Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02014R0208-20151006

    Consolidated text: Verordening (EU) n r. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/208/2015-10-06

    2014R0208 — NL — 06.10.2015 — 004.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    VERORDENING (EU) Nr. 208/2014 VAN DE RAAD

    van 5 maart 2014

    betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne

    (PB L 066 van 6.3.2014, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

     M1

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) nr. 381/2014 VAN DE RAAD van 14 april 2014

      L 111

    33

    15.4.2014

    ►M2

    VERORDENING (EU) 2015/138 VAN DE RAAD van 29 januari 2015

      L 24

    1

    30.1.2015

    ►M3

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/357 VAN DE RAAD van 5 maart 2015

      L 62

    1

    6.3.2015

    ►M4

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/869 VAN DE RAAD van 5 juni 2015

      L 142

    1

    6.6.2015

    ►M5

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1777 VAN DE RAAD van 5 oktober 2015

      L 259

    3

    6.10.2015


    Gerectificeerd bij:

    ►C1

    Rectificatie, PB L 070, 11.3.2014, blz.  36 (208/2014)




    ▼B

    VERORDENING (EU) Nr. 208/2014 VAN DE RAAD

    van 5 maart 2014

    betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne



    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

    Gezien Besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne ( 1 ),

    Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 20 februari 2014 heeft de Raad alle gebruik van geweld in Oekraïne in de krachtigste bewoordingen veroordeeld. Hij heeft gevraagd dat er onmiddellijk een eind komt aan het geweld en dat de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Oekraïne ten volle worden gerespecteerd. Hij heeft de regering van Oekraïne opgeroepen de grootst mogelijke terughoudendheid aan de dag te leggen, en de oppositieleiders gevraagd zich te distantiëren van degenen die radicale acties, waaronder geweldpleging, ondernemen.

    (2)

    Op 3 maart 2014 is de Raad overeengekomen om beperkende maatregelen toe te spitsen op ►C1  het bevriezen en het recupereren van vermogensbestanddelen ◄ van personen die als verantwoordelijk geïdentificeerd zijn voor het verduisteren van Oekraïense overheidsmiddelen en personen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen in Oekraïne.

    (3)

    Op 5 maart 2014 heeft de Raad Besluit 2014/119/GBVB vastgesteld.

    (4)

    Besluit 2014/119/GBVB voorziet in het bevriezen van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen die als verantwoordelijk geïdentificeerd zijn voor het verduisteren van Oekraïense overheidsmiddelen en personen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen in Oekraïne, en natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden hebben met hen, met het oog op het versterken en het ondersteunen van de rechtsstaat en de eerbied voor mensenrechten in Oekraïne. Die personen, entiteiten en lichamen worden op de lijst in de bijlage bij dat besluit geplaatst.

    (5)

    Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, in het bijzonder om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen.

    (6)

    Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder de rechten op een effectief rechtsmiddel, op een eerlijk proces en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen.

    (7)

    Gezien de ernst van de politieke situatie in Oekraïne, en met het oog op samenhang met de wijzigings- en herzieningsprocedure voor de bijlage bij Besluit 2014/119/GBVB, dient de bevoegdheid om de lijst in bijlage I bij deze verordening te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad.

    (8)

    De procedure tot wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor hun plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, dient de Raad zijn besluit te toetsen in het licht van die opmerkingen en brengt hij de betrokken persoon of entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.

    (9)

    Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. De verwerking van de persoonsgegevens dient te gebeuren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ).

    (10)

    Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



    Artikel 1

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    a)

    „vordering” :

    elke voor of na 6 maart 2014 ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en in het bijzonder:

    i) elke vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

    ii) elke vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

    iii) elke vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

    iv) elke reconventionele vordering;

    v) elke vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

    b)

    „contract of transactie” : elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties en contragaranties, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

    c)

    „bevoegde autoriteiten” : de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn vermeld in bijlage II;

    d)

    „economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

    e)

    „bevriezing van economische middelen” : voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, onder meer door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

    f)

    „bevriezing van tegoeden” : voorkoming van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik of inzet van of omgang met tegoeden, op welke wijze ook, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk wordt gemaakt;

    g)

    „tegoeden” :

    financiële activa en financiële voordelen van welke aard ook, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

    i) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

    ii) deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

    iii) in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

    iv) rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

    v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

    vi) kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; en

    vii) bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

    h)

    „grondgebied van de Unie” : het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

    Artikel 2

    1.  Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage I opgelijste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren.

    2.  Aan of ten behoeve van een in bijlage I opgelijste natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

    Artikel 3

    1.  Bijlage I omvat personen die overeenkomstig artikel 1 van Besluit 2014/119/GBVB door de Raad zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor het verduisteren van Oekraïense overheidsmiddelen, en personen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen in Oekraïne, en natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden hebben met hen.

    ▼M2

    1 bis.  Voor de toepassing van lid 1 worden onder meer als „personen die zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor het verduisteren van Oekraïense overheidsmiddelen” beschouwd, de personen tegen wie door de Oekraïense autoriteiten een onderzoek is ingesteld wegens:

    a) het verduisteren van Oekraïense overheidsmiddelen of activa, of medeplichtigheid daaraan, of

    b) machtsmisbruik door een openbaar ambtsdrager om een ongerechtvaardigd voordeel voor zichzelf of een derde te verkrijgen ten koste van Oekraïense overheidsmiddelen of activa, of medeplichtigheid daaraan.

    ▼B

    2.  In bijlage I worden de redenen vermeld voor het plaatsen van natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen op de lijst.

    3.  Bijlage I bevat, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging.

    Artikel 4

    1.  In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

    a) noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I opgelijste natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

    b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

    c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, of

    d) noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend.

    2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

    Artikel 5

    1.  In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld voor de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage I, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in de Unie is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

    b) de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk besluit zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

    c) het besluit komt niet ten goede aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I, en

    d) erkenning van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

    2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

    Artikel 6

    1.  In afwijking van artikel 2 en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op grond van een contract of overeenkomst die door deze is gesloten of op grond van een verplichting die voor de natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

    a) de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I, en

    b) de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2.

    2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

    Artikel 7

    1.  Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden ►C1  naar de rekening van een op de lijst geplaatste (geplaatst) natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam ◄ zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

    2.  Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

    a) interesten of andere inkomsten op die rekeningen;

    b) betalingen die verschuldigd zijn op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werden opgenomen, of

    c) betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn;

    en mits deze interesten, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, worden bevroren.

    Artikel 8

    1.  Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

    a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en dergelijke informatie, hetzij direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, en

    b) samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van dergelijke informatie.

    2.  Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

    3.  Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

    4.  Lid 3 belet lidstaten niet dergelijke informatie overeenkomstig hun nationale wetgeving uit te wisselen met de bevoegde autoriteiten van Oekraïne en met andere lidstaten, waar dit nodig is om wederrechtelijk verkregen tegoeden te helpen terugvorderen.

    Artikel 9

    Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat het in artikel 2 bedoelde verbod wordt omzeild.

    Artikel 10

    1.  De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

    2.  Handelingen van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokkenen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun handelingen een inbreuk zouden vormen op de bij deze verordening ingestelde verbodsmaatregelen.

    Artikel 11

    1.  Vorderingen in verband met contracten of transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, in het bijzonder een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

    a) in bijlage I opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

    b) natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam.

    2.  In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam geleverd.

    3.  Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

    Artikel 12

    ►C1  1.  De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis ◄ van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie:

    a) met betrekking tot in het kader van artikel 2 bevroren tegoeden en in het kader van de artikelen 4, 5 en 6 verleende toestemmingen;

    b) met betrekking tot inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

    2.  De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken die de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening kan betreffen.

    Artikel 13

    De Commissie wordt gemachtigd bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

    Artikel 14

    1.  Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.

    2.  De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kunnen indienen.

    3.  Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, evalueert de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van het resultaat in kennis.

    4.  De lijst in bijlage I wordt met regelmatige tussenpozen, en ten minste om de twaalf maanden, geëvalueerd.

    Artikel 15

    1.  De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

    2.  De lidstaten stellen de Commissie na 6 maart 2014 onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen ervan.

    Artikel 16

    1.  De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II genoemde websites.

    2.  De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe deze kunnen worden bereikt, en delen haar alle latere wijzigingen mee.

    3.  Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

    Artikel 17

    Deze verordening is van toepassing:

    a) op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

    b) aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

    c) op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

    d) op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

    e) op alle natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

    Artikel 18

    Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    ▼M3




    BIJLAGE I

    Lijst van de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen



     

    Naam

    Nadere gegevens

    Motivering

    Datum van aanwijzing

    1.

    Viktor Fedorovych Yanukovych

    (Вiктор Федорович Янукович),

    Viktor Fedorovich Yanukovich

    (Виктор Фёдорович Янукович)

    geboren op 9 juli 1950 in Yenakiieve (Donetsk oblast), voormalig president van Oekraïne

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    2.

    Vitalii Yuriyovych Zakharchenko

    (Вiталiй Юрiйович Захарченко),

    Vitaliy Yurievich Zakharchenko

    (Виталий Юрьевич Захарченко)

    geboren op 20 januari 1963 in Kostiantynivka (Donetsk oblast), voormalig minister van Binnenlandse Zaken

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    3.

    Viktor Pavlovych Pshonka

    (Вiктор Павлович Пшонка )

    geboren op 6 februari 1954 in Serhiyivka (Donetsk oblast), voormalig procureur-generaal van Oekraïne

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    ▼M4

    4.

    Olena Leonidivna Lukash (Олена Леонiдiвна Лукаш), Elena Leonidovna Lukash (Елена Леонидовна Лукаш)

    geboren op 12 november 1976 in Rîbnița (Moldova), voormalig minister van Justitie

    Persoon naar wie een onderzoek is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens betrokkenheid bij het verduisteren van overheidsmiddelen

    6.3.2014

    ▼M3

    5.

    Andrii Petrovych Kliuiev

    (Андрiй Петрович Клюєв),

    Andriy Petrovych Klyuyev

    geboren op 12 augustus 1964 in Donetsk, voormalig kabinetschef van de president van Oekraïne

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva en in verband met machtsmisbruik door een openbaar ambtsdrager om een ongerechtvaardigd voordeel voor zichzelf of een derde te verkrijgen ten koste van Oekraïense overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    6.

    Viktor Ivanovych Ratushniak

    (Вiктор Iванович Ратушняк)

    geboren op 16 oktober 1959, voormalig onderminister van Binnenlandse Zaken

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva en voor medeplichtigheid daaraan.

    6.3.2014

    7.

    Oleksandr Viktorovych Yanukovych

    (Олександр Вiкторович Янукович)

    geboren op 10 juli 1973 in Yenakiieve (Donetsk oblast), zoon van de voormalige president, zakenman

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    ▼M4 —————

    ▼M3

    9.

    Artem Viktorovych Pshonka

    (Артем Вiкторович Пшонка)

    geboren op 19 maart 1976 in Kramatorsk (Donetsk oblast), zoon van de voormalige procureur-generaal, vice-fractieleider van de Partij van de Regio's in de Hoge Raad (Verkhovna Rada) van Oekraïne

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva en voor medeplichtigheid daaraan.

    6.3.2014

    ▼M5

    10.

    Serhii Petrovych Kliuiev

    (Сергiй Петрович Клюєв),

    Serhiy Petrovych Klyuyev

    geboren op 19 augustus 1969, broer van Andrii Kliuiev, zakenman

    Persoon tegen wie strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens betrokkenheid bij het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva. Persoon die banden heeft met een aangewezen persoon (Andrii Petrovych Kliuiev) tegen wie strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva

    6.3.2014

    ▼M3

    11.

    Mykola Yanovych Azarov

    (Микола Янович Азаров),

    Nikolai Yanovich Azarov

    (Николай Янович Азаров)

    geboren op 17 december 1947 in Kaluga (Russia), premier van Oekraïne tot januari 2014

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    12.

    Serhiy Vitaliyovych Kurchenko

    (Сергiй Вiталiйович Курченко)

    geboren op 21 september 1985 in Kharkiv, zakenman

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    ▼M4

    13.

    Dmytro Volodymyrovych Tabachnyk (Дмитро Володимирович Табачник)

    geboren op 28 november 1963 in Kiev, voormalig minister van Onderwijs en Wetenschap

    Persoon naar wie een onderzoek is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens betrokkenheid bij het verduisteren van overheidsmiddelen.

    6.3.2014

    ▼M3

    14.

    Raisa Vasylivna Bohatyriova

    (Раїса Василiвна Богатирьова),

    Raisa Vasilievna Bogatyreva

    (Раиса Васильевна Богатырёва)

    geboren op 6 januari 1953 in Bakal (Chelyabinsk oblast, Rusland), voormalig minister van Volksgezondheid

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    6.3.2014

    15.

    Serhiy Hennadiyovych Arbuzov

    (Сергiй Геннадiйович Арбузов),

    Sergei Gennadievich Arbuzov

    (Сергей Геннадиевич Арбузов)

    geboren op 24 maart 1976 in Donetsk, voormalig premier van Oekraïne

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    15.4.2014

    16.

    Yuriy Volodymyrovych Ivanyushchenko

    (Юрiй Володимирович Iванющенко)

    geboren op 21 februari 1959 in Yenakiieve (Donetsk oblast), parlementslid voor de Partij van de Regio's

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    15.4.2014

    17.

    Oleksandr Viktorovych Klymenko

    (Олександр Вiкторович Клименко)

    geboren op 16 november 1980 in Makiivka (Donetsk oblast), voormalig minister van Belastingen en Accijnzen

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva. en voor machtsmisbruik door een openbaar ambtsdrager om een ongerechtvaardigd voordeel voor zichzelf of een derde te verkrijgen ten koste van Oekraïense overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    15.4.2014

    18.

    Edward Stavytskyi

    Eduard Anatoliyovych Stavytsky

    (Едуард Анатолiйович Ставицький)

    geboren op 4 oktober 1972 in Lebedyn (Sumy oblast), voormalig minister van Brandstof en Energie van Oekraïne

    is naar verluidt woonachtig in Israël, maar is nog steeds Oekraïens staatsburger

    Persoon tegen wie een strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

    15.4.2014

    ▼B




    BIJLAGE II

    Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

    BELGIË

    http://www.diplomatie.be/eusanctions

    BULGARIJE

    http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

    TSJECHIË

    http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

    DENEMARKEN

    http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

    DUITSLAND

    http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

    ESTLAND

    http://www.vm.ee/est/kat_622/

    IERLAND

    http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

    GRIEKENLAND

    http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

    SPANJE

    http://www.exteriores.gob.es/Portal/es/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Documents/ORGANISMOS%20COMPETENTES%20SANCIONES%20INTERNACIONALES.pdf

    FRANKRIJK

    http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

    KROATIË

    http://www.mvep.hr/sankcije

    ITALIË

    http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

    CYPRUS

    http://www.mfa.gov.cy/sanctions

    LETLAND

    http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

    LITOUWEN

    http://www.urm.lt/sanctions

    LUXEMBURG

    http://www.mae.lu/sanctions

    HONGARIJE

    http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

    MALTA

    http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

    NEDERLAND

    www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

    OOSTENRIJK

    http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

    POLEN

    http://www.msz.gov.pl

    PORTUGAL

    http://www.portugal.gov.pt/pt/os-ministerios/ministerio-dos-negocios-estrangeiros/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

    ROEMENIË

    http://www.mae.ro/node/1548

    SLOVENIË

    http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

    SLOWAKIJE

    http://www.mzv.sk/sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

    FINLAND

    http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

    ZWEDEN

    http://www.ud.se/sanktioner

    VERENIGD KONINKRIJK

    https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

    Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

    Europese Commissie

    Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

    EEAS 02/309

    1049 Brussel

    BELGIË

    E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu.



    ( 1 ) Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad.

    ( 2 ) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

    ( 3 ) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

    Top