 032  (1) (2) (3) (4)

     

     

    TAC

    8 032  (3) (4)

     

    Voorzorgs-TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), zandrog (Raja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/67AKXD) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)   Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de Uniewateren van VIId (SRX/*07D.), onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 46 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.), zandrog (Raja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/*07D.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

    (3)   

    Is niet van toepassing op kleinoogrog (

    Raja microocellata

    ), behalve in de Uniewateren van VIIf en VIIg. Als vissen van deze soort incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de Uniewateren van VIIf en VIIg (RJE/7FG.) niet meer kleinoogrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Soort:

    Kleinoogrog

    Raja microocellata

    Gebied:

    Uniewateren van VIIf en VIIg

    (RJE/7FG.)

    België

    17

     

     

    Estland

    0

     

     

    Frankrijk

    76

     

     

    Duitsland

    0

     

     

    Ierland

    25

     

     

    Litouwen

    0

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Portugal

    0

     

     

    Spanje

    21

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    49

     

     

    Unie

    188

     

     

    TAC

    188

     

    Voorzorgs-TAC

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de Uniewateren van VIId; deze hoeveelheid wordt apart gemeld onder de volgende code: (RJE/*07D.). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de in de artikelen 13 en 46 van deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen voor de daarin vermelde gebieden.

    (4)   

    Niet van toepassing op golfrog (

    Raja undulata

    ). Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarop deze TAC van toepassing is. In gevallen waarvoor de aanlandingsplicht niet geldt, mag bijvangst van golfrog in sector VIIe alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan en mits deze niet meer bedraagt dan 40 kg levend gewicht per visreis. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De vorige bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 41 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Bijvangsten van golfrog worden apart gemeld onder de volgende code: (RJU/67AKXD). Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    Uniewateren van VIIe

    (RJU/67AKXD)

    België

    9

     

     

    Estland

    0

     

     

    Frankrijk

    41

     

     

    Duitsland

    0

     

     

    Ierland

    13

     

     

    Litouwen

    0

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Portugal

    0

     

     

    Spanje

    11

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    26

     

     

    Unie

    100

     

     

    TAC

    100

     

    Voorzorgs-TAC

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de Uniewateren van VIId; deze hoeveelheid wordt apart gemeld onder de volgende code: (RJU/*07D.). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de in de artikelen 13 en 46 van deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen voor de daarin vermelde gebieden.



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    Uniewateren van VIId

    (SRX/07D.)

    België

    87 (1) (2) (3)

     

     

    Frankrijk

    729 (1) (2) (3)

     

     

    Nederland

    (1) (2) (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    145 (1) (2) (3)

     

     

    Unie

    966 (1) (2) (3)

     

     

    TAC

    966 (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D worden afzonderlijk gemeld.

    (2)   Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de Uniewateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

    (3)   

    Niet van toepassing op golfrog (

    Raja undulata

    ). Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarop deze TAC van toepassing is. In gevallen waarvoor de aanlandingsplicht niet geldt, mag bijvangst van golfrog in het gebied waarvoor deze TAC geldt alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan en mits deze niet meer bedraagt dan 40 kg levend gewicht per visreis. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De vorige bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 41 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Bijvangsten van golfrog worden apart gemeld onder de volgende code: (RJU/07D.). Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    Uniewateren van VIId

    (RJU/07D.)

    België

    1

     

     

    Frankrijk

    9

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2

     

     

    Unie

    12

     

     

    TAC

    12

     

    Voorzorgs-TAC

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de Uniewateren van VIIe; deze hoeveelheid wordt apart gemeld onder de volgende code: (RJU/*67AKD). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de in de artikelen 13 en 46 van deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen voor de daarin vermelde gebieden.

    ▼B



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    wateren van de Unie van VIII en IX

    (SRX/89-C.)

    België

    (1) (2)

     

     

    Frankrijk

    1 298  (1) (2)

     

     

    Portugal

    1 051  (1) (2)

     

     

    Spanje

    1 057  (1) (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1) (2)

     

     

    Unie

    3 420  (1) (2)

     

     

    TAC

    3 420  (2)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/89-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/89-C.) en stekelrog (Raja clavata) (RJC/89-C.) worden afzonderlijk gemeld.

    (2)   

    Niet van toepassing op golfrog (

    Raja undulata

    ). In het gebied waarvoor deze TAC geldt, mag niet gericht op deze soort worden gevist. In gevallen waarvoor de aanlandingsplicht niet geldt, mag bijvangst van golfrog in deelgebieden VIII en IX alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan en mits deze niet meer bedraagt dan 20 kg levend gewicht per visreis in deelgebied VIII en 40kg levend gewicht per visreis in deelgebied IX. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De bovenstaande bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 46 van deze verordening. De bijvangst van golfrog wordt apart gemeld onder de in onderstaande tabellen vermelde codes. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    wateren van de Unie van VIII

    (RJU/8-C.)

    België

    0

     

     

    Frankrijk

    9

     

     

    Portugal

    8

     

     

    Spanje

    8

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Unie

    25

     

     

    TAC

    25

     

    Voorzorgs-TAC


    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    wateren van de Unie van IX

    (RJU/9-C.)

    België

    0

     

     

    Frankrijk

    16

     

     

    Portugal

    12

     

     

    Spanje

    12

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Unie

    40

     

     

    TAC

    40

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Groenlandse heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV; Uniewateren en internationale wateren van Vb en VI

    (GHL/2A-C46)

    Denemarken

    16

     

     

    Duitsland

    28

     

     

    Estland

    16

     

     

    Spanje

    16

     

     

    Frankrijk

    259

     

     

    Ierland

    16

     

     

    Litouwen

    16

     

     

    Polen

    16

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 017

     

     

    Unie

    1 400

     

     

    Noorwegen

    1 100  (1)

     

     

    TAC

    2 500

     

    Analytische TAC

    (1)   Te vangen in de wateren van de Unie van IIa en VI. In VI mag deze hoeveelheid alleen met beuglijnen worden gevangen (GHL/*2A6-C).



    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    IIIa en IV; Uniewateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

    (MAC/2A34.)

    België

    566 (2) (4)

     

     

    Denemarken

    19 461  (2) (4)

     

     

    Duitsland

    590 (2) (4)

     

     

    Frankrijk

    1 781  (2) (4)

     

     

    Nederland

    1 793  (2) (4)

     

     

    Zweden

    5 389  (1) (2) (4)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 661  (2) (4)

     

     

    Unie

    31 241  (1) (2) (4)

     

     

    Noorwegen

    185 639  (3)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: inclusief de volgende hoeveelheid in ton in Noorse wateren ten zuiden van 62° NB (MAC/*04N-): 338

    (2)   Mag tevens in de Noorse wateren van IVa worden gevangen (MAC/*4AN.).

    (3)   In mindering te brengen op het Noorse TAC-aandeel (toegangsquotum). Deze hoeveelheid omvat het volgende Noorse aandeel in de Noordzee-TAC: 53 826

    (4)   

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag ook in de twee onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden.



     

    Noorse wateren van IIa (MAC/*02AN-)

    wateren van de Faeröer (MAC/*FRO1)

    België

    76

    91

    Denemarken

    2 624

    3 131

    Duitsland

    80

    95

    Frankrijk

    240

    286

    Nederland

    242

    288

    Zweden

    726

    854

    Verenigd Koninkrijk

    224

    267

    Unie

    4 212

    5 012

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer worden gevangen dan de volgende hoeveelheden:



     

    IIIa

    IIIa en IVbc

    IVb

    IVc

    VI, internationale wateren van IIa, van 1 januari tot en met 15 februari 2016 en van 1 september tot en met 31 december 2016

    (MAC/*03 A.)

    (MAC/*3A4BC)

    (MAC/*04B.)

    (MAC/*04C.)

    (MAC/*2A6.)

    Denemarken

    0

    4 130

    0

    0

    11 677

    Frankrijk

    0

    490

    0

    0

    0

    Nederland

    0

    490

    0

    0

    0

    Zweden

    0

    0

    390

    10

    3 031

    Verenigd Koninkrijk

    0

    490

    0

    0

    0

    Noorwegen

    3 000

    0

    0

    0

    0



    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV

    (MAC/2CX14-)

    Duitsland

    22 751

     

     

    Spanje

    24

     

     

    Estland

    189

     

     

    Frankrijk

    15 169

     

     

    Ierland

    75 837

     

     

    Letland

    140

     

     

    Litouwen

    140

     

     

    Nederland

    33 178

     

     

    Polen

    1 602

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    208 557

     

     

    Unie

    357 587

     

     

    Noorwegen

    16 024  (1) (2)

     

     

    Faeröer

    32 446  (3)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    (1)   Mag worden gevangen in IIa, VIa ten noorden van 56° 30′ NB, IVa, VIId, VIIe, VIIf en VIIh (MAC/*AX7H).

    (2)   Noorwegen mag de volgende hoeveelheid (in ton) aan extra toegangsquotum vangen ten noorden van 56° 30′ NB; deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van Noorwegen (MAC/*N6530): 37 128

    (3)   Dit quotum wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van de Faeröer (toegangsquotum). Mag alleen worden gevangen in VIa ten noorden van 56° 30′ NB (MAC/*6AN56). Van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december mag dit quotum echter ook worden gevangen in IIa, IVa ten noorden van 59° NB (EU-zone) (MAC/*24N59).

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    Uniewateren van IIa; Uniewateren en Noorse wateren van IVa. Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 15 februari 2016 en van 1 september tot en met 31 december 2016

    Noorse wateren van IIa

    Wateren van de Faeröer

    (MAC/*04A-EN)

    (MAC/*2AN-)

    (MAC/*FRO2)

    Duitsland

    13 731

    1 851

    1 813

    Frankrijk

    9 154

    1 233

    1 208

    Ierland

    45 770

    6 170

    6 042

    Nederland

    20 024

    2 698

    2 643

    Verenigd Koninkrijk

    125 873

    16 971

    16 616

    Unie

    214 552

    28 923

    28 322



    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (MAC/8C3411)

    Spanje

    33 723  (1)

     

     

    Frankrijk

    224 (1)

     

     

    Portugal

    6 971  (1)

     

     

    Unie

    40 918

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: de hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild, mogen in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



     

    VIIIb (MAC/*08B.)

    Spanje

    2 832

    Frankrijk

    19

    Portugal

    585



    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    Noorse wateren van IIa en IVa

    (MAC/2A4A-N)

    Denemarken

    14 043  (1)

     

     

    Unie

    14 043  (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC

    (1)   Vangsten in IIa (MAC/*02A.) en in IVa (MAC/*4A.) worden afzonderlijk gemeld.



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    IIIa; Uniewateren van de deelsectoren 22-32

    (SOL/3A/BCD)

    Denemarken

    328

     

     

    Duitsland

    19 (1)

     

     

    Nederland

    32 (1)

     

     

    Zweden

    12

     

     

    Unie

    391

     

     

    TAC

    391

     

    Analytische TAC

    (1)   Dit quotum mag uitsluitend in de wateren van de Unie van IIIa en van de deelsectoren 22-32 worden gevangen.



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (SOL/24-C.)

    België

    1 104

     

     

    Denemarken

    505.

     

     

    Duitsland

    883

     

     

    Frankrijk

    221

     

     

    Nederland

    9 971

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    568

     

     

    Unie

    13 252

     

     

    Noorwegen

    10 (1)

     

     

    TAC

    13 262

     

    Analytische TAC

    (1)   Mag uitsluitend worden gevangen in de wateren van de Unie van IV (SOL/*04-C.).



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VI; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

    (SOL/56-14)

    Ierland

    46

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    11

     

     

    Unie

    57

     

     

    TAC

    57

     

    Voorzorgs-TAC

    ▼M3



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VIIa

    (SOL/07A.)

    België

    10 (1)

     

     

    Frankrijk

    (1)

     

     

    Ierland

    17 (1)

     

     

    Nederland

    (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    10 (1)

     

     

    Unie

    40 (1)

     

     

    TAC

    40 (1) (2)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)   Bovenop deze TAC kunnen de lidstaten die over een quotum voor tong in VIIa beschikken, onderling overeenkomen een algemeen totaal van 7 ton toe te wijzen aan een of meer vaartuigen die deelnemen aan door het WTECV geëvalueerde wetenschappelijke visserijactiviteiten om de wetenschappelijke informatie over dit bestand (SOL/*07A.) te verbeteren. Alvorens enige aanlanding toe te staan, stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van de na(a)m(en) van het (de) vaartuig(en).

    ▼B



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VIIb en VIIc

    (SOL/7BC.)

    Frankrijk

    6

     

     

    Ierland

    36

     

     

    Unie

    42

     

     

    TAC

    42

     

    Voorzorgs-TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VIId

    (SOL/07D.)

    België

    877

     

     

    Frankrijk

    1 754

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    627

     

     

    Unie

    3 258

     

     

    TAC

    3 258

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VIIe

    (SOL/07E.)

    België

    35

     

     

    Frankrijk

    369

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    575

     

     

    Unie

    979

     

     

    TAC

    979

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VIIf en VIIg

    (SOL/7FG.)

    België

    487

     

     

    Frankrijk

    49

     

     

    Ierland

    24

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    219

     

     

    Unie

    779

     

     

    TAC

    779

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VIIh, VIIj en VIIk

    (SOL/7HJK.)

    België

    32

     

     

    Frankrijk

    64

     

     

    Ierland

    171

     

     

    Nederland

    51

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    64

     

     

    Unie

    382

     

     

    TAC

    382

     

    Analytische TACArtikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing



    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    VIIIa en VIIIb

    (SOL/8AB.)

    België

    42

     

     

    Spanje

    8

     

     

    Frankrijk

    3 135

     

     

    Nederland

    235

     

     

    Unie

    3 420

     

     

    TAC

    3 420

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Tong

    Solea spp.

    Gebied:

    VIIIc, VIIId, VIIIe, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

    (SOO/8CDE34)

    Spanje

    403

     

     

    Portugal

    669

     

     

    Unie

    1 072

     

     

    TAC

    1 072

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Sprot en bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    IIIa

    (SPR/03A.)

    Denemarken

    22 300  (1)

     

     

    Duitsland

    47 (1)

     

     

    Zweden

    8 437  (1)

     

     

    Unie

    30 784

     

     

    TAC

    33 280

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Onverminderd de aanlandingsverplichting, mogen vangsten van wijting voor ten hoogste 5 % in mindering worden gebracht op het quotum (OTH/*03A.), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor sprot uitmaken.

    ▼M3



    Soort:

    Sprot en bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (SPR/2AC4-C)

    België

    2 524  (1)

     

     

    Denemarken

    199 746  (1)

     

     

    Duitsland

    2 524  (1)

     

     

    Frankrijk

    2 524  (1)

     

     

    Nederland

    2 524  (1)

     

     

    Zweden

    1 330  (1) (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    8 328  (1)

     

     

    Unie

    219 500

     

     

    Noorwegen

    20 000

     

     

    Faeröer

    5 500  (3)

     

     

    TAC

    245 000

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    (1)   Onverminderd de aanlandingsverplichting, mogen vangsten van schar en wijting voor ten hoogste 2 % in mindering worden gebracht op het quotum (OTH/*2AC4C), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor sprot uitmaken.

    (2)   Inclusief zandspieringen.

    (3)   Mag tot 4 % bijvangsten van haring bevatten.

    ▼B



    Soort:

    Sprot

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    VIId en VIIe

    (SPR/7DE.)

    België

    26

     

     

    Denemarken

    1 674

     

     

    Duitsland

    26

     

     

    Frankrijk

    361

     

     

    Nederland

    361

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 702

     

     

    Unie

    5 150

     

     

    TAC

    5 150

     

    Voorzorgs-TAC

    ▼M3



    Soort:

    Doornhaai

    Squalus acanthias

    Gebied:

    wateren van de Unie van IIIa

    (DGS/03A-C.)

    Denemarken

    (1)

     

     

    Zweden

    (1)

     

     

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)   In het gebied waarvoor deze TAC geldt, mag niet gericht op doornhaai worden gevist. Exemplaren die incidenteel worden gevangen in visserijen waarin doornhaai niet onder de aanlandingsverplichting valt, worden ongedeerd gelaten en worden onmiddellijk vrijgelaten. De vorige bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 46 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden.



    Soort:

    Doornhaai

    Squalus acanthias

    Gebied:

    Uniewateren van IIa en IV

    (DGS/2AC4-C)

    België

    (1)

     

     

    Denemarken

    (1)

     

     

    Duitsland

    (1)

     

     

    Frankrijk

    (1)

     

     

    Nederland

    (1)

     

     

    Zweden

    (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1)

     

     

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)   In het gebied waarvoor deze TAC geldt, mag niet gericht op doornhaai worden gevist. Exemplaren die incidenteel worden gevangen in visserijen waarin doornhaai niet onder de aanlandingsverplichting valt, worden ongedeerd gelaten en worden onmiddellijk vrijgelaten. De vorige bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 46 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden.



    Soort:

    Doornhaai

    Squalus acanthias

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV

    (DGS/15X14)

    België

    (1) (2)

     

     

    Duitsland

    (1) (2)

     

     

    Spanje

    (1) (2)

     

     

    Frankrijk

    (1) (2)

     

     

    Ierland

    (1) (2)

     

     

    Nederland

    (1) (2)

     

     

    Portugal

    (1) (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1) (2)

     

     

    Unie

    (1) (2)

     

     

    TAC

    (1) (2)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing.

    (1)   In het gebied waarvoor deze TAC geldt, mag niet gericht op doornhaai worden gevist. Exemplaren die incidenteel worden gevangen in visserijen waarin doornhaai niet onder de aanlandingsverplichting valt, worden ongedeerd gelaten en worden onmiddellijk vrijgelaten. De vorige bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 46 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden.

    (2)   

    In afwijking hiervan mag een vaartuig dat deelneemt aan het door het WTECV positief beoordeelde programma ter vermijding van bijvangsten, per maand niet meer dan 2 ton doornhaai die dood is op het moment dat het vistuig aan boord wordt gehesen, aanlanden. De lidstaten die deelnemen aan het programma ter vermijding van bijvangsten, zorgen ervoor dat de totale hoeveelheden doornhaai die jaarlijks op grond van deze afwijking worden aangeland, niet hoger zijn dan de hieronder vermelde hoeveelheden. Alvorens enige aanlanding toe te staan, stellen ze de Commissie in kennis van de lijst van deelnemende vaartuigen. De lidstaten wisselen informatie uit over de gebieden waar bijvangsten worden vermeden.



    Soort:

    Doornhaai

    Squalus acanthias

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV

    (DGS/*15X14)

    België

    20

     

     

    Duitsland

    4

     

     

    Spanje

    10

     

     

    Frankrijk

    83

     

     

    Ierland

    53

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Portugal

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    100

     

     

    Unie

    270

     

     

    TAC

    270

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing.

    ▼B



    Soort:

    Horsmakreel en bijvangsten

    Trachurus spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie van IVb, IVc en VIId

    (JAX/4BC7D)

    België

    13 (3)

     

     

    Denemarken

    5 519  (3)

     

     

    Duitsland

    487 (1) (3)

     

     

    Spanje

    102 (3)

     

     

    Frankrijk

    458 (1) (3)

     

     

    Ierland

    347 (3)

     

     

    Nederland

    3 323  (1) (3)

     

     

    Portugal

    12 (3)

     

     

    Zweden

    75 (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 314  (1) (3)

     

     

    Unie

    11 650

     

     

    Noorwegen

    3 550  (2)

     

     

    TAC

    15 200

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector VIId wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor het volgende gebied: Uniewateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c,VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (JAX/*2A-14).

    (2)   Mag worden gevist in wateren van de Unie van IVa, maar mag niet worden gevist in wateren van de Unie van VIId (JAX/*04-C.).

    (3)   Onverminderd de aanlandingsverplichting, mogen vangsten van evervis, wijting en makreel voor ten hoogste 5 % in mindering worden gebracht op het quotum (OTH/*4BC7D), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor horsmakreel uitmaken.

    ▼M1



    Soort:

    Horsmakreel en bijvangsten

    Trachurus spp.

    Gebied:

    Uniewateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c,VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

    (JAX/2A-14)

    Denemarken

    10 629  (1) (3)

     

     

    Duitsland

    8 294  (1) (2) (3)

     

     

    Spanje

    11 312  (3) (5)

     

     

    Frankrijk

    4 269  (1) (2) (3) (5)

     

     

    Ierland

    27 621  (1) (3)

     

     

    Nederland

    33 276  (1) (2) (3)

     

     

    Portugal

    1 090  (3) (5)

     

     

    Zweden

    675 (1) (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    10 002  (1) (2) (3)

     

     

    Unie

    107 168

     

     

    Faeröer

    1 700  (4)

     

     

    TAC

    108 868

     

    Analytische TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum vóór 30 juni 2016 in de Uniewateren van IIa of IVa wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de Uniewateren van IVb, IVc en VIId (JAX/*4BC7D).

    (2)   Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIId (JAX/*07D.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gemeld onder de volgende code: (OTH/*07D.).

    (3)   Onverminderd de aanlandingsverplichting mogen vangsten van evervis, wijting en makreel voor ten hoogste 5 % in mindering worden gebracht op het quotum (OTH/*2A-14), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor horsmakreel uitmaken.

    (4)   Beperkt tot IVa, VIa (uitsluitend ten noorden van 56° 30′ NB), VIIe, f, h.

    (5)   Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevist in VIIIc (JAX/*08C2). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gemeld onder de volgende code: (OTH/*08C2).

    ▼B



    Soort:

    Horsmakreel

    Trachurus spp.

    Gebied:

    VIII c

    (JAX/08C.)

    Spanje

    15 441  (1) (2)

     

     

    Frankrijk

    268 (2)

     

     

    Portugal

    1 526  (1) (2)

     

     

    Unie

    17 235

     

     

    TAC

    17 235

     

    Analytische TACArtikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    (1)   Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in IX (JAX/*09.).

    (2)   Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen tussen 12 en 15 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98 [1]. Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de vangsten vermenigvuldigd met 1,20. Deze bepalingen gelden niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting.



    Soort:

    Horsmakreel

    Trachurus spp.

    Gebied:

    IX

    (JAX/09.)

    Spanje

    17 744  (1) (2)

     

     

    Portugal

    50 839  (1) (2)

     

     

    Unie

    68 583

     

     

    TAC

    68 583

     

    Analytische TAC

    (1)   Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIIIc (JAX/*08C).

    (2)   Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen tussen 12 en 15 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98 [1]. Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de vangsten vermenigvuldigd met 1,20. Deze bepalingen gelden niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting.



    Soort:

    Horsmakreel

    Trachurus spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie van CECAF (1)

    (JAX/X34PRT)

    Portugal

    Nog vast te stellen (2) (4)

     

     

    Unie

    Nog vast te stellen (3)

     

     

    TAC

    Nog vast te stellen (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Wateren grenzend aan de Azoren.

    (2)   Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    (3)   Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.

    (4)   Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen tussen 12 en 15 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98 [1]. Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de vangsten vermenigvuldigd met 1,20. Deze bepalingen gelden niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting.



    Soort:

    Horsmakreel

    Trachurus spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie van CECAF (1)

    (JAX/341PRT)

    Portugal

    Nog vast te stellen (2) (4)

     

     

    Unie

    Nog vast te stellen (3)

     

     

    TAC

    Nog vast te stellen (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Wateren grenzend aan Madeira.

    (2)   Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    (3)   Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.

    (4)   Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen tussen 12 en 15 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98 [1]. Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de vangsten vermenigvuldigd met 1,20. Deze bepalingen gelden niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting.



    Soort:

    Horsmakreel

    Trachurus spp.

    Gebied:

    wateren van de Unie van CECAF (1)

    (JAX/341SPN)

    Spanje

    Nog vast te stellen (2)

     

     

    Unie

    Nog vast te stellen (3)

     

     

    TAC

    Nog vast te stellen (3)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Wateren grenzend aan de Canarische eilanden.

    (2)   Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    (3)   Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.



    Soort:

    Kever en bijvangsten

    Trisopterus esmarkii

    Gebied:

    IIIa; Uniewateren van IIa en IV

    (NOP/2A3A4.)

    Denemarken

    128 880  (1)

     

     

    Duitsland

    25 (1) (2)

     

     

    Nederland

    95 (1) (2)

     

     

    Unie

    129 000  (1) (3)

     

     

    Noorwegen

    15 000  (4)

     

     

    Faeröer

    6 000  (5)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Onverminderd de aanlandingsverplichting, mogen vangsten van wijting voor ten hoogste 5 % in mindering worden gebracht op het quotum (OT2/*2A3A4), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor kever uitmaken.

    (2)   Het quotum mag uitsluitend worden gevangen in de wateren van de Unie van ICES-zones IIa, IIIa en IV.

    (3)   Het quotum van de Unie mag slechts worden gevangen van 1 januari tot en met 31 oktober 2016.

    (4)   Er moet een sorteerrooster worden gebruikt;

    (5)   Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. Met inbegrip van maximaal 15 % onvermijdelijke bijvangsten (NOP/*2A3A4) die op dit quotum in mindering moeten worden gebracht.



    Soort:

    Kever en bijvangsten

    Trisopterus esmarkii

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (NOP/04-N.)

    Denemarken

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Unie

    0

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Industriële vis

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (I/F/04-N.)

    Zweden

    800 (1) (2)

     

     

    Unie

    800

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (2)   Bijzondere voorwaarde: waarvan niet meer dan de volgende hoeveelheid horsmakrelen (JAX/*04-N.): 400



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    wateren van de Unie van Vb, VI en VII

    (OTH/5B67-C)

    Unie

    Niet relevant

     

     

    Noorwegen

    140 (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Uitsluitend vangsten met beuglijnen.

    ▼M1



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Noorse wateren van IV

    (OTH/04-N.)

    België

    46

     

     

    Denemarken

    4 250

     

     

    Duitsland

    479

     

     

    Frankrijk

    197

     

     

    Nederland

    340

     

     

    Zweden

    Niet relevant (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    3 188

     

     

    Unie

    8 500  (2)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor „andere soorten”.

    (2)   Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen in voorkomend geval worden opgenomen na overleg.

    ▼B



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    wateren van de Unie van IIa, IV en VIa ten noorden van 56° 30′ NB

    (OTH/2A46AN)

    Unie

    Niet relevant

     

     

    Noorwegen

    4 750  (1) (2)

     

     

    Faeröer

    150 (3)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Beperkt tot IIa en IV (OTH/*2A4-C).

    (2)   Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen in voorkomend geval worden opgenomen na overleg.

    (3)   Te vangen in IV en VIa ten noorden van 56° 30′ NB (OTH/*46AN).




    BIJLAGE IB

    NOORDOOSTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND, ICES-DEELGEBIEDEN I, II, V, XII EN XIV EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 1



    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    Uniewateren, wateren van de Faröer, wateren van Noorwegen, en internationale wateren van I en II

    (HER/1/2-)

    België

    77 (1)

     

     

    Denemarken

    7 069  (1)

     

     

    Duitsland

    1 238  (1)

     

     

    Spanje

    23 (1)

     

     

    Frankrijk

    305 (1)

     

     

    Ierland

    1 830  (1)

     

     

    Nederland

    2 529  (1)

     

     

    Polen

    358 (1)

     

     

    Portugal

    23 (1)

     

     

    Finland

    109 (1)

     

     

    Zweden

    2 619  (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    4 516  (1)

     

     

    Unie

    20 629  (1)

     

     

    Faeröer

    6 000  (2) (3)

     

     

    Noorwegen

    18 566  (2) (4)

     

     

    TAC

    316 876

     

    Analytische TAC

    (1)   Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de in elk van de volgende gebieden gevangen hoeveelheden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van de NEAFC en de wateren van de Unie.

    (2)   Mag worden gevangen in de wateren van de Unie ten noorden van 62° NB.

    (3)   Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer.

    (4)   Te verrekenen met de vangstbeperkingen van Noorwegen.

    Bijzondere voorwaarde:

    binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Noorse wateren ten noorden van 62° NB en de visserijzone rond Jan Mayen (HER/*2AJMN) 18 566

    II, Vb ten noorden van 62° NB (wateren van de Faeröer) (HER/*25B-F)



    België

    2

    Denemarken

    2 055

    Duitsland

    360

    Spanje

    7

    Frankrijk

    89

    Ierland

    532

    Nederland

    736

    Polen

    104

    Portugal

    7

    Finland

    32

    Zweden

    762

    Verenigd Koninkrijk

    1 314

    ▼M1



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Noorse wateren van I en II

    (COD/1N2AB.)

    Duitsland

    2 405

     

     

    Griekenland

    298

     

     

    Spanje

    2 682

     

     

    Ierland

    298

     

     

    Frankrijk

    2 207

     

     

    Portugal

    2 682

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    9 328

     

     

    Unie

    19 900

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    ▼B



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van XIV

    (COD/N1GL14)

    Duitsland

    1 718  (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    382 (1)

     

     

    Unie

    2 100  (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Behalve voor bijvangsten gelden voor deze quota de volgende voorwaarden: 1.  Ze mogen niet worden gevangen van 1 april tot en met 31 mei 2016. 2.  Ze mogen uitsluitend worden gevangen in 2 van de volgende 4 gebieden:


    Rapporteringscode

    Geografische grenzen

    COD/GRL1

    Het gedeelte van het Groenlandse visserijgebied dat ten noorden van 63° 45′ NB, ten zuiden van 67° 00′ NB en ten oosten van 35° 15′ WL ligt.

    COD/GRL2

    Het gedeelte van het Groenlandse visserijgebied dat begrepen is tussen 62° 30′ NB en 63° 45′ NB en ten oosten van 44° 00′ WL ligt, en het gedeelte van het Groenlandse visserijgebied dat ten noorden van 63° 45′ NB ligt en begrepen is tussen 44° 00′ WL en 35° 15′ WL.

    COD/GRL3

    Het gedeelte van het Groenlandse visserijgebied dat ten zuiden van 59° 00′ NB en ten oosten van 42° 00′ WL ligt, en het gedeelte van het Groenlandse visserijgebied dat begrepen is tussen 59° 00′ NB en 62° 30′ NB en ten oosten van 44° 00′ WL ligt.

    COD/GRL4

    Het gedeelte van het Groenlandse visserijgebied dat begrepen is tussen 60° 45′ NB en 59° 00′ NB en ten westen van 44° 00′ WL ligt, en het gedeelte van het Groenlandse visserijgebied dat ten zuiden van 59° 00′ NB en ten westen van 42° 00′ WL ligt.

    ▼M1



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    I en IIb

    (COD/1/2B.)

    Duitsland

    6 593  (3)

     

     

    Spanje

    13 192  (3)

     

     

    Frankrijk

    3 122  (3)

     

     

    Polen

    2 728  (3)

     

     

    Portugal

    2 643  (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    4 403  (3)

     

     

    Andere lidstaten

    495 (1) (3)

     

     

    Unie

    33 176  (2)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk.

    (2)   De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet.

    (3)   Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 14 % uitmaken. De totale hoeveelheid schelvis in bijvangst komt bovenop het quotum voor kabeljauw.

    ▼B



    Soort:

    Kabeljauw en schelvis

    Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van Vb

    (COD/05B-F.) voor kabeljauw; (HAD/05B-F.) voor schelvis

    Duitsland

    19

     

     

    Frankrijk

    114

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    817

     

     

    Unie

    950

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (GRV/514GRN)

    Unie

    100 (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant (2)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN.) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN.) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)   Aan Noorwegen wordt de volgende totale hoeveelheid (in ton) toegewezen, die hetzij in dit TAC-gebied, hetzij in Groenlandse wateren van V en XIV (GRV/514N1G) mag worden gevangen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514N1G) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514N1G) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.



    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (GRV/N1GRN.)

    Unie

    100 (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant (2)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN.) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN.) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)   Aan Noorwegen wordt de volgende totale hoeveelheid (in ton) toegewezen, die hetzij in dit TAC-gebied, hetzij in Groenlandse wateren van V en XIV (GRV/514N1G) mag worden gevangen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514N1G) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514N1G) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. 90



    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    IIb

    (CAP/02B.)

    Unie

    0

     

     

    TAC

    0

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (CAP/514GRN)

    Denemarken

    0

     

     

    Duitsland

    0

     

     

    Zweden

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Alle lidstaten

    (1)

     

     

    Unie

    (2)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Denemarken, Duitsland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk mogen pas gebruikmaken van het quotum voor „alle lidstaten” wanneer zij hun eigen quotum hebben opgebruikt. Lidstaten waaraan meer dan 10 % van het quotum van de Unie is toegewezen, mogen het quotum voor „alle lidstaten” evenwel niet gebruiken.

    (2)   Voor een visseizoen van 20 juni tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar.

    ▼M1



    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Noorse wateren van I en II

    (HAD/1N2AB.)

    Duitsland

    267

     

     

    Frankrijk

    160

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    820

     

     

    Unie

    1 247

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    ▼B



    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer

    (WHB/2A4AXF)

    Denemarken

    1 100

     

     

    Duitsland

    75

     

     

    Frankrijk

    120

     

     

    Nederland

    105

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 100

     

     

    Unie

    2 500  (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Vangsten van blauwe wijting mogen onvermijdelijke bijvangsten van zilversmelten bevatten.



    Soort:

    Leng en blauwe leng

    Molva molva en Molva dypterygia

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van Vb

    (LIN/05B-F.) voor leng;

    (BLI/05B-F.) voor blauwe leng

    Duitsland

    615

     

     

    Frankrijk

    1 365

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    120

     

     

    Unie

    2 100  (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart mogen tot maximaal de volgende hoeveelheid op dit quotum in mindering worden gebracht: (OTH/*05B-F): 500



    Soort:

    Noorse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (PRA/514GRN)

    Denemarken

    687

     

     

    Frankrijk

    687

     

     

    Unie

    1 375

     

     

    Noorwegen

    2 000

     

     

    Faeröer

    1 300

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Noorse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (PRA/N1GRN.)

    Denemarken

    1 300

     

     

    Frankrijk

    1 300

     

     

    Unie

    2 600

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Noorse wateren van I en II

    (POK/1N2AB.)

    Duitsland

    2 040

     

     

    Frankrijk

    328

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    182

     

     

    Unie

    2 550

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    internationale wateren van I en II

    (POK/1/2INT)

    Unie

    0

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TAC



    Soort:

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van Vb

    (POK/05B-F.)

    België

    60

     

     

    Duitsland

    372

     

     

    Frankrijk

    1 812

     

     

    Nederland

    60

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    696

     

     

    Unie

    3 000

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Groenlandse heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Noorse wateren van I en II

    (GHL/1N2AB.)

    Duitsland

    25 (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    25 (1)

     

     

    Unie

    50 (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Groenlandse heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    internationale wateren van I en II

    (GHL/1/2INT)

    Unie

    2 000  (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   Enkel voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is geen gerichte vangst toegestaan.



    Soort:

    Groenlandse heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (GHL/N1GRN.)

    Duitsland

    1 925  (1)

     

     

    Unie

    1 925  (1)

     

     

    Noorwegen

    575 (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Moet worden gevangen ten zuiden van 68° NB.



    Soort:

    Groenlandse heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (GHL/514GRN)

    Duitsland

    4 289

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    226

     

     

    Unie

    4 515  (1)

     

     

    Noorwegen

    575

     

     

    Faeröer

    110

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Mag met niet meer dan zes vaartuigen tegelijkertijd worden gevangen.



    Soort:

    Roodbaarzen (ondiep water)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

    (RED/51214S)

    Estland

    0

     

     

    Duitsland

    0

     

     

    Spanje

    0

     

     

    Frankrijk

    0

     

     

    Ierland

    0

     

     

    Letland

    0

     

     

    Nederland

    0

     

     

    Polen

    0

     

     

    Portugal

    0

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

    Unie

    0

     

     

    TAC

    0

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Roodbaarzen (diep pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Uniewateren en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

    (RED/51214D)

    Estland

    39 (1) (2)

     

     

    Duitsland

    802 (1) (2)

     

     

    Spanje

    141 (1) (2)

     

     

    Frankrijk

    75 (1) (2)

     

     

    Ierland

    (1) (2)

     

     

    Letland

    14 (1) (2)

     

     

    Nederland

    (1) (2)

     

     

    Polen

    72 (1) (2)

     

     

    Portugal

    168 (1) (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1) (2)

     

     

    Unie

    1 313  (1) (2)

     

     

    TAC

    (1) (2)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   

    Mag alleen worden gevangen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten:



    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    64°45′NB

    28°30′WL

    2

    62°50′NB

    25°45′WL

    3

    61°55′NB

    26°45′WL

    4

    61°00′NB

    26°30′WL

    5

    59°00′NB

    30°00′WL

    6

    59°00′NB

    34°00′WL

    7

    61°30′NB

    34°00′WL

    8

    62°50′NB

    36°00′WL

    9

    64°45′NB

    28°30′WL

    (2)   Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 1 juli 2016.



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Noorse wateren van I en II

    (RED/1N2AB.)

    Duitsland

    766

     

     

    Spanje

    95

     

     

    Frankrijk

    84

     

     

    Portugal

    405

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    150

     

     

    Unie

    1 500

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    internationale wateren van I en II

    (RED/1/2INT)

    Unie

    Nog vast te stellen (1) (2)

     

     

    TAC

    8 000  (3)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Er mag enkel worden gevist in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2016. De visserij wordt gesloten wanneer de TAC volledig is opgebruikt door de verdragsluitende partijen bij de NEAFC. Vanaf die datum wordt door de lidstaten het gericht vissen op roodbaarzen door vaartuigen die hun vlag voeren, verboden.

    (2)   De vaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaarzen in andere visserijen tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst.

    (3)   Voorlopige vangstbeperking om de vangsten van alle verdragsluitende partijen van de NEAFC te dekken.



    Soort:

    Roodbaarzen (pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV

    (RED/N1G14P)

    Duitsland

    1 038  (1) (2) (3)

     

     

    Frankrijk

    (1) (2) (3)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1) (2) (3)

     

     

    Unie

    1 050  (1) (2) (3)

     

     

    Noorwegen

    800 (1) (2)

     

     

    Faeröer

    50 (1) (2) (4)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Mag uitsluitend in diep pelagisch water met een pelagische trawl worden gevangen van 10 mei tot en met 1 juli 2016.

    (2)   

    Mag uitsluitend worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:



    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    64°45′NB

    28°30′WL

    2

    62°50′NB

    25°45′WL

    3

    61°55′NB

    26°45′WL

    4

    61°00′NB

    26°30′WL

    5

    59°00′NB

    30°00′WL

    6

    59°00′NB

    34°00′WL

    7

    61°30′NB

    34°00′WL

    8

    62°50′NB

    36°00′WL

    9

    64°45′NB

    28°30′WL

    (3)   Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P).

    (4)   Mag uitsluitend worden gevangen in Groenlandse wateren van V en XIV (RED/*514GN).



    Soort:

    Roodbaarzen (demersaal)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV

    (RED/N1G14D)

    Duitsland

    1 679  (1)

     

     

    Frankrijk

    (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    12. (1)

     

     

    Unie

    1 700  (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   

    Mag uitsluitend met trawls worden gevangen, en uitsluitend ten noorden en ten westen van de lijn die door de volgende coördinaten wordt bepaald:



    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    59°15′NB

    54°26′WL

    2

    59°15′NB

    44°00′WL

    3

    59°30′NB

    42°45′WL

    4

    60°00′NB

    42°00′WL

    5

    62°00′NB

    40°30′WL

    6

    62°00′NB

    40°00′WL

    7

    62°40′NB

    40°15′WL

    8

    63°09′NB

    39°40′WL

    9

    63°30′NB

    37°15′WL

    10

    64°20′NB

    35°00′WL

    11

    65°15′NB

    32°30′WL

    12

    65°15′NB

    29°50′WL



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    IJslandse wateren van Va

    (RED/05A-IS)

    België

    (1) (2)

     

     

    Duitsland

    (1) (2)

     

     

    Frankrijk

    (1) (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    (1) (2)

     

     

    Unie

    (1) (2)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Inclusief onvermijdelijke bijvangst (bijvangst van kabeljauw niet toegestaan).

    (2)   Mag alleen tussen juli en december 2016 worden gevangen.



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van Vb

    (RED/05B-F.)

    België

    4

     

     

    Duitsland

    460

     

     

    Frankrijk

    31

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    5

     

     

    Unie

    500

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Noorse wateren van I en II

    (OTH/1N2AB.)

    Duitsland

    117 (1)

     

     

    Frankrijk

    47 (1)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    186 (1)

     

     

    Unie

    350 (1)

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Andere soorten (1)

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van Vb

    (OTH/05B-F.)

    Duitsland

    322

     

     

    Frankrijk

    289

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    189

     

     

    Unie

    800

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Exclusief soorten zonder handelswaarde.



    Soort:

    Platvis

    Gebied:

    wateren van de Faeröer van Vb

    (FLX/05B-F.)

    Duitsland

    18

     

     

    Frankrijk

    14

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    68

     

     

    Unie

    100

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    ▼M1



    Soort:

    Bijvangst (1)

    Gebied:

    Groenlandse wateren

    (B-C/GRL)

    Unie

    1 126

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijvangsten van grenadiervis (Macrourus spp.) worden gemeld overeenkomstig de volgende vangstmogelijkhedentabellen: grenadiervis in de Groenlandse wateren van V en XIV (GRV/514GRN) en grenadiervis in de Groenlandse wateren van NAFO 1 (GRV/N1GRN.).

    ▼B




    BIJLAGE IC

    NOORDWESTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN

    NAFO-VERDRAGSGEBIED



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 2J3KL

    (COD/N2J3KL)

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (COD/N3NO.)

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.



    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 3M

    (COD/N3M.)

    Estland

    155

     

     

    Duitsland

    649

     

     

    Letland

    155

     

     

    Litouwen

    155

     

     

    Polen

    528

     

     

    Spanje

    1 993

     

     

    Frankrijk

    278

     

     

    Portugal

    2 734

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 298

     

     

    Unie

    7 945

     

     

    TAC

    13 931

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    NAFO 3L

    (WIT/N3L.)

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (WIT/N3NO.)

    Estland

    96

     

     

    Letland

    96

     

     

    Litouwen

    96

     

     

    Unie

    288

     

     

    TAC

    2 172

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied:

    NAFO 3M

    (PLA/N3M.)

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (PLA/N3LNO.)

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Kortvinpijlinktvis

    Illex illecebrosus

    Gebied:

    NAFO-deelgebieden 3 en 4

    (SQI/N34.)

    Estland

    128 (1)

     

     

    Letland

    128 (1)

     

     

    Litouwen

    128 (1)

     

     

    Polen

    227 (1)

     

     

    Unie

    Niet relevant (1) (2)

     

     

    TAC

    34 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Te vangen van 1 juli tot en met 31 december 2016.

    (2)   Aandeel van de Unie niet nader bepaald. De hieronder vermelde hoeveelheid, in ton, is beschikbaar voor Canada en de lidstaten van de Unie, met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen. 29 467



    Soort:

    Geelstaartschar

    Limanda ferruginea

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (YEL/N3LNO.)

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    17 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 2 500 kg of van 10 % indien dat meer is.



    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (CAP/N3NO.)

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Noorse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    NAFO 3L (1) (2)

    (PRA/N3L.)

    Estland

    (3)

     

     

    Letland

    (3)

     

     

    Litouwen

    (3)

     

     

    Polen

    (3)

     

     

    Spanje

    (3)

     

     

    Portugal

    (3)

     

     

    Unie

    (3)

     

     

    TAC

    (3)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   

    Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:



    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    47° 20′ 0

    46° 40′ 0

    2

    47° 20′ 0

    46° 30′ 0

    3

    46° 00′ 0

    46° 30′ 0

    4

    46° 00′ 0

    46° 40′ 0

    (2)   

    De visserij in wateren met een diepte van minder dan 200 meter is verboden in het gebied ten oosten van een lijn die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbindt:



    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    46° 00′ 0

    47° 49′ 0

    2

    46° 25′ 0

    47° 27′ 0

    3

    46° 42′ 0

    47° 25′ 0

    4

    46° 48′ 0

    47° 25′ 50

    5

    47° 16′ 50

    47° 43′ 50

    (3)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Noorse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    NAFO 3M (1)

    (PRA/*N3M.)

    TAC

    Niet relevant (2) (3)

     

    Analytische TAC
    (1)   

    De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:



    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    47° 20′ 0

    46° 40′ 0

    2

    47° 20′ 0

    46° 30′ 0

    3

    46° 00′ 0

    46° 30′ 0

    4

    46° 00′ 0

    46° 40′ 0



    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    47° 55′ 0

    45° 00′ 0

    2

    47° 30′ 0

    44° 15′ 0

    3

    46° 55′ 0

    44° 15′ 0

    4

    46° 35′ 0

    44° 30′ 0

    5

    46° 35′ 0

    45° 40′ 0

    6

    47° 30′ 0

    45° 40′ 0

    7

    47° 55′ 0

    45° 00′ 0

    (2)   

    Niet relevant. Visserijbeheer door middel van beperkingen van de visserijinspanning. De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009.



    Lidstaat

    Maximumaantal vaartuigen

    Maximum aantal visdagen

    Denemarken

    0

    0

    Estland

    0

    0

    Spanje

    0

    0

    Letland

    0

    0

    Litouwen

    0

    0

    Polen

    0

    0

    Portugal

    0

    0

    (3)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Groenlandse heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    NAFO 3LMNO

    (GHL/N3LMNO)

    Estland

    297

     

     

    Duitsland

    303

     

     

    Letland

    42

     

     

    Litouwen

    21

     

     

    Spanje

    4 067

     

     

    Portugal

    1 700

     

     

    Unie

    6 430

     

     

    TAC

    10 966

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Rog

    Rajidae

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (SKA/N3LNO.)

    Estland

    283

     

     

    Litouwen

    62

     

     

    Spanje

    3 403

     

     

    Portugal

    660

     

     

    Unie

    4 408

     

     

    TAC

    7 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3LN

    (RED/N3LN.)

    Estland

    514

     

     

    Duitsland

    354

     

     

    Letland

    514

     

     

    Litouwen

    514

     

     

    Unie

    1 896

     

     

    TAC

    10 400

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3M

    (RED/N3M.)

    Estland

    1 571  (1)

     

     

    Duitsland

    513 (1)

     

     

    Letland

    1 571  (1)

     

     

    Litouwen

    1 571  (1)

     

     

    Spanje

    233 (1)

     

     

    Portugal

    2 354  (1)

     

     

    Unie

    7 813  (1)

     

     

    TAC

    7 000  (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Op voorwaarde dat de voor dit bestand voor alle NAFO-partijen vastgestelde TAC, zoals aangegeven, wordt nageleefd. Binnen die TAC mag vóór 1 juli 2016 niet meer dan de volgende tussentijdse hoeveelheid worden gevangen: 3 500



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3O

    (RED/N3O.)

    Spanje

    1 771

     

     

    Portugal

    5 229

     

     

    Unie

    7 000

     

     

    TAC

    20 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Roodbaars

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO-deelgebied 2, sectoren IF en 3K

    (RED/N1F3K.)

    Letland

    (1)

     

     

    Litouwen

    (1)

     

     

    Unie

    (1)

     

     

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Soort:

    Witte heek

    Urophycis tenuis

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (HKW/N3NO.)

    Spanje

    255

     

     

    Portugal

    333

     

     

    Unie

    588 (1)

     

     

    TAC

    1 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   

    Indien overeenkomstig bijlage IA bij de instandhoudings- en nalevingsmaatregelen van de NAFO een TAC van 2 000 ton door de verdragsluitende partijen met een positieve stemming wordt bekrachtigd, worden de overeenkomstige quota van de Unie en de verschillende lidstaten geacht als volgt te zijn:



    Spanje

    509

    Portugal

    667

    Unie

    1 176




    BIJLAGE ID

    OVER GROTE AFSTANDEN TREKKENDE SOORTEN — ALLE GEBIEDEN

    Deze TAC's worden vastgesteld in het kader van de internationale organisaties voor de tonijnvisserij, zoals de ICCAT.



    Soort:

    Blauwvintonijn

    Thunnus thynnus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

    (BFT/AE45WM)

    Cyprus

    98,00 (4)

     

     

    Griekenland

    182,15

     

     

    Spanje

    3 534,43  (2) (4)

     

     

    Frankrijk

    3 487,57  (2) (3) (4)

     

     

    Kroatië

    551,23 (6)

     

     

    Italië

    2 752,56  (4) (5)

     

     

    Malta

    225,83 (4)

     

     

    Portugal

    332,36

     

     

    Andere lidstaten

    39,41 (1)

     

     

    Unie

    11 203,54  (2) (3) (4) (5)

     

     

    TAC

    18 911

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Malta en Portugal, en uitsluitend als bijvangst.

    (2)   

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301):



    Spanje

    540,42

    Frankrijk

    251,00

    Unie

    791,43

    (3)   

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage IV, punt 1 (BFT/*641), bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:



    Frankrijk

    100,00

    Unie

    100,00

    (4)   

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302):



    Spanje

    70,69

    Frankrijk

    69,75

    Italië

    55,06

    Cyprus

    4,52

    Malta

    6,65

    Unie

    206,66

    (5)   

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*643):



    Italië

    55,06

    Unie

    55,06

    (6)   

    Bijzondere voorwaarde: binnen deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm voor kweekdoeleinden van de in bijlage IV, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8303F):



    Kroatië

    496,10

    Unie

    496,10



    Soort:

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

    (SWO/AN05N)

    Spanje

    6 393,02  (2)

     

     

    Portugal

    1 161,95  (2)

     

     

    Andere lidstaten

    130,74 (1) (2)

     

     

    Unie

    7 685,70

     

     

    TAC

    13 700

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Met uitzondering van Spanje en Portugal, en uitsluitend als bijvangst.

    (2)   Bijzondere voorwaarde: tot 2,39 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB worden gevangen (SWO/*AS05N).



    Soort:

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

    (SWO/AS05N)

    Spanje

    5 112,05  (1)

     

     

    Portugal

    489,01 (1)

     

     

    Unie

    5 601,06

     

     

    TAC

    15 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Bijzondere voorwaarde: tot 3,51 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB worden gevangen (SWO/*AN05N).



    Soort:

    Noord-Atlantische witte tonijn

    Thunnus alalunga

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

    (ALB/AN05N)

    Ierland

    2 584,64  (2)

     

     

    Spanje

    14 917,37  (2)

     

     

    Frankrijk

    4 511,52  (2)

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    349,24 (2)

     

     

    Portugal

    2 178,93  (2)

     

     

    Unie

    24 541,70  (1)

     

     

    TAC

    28 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, wordt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 [1] vastgesteld op: 1 253 [1]  Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3).

    (2)   

    Het maximum aantal vissersvaartuigen dat de vlag van een lidstaat voert en gericht op Noord-Atlantische witte tonijn mag vissen, is overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 als volgt over de lidstaten verdeeld:



    Lidstaat

    Maximumaantal vaartuigen

    Ierland

    50

    Spanje

    730

    Frankrijk

    151

    Verenigd Koninkrijk

    12

    Portugal

    310



    Soort:

    Zuid-Atlantische witte tonijn

    Thunnus alalunga

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

    (ALB/AS05N)

    Spanje

    905,86

     

     

    Frankrijk

    297,70

     

     

    Portugal

    633,94

     

     

    Unie

    1 837,50

     

     

    TAC

    24 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (BET/ATLANT)

    Spanje

    13 396,57

     

     

    Frankrijk

    5 877,89

     

     

    Portugal

    4 514,54

     

     

    Unie

    23 789

     

     

    TAC

    65 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Blauwe marlijn

    Makaira nigricans

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (BUM/ATLANT)

    Spanje

    0

     

     

    Frankrijk

    358,05

     

     

    Portugal

    49,55

     

     

    Unie

    407,60

     

     

    TAC

    1 985

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Witte marlijn

    Tetrapturus albidus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (WHM/ATLANT)

    Spanje

    2,46

     

     

    Portugal

    21,45

     

     

    Unie

    23,91

     

     

    TAC

    355

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing




    BIJLAGE IE

    ANTARCTISCH GEBIED

    CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

    Deze door de CCAMLR vastgestelde TAC's worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de CCAMLR, dat meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is uitgeput.

    Tenzij anders bepaald zijn deze TAC's van toepassing voor de periode van 1 december 2015 tot en met 30 november 2016.



    Soort:

    IJsvis

    Champsocephalus gunnari

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (ANI/F483.)

    TAC

    3 461

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    IJsvis

    Champsocephalus gunnari

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren (1)

    (ANI/F5852.)

    TAC

    482

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   In het kader van deze TAC mogen visserijactiviteiten worden verricht in het gedeelte van statistische sector 58.5.2 van de FAO dat is afgebakend door de lijn die loopt: — van het snijpunt van lengtegraad 72° 15′ OL met de grens als vastgesteld bij de overeenkomst inzake de afbakening van de wateren tussen Australië en Frankrijk („Australia-France Maritime Delimitation Agreement”) zuidwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt daarvan met breedtegraad 53° 25′ ZB; — vervolgens oostwaarts langs deze breedtegraad tot het snijpunt ervan met lengtegraad 74° OL; — daarna langs een geodetische lijn in noordoostelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 52° 40′ ZB met lengtegraad 76° OL; — vervolgens noordwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt ervan met breedtegraad 52° ZB; — daarna langs een geodetische lijn in noordwestelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 51° ZB met lengtegraad 74° 30′ OL, en — vervolgens langs een geodetische lijn in zuidwestelijke richting naar het beginpunt.



    Soort:

    Scotiazee-ijsvis

    Chaenocephalus aceratus

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (SSI/F483.)

    TAC

    2 200  (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Langsnuitijsvis

    Channichthys rhinoceratus

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (LIC/F5852.)

    TAC

    1 663  (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (TOP/F483.)

    TAC

    2 750  (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Deze TAC is van toepassing voor beugvisserij in de periode van 16 april tot en met 31 augustus 2016 en voor korfvisserij in de periode van 1 december 2015 tot en met 30 november 2016.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Beheersgebied A: 48° WL tot 43°30′ WL — 52° 30′ ZB tot 56° ZB (TOP/*F483A):

    0

    Beheersgebied B: 43° 30′ WL tot 40° WL — 52° 30′ ZB tot 56° ZB (TOP/*F483B):

    825

    Beheersgebied C: 40° WL tot 33° 30′ WL — 52° 30′ ZB tot 56° ZB (TOP/*F483C):

    1 925



    Soort:

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied:

    FAO 48.4 Noordelijke Antarctische wateren

    (TOP/F484N.)

    TAC

    47 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL.



    Soort:

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (TOP/F5852.)

    TAC

    3 405  (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Deze TAC is uitsluitend van toepassing ten westen van 79° 20′ OL. Het is niet toegestaan ten oosten van deze lengtegraad in deze zone te vissen.



    Soort:

    Antarctische ijsheek

    Dissostichus mawsoni

    Gebied:

    FAO 48.4 Zuidelijke Antarctische wateren

    (TOA/F484S.)

    TAC

    39 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 57° 20′ ZB en 60° 00′ ZB en lengtegraden 24° 30′ WL en 29° 00′ WL.



    Soort:

    Antarctische krill

    Euphausia superba

    Gebied:

    FAO 48

    (KRI/F48.)

    TAC

    5 610 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van een totale gecombineerde vangst van 620 000 ton mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Sector 48.1 (KRI/*F481.):

    155 000

    Sector 48.2 (KRI/*F482.):

    279 000

    Sector 48.3 (KRI/*F483.):

    279 000

    Sector 48.4 (KRI/*F484.):

    93 000



    Soort:

    Antarctische krill

    Euphausia superba

    Gebied:

    FAO 58.4.1 Antarctische wateren

    (KRI/F5841.)

    TAC

    440 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Sector 58.4.1 ten westen van 115° OL (KRI/*F-41W):

    277 000

    Sector 58.4.1 ten oosten van 115° OL (KRI/*F-41E):

    163 000



    Soort:

    Antarctische krill

    Euphausia superba

    Gebied:

    FAO 58.4.2 Antarctische wateren

    (KRI/F5842.)

    TAC

    2 645 000

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



    Sector 58.4.2 ten westen van 55° OL (KRI/*F-42W):

    260 000

    Sector 58.4.2 ten oosten van 55° OL (KRI/*F-42E)

    192 000



    Soort:

    Groene Zuidpoolkabeljauw

    Gobionotothen gibberifrons

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (NOG/F483.)

    TAC

    1 470  (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Grijze Zuidpoolkabeljauw

    Lepidonotothen squamifrons

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (NOS/F483.)

    TAC

    300 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Grijze Zuidpoolkabeljauw

    Lepidonotothen squamifrons

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (NOS/F5852.)

    TAC

    80 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Grenadiervis van de soort Macrourus holotrachys en van de soort Macrourus carinatus

    Macrourus holotrachys en Macrourus carinatus

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (GR1/F5852.)

    TAC

    360 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Grenadiervis van de soort Macrourus caml en van de soort Macrourus whitsoni

    Macrourus caml en macrourus whitsoni

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (GR2/F5852.)

    TAC

    409 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (GRV/F483.)

    TAC

    138 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    FAO 48.4 Antarctische wateren

    (GRV/F484.)

    TAC

    13 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Gemarmerde ijsvis

    Notothenia rossii

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (NOR/F483.)

    TAC

    300 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Krabben

    Paralomis spp.

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (PAI/F483.)

    TAC

    0

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing



    Soort:

    Georgia-ijsvis

    Pseudochaenichthys georgianus

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (SGI/F483.)

    TAC

    300 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (SRX/F483.)

    TAC

    138 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    FAO 48.4 Antarctische wateren

    (SRX/F484.)

    TAC

    (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (SRX/F5852.)

    TAC

    120 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.



    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (OTH/F5852.)

    TAC

    50 (1)

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.




    BIJLAGE IF

    ZUIDOOST-ATLANTISCHE OCEAAN

    SEAFO-VERDRAGSGEBIED

    Deze TAC's worden niet aan de SEAFO-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de SEAFO, dat meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is uitgeput.



    Soort:

    Alfonsino's

    Beryx spp.

    Gebied:

    SEAFO

    (ALF/SEAFO)

    TAC

    200 (1)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   In deelsector B1 (ALF/*F47NA) mag niet meer dan 132 ton worden gevangen.



    Soort:

    Rode diepzeekrab

    Chaceon spp.

    Gebied:

    SEAFO-deelsector B1 (1)

    (GER/F47NAM)

    TAC

    190. (1)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   In het kader van deze TAC mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd: — ten westen door de lengtegraad 0° OL, — ten noorden door de breedtegraad 20° ZB, — ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.



    Soort:

    Rode diepzeekrab

    Chaceon spp.

    Gebied:

    SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

    (GER/F47X)

    TAC

    200

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Zwarte Patagonische ijsheek

    (Dissostichus eleginoides)

    Gebied:

    SEAFO deelgebied D

    (TOP/F47D)

    TAC

    264

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Zwarte Patagonische ijsheek

    (Dissostichus eleginoides)

    Gebied:

    SEAFO, met uitzondering van deelgebied D

    (TOP/F47-D)

    TAC

    0

     

    Voorzorgs-TAC

    ▼M1



    Soort:

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied:

    SEAFO-deelsector B1 (1)

    (ORY/F47NAM)

    TAC

    (2)

     

    Voorzorgs-TAC

    (1)   In het kader van deze bijlage mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd: — ten westen door de lengtegraad 0° OL, — ten noorden door de breedtegraad 20° ZB, — ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

    (2)   Met uitzondering van een toegestane bijvangst van 4 ton (ORY/*F47NA).

    ▼B



    Soort:

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied:

    SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

    (ORY/F47X)

    TAC

    50

     

    Voorzorgs-TAC



    Soort:

    Pseudopentaceros spp.

    Pseudopentaceros spp

    Gebied:

    SEAFO

    (EDW/SEAFO)

    TAC

    143

     

    Voorzorgs-TAC




    BIJLAGE IG

    ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN — ALLE GEBIEDEN



    Soort:

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus maccoyii

    Gebied:

    Alle gebieden

    (SBF/F41-81)

    Unie

    10 (1)

     

     

    TAC

    14 647

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    (1)   Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.




    BIJLAGE IH

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED



    Soort:

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    WCFPC-gebied ten zuiden van 20° ZB

    (SWO/F7120S)

    Unie

    3 170,36

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Voorzorgs-TAC




    BIJLAGE IJ

    SPRFMO-VERDRAGSGEBIED

    ▼M1



    Soort:

    Chileense horsmakreel

    Trachurus murphyi

    Gebied:

    SPRFMO-verdragsgebied

    (CJM/SPRFMO)

    Duitsland

    7 067,15

     

     

    Nederland

    7 660,06

     

     

    Litouwen

    4 917,5

     

     

    Polen

    8 455,29

     

     

    Unie

    28 100

     

     

    TAC

    Niet relevant

     

    Analytische TACArtikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassingArtikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    ▼B




    BIJLAGE IIA

    VISSERIJINSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN BEPAALDE KABELJAUW, SCHOL- EN TONGBESTANDEN IN DE ICES-SECTOREN IIIa, VIa, VIIa, VIId, ICES-DEELGEBIED IV EN DE WATEREN VAN DE UNIE VAN DE ICES-SECTOREN IIa EN Vb

    1.    Toepassingsgebied

    1.1. Deze bijlage is van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die in bijlage I, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoeld vistuig aan boord hebben of gebruiken, en aanwezig zijn in een in punt 2 gespecificeerd geografisch gebied.

    1.2. Deze bijlage is niet van toepassing op vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter. Deze vaartuigen hoeven niet in het bezit te zijn van een vismachtiging die is afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. De betrokken lidstaten beoordelen de visserijinspanning voor deze vaartuigen aan de hand van de inspanningsgroep waartoe zij behoren, en gebruiken daarvoor adequate bemonsteringsmethoden. Tijdens de in artikel 8 van de onderhavige verordening bedoelde beheersperiode verzoekt de Commissie om wetenschappelijk advies teneinde de door deze vaartuigen verrichte inspanning te beoordelen en de betrokken vaartuigen later in de inspanningsregeling op te nemen.

    2.    Gereglementeerd tuig en geografische gebieden

    Voor de toepassing van deze bijlage gelden de in bijlage I, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde vistuigcategorieën („gereglementeerd vistuig”) en de groepen geografische gebieden als bedoeld in punt 2 van die bijlage.

    3.    Machtigingen

    Als een lidstaat dit passend acht om de duurzame uitvoering van deze visserijinspanningsregeling te versterken, kan hij het vissen met gereglementeerd vistuig in geografische gebieden waarop deze bijlage van toepassing is, verbieden voor vaartuigen die zijn vlag voeren, als die nog niet eerder dergelijke visserijactiviteiten hebben verricht, tenzij hij ervoor zorgt dat in het betrokken gebied een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij wordt onttrokken.

    4.    Maximale toegestane visserijinspanning

    4.1. De maximale toegestane visserijinspanning als bedoeld in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 676/2007, wordt voor de in artikel 8 van de onderhavige verordening bedoelde beheersperiode per inspanningsgroep en per lidstaat vastgesteld in aanhangsel 1 van deze bijlage.

    4.2. De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1954/2003 ( 17 ) van de Raad vastgestelde maximumniveaus voor de jaarlijkse visserijinspanning laten de in deze bijlage bepaalde maximale toegestane visserijinspanning onverlet.

    5.    Beheer

    5.1. De lidstaten beheren de maximale toegestane visserijinspanning overeenkomstig de voorwaarden van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 676/2007, artikel 4 en de artikelen 13 tot en met 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    5.2. Een lidstaat mag beheersperioden vaststellen voor de toewijzing van de volledige maximale toegestane inspanning, of delen daarvan, aan individuele vaartuigen of groepen vaartuigen. In dat geval wordt het aantal dagen of uren tijdens welke een vaartuig gedurende een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, door de betrokken lidstaat zelf vastgesteld. Tijdens dergelijke beheersperioden kan de betrokken lidstaat de inspanning herverdelen tussen individuele vaartuigen of groepen vaartuigen.

    5.3. Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen die hun vlag voeren, in een gebied per uur vaststellen, moeten de benutting van de dagen blijven meten overeenkomstig de in punt 5.1 bedoelde voorwaarden. Op verzoek van de Commissie moet de betrokken lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van excessieve benutting van de inspanning in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheid in het gebied beëindigt voordat een periode van 24 uur is afgelopen.

    6.    Visserijinspanningsverslag

    Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied is, voor kabeljauwbeheer, elk van de in punt 2 van deze bijlage bedoelde geografische gebieden.

    7.    Mededeling van relevante gegevens

    De lidstaten dienen de gegevens over de visserijinspanning van hun vissersvaartuigen bij de Commissie in overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. De gegevens worden toegezonden via het systeem voor de uitwisseling van visserijgegevens (Fisheries Data Exchange System) of een ander door de Commissie in te voeren systeem voor de verzameling van gegevens.




    Aanhangsel 1 bij bijlage IIA

    Maximale toegestane visserijinspanning in kilowattdagen

    a) Kattegat



    Gereglementeerd vistuig

    DK

    DE

    SE

    TR 1

    197 929

    4 212

    16 610

    TR2

    830 041

    5 240

    327 506

    TR3

    441 872

    0

    490

    BT1

    0

    0

    0

    BT2

    0

    0

    0

    GN

    115 456

    26 534

    13 102

    GT

    22 645

    0

    22 060

    LL

    1 100

    0

    25 339

    b) Skagerrak, het gedeelte van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort; ICES-deelgebied IV en wateren van de Unie van ICES-sector IIa; ICES-sector VIId



    Gereglementeerd vistuig

    BE

    DK

    DE

    ES

    FR

    IE

    NL

    SE

    UK

    TR1/TR2

    194 571

    6 227 834

    1 311 583

    1 409

    8 002 165

    11 133

    1 005 293

    776 135

    11 222 792

    TR3

    0

    2 545 009

    257

    0

    101 316

    0

    36 617

    1 024

    8 482

    BT1

    1 427 574

    1 157 265

    29 271

    0

    0

    0

    ►M1  999 808  ◄

    0

    1 739 759

    BT2

    5 401 395

    79 212

    1 375 400

    0

    1 202 818

    0

    28 307 876

    0

    6 116 437

    GN

    163 531

    2 307 977

    224 484

    0

    342 579

    0

    438 664

    74 925

    546 303

    GT

    0

    224 124

    467

    0

    4 338 315

    0

    0

    48 968

    14 004

    LL

    0

    56 312

    0

    245

    125 141

    0

    0

    110 468

    134 880

    c) ICES-sector VIIa



    Gereglementeerd vistuig

    BE

    FR

    IE

    NL

    UK

    TR1

    0

    48 193

    33 539

    0

    339 592

    TR2

    10 166

    744

    475 649

    0

    1 086 399

    TR3

    0

    0

    1 422

    0

    0

    BT1

    0

    0

    0

    0

    0

    BT2

    843 782

    0

    514 584

    200 000

    111 693

    GN

    0

    471

    18 255

    0

    5 970

    GT

    0

    0

    0

    0

    158

    LL

    0

    0

    0

    0

    70 614

    d) ICES-sector VIa en wateren van de Unie van ICES-sector Vb:



    Gereglementeerd vistuig

    BE

    DE

    ES

    FR

    IE

    UK

    TR1

    0

    9 320

    186 864

    1 324 002

    428 820

    1 033 273

    TR2

    0

    0

    0

    34 926

    14 371

    2 203 071

    TR3

    0

    0

    0

    0

    273

    16 027

    BT1

    0

    0

    0

    0

    0

    117 544

    BT2

    0

    0

    0

    0

    3 801

    4 626

    GN

    0

    35 442

    13 836

    302 917

    5 697

    213 454

    GT

    0

    0

    0

    0

    1 953

    145

    LL

    0

    0

    1 402 142

    184 354

    4 250

    630 040




    BIJLAGE IIB

    VISSERIJINSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL VAN BEPAALDE ZUIDELIJKE HEEKBESTANDEN EN LANGOUSTINEBESTANDEN IN DE ICES-SECTOREN VIIIc EN IXa, MET UITZONDERING VAN DE GOLF VAN CÁDIZ

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    1.    Toepassingsgebied

    Deze bijlage is van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie met een lengte over alles van 10 meter of meer, die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2166/2005 trawls, Deense zegennetten of soortgelijk vistuig met een maaswijdte van 32 mm of meer en kieuwnetten met een maaswijdte van 60 mm of meer of grondbeugen aan boord hebben of gebruiken, en aanwezig zijn in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz.

    2.    Definities

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

    a)

    „vistuiggroep” :

    de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:

    i) trawls, Deense zegennetten of soortgelijk vistuig met een maaswijdte van 32 mm of meer, en

    ii) kieuwnetten met een maaswijdte van 60 mm of meer en grondbeugen;

    b)

    „gereglementeerd tuig” : vistuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;

    c)

    „gebied” : de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz;

    d)

    „huidige beheersperiode” : de periode als bedoeld in artikel 8;

    e)

    „bijzondere voorwaarden” : de in punt 6.1 genoemde bijzondere voorwaarden.

    3.    Activiteitsbeperkingen

    Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren, wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied.

    HOOFDSTUK II

    Machtigingen

    4.    Gemachtigde vaartuigen

    4.1. Een lidstaat mag vaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming verlenen voor visserijactiviteiten in het betrokken gebied met gereglementeerd vistuig, als deze vaartuigen in de periode 2002-2015 nog niet eerder dergelijke gereglementeerde visserijactiviteiten — behalve als resultaat van een overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen — in het betrokken gebied hebben verricht, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.

    4.2. Een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, mag in dat gebied niet vissen met gereglementeerd vistuig, tenzij het vaartuig na een overdracht een quotum krijgt toegewezen uit hoofde van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en zeedagen krijgt overeenkomstig punt 11 of punt 12 van deze bijlage.

    HOOFDSTUK III

    Aan unievaartuigen toegewezen aantal dagen aanwezigheid in het gebied

    5.    Maximum aantal dagen

    5.1. Het maximum aantal zeedagen waarvoor een lidstaat tijdens de huidige beheersperiode een onder zijn vlag varend vaartuig mag toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, staat vermeld in tabel I.

    5.2. Wanneer een vaartuig kan aantonen dat zijn heekvangsten minder bedragen dan 8 % van het totale levende gewicht van de tijdens een bepaalde visreis gevangen vis, wordt aan de vlaggenlidstaat van het vaartuig toegestaan de met die visreis gepaard gaande zeedagen niet in mindering te brengen op het van toepassing zijnde maximum aantal zeedagen als vastgesteld in tabel I.

    6.    Bijzondere voorwaarden voor de toewijzing van dagen

    6.1. Voor de vaststelling van het maximum aantal zeedagen dat een vaartuig van de Unie na toestemming van zijn vlaggenlidstaat in het gebied aanwezig mag zijn, gelden de onderstaande bijzondere voorwaarden overeenkomstig tabel I:

    a) de totale aanlanding van heek door het betrokken vaartuig in elk van de twee kalenderjaren 2013 en 2014 moet minder dan 5 ton bedragen volgens de aanlanding in levend gewicht, en

    b) de totale aanlanding van langoustine door het betrokken vaartuig in de onder a), bedoelde jaren moet minder dan 2,5 ton bedragen volgens de aanlanding in levend gewicht.

    6.2. Wanneer een vaartuig over een onbeperkt aantal dagen beschikt omdat het voldoet aan de bijzondere voorwaarden, mag de aanlanding van het vaartuig in de huidige beheersperiode niet meer bedragen dan 5 ton van de totale aanlanding in levend gewicht van heek en 2,5 ton van de totale aanlanding in levend gewicht van langoustine.

    6.3. Wanneer een vaartuig niet aan de betrokken bijzondere voorwaarde(n) voldoet, verliest het met onmiddellijke ingang het recht op de toewijzing van het aantal dagen dat met die bijzondere voorwaarde overeenstemt.

    6.4. De toepassing van de in punt 6.1 genoemde bijzondere voorwaarden kan worden overgedragen naar één of meer andere vaartuigen die dat vaartuig in de vloot vervangen, mits het vervangende vaartuig soortgelijk vistuig gebruikt en niet in enig eerder jaar grotere dan de in punt 6.1 vermelde hoeveelheden heek en langoustine heeft aangeland.



    Tabel I

    Maximum aantal dagen per jaar waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn, per vistuig

    Bijzondere voorwaarde

    Gereglementeerd vistuig

    Maximumaantal dagen

     

    Bodemtrawls, Deense zegennetten en soortgelijke trawls met een maaswijdte ≥ 32 mm, kieuwnetten met een maaswijdte ≥ 60 mm en grondbeugen

    ES

    117

    FR

    109

    PT

    113

    6.1., onder a), en 6.1., onder b)

    Bodemtrawls, Deense zegennetten en soortgelijke trawls met een maaswijdte ≥ 32 mm, kieuwnetten met een maaswijdte ≥ 60 mm en grondbeugen

    Onbeperkt

    7.    Kilowattdagensysteem

    7.1. De lidstaten mogen de hun toegewezen visserijinspanning beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem mogen zij een vaartuig, met betrekking tot de in tabel I opgenomen soorten gereglementeerd vistuig en bijzondere voorwaarden, toestaan om gedurende een maximum aantal dagen dat verschilt van het in die tabel vastgestelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig en de bijzondere voorwaarden overeenstemt, in acht wordt genomen.

    7.2. Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserijinspanningen die zijn toegewezen aan de vaartuigen die de vlag van die lidstaat voeren en in aanmerking komen voor het gereglementeerde vistuig en, in voorkomend geval, de bijzondere voorwaarden. Deze individuele visserijinspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken indien punt 7.1 niet werd toegepast. Zolang het aantal dagen overeenkomstig tabel I onbeperkt is, bedraagt het aantal dagen waarover het vaartuig zou beschikken, 360.

    7.3. Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 7.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek voor het gereglementeerde vistuig en de bijzondere voorwaarden als bedoeld in tabel I, in, vergezeld van elektronische verslagen waarin de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

    a) de lijst van vaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) de visserijactiviteit van dergelijke vaartuigen die voor de in punt 6.1, onder a), gespecificeerde jaren is geregistreerd en waaruit de in de bijzondere voorwaarden als bedoeld in punt 6.1, onder a) of b), vastgestelde vangstsamenstelling blijkt, indien deze vaartuigen aan deze bijzondere voorwaarden voldoen;

    c) het aantal zeedagen dat elk vaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 7.1 zou beschikken.

    7.4. Op basis van dit verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 7 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien van toepassing, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 7.1 bedoelde systeem.

    8.    Toewijzing van extra dagen voor de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten

    8.1. De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toekennen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van tijdens de vorige beheersperiode verrichte visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad ( 18 ) of Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad ( 19 ). Definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden kunnen door de Commissie per geval in overweging worden genomen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat schriftelijke verzoek wordt vermeld om welke vaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat het niet opnieuw visserijactiviteiten zal beginnen.

    8.2. De in kilowatt gemeten visserijinspanning die vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met het gereglementeerde vistuig hebben geleverd, wordt gedeeld door de inspanning die alle vaartuigen in 2003 met dat vistuig hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt vervolgens berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.

    8.3. De punten 8.1 en 8.2 zijn niet van toepassing wanneer een vaartuig overeenkomstig punt 3 of punt 6.4 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.

    8.4. Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 8.1 vastgestelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni van de huidige beheersperiode bij de Commissie een verzoek in met elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep en bijzondere voorwaarden de gegevens worden vermeld voor de berekening op basis van:

    a) de lijst van vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) de in 2003 door die vaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen volgens vistuiggroep en, zo nodig, per bijzondere voorwaarde.

    8.5. Op basis van het verzoek van een lidstaat kan de Commissie aan die lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen bovenop het in punt 5.1 bedoelde aantal dagen toekennen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 48, lid 2.

    8.6. Tijdens de huidige beheersperiode mag een lidstaat deze extra zeedagen herverdelen tussen alle of sommige vaartuigen die nog steeds deel uitmaken van de vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig. Overdracht van extra dagen van een vaartuig waarvan de activiteiten zijn beëindigd en dat in aanmerking kwam voor één van de in punt 6.1, onder a) of b), genoemde bijzondere voorwaarden, naar een actief vaartuig dat niet in aanmerking komt voor een bijzondere voorwaarde, is niet toegestaan.

    8.7. Als de Commissie extra zeedagen toewijst wegens de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in de vorige beheersperiode, wordt het in tabel I vermelde maximum aantal dagen per lidstaat of vistuig dienovereenkomstig aangepast voor de huidige beheersperiode.

    9.    Toewijzing van extra dagen voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers

    9.1. De Commissie kan op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector een lidstaat drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma's hebben met name betrekking op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en gaan inzake gegevensverzameling verder dan de vereisten voor nationale programma's die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 199/2008 ( 20 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

    9.2. De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein van het vaartuig en van de bemanning.

    9.3. Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 9.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.

    9.4. Op basis van die beschrijving en na overleg met het WTECV kan de Commissie aan de betrokken lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen toekennen bovenop het in punt 5.1 bedoelde aantal dagen voor die lidstaat en voor de vaartuigen, het gebied en het vistuig waarvoor het programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers geldt. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 48, lid 2.

    9.5. Wanneer een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat dit programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt deze de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dit programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.

    HOOFDSTUK IV

    Beheer

    10.    Algemene verplichting

    De lidstaten beheren de maximale toegestane visserijinspanning overeenkomstig de voorwaarden van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2166/2005 en de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    11.    Beheersperioden

    11.1. Een lidstaat mag het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van één of meer kalendermaanden.

    11.2. Het aantal dagen of uren gedurende welke een vaartuig tijdens een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.

    11.3. Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen die hun vlag voeren in een gebied per uur vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 10. Op verzoek van de Commissie moet de lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt voordat een periode van 24 uur is afgelopen.

    HOOFDSTUK V

    Uitwisseling van toegewezen visserijinspanningen

    12.    Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die de vlag van dezelfde lidstaat voeren

    12.1. Een lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, voor hetzelfde gebied over te dragen aan een ander vaartuig dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig. Als motorvermogen in kilowatt van een vaartuig geldt het voor dat vaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.

    12.2. Het product van het overeenkomstig punt 12.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het betrokken gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vaartuig mag niet groter zijn dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vaartuig tijdens de in punt 6.1, onder a), bedoelde jaren in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig.

    12.3. Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 12.1 is toegestaan tussen vaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en binnen dezelfde beheersperiode.

    12.4. Het overdragen van dagen is alleen toegestaan voor vaartuigen waaraan visdagen zijn toegewezen zonder toepassing van bijzondere voorwaarden.

    12.5. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. Spreadsheetformats voor het verzamelen en doorsturen van de in dit punt bedoelde informatie kunnen door de Commissie middels uitvoeringshandelingen worden vastgesteld. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 48, lid 2.

    13.    Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die elk de vlag van een andere lidstaat voeren

    Elke lidstaat mag vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen hetzelfde gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.1 en 4.2 en 12 van overeenkomstige toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, met name van het aantal over te dragen dagen, de visserijinspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.

    HOOFDSTUK VI

    Rapportageverplichtingen

    14.    Visserijinspanningsverslag

    Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied is het in punt 2 van deze bijlage bedoelde gebied.

    15.    Verzameling van relevante gegevens

    Op basis van de gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor ieder kwartaal de gegevens betreffende de totale visserijinspanning in het gebied voor gesleept vistuig en staand vistuig, de inspanning van vaartuigen die verschillende soorten vistuig gebruiken in het gebied, en het motorvermogen van deze vaartuigen in kilowattdagen.

    16.    Mededeling van relevante gegevens

    Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 15 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III bedoelde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie gedetailleerde gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserijinspanning voor het geheel of voor gedeelten van de huidige en de vorige beheersperiode, in het in de tabellen IV en V bedoelde gegevensformat.



    Tabel II

    Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Lidstaat

    Vistuig

    Beheersperiode

    Aangifte van de cumulatieve inspanning

    1)

    2)

    3)

    4)



    Tabel III

    Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Naam van het veld

    Maximumaantal letters/cijfers

    Richting (1) L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

    2)  Vistuig

    2

     

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    TR = trawlnetten, Deense zegens en soortgelijk vistuig ≥ 32 mm

    GN = kieuwnetten ≥ 60 mm

    LL = grondbeugen

    3)  Beheersperiode

    4

     

    Een beheersperiode in de periode vanaf de beheersperiode 2006 tot de huidige beheersperiode

    4)  Aangifte van de cumulatieve inspanning

    7

    R

    Cumulatieve visserijinspanning in kilowattdagen vanaf 1 februari tot en met 31 januari van de betrokken beheersperiode

    (1)   Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.



    Tabel IV

    Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Lidstaat

    CFR

    Uitwendige kentekens

    Duur van de beheersperiode

    Aangegeven vistuig

    Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

    Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

    Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    Overgedragen dagen

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

     

    1)

    2)

    3)

    4)

    5)

    5)

    5)

    5)

    6)

    6)

    6)

    6)

    7)

    7)

    7)

    7)

    8)

    8)

    8)

    8)

    9)



    Tabel V

    Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Naam van het veld

    Maximumaantal letters/cijfers

    Richting (1) L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

    2)  CFR

    12

     

    Nummer in vissersvlootregister van de Unie (CFR)

    Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig.

    Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (9 tekens). Indien een reeks minder dan 9 tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd

    3)  Uitwendige kentekens

    14

    L

    Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1381/87 van de Commissie (2)

    4)  Duur van de beheersperiode

    2

    L

    Duur van de beheersperiode in maanden

    5)  Aangegeven vistuig

    2

    L

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    TR = trawlnetten, Deense zegens en soortgelijk vistuig ≥ 32 mm

    GN = kieuwnetten ≥ 60 mm

    LL = grondbeugen

    6)  Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

    2

    L

    Geef in voorkomend geval aan welke van de in punt 6.1, onder a) of b), van bijlage IIB genoemde bijzondere voorwaarde van toepassing is.

    7)  Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

    3

    L

    Aantal dagen dat overeenkomstig bijlage IIB aan het vaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode

    8)  Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    3

    L

    Aantal dagen dat het vaartuig daadwerkelijk in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode

    9)  Overgedragen dagen

    4

    L

    Vermeld voor overgedragen dagen „– aantal overgedragen dagen” en voor ontvangen dagen „+ aantal overgedragen dagen”

    (1)   Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.

    (2)   Verordening (EEG) nr. 1381/87 van de Commissie van 20 mei 1987 inzake uitvoeringsbepalingen met betrekking tot kentekens voor vissersvaartuigen en met betrekking tot documenten aan boord van die vaartuigen (PB L 132 van 21.5.1987, blz. 9).




    BIJLAGE IIC

    VISSERIJINSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN DE TONGBESTANDEN IN HET WESTELIJKE KANAAL IN ICES-SECTOR VIIe

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    1.    Toepassingsgebied

    1.1. Deze bijlage is van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie met een lengte over alles van 10 meter of meer, die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 509/2007 boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer en staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm aan boord hebben of gebruiken en die aanwezig zijn in ICES-sector VIIe.

    1.2. Vaartuigen die vissen met staande netten met een maaswijdte van 120 mm of meer en die volgens hun visserijgegevens in het kader van hun geregistreerde visserijactiviteit in de drie voorgaande jaren minder dan 300 kg levend gewicht aan tong per jaar hebben gevangen, zijn vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage, mits:

    a) deze vaartuigen tijdens de beheersperiode 2015 minder dan 300 kg levend gewicht tong hebben gevangen;

    b) deze vaartuigen op zee geen vis overladen op een ander vaartuig;

    c) elke betrokken lidstaat uiterlijk op 31 juli 2016 en 31 januari 2017 bij de Commissie een verslag indient over de op tong betrekking hebbende vangstcijfers voor deze vaartuigen voor de laatste drie jaar, en over de tongvangst in 2016.

    Wanneer aan één van deze voorwaarden niet is voldaan, zijn de betrokken vaartuigen met onmiddellijke ingang niet meer vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage.

    2.    Definities

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

    a)

    „vistuiggroep” :

    de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:

    i) boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer, en

    ii) staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm;

    b)

    „gereglementeerd tuig” : vistuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;

    c)

    „gebied” : ICES-sector VIIe;

    d)

    „huidige beheersperiode” : de periode van 1 februari 2016 tot en met 31 januari 2017.

    3.    Activiteitsbeperkingen

    Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren en in de Unie zijn geregistreerd, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben.

    HOOFDSTUK II

    Machtigingen

    4.    Gemachtigde vaartuigen

    4.1 Een lidstaat mag vaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming verlenen voor visserijactiviteiten in het betrokken gebied met gereglementeerd vistuig, als deze vaartuigen in de periode 2002-2015 nog niet eerder dergelijke gereglementeerde visserijactiviteiten — behalve als resultaat van een overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen — in het betrokken gebied hebben verricht, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.

    4.2 Aan vaartuigen die wel met gereglementeerd vistuig hebben gevist, kan evenwel toestemming worden verleend om ander vistuig te gebruiken, mits het aantal dagen dat voor het laatstgenoemde vistuigtype is toegewezen, gelijk is aan of groter is dan het aantal voor het gereglementeerde vistuig toegewezen dagen.

    4.3 Een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, mag in dat gebied niet vissen met gereglementeerd vistuig, tenzij het vaartuig na een overdracht een quotum krijgt toegewezen uit hoofde van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en zeedagen krijgt overeenkomstig punt 10 of punt 11 van deze bijlage.

    HOOFDSTUK III

    Aan unievaartuigen toegewezen aantal dagen aanwezigheid in het gebied

    5.    Maximum aantal dagen

    Het maximum aantal zeedagen waarvoor een lidstaat tijdens de huidige beheersperiode een onder zijn vlag varend vaartuig mag toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, staat vermeld in tabel I.



    Tabel I

    Maximum aantal dagen waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn per categorie gereglementeerd vistuig en per jaar

    Gereglementeerd vistuig

    Maximumaantal dagen

    Boomkorren met een maaswijdte ≥ 80 mm

    BE

    164

    FR

    175

    UK

    207

    Staande netten met een maaswijdte ≤ 220 mm

    BE

    164

    FR

    178

    UK

    164

    6.    Kilowattdagensysteem

    6.1. Tijdens de huidige beheersperiode mogen de lidstaten de hun toegewezen visserijinspanningen beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem mogen zij een vaartuig, met betrekking tot de in tabel I opgenomen soorten gereglementeerd vistuig, toestaan om gedurende een maximum aantal dagen dat verschilt van het in die tabel vastgestelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig overeenstemt, in acht wordt genomen.

    6.2. Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserijinspanningen die zijn toegewezen aan de vaartuigen die de vlag van die lidstaat voeren en voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig. Deze individuele visserijinspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken indien punt 6.1 niet werd toegepast.

    6.3. Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek voor het in tabel I bedoelde gereglementeerde vistuig in, vergezeld van elektronische verslagen waarin de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

    a) de lijst van vaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) het aantal zeedagen dat elk vaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 6.1 zou beschikken.

    6.4. Op basis van dit verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 6 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien van toepassing, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem.

    7.    Toewijzing van extra dagen voor de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten

    7.1. De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toekennen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van tijdens de vorige beheersperiode verrichte visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 of Verordening (EG) nr. 744/2008. Definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden kunnen door de Commissie per geval in overweging worden genomen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat schriftelijke verzoek wordt vermeld om welke vaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat het niet opnieuw visserijactiviteiten zal beginnen.

    7.2. De in kilowattdagen gemeten visserijinspanning die vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met de betrokken vistuiggroep hebben geleverd, wordt gedeeld door de inspanning die alle vaartuigen in 2003 met die vistuiggroep hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt vervolgens berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.

    7.3. De punten 7.1 en 7.2 zijn niet van toepassing wanneer een vaartuig overeenkomstig punt 4.2 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.

    7.4. Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 7.1 vastgestelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni van de huidige beheersperiode bij de Commissie een verzoek in met elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep de gegevens worden vermeld voor de berekening op basis van:

    a) de lijst van vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) de in 2003 door die vaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen per betrokken vistuiggroep.

    7.5. Op basis van het verzoek van een lidstaat kan de Commissie aan die lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen bovenop het in punt 5 bedoelde aantal dagen toekennen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 48, lid 2.

    7.6. Tijdens de huidige beheersperiode mag een lidstaat deze extra zeedagen herverdelen tussen alle of sommige vaartuigen die nog steeds deel uitmaken van de vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig.

    7.7. Als de Commissie extra zeedagen toewijst wegens de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in de vorige beheersperiode, wordt het in tabel I vermelde maximum aantal dagen per lidstaat of vistuig dienovereenkomstig aangepast voor de huidige beheersperiode.

    8.    Toewijzing van extra dagen voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers

    8.1. De Commissie kan, op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector, de lidstaten tussen 1 februari 2016 en 31 januari 2017 drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma's hebben met name betrekking op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en gaan inzake gegevensverzameling verder dan de vereisten voor nationale programma's die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 199/2008 en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

    8.2. De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein en van de bemanning van het vaartuig.

    8.3. Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 8.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.

    8.4. Op basis van die beschrijving en na overleg met het WTECV kan de Commissie aan de betrokken lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen toekennen bovenop het in punt 5 bedoelde aantal dagen voor die lidstaat en voor de vaartuigen, het gebied en het vistuig waarvoor het programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers geldt. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 48 lid 2.

    8.5. Wanneer een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat dit programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt deze de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dit programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.

    HOOFDSTUK IV

    Beheer

    9.    Algemene verplichting

    De lidstaten beheren de maximale toegestane visserijinspanning overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    10.    Beheersperioden

    10.1. Een lidstaat mag het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van één of meer kalendermaanden.

    10.2. Het aantal dagen of uren gedurende welke een vaartuig tijdens een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.

    10.3. Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen die hun vlag voeren in een gebied per uur vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 9. Op verzoek van de Commissie moet de lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt voordat een periode van 24 uur is afgelopen.

    HOOFDSTUK V

    Uitwisseling van toegewezen visserijinspanningen

    11.    Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die de vlag van dezelfde lidstaat voeren

    11.1. Een lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, voor hetzelfde gebied over te dragen aan een ander vaartuig dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig. Als motorvermogen in kilowatt van een vaartuig geldt het voor dat vaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.

    11.2. Het product van het overeenkomstig punt 11.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vaartuig mag niet groter zijn dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vaartuig in 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig.

    11.3. Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 11.1 is toegestaan tussen vaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en binnen dezelfde beheersperiode.

    11.4. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. Spreadsheetformats voor het verzamelen en doorsturen van de in dit punt bedoelde informatie kunnen door de Commissie middels uitvoeringshandelingen worden vastgesteld. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 48, lid 2.

    12.    Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die elk de vlag van een andere lidstaat voeren

    Elke lidstaat mag vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen hetzelfde gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.2, 4.4, 5, 6 en 10 van overeenkomstige toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, met name van het aantal over te dragen dagen, de visserijinspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.

    HOOFDSTUK VI

    Rapportageverplichtingen

    13.    Visserijinspanningsverslag

    Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied is het in punt 2 van deze bijlage bedoelde gebied.

    14.    Verzameling van relevante gegevens

    Op basis van de gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor ieder kwartaal de gegevens betreffende de totale visserijinspanning in het gebied voor gesleept vistuig en staand vistuig, de inspanning van vaartuigen die verschillende soorten vistuig gebruiken in het gebied, en het motorvermogen van deze vaartuigen in kilowattdagen.

    15.    Mededeling van relevante gegevens

    Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 14 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III bedoelde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie gedetailleerde gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserijinspanning voor het geheel of voor gedeelten van de beheersperioden 2014 en 2015, in het in de tabellen IV en V bedoelde gegevensformat.



    Tabel II

    Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Lidstaat

    Vistuig

    Beheersperiode

    Aangifte van de cumulatieve inspanning

    1)

    2)

    3)

    4)



    Tabel III

    Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Naam van het veld

    Maximumaantal letters/cijfers

    Richting (1) L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

    2)  Vistuig

    2

     

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    BT = boomkorren ≥ 80 mm

    GN = kieuwnetten < 220 mm

    TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

    3)  Beheersperiode

    4

     

    Een jaar in de periode vanaf de beheersperiode 2006 tot de huidige beheersperiode

    4)  Aangifte van de cumulatieve inspanning

    7

    R

    Cumulatieve visserijinspanning in kilowattdagen vanaf 1 februari tot en met 31 januari van de betrokken beheersperiode

    (1)   Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.



    Tabel IV

    Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Lidstaat

    CFR

    Uitwendige kentekens

    Duur van de beheersperiode

    Aangegeven vistuig

    Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

    Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    Overgedragen dagen

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    1)

    2)

    3)

    4)

    5)

    5)

    5)

    5)

    6)

    6)

    6)

    6)

    7)

    7)

    7)

    7)

    8)



    Tabel V

    Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Naam van het veld

    Maximumaantal letters/cijfers

    Richting (1) L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

    2)  CFR

    12

     

    Nummer in vissersvlootregister van de Unie (CFR)

    Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig.

    Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (9 tekens). Indien een reeks minder dan 9 tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd

    3)  Uitwendige kentekens

    14

    L

    Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1381/87

    4)  Duur van de beheersperiode

    2

    L

    Duur van de beheersperiode in maanden

    5)  Aangegeven vistuig

    2

    L

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    BT = boomkorren ≥ 80 mm

    GN = kieuwnetten < 220 mm

    TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

    6)  Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

    3

    L

    Aantal dagen dat overeenkomstig bijlage IIC aan het vaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode

    7)  Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    3

    L

    Aantal dagen dat het vaartuig daadwerkelijk in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode

    8)  Overgedragen dagen

    4

    L

    Vermeld voor overgedragen dagen „– aantal overgedragen dagen” en voor ontvangen dagen „+ aantal overgedragen dagen”

    (1)   Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.




    BIJLAGE IID

    BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERING IN DE ICES-SECTOREN IIa EN IIIa EN IN ICES-DEELGEBIED IV

    Ten behoeve van het beheer van de vangstmogelijkheden voor zandspiering in de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV, zoals vastgesteld in bijlage IA, worden de beheersgebieden waarbinnen specifieke vangstbeperkingen van toepassing zijn, hieronder omschreven en in het aanhangsel van deze bijlage afgebeeld:



    Beheersgebied voor zandspieringen

    Statistische ICES-vakken

    1

    31-34 E9-F2; 35 E9- F3; 36 E9-F4; 37 E9-F5; 38-40 F0-F5; 41 F5-F6

    2

    31-34 F3-F4; 35 F4-F6; 36 F5-F8; 37-40 F6-F8; 41 F7-F8

    3

    41 F1-F4; 42-43 F1-F9; 44 F1-G0; 45-46 F1-G1; 47 G0

    4

    38-40 E7-E9; 41-46 E6-F0

    5

    47-51 E6 + F0-F5; 52 E6-F5

    6

    41-43 G0-G3; 44 G1

    7

    47-51 E7-E9




    Aanhangsel 1 van bijlage IID

    BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN

    image




    BIJLAGE III

    MAXIMUM AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE IN WATEREN VAN DERDE LANDEN



    Visgebied

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten

    Maximum aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen

    Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

    77

    DK

    25

    57

    DE

    5

    FR

    1

    IE

    8

    NL

    9

    PL

    1

    SV

    10

    UK

    18

    Demersale soorten, ten noorden van 62° 00′ NB

    80

    DE

    16

    50

    IE

    1

    ES

    20

    FR

    18

    PT

    9

    UK

    14

    Niet toegewezen

    2

    Makreel (1)

    Niet relevant

    Niet relevant

    70

    Soorten voor de industrievisserij, ten zuiden van 62° 00′ NB

    480

    DK

    450

    150

    UK

    30

    Wateren van de Faeröer

    Alle trawlvisserijen met vaartuigen van ten hoogste 180 voet in de zone tussen 12 en 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer

    26

    BE

    0

    13

    DE

    4

    FR

    4

    UK

    18

    Gerichte visserij op kabeljauw en schelvis met netten met mazen niet kleiner dan 135 mm, beperkt tot het gebied ten zuiden van 62° 28′ NB en ten oosten van 6° 30′ WL

    (2)

    Niet relevant

    4

    Trawlvisserijen buiten 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer. In de perioden 1 maart-31 mei en 1 oktober-31 december mogen deze vaartuigen vissen in het gebied tussen 61° 20′ NB en 62° 00′ NB en tussen 12 en 21 mijl vanaf de basislijnen

    70

    BE

    0

    26

    DE

    10

    FR

    40

    UK

    20

    Trawlvisserijen op blauwe leng met netten met mazen niet kleiner dan 100 mm in het gebied ten zuiden van 61° 30′ NB en ten westen van 9° 00′ WL en in het gebied tussen 7° 00′ WL en 9° 00′ WL ten zuiden van 60° 30′ NB en in het gebied ten zuidwesten van een lijn tussen 60° 30′ NB, 7° 00′ WL en 60° 00′ NB, 6° 00′ WL

    70

    DE (3)

    8

    20 (4)

    FR (3)

    12

    Gerichte trawlvisserij op zwarte koolvis met netten met mazen niet kleiner dan 120 mm, en waarbij verstevigingsstroppen rond de kuil mogen worden gebruikt

    70

    Niet relevant

    22 (4)

    Visserijen op blauwe wijting. Het totale aantal vismachtigingen kan met 4 vaartuigen worden verhoogd om in spannen te vissen indien de autoriteiten van de Faeröer zouden beslissen om bijzondere toegangsregels voor een gebied, „main fishing area of blue whiting” genaamd, in te stellen

    34

    DE

    2

    20

    DK

    5

    FR

    4

    NL

    6

    UK

    7

    SE

    1

    ES

    4

    IE

    4

    PT

    1

    Lijnvisserijen

    10

    UK

    10

    6

    Makreel

    12

    DK

    1

    12

    BE

    0

    DE

    1

    FR

    1

    IE

    2

    NL

    1

    SE

    1

    UK

    5

    Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

    20

    DK

    5

    20

    DE

    2

    IE

    2

    FR

    1

    NL

    2

    PL

    1

    SE

    1

    UK

    3

    (1)   Onverminderd de aanvullende vergunningen die naar vaste praktijk door Noorwegen aan Zweden worden toegekend.

    (2)   Dit aantal is begrepen in het aantal voor alle trawlvisserijen met vaartuigen van ten hoogste 180 voet in de zone tussen 12 en 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer

    (3)   Maximumaantal vaartuigen dat op enig moment tegelijkertijd in het gebied aanwezig mag zijn.

    (4)   Dit aantal is begrepen in het aantal voor „Trawlvisserijen buiten 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer”.




    BIJLAGE IV

    ICCAT-VERDRAGSGEBIED ( 21 )

    1.   Maximum aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vissersvaartuigen van de Unie die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mogen vissen



    Spanje

    60

    Frankrijk

    37

    Unie

    97

    2.   Maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen



    Spanje

    119

    Frankrijk

    101

    Italië

    30

    Cyprus

    (1)

    Malta

    35 (1)

    Unie

    291

    (1)   Dit aantal kan toenemen indien een vaartuig voor de visserij met de ringzegen wordt vervangen door 10 vaartuigen voor de visserij met de beug

    3.   Maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden



    Kroatië

    13

    Italië

    12

    Unie

    24

    4.   Maximum aantal en totale in brutoton uitgedrukte capaciteit van de vissersvaartuigen van elke lidstaat die blauwvintonijn mogen bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee



    Tabel A

    Aantal vissersvaartuigen (1)

     

    Cyprus (2)

    Griekenland (3)

    Kroatië

    Italië

    Frankrijk

    Spanje

    Malta (4)

    Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

    1

    1

    13

    12

    17

    6

    1

    Vaartuigen voor de visserij met de beug

    (5)

    0

    0

    30

    8

    31

    35

    Met de hengel vissende vaartuigen

    0

    0

    0

    0

    37

    60

    0

    Vaartuigen voor de visserij met de handlijn

    0

    0

    12

    0

    29 (6)

    2

    0

    Trawlers

    0

    0

    0

    0

    57

    0

    0

    Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (7)

    0

    27

    0

    0

    101

    32

    0

    (1)   De in deze tabel A van punt 4 vermelde aantallen kunnen nog worden verhoogd, op voorwaarde dat aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

    (2)   Een middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.

    (3)   Één middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door niet meer dan tien vaartuigen voor de visserij met de beug of door één klein vaartuig voor de visserij met de ringzegen en drie andere vaartuigen voor ambachtelijke visserij worden vervangen.

    (4)   Een middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.

    (5)   Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig.

    (6)   Vaartuigen voor visserij met de beug die actief zijn in de Atlantische Oceaan

    (7)   Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).



    Tabel B

    Totale in brutoton uitgedrukte capaciteit

     

    Cyprus

    Kroatië

    Griekenland

    Italië

    Frankrijk

    Spanje

    Malta

    Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Vaartuigen voor de visserij met de beug

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Met de hengel vissende vaartuigen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Met de handlijn vissende vaartuigen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Trawlers

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    5.   Maximum aantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn



     

    Aantal tonnara's (1)

    Spanje

    5

    Italië

    6

    Portugal

    3

    (1)   Dit aantal kan nog worden verhoogd, op voorwaarde dat aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

    6.   Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag verdelen



    Tabel A

    Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van tonijn

     

    Aantal bedrijven

    Capaciteit (in ton)

    Spanje

    14

    11 852

    Italië

    15

    13 000

    Griekenland

    2

    2 100

    Cyprus

    3

    3 000

    Kroatië

    7

    7 880

    Malta

    8

    12 300

    ▼M3



    Tabel B

    Maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton)

    Spanje

    5 855

    Italië

    3 764

    Griekenland

    785

    Cyprus

    2 195

    Kroatië

    2 947

    Malta

    8 768

    Portugal

    500

    ▼B




    BIJLAGE V

    CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

    DEEL A

    VERBOD OP GERICHTE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED



    Doelsoorten

    Gebied

    Sluitingsperiode

    Haaien (alle soorten)

    Verdragsgebied

    Van 1 januari tot en met 31 december 2016

    Notothenia rossii

    FAO 48.1. Antarctische wateren, bij het Antarctisch Schiereiland

    FAO 48.2. Antarctische wateren, rond de South Orkneys

    FAO 48.3. Antarctische wateren, rond South Georgia

    Van 1 januari tot en met 31 december 2016

    Vinvis

    FAO 48.1. Antarctische wateren (1)

    FAO 48.2. Antarctische wateren (1)

    Van 1 januari tot en met 31 december 2016

    Gobionotothen gibberifrons

    Chaenocephalus aceratus

    Pseudochaenichthys georgianus

    Lepidonotothen squamifrons

    Patagonotothen guntheri

    Electrona carlsbergi (1)

    FAO 48.3.

    Van 1 januari tot en met 31 december 2016

    Dissostichus spp.

    FAO 48.5. Antarctische wateren

    Van 1 december 2015 tot en met 30 november 2016

    Dissostichus spp.

    FAO 88.3. Antarctische wateren (1)

    FAO 58.5.1. Antarctische wateren (1) (2)

    FAO 58.5.2. Antarctische wateren ten oosten van 79° 20′ OL en buiten de EEZ ten westen van 79° 20′ OL (1)

    FAO 58.4.4. Antarctische wateren (1) (2)

    FAO 58.6. Antarctische wateren (1) (2)

    FAO 58.7. Antarctische wateren (1)

    Van 1 januari tot en met 31 december 2016

    Lepidonotothen squamifrons

    FAO 58.4.4 (1) (2)

    Van 1 januari tot en met 31 december 2016

    Alle soorten met uitzondering van Champsocephalus gunnari en Dissostichus eleginoides

    FAO 58.5.2. Antarctische wateren

    Van 1 december 2015 tot en met 30 november 2016

    Dissostichus mawsoni

    FAO 48.4. Antarctische wateren (1) binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL

    Van 1 januari tot en met 31 december 2016

    (1)   Behalve voor wetenschappelijk onderzoek.

    (2)   Behalve voor wetenschappelijk onderzoek.

    DEEL B

    TAC's EN BIJVANGSTBEPERKINGEN VOOR EXPERIMENTELE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED IN 2015/2016



    Deelgebied/Sector

    Regio

    Seizoen

    SSRU's

    Vangstbeperking voor Dissostichus spp. (in ton)

    Bijvangstbeperking (in ton)

    SSRU

    Grenswaarde

    Roggen

    Macrourus spp.

    Andere soorten

    58.4.1.

    Gehele sector

    1 december 2015 tot en met 30 november 2016

    A, B, F

    0

    660

    50

    105

    100

    C (met inbegrip van 58.4.1_1, 58.4. 1_2)

    203 (1)

    D

    42 (1)

    A, B, F

    0

    C

    20

    E (58.4.1_3, 58.4.1_4)

    246

    D

    20

    E

    20

    G (met inbegrip van 58.4.1_ 5

    127 (1)

    G

    20

    H

    20

    H

    42 (1)

    58.4.2.

    Gehele sector

    1 december 2015 tot en met 30 november 2016

    A

    30 (2)

    35

    50

    20

    20

    B, C, D

    0

    E (met inbegrip van 58.4.2_1)

    35

    58.4.3a.

    Gehele sector 58.4.3a._ 1

    1 december 2015 tot en met 30 november 2016

     

     

    32

    50

    26

    20

    Niet relevant

     

     

     

    88.1.

    Gehele deelgebied

    1 december 2015 tot en met 31 augustus 2016

    A, D, E, F, M

    0

    2 870  (3)

    143

    430

    160

    B, C, G

    360

    A, D, E, F, M

    0

    A, D, E, F, M

    0

    A, D, E, F, M

    0

    H, I, K

    2 050

    B, C, G

    50

    B, C, G

    40

    B, C, G

    60

    J, L

    320

    H, I, K

    105

    H, I, K

    320

    H, I, K

    60

     

     

    J, L

    50

    J, L

    70

    J, L

    40

    88.2.

     

    1 december 2015 tot en met 31 augustus 2016

    A, B, I

    0

    619

    50

    99

    120

    C, D, E, F, G (88.2_1 tot 88.2_4)

    419 (4)

    A, B, I

    0

    A, B, I

    0

    A, B, I

    0

    H

    200

    C, D, E, F, G

    50

    C, D, E, F, G

    67

    C, D, E, F, G

    100

    H

    50

    H

    32

    H

    20

    (1)   Met inbegrip van een vangstbeperking van 42 ton teneinde Spanje de mogelijkheid te bieden in 2015/2016 een experiment betreffende de uitputting van bestanden uit te voeren.

    (2)   In 2015/2016 wordt er niet gevist in SSRUA.

    (3)   Met inbegrip van 140 ton voor de bestandsopname van de Rosszee: 40 ton; winterbestandsopname: 100 ton).

    (4)   Algemene grenswaarde met niet meer dan 200 ton voor elk onderzoeksonderdeel.




    Aanhangsel van bijlage V, deel B

    LIJST VAN KLEINE ONDERZOEKSVAKKEN (SSRU's)



    Regio

    SSRU

    Grenslijn

    48.6

    A

    Van 50° ZB 20° WL, pal oost naar 1° 30′ OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 20° WL, pal noord naar 50° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 20° WL, pal oost naar 10° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 10° WL, pal oost naar de 0°-lengtegraad, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 60° ZB 0°-lengtegraad, pal oost naar 10° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot de 0°-lengtegraad, pal noord naar 60° ZB.

     

    E

    Van 60° ZB 10° OL, pal oost naar 20° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    F

    Van 60° ZB 20° OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    G

    Van 50° ZB 1° 30′ OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 1° 30′ OL, pal noord naar 50° ZB.

    58.4.1

    A

    Van 55° ZB 86° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 86° OL, pal noord naar 55° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 86° OL, pal oost naar 90° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 80° OL, pal noord naar 64° ZB, pal oost naar 86° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 90° OL, pal oost naar 100° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 90° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 60° ZB 100° OL, pal oost naar 110° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 100° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    E

    Van 60° ZB 110° OL, pal oost naar 120° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    F

    Van 60° ZB 120° OL, pal oost naar 130° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    G

    Van 60° ZB 130° OL, pal oost naar 140° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    H

    Van 60° ZB 140° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° OL, pal noord naar 60° ZB.

    58.4.2

    A

    Van 62° ZB 30° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 30° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    B

    Van 62° ZB 40° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 40° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    C

    Van 62° ZB 50° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 50° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    D

    Van 62° ZB 60° OL, pal oost naar 70° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 60° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    E

    Van 62° ZB 70° OL, pal oost naar 73° 10′ OL, pal zuid naar 64° ZB, pal oost naar 80° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 70° OL, pal noord naar 62° ZB.

    58.4.3a

    A

    Hele sector, van 56° ZB 60° OL, pal oost naar 73° 10′ OL, pal zuid naar 62° ZB, pal west naar 60° OL, pal noord naar 56° ZB.

    58.4.3b

    A

    Van 56° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 56° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 64° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 59° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 59° ZB.

     

    D

    Van 59° ZB 79° OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 59° ZB.

     

    E

    Van 56° ZB 79° OL, pal oost naar 80° OL, pal noord naar 55° ZB, pal oost naar 86° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 56° ZB.

    58.4.4

    A

    Van 51° ZB 40° OL, pal oost naar 42° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 51° ZB.

     

    B

    Van 51° ZB 42° OL, pal oost naar 46° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 42° OL, pal noord naar 51° ZB.

     

    C

    Van 51° ZB 46° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 46° OL, pal noord naar 51° ZB.

     

    D

    Hele sector uitgezonderd SSRU's A, B en C, en met buitengrens van 50° ZB 30° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar 62° ZB, pal west naar 30° OL, pal noord naar 50° ZB.

    58.6

    A

    Van 45° ZB 40° OL, pal oost naar 44° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 45° ZB.

     

    B

    Van 45° ZB 44° OL, pal oost naar 48° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 44° OL, pal noord naar 45° ZB.

     

    C

    Van 45° ZB 48° OL, pal oost naar 51° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 48° OL, pal noord naar 45° ZB.

     

    D

    Van 45° ZB 51° OL, pal oost naar 54° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 51° OL, pal noord naar 45° ZB.

    58.7

    A

    Van 45° ZB 37° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 37° OL, pal noord naar 45° ZB.

    88.1

    A

    Van 60° ZB 150° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 170° OL, pal oost naar 179° OL, pal zuid naar 66° 40′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 179° OL, pal oost naar 170° WL, pal noord naar 70° ZB, pal west naar 178° WL, pal noord naar 66° 40′ ZB, pal west naar 179° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 65° ZB 150° OL, pal oost naar 160° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° OL, pal noord naar 65° ZB.

     

    E

    Van 65° ZB 160° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 68° ZB, pal west naar 160° OL, pal noord naar 65° ZB.

     

    F

    Van 68° 30′ ZB 160° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° OL, pal noord naar 68° 30′ ZB.

     

    G

    Van 66° 40′ ZB 170° OL, pal oost naar 178° WL, pal zuid naar 70° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 70° 50′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 66° 40′ ZB.

     

    H

    Van 70° 50′ ZB 170° OL, pal oost naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170° OL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    I

    Van 70° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 70° ZB.

     

    J

    Van 73° ZB aan de kust nabij 170° OL, pal oost naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 170° OL, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

     

    K

    Van 73° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 76° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 73° ZB.

     

    L

    Van 76° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 76° ZB.

     

    M

    Van 73° ZB aan de kust nabij 169° 30′ OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

    88.2

    A

    Van 60° ZB 170° WL, pal oost naar 160° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 170° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 160° WL, pal oost naar 150° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 70° 50′ ZB 150° WL, pal oost naar 140° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    D

    Van 70° 50′ ZB 140° WL, pal oost naar 130° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    E

    Van 70° 50′ ZB 130° WL, pal oost naar 120° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    F

    Van 70° 50′ ZB 120° WL, pal oost naar 110° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    G

    Van 70° 50′ ZB 110° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    H

    Van 65° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 70° 50′ ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 65° ZB.

     

    I

    Van 60° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 60° ZB.

    88.3

    A

    Van 60° ZB 105° WL, pal oost naar 95° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 105° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 95° WL, pal oost naar 85° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 95° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 85° WL, pal oost naar 75° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 85° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 60° ZB 75° WL, pal oost naar 70° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 75° WL, pal noord naar 60° ZB.

    DEEL C




    BIJLAGE 21-03/A

    KENNISGEVING VAN HET VOORNEMEN OM DEEL TE NEMEN AAN DE VISSERIJ OP EUPHAUSIA SUPERBA

    Algemene informatie

    Lid: …

    Visseizoen: …

    Naam van het vaartuig: …

    Verwacht vangstniveau (ton): …

    Dagelijkse verwerkingscapaciteit van het vaartuig (onverwerkt gewicht in ton): …

    Deelgebieden en sectoren voor de voorgenomen visserij

    Deze instandhoudingsmaatregel geldt voor kennisgevingen van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in deelgebieden 48.1,48.2, 48.3 en 48.4 en sectoren 58.4.1 en 58.4.2. Van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in andere deelgebieden en sectoren moet kennis worden gegeven overeenkomstig instandhoudingsmaatregel 2102.



    Deelgebied/Sector

    Kruis de passende vakjes aan

    48.1

    48.2

    48.3

    48.4

    58.4.1

    58.4.2



    Vangsttechniek:

    Kruis de passende vakjes aan

     

      Conventioneel sleepnet

     

      Continu vissysteem

     

      Pomptechniek om de kuil leeg te maken

     

      Andere methode: Gelieve te specificeren

    Productsoorten en methoden die worden gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill



    Productsoort

    Methode die wordt gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill, indien van toepassing (zie bijlage 21-03/B) (1)

    Heel — bevroren

     

    Gekookt

     

    Meel

     

    Olie

     

    Ander product (gelieve te specificeren)

     

    (1)   Geef een gedetailleerde beschrijving van de methode indien deze niet is vermeld in bijlage 21-03/B

    Netconfiguratie



    Netafmetingen

    Net 1

    Net 2

    Ander net/andere netten

    Netopening (mond)

     

     

     

    Maximale verticale opening (m)

     

     

     

    Maximale horizontale opening (m)

     

     

     

    Netomtrek aan de mond (1) (m)

     

     

     

    Oppervlakte mond (m2)

     

     

     

    Gemiddelde maaswijdte netpanelen (3) (mm)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    1e paneel

     

     

     

     

     

     

    2e paneel

     

     

     

     

     

     

    3e paneel

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Eindpaneel (kuil)

     

     

     

     

     

     

    (1)   Naar verwachting in operationele omstandigheden.

    (2)   Wijdte van buitenmazen, en van binnenmazen wanneer een binnennet wordt gebruikt.

    (3)   Binnenmaat van gestrekte maas op basis van de procedure in instandhoudingsmaatregel 22-01.

    Netdiagram(men): …

    Voor elk gebruikt net of voor elke wijziging in de netconfiguratie, zie het betrokken netdiagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in voor de volgende vergadering van de WG-EMM. De netdiagrammen moeten de volgende informatie bevatten:

    1.  lengte en breedte van elk paneel van het sleepnet (voldoende gedetailleerd om de berekening van de hoek van elk paneel met de waterstroom mogelijk te maken);

    2.  de maaswijdte (binnenmaat van de gestrekte maas, op basis van de procedure in instandhoudingsmaatregel 22-01), vorm van de maas (bv. diamantvorm) en materiaal (bv. polypropyleen).

    3.  de constructie van de mazen (bv. geknoopt, gelast);

    4.  nadere gegevens over de linten („streamers”) die in het sleepnet worden gebruikt (ontwerp, plaats op de panelen; vul „geen” in indien geen linten worden gebruikt); deze linten voorkomen dat Antarctisch krill de mazen verstopt of kan ontkomen.

    Inrichting voor het weren van zeezoogdieren

    Diagram(men) van de inrichting: …

    Voor elk type inrichting dat wordt gebruikt of voor elke wijziging in de configuratie van de inrichting, zie het betrokken diagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in voor de volgende vergadering van de WG-EMM.

    Verzamelen van akoestische gegevens

    Verstrek informatie over de echolood- en sonartoestellen die door het vaartuig worden gebruikt.



    Type (bv. echolood, sonar)

     

     

     

    Fabrikant

     

     

     

    Model

     

     

     

    Transducerfrequenties (kHz)

     

     

     

    Verzamelen van akoestische gegevens (gedetailleerde omschrijving): …

    Beschrijf de maatregelen die zullen worden genomen voor het verzamelen van akoestische gegevens met het oog op het verstrekken van informatie over de verspreiding en de omvang van het bestand van Euphausia superba en andere pelagische soorten zoals Myctophidae en Salpidae (SC-CAMLR-XXX, punt 2.10)




    BIJLAGE 21-03/B

    RICHTSNOEREN VOOR DE RAMING VAN HET ONVERWERKTE GEWICHT AAN GEVANGEN ANTARCTISCH KRILL



    Methode

    Formule (kg)

    Kenmerk

    Omschrijving

    Soort

    Ramingsmethode

    Eenheid

    Volume opslagtank

    W * L * H * ρ * 1 000

    W = breedte van de tank

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    L = lengte van de tank

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    ρ = omrekeningsfactor volume naar massa

    Variabel

    Omrekening volume naar massa

    kg/l

    H = hoogte van Antarctisch krill in tank

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    m

    Doorstromingsmeter (1)

    V * Fkrill * ρ

    V = volume van Antarctisch krill en water samen

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    liter

    Fkrill = fractie van Antarctisch krill in het monster

    Specifiek voor de trek (1)

    Volumecorrectie doorstromingsmeter

    ρ = omrekeningsfactor volume naar massa

    Variabel

    Omrekening volume naar massa

    kg/l

    Doorstromingsmeter (2)

    (V * ρ) – M

    V = volume krillpasta

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    l

    M = hoeveelheid aan het proces toegevoegd water, omgezet in massa

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    kg

    ρ = dichtheid krillpasta

    Variabel

    Directe waarneming

    kg/l

    Bandweegschaal

    M * (1 – F)

    M = massa van Antarctisch krill en water samen

    Specifiek voor de trek (2)

    Directe waarneming

    kg

    F = fractie van water in het monster

    Variabel

    Massacorrectie bandweegschaal

    Opvangbak

    (M – Mtray) * N

    Mopvangbak = massa van de lege opvangbak

    Constante

    Directe waarneming vóór het vissen

    kg

    M = gemiddelde massa van Antarctisch krill en opvangbak samen

    Variabel

    Directe waarneming, vóór het invriezen, uitgelekt

    kg

    N = aantal opvangbakken

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    Omzetting in meel

    Mmeel * MCF

    Mmeel = massa geproduceerd meel

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    kg

    MCF = meelomzettingsfactor

    Variabel

    Omzetting van meel naar volledig krill

    Volume van de kuil

    W * H * L * ρ * π/4 * 1 000

    W = breedte van de kuil

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    H = hoogte van de kuil

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    ρ = omrekeningsfactor volume naar massa

    Variabel

    Omrekening volume naar massa

    kg/l

    L = lengte van de kuil

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    m

    Andere

    Gelieve te specificeren

     

     

     

     

    (1)   Individuele trek wanneer gebruik wordt gemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer gebruik wordt gemaakt van een continu vissysteem.

    (2)   Individuele trek wanneer gebruik wordt gemaakt van een conventioneel sleepnet, of per periode van twee uur wanneer gebruik wordt gemaakt van een continu vissysteem.

    Stappen van de waarneming en frequentie



    Volume opslagtank

    Bij de aanvang van de visserij

    Meet de breedte en de lengte van de opslagtank (indien de tank niet rechthoekig is, kunnen de extra metingen nodig zijn; nauwkeurigheid ± 0,05 m).

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bv. 10 liter) dat uit de opslagtank is genomen.

    Elke trek

    Meet de hoogte van het Antarctisch krill in de tank (indien het Antarctisch krill tussen de trekken in de tank wordt bewaard, meet dan het verschil in hoogte: nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Doorstromingsmeter (1)

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of de doorstromingsmeter volledig Antarctisch krill meet (d.w.z. vóór verwerking).

    Meer dan eens per maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bv. 10 liter) dat uit de opslagtank is genomen.

    Elke trek (2)

    Neem een monster uit de doorstromingsmeter en:

    bepaal het volume (bv. 10 liter) van Antarctisch krill en water samen;

    maak een raming van de volumecorrectie van de doorstromingsmeter op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill;

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Doorstromingsmeter (2)

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of beide doorstromingsmeters (één voor het krillproduct en één voor het toegevoegde water) geijkt zijn (dat wil zeggen dat beide dezelfde correcte aflezing geven)

    Elke week (1)

    Maak een raming van de dichtheid (ρ) van het krillproduct (gemalen krillpasta) door de massa te meten van een bekend volume krillproduct (bijvoorbeeld 10 liter) afkomstig van de desbetreffende doorstromingsmeter.

    Elke trek (2)

    Lees beide doorstromingsmeters af, en bereken het totale volume van het krillproduct (gemalen krillpasta) en van het toegevoegde water; de dichtheid van water wordt geacht 1 kg/l te zijn.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Bandweegschaal

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of de bandweegschaal volledig Antarctisch krill meet (d.w.z. vóór verwerking).

    Elke trek (2)

    Neem een monster uit de bandweegschaal en:

    bepaal de massa van Antarctisch krill en water samen;

    maak een raming van de massacorrectie van de bandweegschaal op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill;

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Opvangbak

    Voorafgaand aan de visserij

    Bepaal de massa van de opvangbak (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet de massa van elk type worden bepaald; nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

    Elke trek

    Bepaal de massa van Antarctisch krill en opvangbak samen (nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

    Tel het aantal gebruikte opvangbakken (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet het aantal opvangbakken van elk type worden geteld).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Omzetting in meel

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van meel naar volledig krill door 1 000 tot 5 000 kg aan (uitgelekt) volledig Antarctisch krill te verwerken.

    Elke trek

    Bepaal de massa geproduceerd meel.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Volume van de kuil

    Bij de aanvang van de visserij

    Meet de breedte en de hoogte van de kuil (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bv. 10 liter) dat uit de kuil is genomen.

    Elke trek

    Meet de lengte van het gedeelte van de kuil dat Antarctisch krill bevat (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    (1)   Een nieuwe periode vangt aan wanneer het vaartuig zich naar een nieuw deelgebied of een nieuwe sector begeeft.

    (2)   Individuele trek wanneer gebruik wordt gemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer gebruik wordt gemaakt van een continu vissysteem.




    BIJLAGE VI

    IOTC-VERDRAGSGEBIED

    1. Maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn mag vissen



    Lidstaat

    Maximum aantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    22

    61 364

    Frankrijk

    27

    45 383

    Portugal

    5

    1 627

    Italië

    1

    2 137

    Unie

    55

    110 511

    2. Maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis en witte tonijn mag vissen



    Lidstaat

    Maximum aantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    27

    11 590

    Frankrijk

    41 (1)

    7 882

    Portugal

    15

    6 925

    Verenigd Koninkrijk

    4

    1 400

    Unie

    87

    27 797

    (1)   In dit aantal zijn geen in Mayotte geregistreerde vaartuigen begrepen; het aantal kan in de toekomst worden verhoogd in overeenstemming met het vlootontwikkelingsplan van Mayotte.

    3. De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.

    4. De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op tropische tonijn vissen.




    BIJLAGE VII

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED

    Maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op zwaardvis mag vissen in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20°ZB



    Spanje

    14

    Unie

    14

    ▼M1




    BIJLAGE VIII

    KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VISMACHTIGINGEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN



    Vlaggenstaat

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Maximumaantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Noorwegen

    Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Faeröer

    Makreel, VIa (ten noorden van 56° 30′ NB), IIa, IVa (ten noorden van 59° NB)

    Horsmakreel, IV, VIa (ten noorden van 56° 30′ NB), VIIe, VIIf, VIIh

    14

    14

    Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

    20

    Nog vast te stellen

    Haring, IIIa

    4

    4

    Industriële visserij op kever, IV, VIa (ten noorden van 56° 30′ NB) (inclusief onvermijdbare bijvangsten van blauwe wijting)

    14

    14

    Leng en lom

    20

    10

    Blauwe wijting, II, IVa, V, VIa (ten noorden van 56° 30′ NB), VIb, VII (ten westen van 12° 00′ WL)

    20

    20

    Blauwe leng

    16

    16

    Venezuela (1)

    Snapper (wateren van Frans-Guyana)

    45

    45

    (1)   Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de machtiging aanvraagt en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden geviseerd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de capaciteit van het verwerkende bedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren geviseerde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Wanneer bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, maken de Franse autoriteiten deze weigering bekend en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.



    ( 1 ) Verordening (EG) nr. 517/2008 van de Commissie van 10 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 850/98 wat betreft de bepaling van de maaswijdte en de meting van de twijndikte van visnetten (PB L 151 van 11.6.2008, blz. 5).

    ( 2 ) Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).

    ( 3 ) Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).

    ( 4 ) Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).

    ( 5 ) Gesloten bij Besluit 2002/738/EG van de Raad (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

    ( 6 ) De Unie is tot dit verdrag toegetreden bij Besluit 86/238/EEG van de Raad (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

    ( 7 ) Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 3943/90, (EG) nr. 66/98 en (EG) nr. 1721/1999 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).

    ( 8 ) Gesloten bij Besluit 2006/539/EG van de Raad (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

    ( 9 ) De Unie is tot dit verdrag toegetreden bij Besluit 95/399/EG van de Raad (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

    ( 10 ) Gesloten bij Besluit 2008/780/EG van de Raad (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

    ( 11 ) De Unie is tot dit verdrag toegetreden bij Besluit 2005/75/EG van de Raad (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

    ( 12 ) Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).

    ( 13 ) Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6).

    ( 14 ) Alle types bodemtrawls, inclusief Deense/Schotse zegens, inclusief OTB, OTT, PTB, TBB, SSC, SDN, SPR, SV, SB, SX, TBN, TBS, TB.

    ( 15 ) Alle beuglijnen en hengels, met inbegrip van LHP, LHM, LLD, LL, LTL, LX en LLS, alle vaste kieuwnetten en vallen, met inbegrip van GTR, GNS, FYK, FPN en FIX.

    ( 16 ) Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1).

    ( 17 ) Verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 685/95 en (EG) nr. 2027/95 (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).

    ( 18 ) Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    ( 19 ) Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot instelling van een tijdelijke specifieke actie ter bevordering van de herstructurering van de door de economische crisis getroffen vissersvloten van de Europese Gemeenschap (PB L 202 van 31.7.2008, blz. 1).

    ( 20 ) Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

    ( 21 ) De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan de internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.

    Top