Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02015R2120-20201221

    Consolidated text: Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en retailtarieven voor gereguleerde communicaties binnen de EU en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG en Verordening (EU) nr. 531/2012 (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/2120/2020-12-21

    02015R2120 — NL — 21.12.2020 — 002.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    ►M1  VERORDENING (EU) 2015/2120 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 25 november 2015

    tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en retailtarieven voor gereguleerde communicaties binnen de EU en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG en Verordening (EU) nr. 531/2012 ◄

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    VERORDENING (EU) 2018/1971 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 december 2018

      L 321

    1

    17.12.2018

    ►M2

    RICHTLIJN (EU) 2018/1972 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voor de EER relevante tekst van 11 december 2018

      L 321

    36

    17.12.2018




    ▼B

    ▼M1

    VERORDENING (EU) 2015/2120 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 25 november 2015

    tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en retailtarieven voor gereguleerde communicaties binnen de EU en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG en Verordening (EU) nr. 531/2012

    ▼B

    (Voor de EER relevante tekst)



    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.  Bij deze verordening worden gemeenschappelijke regels vastgesteld om de gelijke en niet-discriminerende behandeling van het verkeer bij het aanbieden van internettoegangsdiensten, alsmede de daarmee verband houdende rechten van eindgebruikers, te waarborgen.

    2.  Bij deze verordening wordt een nieuw mechanisme voor retailprijsstelling ingesteld voor Uniebrede gereguleerde roamingdiensten met het oog op de afschaffing van retailroamingtoeslagen zonder de binnenlandse en bezochte markten te verstoren.

    ▼M1

    3.  Bij deze verordening worden tevens gemeenschappelijke regels vastgesteld om ervoor te zorgen dat consumenten geen buitensporige prijzen worden aangerekend voor nummergebaseerde interpersoonlijke communicaties vanuit de lidstaat van de binnenlandse aanbieder van de consument naar een vast of mobiel nummer in een andere lidstaat.

    ▼B

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening zijn de definities van artikel 2 van Richtlijn 2002/21/EG van toepassing.

    De volgende definities zijn ook van toepassing:

    1. 

    „aanbieder van elektronische communicatie aan het publiek”: een onderneming die openbare communicatienetwerken of openbare elektronischecommunicatiediensten aanbiedt;

    2. 

    „internettoegangsdienst”: een openbare elektronischecommunicatiedienst die toegang tot het internet biedt en derhalve connectiviteit met vrijwel alle eindpunten van het internet, ongeacht de gebruikte netwerktechnologie en eindapparatuur;

    ▼M1

    3. 

    „gereguleerde communicaties binnen de EU”: elke nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiedienst vanuit de lidstaat van de binnenlandse aanbieder van de consument naar een vast of mobiel nummer van het nationale nummerplan van een andere lidstaat, die geheel of gedeeltelijk in rekening wordt gebracht op basis van het feitelijke gebruik;

    4. 

    „nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiedienst”: een nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiedienst zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 6, van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ).

    ▼B

    Artikel 3

    Waarborgen van open-internettoegang

    1.  Eindgebruikers hebben het recht om toegang te krijgen tot informatie en inhoud en deze te delen, toepassingen en diensten te gebruiken en aan te bieden, en gebruik te maken van de eindapparatuur van hun keuze, ongeacht de locatie van de eindgebruiker of de aanbieder, en ongeacht de locatie, herkomst of bestemming van de informatie, inhoud, toepassing of dienst, via hun internettoegangsdienst.

    Dit lid laat onverlet het Unierecht of het nationale recht dat in overeenstemming is met het Unierecht, met betrekking tot de rechtmatigheid van de inhoud, toepassingen of diensten.

    2.  Overeenkomsten tussen aanbieders van internettoegangsdiensten en eindgebruikers over commerciële en technische voorwaarden en de kenmerken van internettoegangsdiensten zoals prijs, datavolumes of snelheid, en alle commerciële praktijken van aanbieders van internettoegangsdiensten, mogen de uitoefening van de in lid 1 bedoelde rechten van eindgebruikers niet beperken.

    3.  Aanbieders van internettoegangsdiensten behandelen bij het aanbieden van internettoegangsdiensten alle verkeer op gelijke wijze, zonder discriminatie, beperking of interferentie, en ongeacht de verzender en de ontvanger, de inhoud waartoe toegang wordt verleend of die wordt verspreid, de gebruikte of aangeboden toepassingen of diensten, of de gebruikte eindapparatuur.

    De eerste alinea belet aanbieders van internettoegangsdiensten niet redelijke verkeersbeheersmaatregelen te treffen. Om als redelijk te worden beschouwd, moeten die maatregelen transparant, niet-discriminerend en evenredig zijn, en mogen zij niet berusten op commerciële overwegingen, maar op objectief verschillende technische kwaliteitsvereisten van specifieke categorieën verkeer berusten. Zulke maatregelen mogen niet inhouden de specifieke inhoud gevolgd, en zij worden niet langer dan nodig aangehouden.

    Aanbieders van internettoegangsdiensten treffen geen verkeersbeheersmaatregelen die verder gaan dan de in de tweede alinea bedoelde maatregelen, en gaan met name niet over tot het blokkeren, vertragen, wijzigen, beperken of degraderen van, interfereren met of discrimineren tussen specifieke inhoud, toepassingen of diensten, of specifieke categorieën daarvan, behalve indien — en slechts zolang — dit nodig is om:

    a) 

    te voldoen aan de wetgevingshandelingen van de Unie of de nationale wetgeving die in overeenstemming is met het Unierecht, waar de aanbieder van de internettoegangsdiensten onder valt, of aan de met het Unierecht in overeenstemming zijnde maatregelen ter uitvoering van dergelijke wetgevingshandelingen van de Unie of dergelijke nationale wetgeving, met inbegrip van beslissingen van rechters of overheidsinstanties die ter zake bevoegd zijn;

    b) 

    de integriteit en de veiligheid van het netwerk, van de diensten die via dit netwerk worden aangeboden en van de eindapparatuur van de eindgebruikers te beschermen;

    c) 

    nakende netwerkcongestie te voorkomen en de effecten van uitzonderlijke of tijdelijke netwerkcongestie te beperken, op voorwaarde dat gelijkwaardige soorten verkeer gelijk worden behandeld.

    4.  Verkeersbeheersmaatregelen mogen slechts verwerking van persoonsgegevens met zich brengen indien dergelijke verwerking noodzakelijk en evenredig is om de doelstellingen van lid 3 te verwezenlijken. Deze verwerking geschiedt overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ). Verkeersbeheersmaatregelen voldoen tevens aan Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ).

    5.  Het staat aanbieders van elektronische communicatie aan het publiek, met inbegrip van aanbieders van internettoegangsdiensten, en aanbieders van inhoud, toepassingen en diensten vrij om naast internettoegangsdiensten andere diensten aan te bieden die geoptimaliseerd zijn voor specifieke inhoud, toepassingen of diensten of een combinatie daarvan, indien de optimalisatie nodig is om te voldoen aan kwaliteitsvereisten voor inhoud, toepassingen of diensten voor een specifiek kwaliteitsniveau.

    Aanbieders van elektronische communicatie aan het publiek, met inbegrip van aanbieders van internettoegangsdiensten, mogen deze diensten uitsluitend aanbieden of faciliteren indien de netwerkcapaciteit groot genoeg is om de diensten aan te bieden ter aanvulling op verleende internettoegangsdiensten. Deze diensten mogen niet worden gebruikt of aangeboden ter vervanging van internettoegangsdiensten, en mogen geen nadelige invloed hebben op de beschikbaarheid of de algemene kwaliteit van internettoegangsdiensten voor eindgebruikers.

    Artikel 4

    Maatregelen inzake transparantie met het oog op open-internettoegang

    1.  Aanbieders van internettoegangsdiensten zorgen ervoor dat in contracten die internettoegangsdiensten omvatten ten minste het volgende wordt opgenomen:

    a) 

    informatie over de wijze waarop de door de betrokken aanbieder getroffen verkeersbeheersmaatregelen de kwaliteit van internettoegangsdiensten, de privacy van de eindgebruikers en de bescherming van hun persoonsgegevens kunnen beïnvloeden;

    b) 

    een duidelijke en begrijpelijke uitleg over de wijze waarop iedere vorm van beperking in voldume, snelheid en andere parameters voor de kwaliteit van de dienstverlening in de praktijk internettoegangsdiensten, en met name op het gebruik van inhoud, toepassingen en diensten kunnen beïnvloeden;

    c) 

    een duidelijke en begrijpelijke uitleg over de wijze waarop de in artikel 3, lid 5, bedoelde diensten waarop de eindgebruiker zich abonneert in de praktijk de internettoegangsdiensten die aan die eindgebruiker worden aangeboden, kunnen beïnvloeden;

    d) 

    een duidelijke en begrijpelijke uitleg over de minimale, de normaliter beschikbare, de maximale en de geadverteerde download- en uploadsnelheid van de internettoegangsdiensten in geval van vaste netwerken, dan wel de geraamde maximale en geadverteerde download- en uploadsnelheid van internettoegangsdiensten in geval van mobiele netwerken, en over de wijze waarop aanzienlijke afwijkingen van de respectieve geadverteerde download- en uploadsnelheden de in artikel 3, lid 1, vastgelegde rechten van de eindgebruikers kunnen beïnvloeden;

    e) 

    een duidelijke en begrijpelijke uitleg over de rechtsmiddelen die de consument overeenkomstig het nationale recht ter beschikking staan in geval van een voortdurende of regelmatig voorkomende discrepantie tussen de werkelijke prestaties van de internettoegangsdienst ten aanzien van snelheid of andere parameters voor de kwaliteit van de dienstverlening en de overeenkomstig de punten a) tot en met d) aangegeven prestaties.

    Aanbieders van internettoegangsdiensten publiceren de in de eerste alinea bedoelde informatie.

    2.  Aanbieders van internettoegangsdiensten voeren transparante, eenvoudige en efficiënte procedures in om klachten van eindgebruikers in verband met de rechten en verplichtingen neergelegd in artikel 3 en in lid 1 van dit artikel te behandelen

    3.  De voorschriften in de leden 1 en 2 vormen een aanvulling op de voorschriften in Richtlijn 2002/22/EG en beletten de lidstaten niet aanvullende toezicht-, informatie- en transparantievoorschriften, onder meer betreffende de inhoud, de vorm en wijze van bekendmaking van de te publiceren informatie, te behouden of in te voeren. Die voorschriften stroken met deze verordening en met de betreffende bepalingen van Richtlijnen 2002/21/EG en 2002/22/EG.

    4.  Elke voortdurende of regelmatig voorkomende significante discrepantie tussen de werkelijke prestaties van de internettoegangsdienst ten aanzien van snelheid of andere parameters voor de kwaliteit van de dienstverlening en de prestaties die de aanbieder van internettoegangsdiensten overeenkomstig lid 1, onder a) tot en met d), heeft aangegeven, wordt, indien de betreffende feiten zijn vastgesteld door een door de nationale regelgevende instantie gecertificeerd toezichtsmechanisme, als tekortkoming in de nakoming beschouwd met het oog op het activeren van de rechtsmiddelen waarover de consument overeenkomstig het nationale recht beschikt.

    Dit lid is slechts van toepassing op contracten die gesloten of hernieuwd zijn vanaf 29 november 2015.

    Artikel 5

    Toezicht en handhaving

    1.  De nationale regelgevende instanties houden nauwlettend toezicht op en zorgen voor de naleving van de artikelen 3 en 4, en zij bevorderen de voortdurende beschikbaarheid van niet-discriminerende internettoegangsdiensten op kwaliteitsniveaus die stroken met de stand van de techniek. Daartoe kunnen de nationale regelgevende instanties voorschriften inzake technische kenmerken, minimale vereisten inzake de kwaliteit van de dienstverlening en andere passende en noodzakelijke maatregelen opleggen aan een of meer aanbieders van elektronische communicatie aan het publiek, met inbegrip van aanbieders van internettoegangsdiensten.

    De nationale regelgevende instanties publiceren jaarlijks verslagen over hun toezicht en hun bevindingen, en doen deze verslagen toekomen aan de Commissie en BEREC.

    2.  Aanbieders van elektronischecommunicatiediensten aan het publiek, met inbegrip van aanbieders van internettoegangsdiensten, stellen op verzoek van de nationale regelgevende instantie deze laatste informatie ter beschikking die van belang is in verband met de verplichtingen in de artikelen 3 en 4, met name informatie over het beheer van hun netwerkcapaciteit en netwerkverkeer alsmede over de redenen waarom ze eventueel verkeersbeheersmaatregelen hebben getroffen. De aanbieders verstrekken de gevraagde informatie overeenkomstig de door de nationale regelgevende instantie vereiste termijnen en mate van detail.

    3.  Uiterlijk op 30 augustus 2016 stelt BEREC met het oog op de consistente toepassing van deze verordening, na raadpleging van de belanghebbenden en in nauwe samenwerking met de Commissie, richtsnoeren vast voor de uitvoering van de verplichtingen van de nationale regelgevende instanties uit hoofde van dit artikel.

    4.  Dit artikel laat de taken die door de lidstaten overeenkomstig het Unierecht zijn toegewezen aan de nationale regelgevende instanties of andere bevoegde instanties, onverlet.

    ▼M1

    Artikel 5 bis

    Retailtarieven voor gereguleerde communicaties binnen de EU

    1.  Vanaf 15 mei 2019 bedraagt de retailprijs (exclusief btw) die aan consumenten wordt aangerekend voor gereguleerde communicaties binnen de EU maximaal 0,19  EUR per minuut voor oproepen en 0,06  EUR per sms-bericht.

    2.  Niettegenstaande de in lid 1 genoemde verplichtingen kunnen aanbieders van gereguleerde communicaties binnen de EU daarenboven een door de consument uitdrukkelijk te kiezen tarief voor internationale communicaties, inclusief gereguleerde communicaties binnen de EU, aanbieden dat verschilt van het overeenkomstig lid 1 vastgestelde tarief, waardoor de consument een ander tarief voor gereguleerde communicaties binnen de EU heeft dan wanneer hij deze keuze niet zou hebben gehad. Alvorens consumenten voor dat andere tarief kiezen, informeert de aanbieder van gereguleerde communicaties binnen de EU hen over de aard van de voordelen die daardoor verloren zouden gaan.

    3.  Indien een tarief voor gereguleerde communicaties binnen de EU als bedoeld in lid 2 het in lid 1 vastgestelde plafond overschrijdt, krijgen consumenten die niet binnen een periode van twee maanden met ingang van 15 mei 2019 hun keuze voor een in lid 2 bedoeld tarief hebben bevestigd of laten blijken, automatisch de in lid 1 vastgestelde tarieven.

    4.  Consumenten kunnen kosteloos overschakelen van of naar een in lid 1 vastgesteld tarief binnen één werkdag na ontvangst door de aanbieder van het verzoek, en de aanbieder zorgt ervoor dat een dergelijke overschakeling geen voorwaarden of beperkingen met betrekking tot andere bestanddelen van het abonnement dan de gereguleerde communicaties binnen de EU inhoudt.

    5.  Indien de in lid 1 bedoelde maximumprijzen in een andere munteenheid dan de euro zijn uitgedrukt, worden de initiële grenswaarden in die munteenheden vastgesteld door toepassing van het gemiddelde van de referentiewisselkoersen die op 15 januari, 15 februari en 15 maart 2019 door de Europese Centrale Bank in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. De grenswaarden in andere munteenheden dan de euro worden vanaf 2020 jaarlijks herzien. De jaarlijks herziene grenswaarden in die munteenheden worden vanaf 15 mei van kracht op basis van het gemiddelde van de referentiewisselkoersen die op 15 januari, 15 februari en 15 maart van hetzelfde jaar zijn bekendgemaakt.

    6.  De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de markt- en prijsontwikkelingen voor gereguleerde communicaties binnen de EU en brengen verslag uit aan de Commissie.

    Indien een aanbieder van gereguleerde communicaties binnen de EU aantoont dat de toepassing van het in lid 1 bedoelde plafond vanwege specifieke en uitzonderlijke omstandigheden die hem van de meeste andere aanbieders in de Unie onderscheiden, aanzienlijke gevolgen zou hebben voor zijn capaciteit om zijn bestaande prijzen voor binnenlandse communicaties aan te houden, kan een nationale regelgevende instantie, op verzoek van die aanbieder, slechts een afwijking van lid 1 toestaan voor zover nodig en voor een hernieuwbare periode van één jaar. De beoordeling van de houdbaarheid van het binnenlands tariefmodel is gebaseerd op relevante objectieve factoren die specifiek zijn voor de aanbieder van gereguleerde communicaties binnen de EU en het binnenlandse prijs- en inkomstenniveau.

    Indien de aanbieder die het verzoek heeft ingediend, het vereiste bewijs heeft geleverd, bepaalt de nationale regelgevende instantie voor een of beide plafonds als vastgesteld in lid 1 de maximumtoeslag die onontbeerlijk is om ervoor te zorgen dat het binnenlandse tariefmodel van de aanbieder kan worden aangehouden. Berec maakt richtsnoeren bekend met betrekking tot de parameters waarmee de nationale regelgevende instanties rekening moeten houden bij hun beoordeling.

    ▼B

    Artikel 6

    Sancties

    De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de artikelen 3, 4 en 5 en treffen alle nodige maatregelen om de uitvoering van die sancties te garanderen. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 30 april 2016 in kennis van die regels en bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen daarvan zo spoedig mogelijk aan haar mee.

    ▼M1

    De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op artikel 5 bis en treffen alle nodige maatregelen om de uitvoering van die sancties te garanderen. De vastgestelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk 15 mei 2019 in kennis van de ter uitvoering van artikel 5 bis vastgestelde regels en bepalingen, en delen eventuele latere wijzigingen daarvan zo spoedig mogelijk aan haar mee.

    ▼B

    Artikel 7

    Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 531/2012

    Verordening (EU) nr. 531/2012 wordt als volgt gewijzigd:

    1) 

    Artikel 2, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

    a) 

    de punten i), l) en n) worden geschrapt;

    b) 

    de volgende punten worden toegevoegd:

    „r) 

    „binnenlandse retailprijs”: binnenlands retailtarief per eenheid dat een roamingaanbieder hanteert voor geïnitieerde gesprekken en verzonden sms-berichten (beide geïnitieerd en beëindigd op verschillende openbare communicatienetwerken binnen dezelfde lidstaat) en voor gegevens die worden gebruikt door een klant; indien er geen specifieke binnenlandse retailtarief per eenheid is, wordt de binnenlandse retailprijs geacht het tariefmechanisme te zijn dat van toepassing is op de klant voor geïnitieerde gesprekken en verzonden sms-berichten (beide geïnitieerd en beëindigd op verschillende openbare communicatienetwerken binnen dezelfde lidstaat) en voor gegevens die worden gebruikt in de lidstaat van die klant;

    s) 

    „afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten”: het rechtstreeks op een bezocht netwerk aanbieden, door een alternatieve roamingaanbieder, van gereguleerde dataroamingdiensten aan de roamende klant.”.

    2) 

    Artikel 3, lid 6, wordt vervangen door:

    „6.  De referentieofferte als bedoeld in lid 5 dient voldoende te zijn gespecificeerd en dient alle componenten te omvatten, die nodig zijn voor de in lid 3 bedoelde toegang tot wholesaleroaming, waarbij een beschrijving wordt gegeven van het aanbod betreffende rechtstreekse toegang tot wholesaleroaming en toegang via doorverkoop tot wholesaleroaming, en ook de bijbehorende bepalingen en voorwaarden. Die referentieofferte kan voorwaarden omvatten ter voorkoming van permanente roaming of afwijkend gebruik of misbruik van toegang tot wholesaleroaming voor andere doeleinden dan de levering van gereguleerde roamingdiensten aan klanten van roamingaanbieders tijdens hun periodieke reizen binnen de Unie. Indien nodig, leggen nationale regelgevende instanties wijzigingen op met betrekking tot de referentieofferte om gevolg te geven aan de in dit artikel neergelegde verplichtingen.”.

    3) 

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    a) 

    de titel wordt vervangen door:

    „Afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten”;

    b) 

    in lid 1 wordt de eerste alinea geschrapt;

    c) 

    de leden 4 en 5 worden geschrapt.

    4) 

    Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    a) 

    de titel wordt vervangen door:

    „Uitvoering van afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten”;

    b) 

    lid 1 wordt vervangen door:

    „1.  Binnenlandse aanbieders voeren de verplichting met betrekking tot de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten als bedoeld in artikel 4 uit, opdat roamende klanten gebruik kunnen maken van afzonderlijke gereguleerde dataroamingdiensten. Binnenlandse aanbieders voldoen aan ieder redelijk verzoek om toegang tot faciliteiten en gerelateerde ondersteuningsdiensten die verband houden met de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten. De toegang tot de faciliteiten en ondersteunende diensten, die nodig zijn voor de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten — met inbegrip van diensten voor authenticatie van gebruikers — is kosteloos en brengt voor roamende klanten geen directe kosten met zich mee.”;

    c) 

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.  Met het oog op een consistente en gelijktijdige invoering in de gehele Unie van de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten stelt de Commissie, door middel van uitvoeringshandelingen en na raadpleging van BEREC, gedetailleerde voorschriften vast inzake een technische oplossing voor de uitvoering van de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 6, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

    d) 

    in lid 3 wordt de inleidende zin vervangen door:

    „3.  De technische oplossing ter uitvoering van de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten voldoet aan de volgende criteria:”.

    5) 

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 6 bis

    Afschaffing van retailroamingtoeslagen

    Met ingang van 15 juni 2017 brengen roamingaanbieders, indien de wetgevingshandeling die moet worden vastgesteld naar aanleiding van het in artikel 19, lid 2, bedoelde voorstel op die datum van toepassing is, roamende klanten in eender welke lidstaat geen toeslag bovenop de binnenlandse retailprijs in rekening voor geïnitieerde of ontvangen gereguleerde roaminggesprekken, verzonden gereguleerde roaming-sms-berichten of gebruikte gereguleerde dataroamingdiensten, waaronder mms-berichten, noch algemene kosten om de eindapparatuur of de dienst in het buitenland te kunnen gebruiken, onverminderd de artikelen 6 ter en 6 quater.

    Artikel 6 ter

    Redelijk gebruik

    1.  Roamingaanbieders kunnen in overeenstemming met dit artikel en de in artikel 6 quinquies bedoelde uitvoeringshandelingen een beleid inzake „redelijk gebruik” toepassen op het gebruik van gereguleerde retailroamingdiensten die tegen het geldende binnenlandse retailprijsniveau worden verleend, ter voorkoming van misbruik of afwijkend gebruik van gereguleerde retailroamingdiensten door roamende klanten, zoals het gebruik van dergelijke diensten door roamende klanten in een andere lidstaat dan die van hunbinnenlandse aanbieder voor andere doeleinden dan periodieke reizen.

    Een beleid inzake „redelijk gebruik” stelt de klant van de roamingaanbieder in staat tegen het geldende binnenlandse retailtarief volumes gereguleerde retailroamingdiensten af te nemen die stroken met hun respectieve tariefplannen.

    2.  Artikel 6 sexies is van toepassing op gereguleerde retailroamingdiensten die een van de door een beleid inzake „redelijk gebruik” gestelde grenzen, overschrijden.

    Artikel 6 quater

    Houdbaarheid van de afschaffing van retailroamingtoeslagen

    1.  In specifieke en uitzonderlijke omstandigheden kan de roamingaanbieder, teneinde de houdbaarheid van zijn binnenlands tariefmodel te waarborgen en wanneer hij zijn totale werkelijke en geraamde kosten voor het leveren van gereguleerde roamingdiensten overeenkomstig de artikelen 6 bis en 6 ter, niet kan dekken met zijn werkelijke en geraamde inkomsten uit die diensten, verzoeken om een toeslag te mogen aanrekenen. Die toeslag wordt uitsluitend toegepast voor zover dit nodig is om de kosten van de levering van gereguleerde retailroamingdiensten te dekken, met inachtneming van de toepasselijke maximale wholesaletarieven.

    2.  Indien een roamingaanbieder besluit van lid 1 van dit artikel gebruik te maken, dient hij onverwijld een verzoek in bij de nationale regelgevende instantie en verstrekt hij deze alle nodige informatie overeenkomstig de in artikel 6 quinquies bedoelde uitvoeringshandelingen. Daarna actualiseert de roamingaanbieder deze informatie om de twaalf maanden en verstrekt hij die aan de nationale regelgevende instantie.

    3.  Bij ontvangst van het in lid 2 bedoelde verzoek beoordeelt de nationale regelgevende instantie of de roamingaanbieder heeft aangetoond dat hij niet in staat is de kosten overeenkomstig lid 1 te dekken, met als gevolg dat de houdbaarheid van zijn binnenlands tariefmodel zal worden ondermijnd. De beoordeling van de houdbaarheid van het binnenlands tariefmodel is gebaseerd op relevante objectieve factoren die specifiek zijn voor de roamingaanbieder, waaronder objectieve verschillen tussen roamingaanbieders in de betrokken lidstaat en het binnenlandse prijs- en inkomstenniveau. De nationale regelgevende instantie keurt de toeslag goed indien aan in lid 1 en dit lid neergelegde voorwaarden is voldaan.

    4.  De nationale regelgevende instantie keurt de toeslag goed binnen een maand na ontvangst van een verzoek uit hoofde van lid 2, tenzij het verzoek kennelijk ongegrond is of bij het verzoek onvoldoende informatie is verstrekt. Wanneer de nationale regelgevende instantie van oordeel is dat het verzoek kennelijk ongegrond is, of meent dat onvoldoende informatie is verstrekt, neemt zij, na de roamingaanbieder de gelegenheid te hebben geboden te worden gehoord, binnen een nieuwe termijn twee maanden een definitief besluit waarbij zij de toeslag toestaat, wijzigt of weigert.

    Artikel 6 quinquies

    Toepassing van het beleid inzake redelijk gebruik en van de houdbaarheid van de afschaffing van retailroamingtoeslagen

    1.  Met het oog op de uniforme toepassing van de artikelen 6 ter en 6 quater stelt de Commissie, na raadpleging van BEREC, uiterlijk op 15 december 2016 uitvoeringshandelingen vast ter vastlegging van gedetailleerde voorschriften betreffende de toepassing van het beleid inzake redelijk gebruik, betreffende de methode voor de beoordeling van de houdbaarheid van de afschaffing van retailroamingtoeslagen en betreffende het verzoek dat een roamingaanbieder ten behoeve van die beoordeling moet indienen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

    2.  Met betrekking tot artikel 6 ter houdt de Commissie, bij het vaststellen van de uitvoeringshandelingen ter vastlegging van de gedetailleerde voorschriften betreffende de toepassing van het beleid inzake redelijk gebruik, rekening met het volgende:

    a) 

    de ontwikkeling van prijsstellings- en gebruikspatronen in de lidstaten;

    b) 

    de mate van convergentie van de binnenlandse prijsniveaus binnen de Unie;

    c) 

    de reispatronen binnen de Unie;

    d) 

    waarneembare risico’s van verstoring van de concurrentie en investeringsstimulansen op thuismarkten en bezochte markten.

    3.  Met betrekking tot artikel 6 quater zorgt de Commissie, bij het vaststellen van de uitvoeringshandelingen ter vastlegging van de gedetailleerde voorschriften inzake de methode voor de beoordeling van de houdbaarheid van de afschaffing van retailroamingtoeslagen voor een roamingaanbieder, ervoor dat die voorschriften op het volgende zijn gebaseerd:

    a) 

    de bepaling van de totale werkelijke en geraamde kosten voor het leveren van gereguleerde retailroamingdiensten, onder verwijzing naar de effectieve wholesaleroamingtarieven voor ongelijk verkeer en een redelijk aandeel van de gezamenlijke en gemeenschappelijke kosten die moeten worden gemaakt om gereguleerde retailroamingdiensten te leveren;

    b) 

    de bepaling van de totale werkelijke en geraamde inkomsten uit het leveren van gereguleerde retailroamingdiensten;

    c) 

    het gebruik van gereguleerde retailroamingdiensten en het binnenlandse gebruik door de klanten van de roamingaanbieder;

    d) 

    het concurrentie-, prijs- en inkomstenniveau op de binnenlandse markt, en elk merkbaar risico dat roaming tegen binnenlandse retailprijzen een aanzienlijke invloed zou hebben op de ontwikkeling van die prijzen.

    4.  De Commissie evalueert op gezette tijden de op grond van lid 1 vastgestelde uitvoeringshandelingen in het licht van de marktontwikkelingen.

    5.  De nationale regelgevende instantie voert strenge controle en toezicht uit op de toepassing van het beleid inzake redelijk gebruik en van de maatregelen voor de houdbaarheid van de afschaffing van retailroamingtoeslagen, waarbij zij zoveel mogelijk rekening houdt met relevante objectieve factoren die specifiek zijn voor de betrokken lidstaat en met relevante objectieve verschillen tussen roamingaanbieders. Onverminderd de procedure van artikel 6 quater, lid 3, handhaaft de nationale regelgevende instantie tijdig de voorschriften van de artikelen 6 ter en 6 quater, en de op grond van lid 1 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen. De nationale regelgevende instantie kan op elk moment verlangen dat de roamingaanbieder de toeslag wijzigt of ervan afziet indien hij niet voldoet aan de artikelen 6 ter of 6 quater. De nationale regelgevende instantie stelt de Commissie jaarlijks op de hoogte betreffende de toepassing van de artikelen 6 ter en 6 quater, en van dit artikel.

    Artikel 6 sexies

    Verlening van gereguleerde retailroamingdiensten

    1.  Onverminderd het bepaalde in de tweede alinea, voldoet een roamingaanbieder die een toeslag aanrekent voor het gebruik van gereguleerde retailroamingdiensten dat een van de door een beleid inzake redelijk gebruik gestelde grenzen overschrijdt, aan de volgende voorschriften (exclusief btw):

    a) 

    de toeslag voor geïnitieerde gereguleerde roaminggesprekken, verzonden gereguleerde roaming-sms-berichten en gereguleerde dataroamingdiensten ligt niet hoger dan de maximale wholesaletarieven bedoeld in respectievelijk artikel 7, lid 2, artikel 9, lid 1, en artikel 12, lid 1;

    b) 

    de som van de binnenlandse retailprijs en de toeslag voor geïnitieerde gereguleerde roaminggesprekken, verzonden gereguleerde roaming-sms-berichten en gereguleerde dataroamingdiensten ligt niet hoger dan respectievelijk 0,19 EUR per minuut, 0,06 EUR per sms-bericht en 0,20 EUR per gebruikte megabyte;

    c) 

    de toeslag voor ontvangen gereguleerde roaminggesprekken bedraagt niet meer dan het gewogen gemiddelde van de maximale tarieven voor mobiele afgifte in de gehele Unie die worden bepaald overeenkomstig lid 2.

    Roamingaanbieders rekenen geen toeslag aan op ontvangen gereguleerde roaming-sms-berichten of ontvangen roamingvoicemailberichten. Dit laat onverlet dat andere kosten in rekening worden gebracht, zoals kosten voor het beluisteren van dergelijke berichten.

    Roamingaanbieders brengen geïnitieerde en ontvangen roaminggesprekken in rekening per seconde. Roamingaanbieder kunnen voor geïnitieerde gesprekken een aanvankelijke minimumperiode van ten hoogste 30 seconden in rekening brengen. Roamingaanbieders brengen hun klanten gereguleerde dataroamingdiensten in rekening per kilobyte, met uitzondering van mms-berichten, die per eenheid mogen worden aangerekend. In een dergelijk geval ligt het retailtarief dat een roamingaanbieder aan een roamende klant kan aanrekenen voor de doorgifte of ontvangst van een roaming-mms-bericht, niet hoger dan het in de eerste alinea voor gereguleerde dataroamingdiensten bedoelde maximale retailroamingtarief.

    Tijdens de in artikel 6 septies, lid 1, bedoelde periode belet dit lid niet dat roamende klanten een bepaald volume gebruik van gereguleerde roamingdiensten tegen een tarief per dag of een ander vast periodiek tarief wordt aangeboden, op voorwaarde dat het gebruik van het volledige volume leidt tot een eenheidsprijs per geïnitieerd gereguleerd roaminggesprek, ontvangen gereguleerd roaminggesprek, verzonden gereguleerd roaming-sms-bericht en gereguleerde dataroamingdienst die niet hoger ligt dan de respectieve binnenlandse retailprijs en de maximale toeslag als bedoeld in de eerste alinea van dit lid.

    2.  Uiterlijk op 31 december 2015 stelt de Commissie na raadpleging van BEREC en onverminderd de tweede alinea van dit lid, uitvoeringshandelingen vast ter bepaling van het gewogen gemiddelde van de maximale tarieven voor mobiele afgifte als bedoeld in lid 1, eerste alinea, onder c). De Commissie evalueert die uitvoeringshandelingen jaarlijks. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

    Het gewogen gemiddelde van de maximale tarieven voor mobiele afgifte is gebaseerd op de volgende criteria:

    a) 

    het maximale niveau van de tarieven voor mobiele afgifte dat op de markt voor gespreksafgifte op wholesaleniveau op afzonderlijke mobiele netwerken door de nationale regelgevende instanties is opgelegd, overeenkomstig de artikelen 7 en 16 van de kaderrichtlijn en artikel 13 van de toegangsrichtlijn, en

    b) 

    het totale aantal abonnees in de lidstaten.

    3.  Roamingaanbieders kunnen roamende klanten een ander roamingtarief aanbieden dan een tarief dat is vastgesteld overeenkomstig de artikelen 6 bis, 6 ter en 6 quater en lid 1 van dit artikel, en roamende klanten kunnen ook vrijwillig voor dat ander tarief kiezen, waardoor zij een ander tarief voor gereguleerde roamingdiensten genieten dan het tarief dat hun zou zijn aangeboden indien zij deze keuze niet hadden gemaakt. De roamingaanbieder wijst deze roamende klanten op de aard van de roamingvoordelen die daardoor verloren gaan.

    Onverminderd de eerste alinea, passen roamingaanbieders het overeenkomstig de artikelen 6 bis en 6 ter en lid 1 van dit artikel vastgestelde tarief automatisch toe voor alle bestaande en nieuwe roamende klanten.

    Een roamende klant kan op elk moment verzoeken om over te stappen naar of van het tarief dat is vastgesteld overeenkomstig de artikelen 6 bis, 6 ter en 6 quater en lid 1 van dit artikel. Wanneer roamende klanten vrijwillig kiezen om over te schakelen van of naar het tarief dat wordt vastgesteld overeenkomstig de artikelen 6 bis, 6 ter en 6 quater en lid 1 van dit artikel, geschiedt elke overstap kosteloos binnen één werkdag na ontvangst van het verzoek, en zonder dat voorwaarden of beperkingen worden opgelegd op grond van elementen van het abonnement die geen betrekking hebben op roaming. Roamingaanbieders kunnen deze overstap uitstellen totdat het voorgaande roamingtarief gedurende een gespecificeerde minimumtermijn van kracht is geweest; deze minimumtermijn mag niet langer zijn dan twee maanden.

    4.  Roamingaanbieders zorgen ervoor dat elke overeenkomst met betrekking tot een gereguleerde retailroamingdienst de belangrijkste kenmerken van die verleende gereguleerde retailroamingdienst bevat, in het bijzonder:

    a) 

    het specifieke tariefplan of de specifieke tariefplannen, en voor elk van deze tariefplannen de soorten diensten die worden aangeboden, inclusief de communicatievolumes;

    b) 

    iedere beperking die wordt opgelegd op het gebruik van gereguleerde retailroamingdiensten die tegen het geldende binnenlandse retailprijsniveau worden verleend, met name gekwantificeerde informatie over de wijze waarop een beleid inzake redelijk gebruik wordt toegepast, door verwijzing naar de belangrijkste parameters inzake prijsstelling of volumebepaling, of andere parameters van de verleende gereguleerde retailroamingdienst in kwestie.

    Roamingaanbieders publiceren de in de eerste alinea bedoelde informatie.

    Artikel 6 septies

    Retailroamingtoeslagen in de overgangsperiode

    1.  Van 30 april 2016 tot en met 14 juni 2017 kunnen roamingaanbieders voor de levering van gereguleerde retailroamingdiensten een toeslag in aanvulling op de binnenlandse retailprijs toepassen.

    2.  Tijdens de in lid 1 van dit artikel bedoelde periode, is artikel 6 sexies mutatis mutandis van toepassing.”.

    6) 

    De artikelen 8, 10 en 13 worden geschrapt.

    7) 

    Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

    a) 

    in lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Die basale gepersonaliseerde prijsinformatie wordt uitgedrukt in de munteenheid van de factuur die de klant in zijn lidstaat van herkomst van zijn binnenlandse aanbieder ontvangt en bevat gegevens over:

    a) 

    het beleid inzake redelijk gebruik dat op de roamende klant binnen de Unie van toepassing is en de tarieven bij overschrijding van een door dat beleid inzake redelijk gebruik vastgestelde grenzen, en

    b) 

    overeenkomstig artikel 6 quater aangerekende toeslagen”;

    b) 

    in lid 1 wordt de zesde alinea vervangen door:

    „De eerste, de tweede, de vierde en de vijfde alinea, met uitzondering van het geval met betrekking tot het beleid inzake redelijk gebruik en de overeenkomstig artikel 6 quater aangerekende toeslag, zijn eveneens van toepassing op gespreks- en sms-roamingdiensten die door roamende klanten die buiten de Unie reizen worden gebruikt en door de roamingaanbieder worden geleverd.”;

    c) 

    het volgende lid wordt ingevoegd:

    „2 bis.  De roamingaanbieder zendt de roamende klant een kennisgeving wanneer het toepasselijke redelijke gebruiksvolume voor gereguleerde gespreks- of sms-roamingdiensten volledig is opgebruikt of wanneer eender welke overeenkomstig artikel 6 quater toegepaste gebruiksdrempel wordt bereikt. Deze kennisgeving vermeldt de toeslag die zal worden toegepast op elk extra gebruik van gereguleerde gespreks- of sms-roamingdiensten door de roamende klant. Elke klant heeft het recht van de roamingaanbieder te verlangen dat hij stopt met het versturen van dergelijke kennisgevingen, en het recht om op elk moment en kosteloos van de aanbieder te verlangen dat hij de levering van de dienst hervat.”;

    d) 

    lid 3 wordt vervangen door:

    „3.  Roamingaanbieders verstrekken alle klanten bij het nemen van hun abonnement alle informatie over de door hen gehanteerde roamingtarieven. Voorts delen zij elke wijziging van hun geldende roamingtarieven zonder onnodige vertraging aan de roamende klanten mee.

    Zij sturen daarna met redelijke tussenpozen een herinnering aan alle klanten die voor een ander tarief hebben gekozen.”.

    8) 

    Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

    a) 

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.  Een automatisch bericht van de roamingaanbieder stelt de roamende klant ervan in kennis dat hij gebruik maakt van gereguleerde dataroamingdiensten, en omvat basale gepersonaliseerde tariefinformatie over de kosten (in de munteenheid van de factuur die de klant in de lidstaat van herkomst van zijn binnenlandse aanbieder ontvangt) die van toepassing zijn op de levering van gereguleerde dataroamingdiensten aan die roamende klant in de desbetreffende lidstaat, tenzij de klant de roamingaanbieder heeft medegedeeld dat hij deze informatie niet verlangt.

    De basale gepersonaliseerde tariefinformatie omvat ook informatie over:

    a) 

    het beleid inzake redelijk gebruik dat op de roamende klant binnen de Unie van toepassing is en de toeslagen bij overschrijding van een door dat beleid inzake redelijk gebruik vastgestelde grenzen, en

    b) 

    overeenkomstig artikel 6 quater aangerekende toeslagen.

    De roamende klant ontvangt deze informatie op zijn mobiele toestel, bijvoorbeeld via een sms-bericht, een e-mail of een pop-upvenster op het mobiele toestel, telkens wanneer hij een andere lidstaat binnengaat dan die van zijn binnenlandse aanbieder en hij aldaar voor het eerst gebruik begint te maken van een dataroamingdienst. De informatie wordt kosteloos verstrekt op het moment dat de roamende klant gebruik begint te maken van een gereguleerde dataroamingdienst, op zodanige wijze dat de ontvangst en het begrip ervan worden vergemakkelijkt.

    Een klant die zijn roamingaanbieder heeft laten weten deze automatische tariefinformatie niet te willen ontvangen, heeft het recht om op elk moment en kosteloos de verlening van deze dienst door de roamingaanbieder opnieuw te verlangen”;

    b) 

    het volgende lid wordt ingevoegd:

    „2 bis.  De roamingaanbieder zendt een kennisgeving wanneer het toepasselijke redelijke gebruiksvolume van gereguleerde dataroamingdiensten volledig is opgebruikt of eender welke overeenkomstig artikel 6 quater toegepaste gebruiksdrempel wordt bereikt. Die kennisgeving vermeldt de toeslag die zal worden aangerekend voor elk extra gebruik van gereguleerde dataroamingdiensten door de roamende klant. Elke klant heeft het recht van de roamingaanbieder te verlangen dat hij stopt met het versturen van dergelijke kennisgevingen, en het recht om te allen tijde en kosteloos van de roamingaanbieder te verlangen dat hij de levering van de dienst hervat.”;

    c) 

    in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „3.  Iedere roamingaanbieder verschaft al zijn roamende klanten de gelegenheid vrijwillig en kosteloos te kiezen voor een faciliteit die tijdig informatie geeft over het totale gebruik uitgedrukt in volume of in de munteenheid waarin de roamende klant voor gereguleerde dataroamingdiensten wordt gefactureerd, en die waarborgt dat de totale uitgaven voor gereguleerde dataroamingdiensten in een specifieke gebruiksperiode, uitgezonderd mms die per eenheid gefactureerd wordt, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de klant een bepaald maximumbedrag niet overschrijden.”;

    d) 

    in lid 6 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „6.  Dit artikel, met uitzondering van lid 5, lid 2, tweede alinea, en lid 2 bis, tweede alinea, en behoudens de tweede en derde alinea van dit lid, is tevens van toepassing op dataroamingdiensten die door een roamingaanbieder worden verstrekt en door roamende klanten worden gebruikt wanneer zij buiten de Unie reizen.”.

    9) 

    Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

    a) 

    aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „De nationale regelgevende instanties oefenen strikte controle en toezicht uit op roamingaanbieders die gebruikmaken van artikel 6 ter, artikel 6 quater en artikel 6 sexies, lid 3.”;

    b) 

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.  De nationale regelgevende instanties stellen actuele informatie over de toepassing van deze verordening, met name de artikelen 6 bis, 6 ter, 6 quater, 6 sexies, 7, 9, en 12, algemeen beschikbaar op een wijze die belangstellenden gemakkelijk toegang tot die informatie biedt.”.

    10) 

    Artikel 19 wordt vervangen door:

    „Artikel 19

    Evaluatie

    1.  Uiterlijk op 29 november 2015 begint de Commissie met een evaluatie van de wholesaleroamingmarkt, teneinde de maatregelen te beoordelen die noodzakelijk zijn om uiterlijk op 15 juni 2017 de afschaffing van retailroamingtoeslagen mogelijk te maken. De Commissie evalueert onder meer de mate van concurrentie op de nationale wholesalemarkten, en beoordeelt in het bijzonder het niveau van de gemaakte wholesalekosten en de toegepaste wholesaletarieven, en de concurrentiepositie van exploitanten met een beperkte geografische reikwijdte, met inbegrip van de gevolgen voor de concurrentie van commerciële overeenkomsten en de mogelijkheid voor exploitanten om te profiteren van schaalvoordelen. De Commissie beoordeelt tevens de ontwikkelingen inzake concurrentie op de retailroamingmarkten alsook de mogelijke waarneembare risico’s van verstoring van de concurrentie en de stimulansen voor investeringen op de thuismarkten en de bezochte markten. Bij de beoordeling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de afschaffing van retailroamingtoeslagen, houdt de Commissie rekening met de noodzaak ervoor te zorgen dat exploitanten van bezochte netwerken in staat zijn alle kosten van de levering van gereguleerde wholesaleroamingdiensten te dekken, met inbegrip van gezamenlijke en gemeenschappelijke kosten. De Commissie houdt ook rekening met de noodzaak om permanente roaming of afwijkend gebruik of misbruik van toegang tot wholesaleroaming voor andere doeleinden dan de levering van gereguleerde roamingdiensten aan de klanten van roamingaanbieders tijdens hun periodieke reizen binnen de Unie, te voorkomen.

    2.  De Commissie legt uiterlijk op 15 juni 2016 een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad over de bevindingen van de in lid 1 bedoelde evaluatie.

    Het verslag gaat vergezeld van een passend wetgevingsvoorstel, voorafgegaan door een openbare raadpleging, teneinde de wholesaletarieven voor gereguleerde roamingdiensten als bepaald in deze verordening te wijzigen of een andere oplossing voor de op wholesaleniveau vastgestelde problemen te bieden, met het oog op de afschaffing van retailroamingtoeslagen uiterlijk op 15 juni 2017.

    3.  Voorts legt de Commissie om de twee jaar na de indiening van het in lid 2 bedoelde verslag een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad. Elk verslag omvat onder meer een beoordeling van:

    a) 

    de beschikbaarheid en kwaliteit van diensten, met inbegrip van diensten die een alternatief vormen voor gereguleerde retailgespreks-, retailsms- en retaildataroamingdiensten, met name in het licht van de technologische ontwikkelingen;

    b) 

    de mate van concurrentie op zowel de retail- als de wholesaleroamingmarkt, met name de concurrentiepositie van kleine, onafhankelijke of sinds kort op de markt actieve exploitanten, met inbegrip van de gevolgen voor de concurrentie van commerciële overeenkomsten en de mate van interconnectie tussen exploitanten;

    c) 

    de mate waarin de uitvoering van de in artikel 3 en 4 bedoelde structurele maatregelen tot meer concurrentie heeft geleid op de interne markt voor gereguleerde roamingdiensten.

    4.  Om de ontwikkeling van de concurrentie op de roamingmarkten in de gehele Unie te beoordelen, verzamelt BEREC regelmatig gegevens van de nationale regelgevende instanties over de ontwikkeling van de retail- en wholesaletarieven voor gereguleerde gespreks-, sms- en dataroamingdiensten. Die gegevens worden minstens tweemaal per jaar meegedeeld aan de Commissie. De Commissie maakt deze gegevens bekend.

    Op basis van verzamelde gegevens brengt BEREC ook regelmatig verslag uit over de ontwikkeling van de prijsstellings- en gebruikspatronen in de lidstaten, zowel voor binnenlandse als roamingdiensten, en over de ontwikkeling van feitelijke wholesaleroamingtarieven voor ongelijk verkeer tussen roamingaanbieders.

    Ook verzamelt BEREC jaarlijks informatie van de nationale regelgevende instanties over de transparantie en de vergelijkbaarheid van de verschillende tarieven die exploitanten hun klanten aanbieden. De Commissie maakt deze gegevens en bevindingen bekend.”.

    ▼M2 —————

    ▼B

    Artikel 9

    Evaluatieclausule

    Uiterlijk op 30 april 2019, en vervolgens om de vier jaar, evalueert de Commissie de artikelen 3, 4, 5 en 6 en brengt zij hierover verslag uit bij het Europees Parlement en de Raad; indien nodig gaat het verslag vergezeld van passende voorstellen tot wijziging van deze verordening.

    Artikel 10

    Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

    1.  Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2.  De verordening is van toepassing met ingang van 30 april 2016, behalve wat de volgende onderdelen betreft:

    a) 

    indien de wetgevingshandeling die moet worden vastgesteld naar aanleiding van het voorstel bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 531/2012 van toepassing is op 15 juni 2017, zijn punt 5 van artikel 7 van deze verordening, wat betreft de artikelen 6 bis tot en met 6 quinquies van Verordening (EU) nr. 531/2012, punt 7, onder a) tot en met c), van artikel 7 van deze verordening en punt 8, onder a), b) en d), van artikel 7 van deze verordening, met ingang van die datum van toepassing.

    Indien die wetgevingshandeling niet van toepassing is op 15 juni 2017, blijft punt 5 van artikel 7 van deze verordening, wat betreft artikel 6 septies van Verordening (EU) nr. 531/2012, van toepassing totdat die wetgevingshandeling van toepassing wordt.

    Indien die wetgevingshandeling van toepassing wordt na 15 juni 2017, zijn punt 5 van artikel 7 van deze verordening, wat betreft de artikelen 6 bis tot en met 6 quinquies van Verordening (EU) nr. 531/2012, punt 7, onder a) tot en met c) van deze verordening en punt 8, onder a), b), en d) van artikel 7, van toepassing met ingang van de toepassingsdatum van die wetgevingshandeling;

    b) 

    de toekenning van uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie in punt 4, onder c), van artikel 7 van deze verordening, en in punt 5 van artikel 7 van deze verordening, wat betreft artikel 6 quinquies en artikel 6 sexies, lid 2, van Verordening (EU) nr. 531/2012, is van toepassing met ingang van 29 november 2015;

    c) 

    artikel 5, lid 3, is van toepassing met ingang van 29 november 2015;

    d) 

    punt 10 van artikel 7 van deze verordening is van toepassing met ingang van de datum van 29 november 2015.

    3.  De lidstaten kunnen tot en met 31 december 2016 nationale maatregelen, waaronder zelfreguleringsinstrumenten, handhaven die van kracht zijn voor 29 november 2015 en niet voldoen aan artikel 3, lid 2 of lid 3. De betrokken lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 30 april 2016 in kennis van deze maatregelen.

    4.  De bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1203/2012 van de Commissie ( 4 ) blijven, voor zover zij verband houden met de technische oplossing die de toegang tot lokale dataroamingdiensten op een bezocht netwerk mogelijk maakt, van toepassing op de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retaildataroamingdiensten totdat de in artikel 7, punt 4, onder c), van deze verordening bedoelde uitvoeringshandeling is vastgesteld.

    ▼M1

    5.  Artikel 5 bis verstrijkt op 14 mei 2024.

    ▼B

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.



    ( 1 ) Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17 december 2018, blz. 36).

    ( 2 ) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

    ( 3 ) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

    ( 4 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1203/2012 van de Commissie van 14 december 2012 met betrekking tot de afzonderlijke verkoop van gereguleerde retailroamingdiensten binnen de Unie (PB L 347 van 15.12.2012, blz. 1).

    Top