Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02012A0426(01)-20230313

    Consolidated text: Monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino

    02012A0426(01) — NL — 13.03.2023 — 008.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    MONETAIRE OVEREENKOMST

    tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino

    (PB C 121 van 26.4.2012, blz. 5)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

     M1

    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6 maart 2014 2014/C 73/05

      C 73

    18

    12.3.2014

     M2

    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 27 maart 2015 2015/C 112/06

      C 112

    4

    2.4.2015

     M3

    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 16 juni 2016 2016/C 219/05

      C 219

    11

    17.6.2016

     M4

    BESLUIT (EU) 2017/125 VAN DE COMMISSIE van 24 januari 2017

      L 19

    71

    25.1.2017

     M5

    BESLUIT (EU) 2018/492 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2018

      L 81

    25

    23.3.2018

     M6

    BESLUIT (EU) 2019/526 VAN DE COMMISSIE van 27 maart 2019

      L 86

    77

    28.3.2019

     M7

    BESLUIT (EU) 2020/108 VAN DE COMMISSIE van 23 januari 2020

      L 19

    23

    24.1.2020

     M8

    BESLUIT (EU) 2021/145 VAN DE COMMISSIE van 5 februari 2021

      L 43

    33

    8.2.2021

     M9

    BESLUIT (EU) 2022/446 VAN DE COMMISSIE van 15 maart 2022

      L 90

    180

    18.3.2022

    ►M10

    BESLUIT (EU) 2023/391 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 2023

      L 53

    45

    21.2.2023




    ▼B

    MONETAIRE OVEREENKOMST

    tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino

    2012/C 121/02



    DE EUROPESE UNIE,

    en

    DE REPUBLIEK SAN MARINO,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op grond van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad ( 1 ) van 3 mei 1998 is met ingang van 1 januari 1999 de munteenheid van elke lidstaat die deelneemt aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, waaronder Italië, vervangen door de euro.

    (2)

    Tussen de Italiaanse Republiek en de Republiek San Marino waren reeds vóór de invoering van de euro bilaterale monetaire overeenkomsten gesloten, laatstelijk de Convenzione monetaria tra la Repubblica Italiana e la Repubblica di San Marino, die op 21 december 1991 is gesloten.

    (3)

    Overeenkomstig verklaring nr. 6, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dient de Gemeenschap heronderhandelingen over bestaande regelingen met de Republiek San Marino die als gevolg van de invoering van de eenheidsmunt noodzakelijk mochten worden, te vergemakkelijken.

    (4)

    Op 29 november 2000 heeft de Italiaanse Republiek namens de Europese Gemeenschap een monetaire overeenkomst met de Republiek San Marino gesloten ( 2 ).

    (5)

    Krachtens deze monetaire overeenkomst gebruikt de Republiek San Marino de euro als zijn officiële munteenheid en kent het de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en -munten. Hij dient ervoor te zorgen dat de regels van de Europese Unie (EU) betreffende eurobankbiljetten en -munten — waaronder de regels inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij — binnen zijn grondgebied van toepassing zijn. De Republiek San Marino spant zich in om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om valsemunterij te bestrijden en om met de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en Europol samen te werken. Totdat een samenwerkingsovereenkomst tussen Europol en de Republiek San Marino wordt ondertekend, zal de Republiek San Marino via de op dat gebied bevoegde Italiaanse autoriteiten met Europol samenwerken.

    (6)

    De Republiek San Marino dient in het bijzonder rekening te houden met de aanbevelingen van de taskforce financiële actie (FATF), met name de oproepen van de FATF aan haar leden en de leden van de regionale lichamen naar het model van de FATF om noodzakelijke tegenmaatregelen tegen bepaalde rechtsgebieden met een hoog risico te nemen. De Republiek San Marino, die vertegenwoordigd is in het Comité van deskundigen inzake de evaluatie van maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, houdt naar behoren rekening met de aanbevelingen die in de onderlinge evaluatieverslagen voor de Republiek San Marino zijn gedaan of zullen worden gedaan om zijn antwoord op de bedreigingen inzake het witwassen van geld te verbeteren.

    (7)

    Deze overeenkomst verplicht de ECB en de nationale centrale banken niet tot opneming van de financiële instrumenten van de Republiek San Marino in de lijst(en) van activa die voor de monetairbeleidtransacties van het Europees Stelsel van centrale banken in aanmerking komen.

    (8)

    De Republiek San Marino heeft een banksector die verwacht in nauwere samenhang met die van de eurozone te opereren. Bijgevolg moeten, teneinde gelijkere concurrentievoorwaarden te waarborgen, de toepasselijke bank- en financiële wetgeving van de EU, de wetgeving betreffende de preventie van het witwassen van geld, de preventie van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten en statistische rapportagevereisten geleidelijk toepasselijk worden gemaakt op de Republiek San Marino.

    (9)

    Er dient een gemengd comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Republiek San Marino, de Italiaanse Republiek, de Commissie en de ECB te worden ingesteld om de toepassing van deze overeenkomst te analyseren, het jaarlijkse plafond voor de uitgifte van munten vast te stellen en de door de Republiek San Marino genomen maatregelen tot tenuitvoerlegging van de toepasselijke EU-wetgeving te beoordelen.

    (10)

    Het Hof van Justitie van de Europese Unie is de rechterlijke instantie die verantwoordelijk is voor het beslechten van geschillen die uit de toepassing van de overeenkomst kunnen rijzen,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:



    Artikel 1

    De Republiek San Marino heeft het recht de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro ( 3 ) en Verordening (EG) nr. 974/98 van 3 mei 1998 over de invoering van de euro. De Republiek San Marino kent de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en -munten.

    Artikel 2

    De Republiek San Marino geeft geen bankbiljetten, munten of monetaire surrogaten van welke aard ook uit, tenzij de voorwaarden voor de uitgifte daarvan met de Europese Unie zijn overeengekomen. De voorwaarden voor de uitgifte van euromunten vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn in de navolgende artikelen vastgelegd.

    Artikel 3

    Het jaarlijkse plafond (in waardetermen) voor de uitgifte van euromunten door de Republiek San Marino wordt door het bij deze overeenkomst ingesteld gemengd comité berekend als de som van:

    — 
    een vast deel, waarvan het initiële bedrag voor het eerste jaar volgend op de inwerkingtreding van deze overeenkomst op 2 600 000 EUR is vastgesteld. Het gemengd comité kan het vaste deel jaarlijks herzien om rekening te houden met zowel de inflatie — op basis van de HICP-inflatie van de Italiaanse Republiek — in de laatste 12 maanden waarvoor op het moment van de berekening gegevens beschikbaar zijn als met eventuele belangrijke ontwikkelingen die de verzamelaarsmarkt voor euromunten beïnvloeden;
    — 
    een variabel deel, dat overeenstemt met de gemiddelde muntuitgifte per hoofd van de bevolking van de Italiaanse Republiek in de laatste 12 maanden waarvoor gegevens beschikbaar zijn, vermenigvuldigd met het aantal inwoners van de Republiek San Marino.

    Artikel 4

    1.  
    De door de Republiek San Marino uitgegeven euromunten zijn, wat betreft de nominale waarde, de wettigheid als betaalmiddel, de technische specificaties, de artistieke kenmerken van de gemeenschappelijke zijde en de gemeenschappelijke artistieke kenmerken van de nationale zijde, identiek aan de euromunten die worden uitgegeven door de lidstaten van de Europese Unie die de euro hebben ingevoerd.
    2.  
    De Republiek San Marino brengt de ontwerpen van de nationale zijden van zijn euromunten vooraf ter kennis van de Europese Commissie, die verifieert of de EU-voorschriften in acht zijn genomen.

    Artikel 5

    1.  
    Door de Republiek San Marino uitgegeven euromunten worden door het Istituto Poligrafico e Zecca dello Stato van de Italiaanse Republiek geslagen.
    2.  
    In afwijking van lid 1 kan de Republiek San Marino voor het slaan van zijn munten een beroep doen op een EU-Munt die euromunten slaat en die verschillend is van de Munt vermeld in lid 1, mits het gemengd comité daarmee instemt.
    3.  
    Ten minste 70 % van de voor circulatie bestemde euromunten wordt vanaf het jaar volgend op de inwerkingtreding van deze overeenkomst tegen de nominale waarde in circulatie gebracht. Na drie jaar wordt dit 80 %. Daarna toetst het gemengd comité regelmatig of dit percentage toereikend is.
    4.  
    De Republiek San Marino mag euromunten voor verzamelaars uitgeven. Deze worden meegerekend voor het in artikel 3 bedoelde jaarlijkse plafond. De uitgifte van euromunten voor verzamelaars door de Republiek San Marino geschiedt in overeenstemming met de richtsnoeren van de Europese Unie betreffende euromunten voor verzamelaars, die met name het gebruik van technische specificaties, artistieke kenmerken en denominaties vereisen waardoor euromunten voor verzamelaars van voor circulatie bestemde munten kunnen worden onderscheiden.

    Artikel 6

    1.  
    De door de Republiek San Marino uitgegeven hoeveelheid euromunten wordt bijgeteld bij de door de Italiaanse Republiek uitgegeven hoeveelheid munten met het oog op de goedkeuring door de Europese Centrale Bank van de totale omvang van de uitgifte van de Italiaanse Republiek overeenkomstig artikel 128, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
    2.  
    De Republiek San Marino deelt de Europese Commissie en Italiaanse Republiek elk jaar vóór uiterlijk 1 september de hoeveelheid en de nominale waarde mee van de euromunten die het voornemens is het volgende jaar uit te geven. Hij doet de Europese Commissie eveneens mededeling van de beoogde uitgiftevoorwaarden van deze munten, met name het percentage verzamelaarsmunten en de nadere regels voor de invoering van circulatiemunten.
    3.  
    Bij de ondertekening van deze overeenkomst deelt de Republiek San Marino de informatie als vermeld in lid 2 mee voor het jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst.

    Artikel 7

    1.  
    Deze overeenkomst laat het recht aan de Republiek San Marino om in scudi luidende gouden munten uit te blijven geven onverlet.
    2.  
    Door de Republiek San Marino uitgegeven in scudi luidende verzamelaarsmunten en gouden munten zijn in de Europese Unie geen wettig betaalmiddel.

    Artikel 8

    1.  

    De Republiek San Marino verbindt zich ertoe middels rechtstreekse omzetting of eventuele gelijkwaardige instrumenten alle passende maatregelen te nemen met het oog op de tenuitvoerlegging van de in de bijlage bij deze overeenkomst vermelde EU-rechtshandelingen en -regels op het gebied van:

    a) 

    eurobankbiljetten en -munten;

    b) 

    bank- en financieel recht, in het bijzonder met betrekking tot de activiteit van en het toezicht op de betrokken instellingen;

    c) 

    voorkoming van witwassen van geld, preventie van fraude met en vervalsing van contante en niet-contante betaalmiddelen, medailles en penningen, en statistische rapportagevereisten. Ten aanzien van wetgeving betreffende de verzameling van statistische informatie worden de nadere uitvoeringsregels en de technische aanpassingen (inclusief de passende afwijkingen rekening houdend met de specifieke status van San Marino) uiterlijk 18 maanden vóór de vereiste aanvang van de statistische rapportage met de Europese Centrale Bank overeengekomen;

    d) 

    op grond van artikel 133 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aangenomen maatregelen die nodig zijn voor het gebruik van de euro als enige munt;

    2.  
    De in lid 1 bedoelde rechtshandelingen en -regels worden door de Republiek San Marino ten uitvoer gelegd overeenkomstig de in de bijlage gespecificeerde termijnen, die vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst ingaan.
    3.  

    Het plafond als bedoeld in artikel 3:

    a) 

    wordt, zolang de betrokken EU-rechtshandelingen of -regels niet ten uitvoer zijn gelegd, automatisch en tijdelijk met een derde verlaagd als en wanneer een in de bijlage gespecificeerde termijn niet is gehaald.

    b) 

    kan, op basis van een besluit van de Raad, genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie, en na de vertegenwoordigers van de Republiek San Marino te hebben gehoord, tijdelijk met de helft worden verlaagd als en wanneer de Republiek San Marino nalaat gedurende meer dan twee jaar te voldoen aan een of meer in de bijlage vermelde EU-rechtshandelingen of -regels die hij binnen de overeengekomen termijn ten uitvoer heeft gelegd.

    Het plafond wordt middels dezelfde procedure op zijn normale niveau teruggebracht zodra de Republiek San Marino de passende maatregelen heeft genomen om de kwesties aan te pakken die ten grondslag lagen aan de tijdelijke verlaging.

    4.  
    De Republiek San Marino mag technische bijstand vragen van de entiteiten die de delegatie van de Europese Unie vormen om de tenuitvoerlegging van de betrokken EU-wetgeving te vergemakkelijken.
    5.  
    De bijlage wordt door de Commissie eenmaal of, indien passend geacht, meermaals per jaar gewijzigd teneinde met de nieuwe toepasselijke EU-rechtshandelingen en -regels alsook met de wijzigingen in de bestaande EU-rechtshandelingen en -regels rekening te houden. Het gemengd comité beslist daarna over passende en redelijke termijnen voor de tenuitvoerlegging door de Republiek San Marino van de nieuwe rechtshandelingen en -regels die aan de bijlage zijn toegevoegd.
    6.  
    Het gemengd comité mag in uitzonderlijke gevallen een in de bijlage gespecificeerde bestaande termijn herzien.
    7.  
    De bijgewerkte bijlage wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

    Artikel 9

    Kredietinstellingen en, in voorkomend geval, andere financiële instellingen die over een vergunning beschikken om hun activiteiten op het grondgebied van de Republiek San Marino te verrichten, kunnen op passende voorwaarden, die met instemming van de Europese Centrale Bank door de Banca d’Italia worden vastgesteld, toegang krijgen tot interbancaire betalings- en afwikkelingssystemen en effectenafwikkelingssystemen in de eurozone.

    Artikel 10

    1.  
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de exclusieve bevoegdheid voor het beslechten van alle geschillen tussen de partijen die uit de toepassing van deze overeenkomst kunnen rijzen en die niet in het gemengd comité konden worden opgelost.
    2.  
    Indien de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, (op aanbeveling van de EU-delegatie in het gemengd comité) of de Republiek San Marino van mening is dat de andere partij een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen, kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij het Hof van Justitie. Het arrest van het Hof is bindend voor de partijen, die gehouden zijn de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest binnen de termijn die het Hof in zijn arrest heeft vastgesteld.

    Artikel 11

    1.  
    Er wordt een gemengd comité ingesteld. Het comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Republiek San Marino en de Europese Unie. Het gemengd comité stelt bij consensus zijn reglement van orde vast. De delegatie van de Europese Unie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van de Italiaanse Republiek, tezamen met vertegenwoordigers van de Europese Centrale Bank.
    2.  
    Het gemengd comité komt minstens eenmaal per jaar bijeen. Het voorzitterschap wordt door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de Republiek San Marino bij toerbeurt uitgeoefend voor de periode van één jaar. Het gemengd comité neemt zijn besluiten met eenparigheid van stemmen.
    3.  
    Het gemengd comité houdt gedachtewisselingen, wisselt informatie uit en neemt de besluiten die in de artikelen 3, 5 en 8 worden bedoeld. Het comité onderzoekt de door de Republiek San Marino genomen maatregelen en tracht alle geschillen die uit de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst voortvloeien op te lossen.
    4.  
    De Europese Unie is de eerste voorzitter van het gemengd comité bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst op de datum die in artikel 13 is vastgesteld.

    Artikel 12

    Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van een jaar.

    Artikel 13

    Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun procedures van bekrachtiging, sluiting of aanneming, overeenkomstig de onderscheiden regels van elke partij.

    Artikel 14

    De monetaire overeenkomst van 29 november 2000 wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst ingetrokken. Verwijzingen naar de overeenkomst van 29 november 2000 worden gelezen als verwijzingen naar deze overeenkomst.

    Gedaan te Brussel op 27 maart 2012 in twee originelen in de Engelse taal.

    Voor de Europese Unie

    Olli REHN

    Vicevoorzitter van de Europese Commissie belast met Economische en Monetaire Zaken en de Euro

    Voor de Republiek San Marino

    Antonella MULARONI

    Minister van Buitenlandse Zaken

    ▼M10

    BIJLAGE



     

    Toe te passen wettelijke bepalingen

    Uiterste toepassingsdatum

     

    Voorkoming van witwassen van geld

     

    1

    Besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens (PB L 271 van 24.10.2000, blz. 4)

    1 september 2013

    2

    Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1)

     

    3

    Kaderbesluit 2005/212/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen (PB L 68 van 15.3.2005, blz. 49)

    1 oktober 2014 (1)

    4

    Besluit 2007/845/JBZ van de Raad van 6 december 2007 betreffende de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen op het gebied van de opsporing en de identificatie van opbrengsten van misdrijven of andere vermogensbestanddelen die hun oorsprong vinden in misdrijven (PB L 332 van 18.12.2007, blz. 103)

     

    5

    Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39)

    1 november 2016 (2)

    6

    Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1)

    1 oktober 2017 (3)

    7

    Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73)

    1 oktober 2017 (3)

     

    Gewijzigd bij:

     

    7-1

    Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 43)

    31 december 2020 (6)

     

    Aangevuld met:

     

    7-2

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1)

    1 oktober 2017 (5)

     

    Gewijzigd bij:

     

    7-2-1

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/105 van de Commissie van 27 oktober 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de toevoeging van Ethiopië aan de lijst van derde landen met een hoog risico in de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 19 van 24.1.2018, blz. 1)

    31 maart 2019 (6)

    7-2-2

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212 van de Commissie van 13 december 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië aan de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 41 van 14.2.2018, blz. 4)

    31 maart 2019 (6)

    7-2-3

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1467 van de Commissie van 27 juli 2018 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Pakistan aan de tabel onder punt I van de bijlage (PB L 246 van 2.10.2018, blz. 1)

    31 december 2019 (7)

    7-2-4

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/855 van de Commissie van 7 mei 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van de Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van Bosnië en Herzegovina, Ethiopië, Guyana, Laos, Sri Lanka en Tunesië uit die tabel (PB L 195 van 19.6.2020, blz. 1)

    31 december 2022 (9)

    7-2-5

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/37 van de Commissie van 7 december 2020 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de schrapping van Mongolië uit de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 14 van 18.1.2021, blz. 1)

    31 december 2023 (9)

    7-2-6

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/229 van de Commissie van 7 januari 2022 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van Burkina Faso, de Filipijnen, Haïti, Jordanië, de Kaaimaneilanden, Mali, Marokko, Senegal en Zuid-Sudan aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van de Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius uit die tabel (PB L 39 van 21.2.2022, blz. 4)

    31 december 2024 (10)

    7-3

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/758 van de Commissie van 31 januari 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake de minimumactie en de soort bijkomende maatregelen waartoe krediet- en financiële instellingen verplicht zijn met het oog op het beperken van het witwasrisico en het risico van terrorismefinanciering in bepaalde derde landen (PB L 125 van 14.5.2019, blz. 4)

    31 december 2020 (7)

    8

    Verordening (EU) 2018/1672 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005 (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 6)

    31 december 2021 (7)

    9

    Richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld, (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 22)

    31 december 2021 (7)

     

    Preventie van fraude en vervalsing

     

    10

    Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6)

    1 september 2013

     

    Gewijzigd bij:

     

    10-1

    Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1)

     

    11

    Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1)

    1 september 2013

    12

    Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44)

    1 september 2013

    13

    Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1)

    1 september 2013

     

    Gewijzigd bij:

     

    13-1

    Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 5)

     

    14

    Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 1)

    1 juli 2016 (2)

    15

    Richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PB L 123 van 10.5.2019, blz. 18)

    31 december 2021 (7)

     

    Regels betreffende eurobankbiljetten en -munten

     

     

    Met uitzondering van artikel 1 bis, leden 2 en 3 en de artikelen 4 bis, 4 ter en 4 quater:

     

    16

    Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4)

    1 september 2013

     

    Gewijzigd bij:

     

    16-1

    Verordening (EU) 2015/159 van de Raad van 27 januari 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2532/98 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 27 van 3.2.2015, blz. 1)

    31 oktober 2021 (8)

    17

    Conclusies van de Raad van 10 mei 1999 betreffende het kwaliteitszorgsysteem voor de euromunten

    1 september 2013

    18

    Mededeling 2001/C 318/03 van de Commissie van 22 oktober 2001 over de auteursrechtelijke bescherming van het ontwerp van de gemeenschappelijke zijde van de euromuntstukken (COM(2001) 600 definitief) (PB C 318 van 13.11.2001, blz. 3)

    1 september 2013

    19

    Richtsnoer ECB/2003/5 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 78 van 25.3.2003, blz. 20)

    1 september 2013

     

    Gewijzigd bij:

     

    19-1

    Richtsnoer ECB/2013/11 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 houdende wijziging van Richtsnoer ECB/2003/5 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 43)

    1 oktober 2013 (1)

    19-2

    Richtsnoer (EU) 2020/2091 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2020 houdende wijziging van Richtsnoer ECB/2003/5 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (ECB/2020/61) (PB L 423 van 15.12.2020, blz. 65)

    30 september 2022 (9)

    20

    Besluit ECB/2010/14 van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1)

    1 september 2013

     

    Gewijzigd bij:

     

    20-1

    Besluit ECB/2012/19 van de Europese Centrale Bank van 7 september 2012 tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (2012/507/EU) (PB L 253 van 20.9.2012, blz. 19)

    1 oktober 2013 (1)

    20-2

    Besluit (EU) 2019/2195 van de Europese Centrale Bank van 5 december 2019 tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2019/39) (PB L 330 van 20.12.2019, blz. 91)

    31 december 2021 (8)

    21

    Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie (PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1)

    1 september 2013

    22

    Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone (PB L 316 van 29.11.2011, blz. 1)

    1 oktober 2014 (1)

    23

    Verordening (EU) nr. 651/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 135)

    1 oktober 2013 (1)

    24

    Besluit (ECB/2013/10) van de Europese Centrale Bank betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 37)

    1 oktober 2013 (1)

     

    Gewijzigd bij:

     

    24-1

    Besluit (EU) 2019/669 van de Europese Centrale Bank van 4 april 2019 tot wijziging van Besluit ECB/2013/10 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 113 van 29.4.2019, blz. 6)

    31 december 2020 (7)

    24-2

    Besluit (EU) 2020/2090 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2020 tot wijziging van Besluit ECB/2013/10 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (ECB/2020/60) (PB L 423 van 15.12.2020, blz. 62)

    30 september 2022 (9)

    25

    Verordening (EU) nr. 729/2014 van de Raad van 24 juni 2014 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (herschikking) (PB L 194 van 2.7.2014, blz. 1)

    1 oktober 2013 (1)

     

    Bancaire en financiële wetgeving

     

    26

    Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1)

    1 september 2016

     

    Gewijzigd bij:

     

    26-1

    Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28)

     

    26-2

    Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16)

     

    26-3

    Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 1)

     

    27

    Richtlijn 89/117/EEG van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de verplichtingen inzake openbaarmaking van jaarstukken voor in een lidstaat gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen en financiële instellingen die hun hoofdkantoor buiten deze lidstaat hebben (PB L 44 van 16.2.1989, blz. 40)

    1 september 2018

    28

    Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22)

    1 september 2018

    29

    Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45)

    1 september 2018

     

    Gewijzigd bij:

     

    29-1

    Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37)

     

    29-2

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120)

     

    29-3

    Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1)

    30 september 2019 (3)

    29-4

    Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1)

    1 september 2018

    29-5

    Richtlijn (EU) 2019/879 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot de verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en Richtlijn 98/26/EG (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 296)

    31 december 2022 (8)

    30

    Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen (PB L 125 van 5.5.2001, blz. 15)

    1 september 2018

     

    Gewijzigd bij:

     

    30-1

    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190)

     

    31

    Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43)

    1 september 2018

     

    Gewijzigd bij:

     

    31-1

    Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37)

     

    31-2

    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190)

    1 september 2018 (2)

    31-3

    Verordening (EU) 2021/2023 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1)

    31 december 2024 (met uitzondering van: artikel 95 — 31 december 2022, artikel 87, lid 2 — 31 december 2023, artikel 9, leden 1 tot en met 4, leden 6 en 7, leden 9 en 10, leden 12 en 13, en leden 16 tot en met 19, artikel 10, leden 1 tot en met 3, leden 8 tot en met 12, en artikel 11 — 31 december 2024, artikel 9, lid 14, en artikel 20 — 31 december 2025) (9)

    32

    Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    1 september 2018

     

    Gewijzigd bij:

     

    32-1

    Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG en 93/6/EEG van de Raad en de Richtlijnen 94/19/EG, 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9)

     

    32-2

    Richtlijn 2008/25/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 81 van 20.3.2008, blz. 40)

     

    32-3

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120)

     

    32-4

    Richtlijn 2011/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 113)

     

    32-5

    Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338)

     

    32-6

    Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 64)

    31 december 2023 (8)

    33

    Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001 (PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11)

    1 september 2018

     

    Gewijzigd bij:

     

    33-1

    Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22)

    1 september 2018 (1)

    34

    Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7)

    1 september 2016

     

    Gewijzigd bij:

     

    34-1

    Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338)

    1 september 2017 (3)

    34-2

    Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35)

    30 september 2018 (4)

    35

    Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12)

    1 september 2016

     

    Gewijzigd bij:

     

    35-1

    Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 5)

     

    35-2

    Richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 34)

     

    35-3

    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190)

    1 september 2018 (3)

    35-4

    Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35)

    30 september 2018 (4)

    35-5

    Verordening (EU) 2019/2033van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1)

    31 december 2023 (8)

    36

    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84)

    1 september 2016

     

    Gewijzigd bij:

     

    36-1

    Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1)

     

    36-2

    Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en houdende intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1)

     

    36-3

    Richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2009/138/EG, alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 153 van 22.5.2014, blz. 1)

     

    36-4

    Verordening (EU) 2021/2023 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1)

    31 december 2024 (met uitzondering van: artikel 95 — 31 december 2022, artikel 87, lid 2 — 31 december 2023, artikel 9, leden 1 tot en met 4, leden 6 en 7, leden 9 en 10, leden 12 en 13, en leden 16 tot en met 19, artikel 10, leden 1 tot en met 3, leden 8 tot en met 12, en artikel 11 — 31 december 2024, artikel 9, lid 14, en artikel 20 — 31 december 2025) (9)

    37

    Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22)

    1 april 2018 (2)

     

    Gewijzigd bij:

     

    37-1

    Verordening (EU) nr. 248/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 betreffende de migratie naar Uniebrede overmakingen en automatische afschrijvingen (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 1)

     

    38

    Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    30 september 2019 (3)

     

    Gewijzigd bij:

     

    38-1

    Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1)

     

    38-2

    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190)

     

    38-3

    Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84)

    31 december 2020 (3)

    38-4

    Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73)

     

    38-5

    Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1)

    30 september 2019 (4)

    38-6

    Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (PB L 141 van 28.5.2019, blz. 42)

    31 december 2021 (8)

    38-7

    Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1)

    31 december 2023 (8)

    38-8

    Verordening (EU) 2021/2023 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1)

    31 december 2024 (met uitzondering van: artikel 95 — 31 december 2022, artikel 87, lid 2 — 31 december 2023, artikel 9, leden 1 tot en met 4, leden 6 en 7, leden 9 en 10, leden 12 en 13, en leden 16 tot en met 19, artikel 10, leden 1 tot en met 3, leden 8 tot en met 12, en artikel 11 — 31 december 2024, artikel 9, lid 14, en artikel 20 — 31 december 2025) (9)

    38-9

    Verordening (EU) 2021/168 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 wat betreft de vrijstelling van bepaalde benchmarks voor contante wisselkoersen van valuta’s van derde landen en de aanwijzing van vervangingen voor bepaalde benchmarks die worden stopgezet, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 49 van 12.2.2021, blz. 6)

    31 december 2023 (9)

    39

    Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    1 september 2017 (1)

     

    Gewijzigd bij:

     

    39-1

    Verordening (EU) 2017/2395 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering van IFRS 9 voor het eigen vermogen en ter behandeling als grote risicoblootstellingen van blootstellingen met betrekking tot bepaalde overheidsinstanties welke in de nationale valuta van een lidstaat luiden (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 27)

    30 juni 2019 (6)

    39-2

    Verordening (EU) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 1)

    31 maart 2020 (6)

    39-3

    Verordening (EU) 2019/630 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft minimale verliesdekking voor niet-renderende blootstellingen (PB L 111 van 25.4.2019, blz. 4)

    31 december 2020 (7)

    39-4

    Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1)

    31 december 2023 (8)

    39-5

    Verordening (EU) 2019/2033van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1)

    31 december 2023 (8)

    39-6

    Verordening (EU) 2020/873 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2020 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 575/2013 en (EU) 2019/876 wat betreft bepaalde aanpassingen in respons op de COVID-19-pandemie (PB L 204 van 26.6.2020, blz. 4)

    31 december 2022 (met uitzondering van artikel 1, punt 4 — 31 december 2023) (9)

    39-7

    Verordening (EU) 2021/558 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft aanpassingen aan het securitisatiekader ter ondersteuning van het economisch herstel in respons op de COVID-19-crisis (PB L 116 van 6.4.2021, blz. 25)

    31 december 2023 (met uitzondering van artikel 1, punten 2 en 4 — 31 december 2024) (9)

    40

    Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    1 september 2017 (1)

     

    Gewijzigd bij:

     

    40-1

    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190)

    1 september 2018 (3)

    40-2

    Richtlijn (EU) 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 253)

    31 december 2022 (8)

    40-3

    Richtlijn (EU) 2019/2034van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 64)

    31 december 2023 (8)

    40-4

    Richtlijn (EU) 2021/338 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2021 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis (PB L 68 van 26.2.2021, blz. 14)

    31 december 2023 (9)

    41

    Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    30 september 2018 (4)

     

    Gewijzigd bij:

     

    41-1

    Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1)

    1 maart 2020 (6)

    41-2

    Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1)

    30 september 2018 (5)

    42

    Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (herschikking) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149)

    1 september 2016 (2)

    43

    Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik (richtlijn marktmisbruik) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 179)

    30 september 2018 (4)

    44

    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    1 september 2018 (2)

     

    Gewijzigd bij:

     

    44-1

    Richtlijn (EU) 2017/2399 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU wat betreft de rang van ongedekte schuldinstrumenten in de insolventierangorde (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 96)

    31 oktober 2019 (6)

    44-2

    Richtlijn (EU) 2019/879 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot de verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en Richtlijn 98/26/EG (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 296)

    31 december 2022 (8)

    44-3

    Richtlijn (EU) 2019/2034van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 64)

    31 december 2023 (8)

    44-4

    Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1)

    31 december 2024 (met uitzondering van: artikel 95 — 31 december 2022, artikel 87, lid 2 — 31 december 2023, artikel 9, leden 1 tot en met 4, leden 6 en 7, leden 9 en 10, leden 12 en 13, en leden 16 tot en met 19, artikel 10, leden 1 tot en met 3, leden 8 tot en met 12, en artikel 11 — 31 december 2024, artikel 9, lid 14, en artikel 20 — 31 december 2025) (9)

    45

    Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    31 december 2020 (3)

     

    Gewijzigd bij:

     

    45-1

    Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1)

    31 december 2020 (4)

    45-2

    Richtlijn (EU) 2016/1034 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 8)

    31 december 2021 (5)

     

    Met uitzondering van artikel 64, lid 5:

     

    45-3

    Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 64)

    31 december 2023 (8)

    45-4

    Richtlijn (EU) 2019/2177 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, en van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (PB L 334 van 27.12.2019, blz. 155)

    31 december 2024 (8)

    45-5

    Richtlijn (EU) 2020/1504 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 347 van 20.10.2020, blz. 50)

    31 december 2023 (9)

    45-6

    Richtlijn (EU) 2021/338 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2021 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis (PB L 68 van 26.2.2021, blz. 14)

    31 december 2023 (9)

    46

    Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    31 december 2020 (3)

     

    Gewijzigd bij:

     

    46-1

    Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1)

    31 december 2020 (5)

    46-2

    Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1)

    31 december 2023 (8)

    46-3

    Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1)

    31 december 2024 (met uitzondering van: artikel 95 — 31 december 2022, artikel 87, lid 2 — 31 december 2023, artikel 9, leden 1 tot en met 4, leden 6 en 7, leden 9 en 10, leden 12 en 13, en leden 16 tot en met 19, artikel 10, leden 1 tot en met 3, leden 8 tot en met 12, en artikel 11 — 31 december 2024, artikel 9, lid 14, en artikel 20 — 31 december 2025) (9)

    47

    Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1)

    31 december 2020 (4)

     

    Gewijzigd bij:

     

    47-1

    Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1)

    31 december 2020 (6)

    48

    Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1)

    30 september 2019 (4)

     

    Gewijzigd bij:

     

    48-1

    Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1)

    31 december 2024 (met uitzondering van: artikel 95 — 31 december 2022, artikel 87, lid 2 — 31 december 2023, artikel 9, leden 1 tot en met 4, leden 6 en 7, leden 9 en 10, leden 12 en 13, en leden 16 tot en met 19, artikel 10, leden 1 tot en met 3, leden 8 tot en met 12, en artikel 11 — 31 december 2024, artikel 9, lid 14, en artikel 20 — 31 december 2025) (9)

    49

    Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen

    30 september 2018 (4)

    50

    Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1)

    1 maart 2020 (6)

     

    Gewijzigd bij:

     

    50-1

    Verordening (EU) 2019/2089 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake EU klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks en informatieverschaffing over duurzaamheid over benchmarks (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 17)

    31 december 2021 (8)

    50-2

    Verordening (EU) 2021/168 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 wat betreft de vrijstelling van bepaalde benchmarks voor contante wisselkoersen van valuta’s van derde landen en de aanwijzing van vervangingen voor bepaalde benchmarks die worden stopgezet, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 49 van 12.2.2021, blz. 6)

    31 december 2023 (9)

     

    Wetgeving betreffende de verzameling van statistische informatie (*1)

     

    51

    Richtsnoer ECB/2013/24 van de Europese Centrale Bank van 25 juli 2013 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 2 van 7.1.2014, blz. 34)

    1 september 2016 (2)

     

    Gewijzigd bij:

     

    51-1

    Richtsnoer (EU) 2016/66 van de Europese Centrale Bank van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2015/40) (PB L 14 van 21.1.2016, blz. 36)

    31 maart 2017 (4)

    51-2

    Richtsnoer (EU) 2020/1553 van de Europese Centrale Bank van 14 oktober 2020 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2020/51) (PB L 354 van 26.10.2020, blz. 24)

    31 december 2022 (9)

    51-3

    Richtsnoer (EU) 2021/827 van de Europese Centrale Bank van 29 april 2021 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2021/20) (PB L 184 van 25.5.2021, blz. 4)

    31 december 2022 (9)

    52

    Verordening (EU) 2021/379 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2021 betreffende de balansposten van kredietinstellingen en van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2021/2) (PB L 73 van 3.3.2021, blz. 16)

    31 december 2022 (9)

    53

    Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (herschikking) (ECB/2013/34) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 51)

    1 september 2016 (2)

     

    Gewijzigd bij:

     

    53-1

    Verordening (EU) nr. 756/2014 van de Europese Centrale Bank van 8 juli 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1072/2013 (ECB/2013/34) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2014/30) (PB L 205 van 12.7.2014, blz. 14)

     

    54

    Richtsnoer (EU) 2021/830 van de Europese Centrale Bank van 26 maart 2021 betreffende balanspoststatistieken en rentestatistieken van monetaire financiële instellingen (ECB/2021/11) (PB L 208 van 11.6.2021, blz. 1)

    31 december 2022 (9)

     

    Gewijzigd bij:

     

    54-1

    Richtsnoer (EU) 2022/67 van de Europese Centrale Bank van 6 januari 2022 tot wijziging van Richtsnoer (EU) 2021/830 betreffende balanspoststatistieken en rentestatistieken van monetaire financiële instellingen (ECB/2022/1) (PB L 11 van 18.1.2022, blz. 56)

    31 december 2023 (10)

    (1)   

    Het Gemengd Comité van 2013 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (2)   

    Het Gemengd Comité van 2014 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (3)   

    Het Gemengd Comité van 2015 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (4)   

    Het Gemengd Comité van 2016 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (5)   

    Het Gemengd Comité van 2017 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (6)   

    Het Gemengd Comité van 2018 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (7)   

    Het Gemengd Comité van 2019 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (8)   

    Het Gemengd Comité van 2020 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (9)   

    Het Gemengd Comité van 2021 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (10)   

    Het Gemengd Comité van 2022 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de Monetaire Overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over die termijnen beslist.

    (*1)   

    Als overeengekomen in het kader van de template voor vereenvoudigde statistische rapportage.



    ( 1 ) PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.

    ( 2 ) PB C 209 van 27.7.2001, blz. 1.

    ( 3 ) PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1.

    Top