This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02011R0204-20110617
Council Regulation (EU) No 204/2011 of 2 March 2011 concerning restrictive measures in view of the situation in Libya
Consolidated text: Verordening (EU) n r. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië
Verordening (EU) n r. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië
2011R0204 — NL — 17.06.2011 — 005.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EU) Nr. 204/2011 VAN DE RAAD van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (PB L 058, 3.3.2011, p.1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
No |
page |
date |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 233/2011 VAN DE RAAD van 10 maart 2011 |
L 64 |
13 |
11.3.2011 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 272/2011 VAN DE RAAD van 21 maart 2011 |
L 76 |
32 |
22.3.2011 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 288/2011 VAN DE RAAD van 23 maart 2011 |
L 78 |
13 |
24.3.2011 |
|
L 80 |
2 |
26.3.2011 |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 360/2011 VAN DE RAAD van 12 april 2011 |
L 100 |
12 |
14.4.2011 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 502/2011 VAN DE RAAD van 23 mei 2011 |
L 136 |
24 |
24.5.2011 |
|
L 159 |
2 |
17.6.2011 |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 573/2011 VAN DE RAAD van 16 juni 2011 |
L 159 |
5 |
17.6.2011 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) Nr. 204/2011 VAN DE RAAD
van 2 maart 2011
betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië ( 1 ) vastgesteld overeenkomstig Titel V, hoofdstuk 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Resolutie 1970 (2011) van de VN-Veiligheidsraad van 26 februari 2011 voorziet Besluit 2011/137/GBVB in een wapenembargo, een verbod op de uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, alsook inreisbeperkingen en het bevriezen van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen en entiteiten die betrokken zijn bij ernstige schendingen van de mensenrechten tegen personen in Libië, onder meer via aanvallen tegen de burgerbevolking en civiele installaties, wat in strijd is met het internationaal recht. Deze natuurlijke personen of rechtspersonen en entiteiten worden genoemd in de bijlagen bij het besluit. |
(2) |
Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast. |
(3) |
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, meer bepaald het recht op een effectief rechtsmiddel en op een eerlijk proces en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten. |
(4) |
Deze verordening eerbiedigt tevens volledig de verplichtingen van de lidstaten krachtens het Handvest van de Verenigde Naties alsook het juridisch bindend karakter van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad. |
(5) |
De bevoegdheid om de lijsten in de bijlagen II en III bij deze verordening te wijzigen zou door de Raad moeten worden uitgeoefend, gezien de specifieke dreiging voor de internationale vrede en veiligheid die van Libië uitgaat, en om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlagen III en IV bij Besluit 2011/137/GBVB. |
(6) |
De procedure tot wijziging van de lijsten in de bijlagen II en III bij deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen maken. Indien opmerkingen worden gemaakt of belangrijk nieuw bewijs wordt aangedragen, toetst de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen, en stelt hij de persoon, de entiteit of het lichaam hiervan in kennis. |
(7) |
Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Elke verwerking van persoonsgegevens dient in overeenstemming te zijn met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens ( 2 ), alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens ( 3 ). |
(8) |
Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, moet zij in werking treden op de dag waarop zij wordt bekendgemaakt, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„tegoeden” : financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: i) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen; ii) deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen; iii) in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten; iv) rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa; v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen; vi) kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; vii) bewijsstukken van een belang in tegoeden of financiële middelen; |
b) |
„bevriezing van tegoeden” : het voorkómen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden mogelijk zou worden gemaakt, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille; |
c) |
„economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen; |
d) |
„bevriezing van economische middelen” : het voorkómen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan; |
e) |
„technische bijstand” : elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, en omvat mondelinge vormen van bijstand; |
f) |
„Sanctiecomité” : het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is opgericht overeenkomstig punt 24 van Resolutie 1970 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties; |
g) |
„grondgebied van de Unie” : het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim. |
Artikel 2
1. Er geldt een verbod op:
a) de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië van de in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Unie;
b) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.
2. Het is verboden de in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren uit Libië, ongeacht of het product van Libische oorsprong is.
3. Lid 1 is niet van toepassing op beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie of van haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Libië worden uitgevoerd.
4. In afwijking van lid 1 kunnen de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, mits zij vaststellen dat dergelijke uitrusting uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of beschermend gebruik.
Artikel 3
1. Er geldt een verbod op:
a) het direct of indirect verlenen van technische bijstand in verband met goederen en technologie die op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie ( 4 ) (gemeenschappelijke lijst van militaire goederen) zijn opgenomen, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van op die lijst opgenomen goederen, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië;
b) het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië;
c) het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie die op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of in bijlage I zijn opgenomen, met inbegrip van in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië;
d) het direct of indirect verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand, tussenhandeldiensten of vervoersdiensten in verband met de terbeschikkingstelling van gewapende huurlingen in Libië of voor inzet in Libië;
e) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de onder a) tot en met d) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.
2. In afwijking van lid 1 zijn de daarin bedoelde verbodsbepalingen niet van toepassing op het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend bedoeld is voor humanitaire doeleinden of beschermend gebruik, of op andere verkopen en leveringen van wapens en daarmee verband houdend materieel, mits deze activiteiten op voorhand werden goedgekeurd door het Sanctiecomité.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen de in bijlage IV bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, mits zij vaststellen dat dergelijke uitrusting uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of beschermend gebruik.
4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen de in bijlage IV bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand aan personen, entiteiten of lichamen in Libië in verband met goederen en technologie die in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen zijn opgenomen of in verband met uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, indien de bevoegde autoriteit die toestemming noodzakelijk acht ter bescherming van burgers en door burgers bewoonde gebieden in Libië die met een aanval worden bedreigd, mits, in het geval van het verlenen van bijstand in verband met goederen of technologie die in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen zijn opgenomen, de betrokken lidstaat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties hiervan op voorhand in kennis heeft gesteld.
5. Lid 1 is niet van toepassing op beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Unie of van haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Libië worden uitgevoerd.
Artikel 4
Teneinde de overdracht te voorkomen van goederen en technologie die vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of waarvan de levering, verkoop, overdracht, uitvoer of invoer bij deze verordening is verboden, verklaart de persoon die informatie moet verstrekken overeenkomstig de voorschriften betreffende de verplichting voor aankomst respectievelijk vertrek informatie te verstrekken, die zijn vastgesteld in de bepalingen inzake summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang en inzake douaneaangiften, opgenomen in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek ( 5 ) en in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek ( 6 ), voor alle goederen die van of naar Libië het douanegebied van de Unie worden binnengebracht of het verlaten, een verklaring waaruit blijkt dat de goederen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of onder deze verordening vallen alsmede, indien voor de uitvoer van die goederen een vergunning nodig is, nadere bijzonderheden over de verleende uitvoervergunning. Deze vereiste aanvullende gegevens worden al naar het geval schriftelijk dan wel middels een douaneaangifte verstrekt aan de bevoegde douaneautoriteiten van de betrokken lidstaat.
Artikel 4 bis
1. Het is verboden voor alle luchtvaartuigen en luchtvaartmaatschappijen die in Libië zijn geregistreerd of eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door Libische onderdanen of entiteiten om:
a) over het grondgebied van de Unie te vliegen;
b) op het grondgebied van de Unie te landen, ongeacht voor welk doel, of
c) luchtdiensten naar of vanuit de Unie te exploiteren,
tenzij voor een specifieke vlucht op voorhand door het Sanctiecomité toestemming is verleend, of in geval van een noodlanding.
2. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in lid 1 bedoelde verbodsbepaling wordt omzeild.
Artikel 4 ter
1. Het is verboden voor alle luchtvaartuigen en luchtvaartmaatschappijen in de Unie of die eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door burgers van de Unie of volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte entiteiten, om:
a) over het grondgebied van Libië te vliegen;
b) op het grondgebied van Libië te landen, ongeacht voor welk doel, of
c) luchtdiensten naar of vanuit Libië te exploiteren.
2. Lid 1 is niet van toepassing op vluchten:
i) die uitsluitend humanitaire doelen dienen, zoals de verlening of de facilitering van de verlening van bijstand, met inbegrip van de levering van medische benodigdheden en voedsel, de inzet van humanitaire hulpverleners en daarmee samenhangende bijstand;
ii) die bestemd zijn voor evacuaties uit Libië;
iii) die toegestaan zijn op grond van punt 4 of punt 8 van Resolutie 1973 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR 1973 (2011)), of
iv) die door lidstaten welke handelen op grond van de in punt 8 van UNSCR 1973 (2011) verleende toestemming, noodzakelijk worden geacht met het oog op het welzijn van het Libische volk.
3. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in lid 1 bedoelde verbodsbepaling wordt omzeild.
Artikel 5
1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de in bijlagen II en III genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, worden bevroren.
2. Aan of ten behoeve van de in bijlagen II en III genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.
3. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect worden omzeild.
Artikel 6
1. Bijlage II omvat de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die zijn aangewezen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of door het Sanctiecomité overeenkomstig punt 22 van UNSCR 1970 (2011), of punt 19, 22 of 23 van UNSCR 1973 (2011).
2. Bijlage III omvat natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die niet in bijlage II zijn vermeld en die overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder b), van Besluit 2011/137/GBVB door de Raad zijn geïdentificeerd als personen en entiteiten die betrokken zijn bij of medeplichtig zijn aan het bevelen, controleren of anderszins leiden van het plegen van ernstige schendingen van de mensenrechten tegen personen in Libië, onder andere door betrokkenheid bij of medeplichtigheid aan het plannen, aanvoeren, bevelen of uitvoeren van aanvallen in strijd met het internationaal recht, met inbegrip van luchtbombardementen, tegen de burgerbevolking en civiele faciliteiten, of als personen, entiteiten of lichamen die Libische autoriteiten zijn, of als personen, entiteiten of lichamen die de bepalingen van UNSCR 1970 (2011) of UNSCR 1973 (2011) of van deze verordening hebben geschonden of aan schending daarvan hebben meegewerkt, of als personen, entiteiten of lichamen die voor, namens of op aanwijzing van de bovengenoemden handelen, of entiteiten of lichamen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van personen, entiteiten of lichamen die in bijlage II zijn vermeld.
3. De bijlagen II en III bevatten de motivering voor het op een lijst plaatsen van personen, entiteiten en lichamen die verschaft is door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité voor bijlage II.
4. In de bijlagen II en III wordt ook, indien voorhanden, informatie opgenomen die noodzakelijk is voor de vaststelling van de identiteit van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, die verschaft is door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité voor bijlage II. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie namen bevatten, waaronder aliassen, geboortedatum en -plaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie namen bevatten, plaats en datum van registratie, registratieplaats en -datum, registratienummer en plaats van vestiging. Bijlage II bevat tevens de datum van aanwijzing door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.
Artikel 6 bis
Wat betreft personen, entiteiten en lichamen die niet zijn aangewezen in de bijlagen II of III, waarin een in die bijlagen aangewezen persoon, entiteit of lichaam een belang heeft, vormt de verplichting om tegoeden en economische middelen van de aangewezen persoon of entiteit of het aangewezen lichaam te bevriezen geen beletsel voor dergelijke niet-aangewezen personen, entiteiten of lichamen om wettig zaken te blijven doen, voor zover deze zakenactiviteiten niet inhouden dat tegoeden of economische middelen ter beschikking worden gesteld van een aangewezen persoon, entiteit of lichaam.
Artikel 7
1. In afwijking van artikel 5 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, omschreven op de in bijlage IV vermelde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:
a) nodig zijn voor uitgaven in verband met basisbehoeften van de in bijlage II genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;
b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;
c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;
d) indien de toestemming een in bijlage II genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft deze vaststelling en zijn voornemen toestemming te geven bij het Sanctiecomité aangemeld, en het Sanctiecomité heeft niet binnen de vijf werkdagen na die aanmelding bezwaar geuit.
2. In afwijking van artikel 5 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, genoemd op de in bijlage IV vermelde websites, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de bevroren tegoeden of economische middelen nodig zijn voor buitengewone uitgaven en aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) indien de toestemming een in bijlage II genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft zijn voornemen bij het Sanctiecomité aangemeld en het Sanctiecomité heeft dat voornemen goedgekeurd; en
b) indien de toestemming een in bijlage III genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de bevoegde autoriteit heeft de redenen waarom zij meent dat een specifieke toestemming moet worden gegeven, ten minste twee weken voordat de toestemming wordt gegeven, bij de andere bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie aangemeld.
Artikel 8
In afwijking van artikel 5 kunnen de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan volgende voorwaarden is voldaan:
a) de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde persoon, entiteit of lichaam in bijlage II of III is opgenomen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;
b) de betrokken tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;
c) het retentierecht of het justitiële vonnis is niet ten behoeve van een in bijlage II of III genoemde persoon, entiteit of lichaam; en
d) de erkenning van het retentierecht of van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat;
e) indien de toestemming een in bijlage II genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft het retentierecht of het vonnis bij het Sanctiecomité aangemeld;
f) indien de toestemming een in bijlage III genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft de andere lidstaten en de Commissie in kennis gesteld van elke gegeven toestemming.
Artikel 8 bis
In afwijking van artikel 5 kunnen de in bijlage IV opgesomde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan in bijlage III opgenomen personen, entiteiten of lichamen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan in bijlage III opgenomen personen, entiteiten of lichamen, indien zij zulks noodzakelijk achten voor de verlening van materialen en artikelen waarmee wordt voorzien in essentiële behoeften van de burgerbevolking, met inbegrip van levensmiddelen, landbouwproducten, medicijnen en de voorziening van elektriciteit, of voor de levering of facilitering van humanitaire hulpverlening of de evacuatie van buitenlandse onderdanen uit Libië. lidstaten die toestemming verlenen op grond van dit artikel stellen de andere lidstaten en de Commissie binnen de twee weken daarvan in kennis.
Artikel 9
1. Artikel 5, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a) rente of andere inkomsten op die rekeningen; of
b) betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen door het Sanctiecomité, de Veiligheidsraad of de Raad zijn aangewezen,
mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 5, lid 1, worden bevroren.
2. Artikel 5, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.
Artikel 10
In afwijking van artikel 5 en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage II of III genoemde personen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij zijn aangewezen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals genoemd op de in bijlage IV opgenomen websites, onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:
i) de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een in bijlage II of III genoemde persoon, entiteit of lichaam;
ii) de betaling niet in strijd is met artikel 5, lid 2;
b) indien de toestemming een in bijlage II genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft het voornemen toestemming te geven, ten minste tien werkdagen van tevoren bij het Sanctiecomité aangemeld;
c) indien de toestemming een in bijlage III genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft deze vaststelling en het voornemen toestemming te geven, ten minste twee weken voordat de toestemming wordt gegeven, bij de andere lidstaten en de Commissie aangemeld.
Artikel 10 bis
In afwijking van artikel 5, lid 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de websites die in bijlage IV worden vermeld, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde tegoeden en economische middelen aan havenautoriteiten als bedoeld in bijlage III, met betrekking tot de uitvoering, tot 15 juli 2011, van overeenkomsten die zijn gesloten vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, met uitzondering van overeenkomsten die betrekking hebben op olie, gas en geraffineerde olieproducten. Lidstaten die toestemming verlenen op grond van dit artikel stellen de andere lidstaten en de Commissie binnen de twee weken daarvan in kennis.
Artikel 11
1. De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, levert geen aansprakelijkheid op van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2. De verbodsbepaling van artikel 5, lid 2, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die financiering of financiële bijstand verstrekten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op de bedoelde verbodsbepaling.
Artikel 12
Geen enkele schadeloosstelling of soortgelijke vergoeding, bijvoorbeeld op grond van schuldvergelijking of van een garantie, in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk wordt geraakt door maatregelen overeenkomstig UNSCR 1970 (2011) of UNSCR 1973 (2011), met inbegrip van de maatregelen die door de Unie of door een lidstaat worden getroffen in overeenstemming met, ter uitvoering van of in verband met de ter zake dienende beslissingen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of onder onderhavige verordening vallende maatregelen, wordt toegekend aan de Libische autoriteiten, noch aan enige persoon of entiteit die, of enig lichaam dat namens of ten behoeve van hen optreedt.
Wanneer natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te goeder trouw maatregelen nemen ter uitvoering van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen kunnen zij daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Artikel 13
1. Onverminderd de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:
a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig ►M4 artikel 5 ◄ zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, zoals genoemd op de in bijlage IV opgenomen websites, en deze informatie, direct of via de lidstaten, aan de Commissie te doen toekomen; en
b) samen te werken met die bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.
2. Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
Artikel 14
De lidstaten en de Commissie stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechters.
Artikel 15
De Commissie wordt gemachtigd om bijlage IV te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.
Artikel 16
1. Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, neemt de Raad die natuurlijke of rechtspersoon of die entiteit of dat lichaam op in bijlage II.
2. Wanneer de Raad besluit een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 5, lid 1, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage III dienovereenkomstig.
3. De Raad stelt de in de leden 1 en 2 bedoelde natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, alsook van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de natuurlijke of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
4. Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam van het resultaat in kennis.
5. Indien de Verenigde Naties besluiten een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een op de lijst geplaatste natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam te wijzigen, past de Raad bijlage II dienovereenkomstig aan.
6. De lijst in bijlage III wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de 12 maanden opnieuw bezien.
Artikel 17
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. De lidstaten delen de voorschriften na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede aan de Commissie en melden alle latere wijzigingen ervan.
Artikel 18
Waar er in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderzijds van een verplichting de Commissie te informeren of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die in bijlage IV zijn vermeld.
Artikel 19
Deze verordening is van toepassing:
a) op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;
b) aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;
c) op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;
d) op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;
e) op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.
Artikel 20
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Lijst van de uitrusting die voor interne repressie zou kunnen worden gebruikt, als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4
1. De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:
1.1. Vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie ( 7 ) („gemeenschappelijke lijst van militaire goederen”);
1.2. Munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;
1.3. Vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen.
2. Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen.
3. De volgende voertuigen:
3.1. Voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast ten behoeve van oproerbeheersing;
3.2. Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;
3.3. Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;
3.4. Voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;
3.5. Voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;
3.6. Voor de in de punten 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen ten behoeve van oproerbeheersing.
Opmerking 1 Dit punt is niet van toepassing op voertuigen die speciaal zijn ontworpen ten behoeve van brandbestrijding.
Opmerking 2 Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term „voertuigen” ook opleggers en aanhangwagens.
4. De volgende explosieven en aanverwante uitrusting:
4.1. Uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektronisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van: uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);
4.2 Ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen;
4.3 De volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen, en aanverwante stoffen:
a) amatol;
b) nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5%);
c) nitroglycol;
d) penta-erythritoltetranitraat (PETN);
e) picrylchloride;
f) 2,4,6-trinitrotolueen (TNT).
5. De volgende beschermende uitrusting die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen:
5.1. Lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;
5.2. Kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.
Opmerking: Dit punt heeft geen betrekking op:
— uitrusting speciaal ontworpen voor sportieve activiteiten;
— uitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.
6. Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.
7. Niet door de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen bestreken nachtzicht- en thermischebeeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen.
8. Scheermesprikkeldraad.
9. Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.
10. Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.
11. Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.
BIJLAGE II
Lijst van natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten of lichamen als bedoeld in artikel 6, lid 1
1. KADHAFI, Aisha Muammar
Geboortejaar: 1978. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Dochter van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.
2. KADHAFI, Hannibal Muammar
Paspoortnummer: B/002210. Geboortedatum: 20.9.1975. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.
3. KADHAFI, Khamis Muammar
Geboortejaar: 1978. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Bevelvoering van militaire eenheden die betrokken zijn bij het onderdrukken van demonstraties.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.
4. KADHAFI, Muammar Mohammed Abu Minyar
Geboortejaar: 1942. Geboorteplaats: Sirte, Libië.
Leider van de revolutie, opperbevelhebber van de strijdkrachten. Verantwoordelijkheid voor het bevelen tot het neerslaan van betogingen, schendingen van de mensenrechten.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.
5. KADHAFI, Mutassim
Geboortejaar: 1976. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Nationaal veiligheidsadviseur. Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.
6. KADHAFI, Saif al-Islam
Directeur van de Kadhafi Foundation. Paspoortnummer: B014995. Geboortedatum: 25.6.1972. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Opruiende openbare verklaringen waarin tot geweld tegen demonstranten wordt aangezet.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2011.
7. DORDA, Abu Zayd Umar
Positie: directeur Externeveiligheidsorganisatie.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 28.2.2011).
8. JABIR, generaal-majoor Abu Bakr Yunis
Positie: minister van Defensie. Titel: generaal-majoor.
Geboortejaar: 1952. Geboorteplaats: Jalo, Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 28.2.2011).
9. MATUQ, Matuq Mohammed
Positie: staatssecretaris van Nutsvoorzieningen.
Geboortejaar: 1956. Geboorteplaats: Khoms, Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 28.2.2011).
10. KADHAFI, Mohammed Muammar
Zoon van Muammar KADHAFI. Nauwe banden met het regime.
Geboortejaar: 1970. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 28.2.2011).
11. KADHAFI, Saadi
Positie: bevelhebber van de speciale strijdkrachten. Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. Bevelvoering van militaire eenheden die betrokken zijn bij het onderdrukken van demonstraties.
Geboortedatum: 27.5.1973. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 28.2.2011).
12. KADHAFI, Saif al-Arab
Zoon van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime.
Geboortejaar: 1982. Geboorteplaats: Tripoli, Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 28.2.2011).
13. AL-SENUSSI, kolonel Abdullah
Positie: directeur militaire inlichtingen.
Geboortejaar: 1949. Geboorteplaats: Sudan.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 28.2.2011).
Entiteiten
1. Centrale Bank van Libië
Onder zeggenschap van Muammar KADHAFI en zijn familie, mogelijke financieringsbron voor zijn regime.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 10.3.2011).
2. Libyan Investment Authority
Onder zeggenschap van Muammar KADHAFI en zijn familie, mogelijke financieringsbron voor zijn regime
ook bekend als Libyan Arab Foreign Investment Company (LAFICO) 1 Fateh Tower Office No. 99, 22nd Floor, Borgaida Street, Tripoli, 1103 Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 10.3.2011).
3. Libyan Foreign Bank
Onder zeggenschap van Muammar KADHAFI en zijn familie, mogelijke financieringsbron voor zijn regime.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 10.3.2011).
4. Libya Africa Investment Portfolio
Onder zeggenschap van Muammar KADHAFI en zijn familie, mogelijke financieringsbron voor zijn regime.
Jamahiriya Street, LAP Building, PO Box 91330, Tripoli, Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011 (datum plaatsing op de EU-lijst: 10.3.2011).
5. Libyan National Oil Corporation
Onder zeggenschap van Muammar KADHAFI en zijn familie, mogelijke financieringsbron voor zijn regime.
Bashir Saadwi Street, Tripoli, Tarabulus, Libië.
Datum plaatsing op de VN-lijst: 17.3.2011.
BIJLAGE III
Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten of lichamen als bedoeld in artikel 6, lid 2
Personen
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
ABDULHAFIZ, Kolonel Mas'ud |
Positie: commandant van de strijdkrachten |
Derde in bevel van de strijdkrachten. Belangrijke rol in de militaire inlichtingendienst. |
28.2.2011 |
2. |
ABDUSSALAM, Abdussalam Mohammed |
Positie: hoofd terreurbestrijding, External Security Organisation. Geboortedatum: 1952 Geboorteplaats: Tripoli, Libië |
Prominent lid van het revolutionair comité. Nauwe bondgenoot van Muammar KADHAFI. |
28.2.2011 |
3. |
ABU SHAARIYA |
Positie: plaatsvervangend hoofd externe veiligheidsorganisatie |
Prominent lid van het regime. Zwager van Muammar KADHAFI. |
28.2.2011 |
4. |
ASHKAL, Al-Barrani |
Positie: plaatsvervangend directeur van de militaire inlichtingendienst |
Hoge functionaris van het regime. |
28.2.2011 |
5. |
ASHKAL, Omar |
Positie: hoofd van de revolutionaire comités. Geboorteplaats: Sirte, Libië |
Revolutionaire comités betrokken bij geweldpleging tegen demonstranten. |
28.2.2011 |
6. |
AL-BAGHDADI, Dr Abdulqader Mohammed |
Positie: hoofd van het verbindings-bureau van de revolutionaire comités Paspoortnr. B010574 Geboortedatum: 1.7.1950 |
Revolutionaire comités betrokken bij geweldpleging tegen demonstranten. |
28.2.2011 |
7. |
DIBRI, Abdulqader Yusef |
Positie: hoofd van de lijfwacht van Muammar KADHAFI. Geboortedatum: 1946 Geboorteplaats: Houn, Libië |
Verantwoordelijk voor de veiligheid van het regime. Voorgeschiedenis van geweldpleging tegen dissidenten. |
28.2.2011 |
8. |
KADHAF AL-DAM, Ahmed Mohammed |
Geboortedatum: 1952 Geboorteplaats: Egypte |
Neef van Muammar KADHAFI. Zou sedert 1995 aan het hoofd staan van een elitebataljon van het leger dat belast is met de persoonlijke beveiliging van Kadhafi en een sleutelrol hebben in de externe veiligheidsorganisatie. Betrokken bij de planning van operaties tegen Libische dissidenten in het buitenland en direct betrokken bij terroristische activiteiten. |
28.2.2011 |
9. |
KADHAF AL-DAM, Sayyid Mohammed |
Geboortedatum: 1948 Geboorteplaats: Sirte, Libië |
Neef van Muammar KADHAFI. Sayyid was in de jaren 80 betrokken bij de moordcampagne tegen dissidenten en zou verantwoordelijk zijn voor een aantal moorden in Europa. Voorts wordt aangenomen dat hij een rol heeft gespeeld bij de aanschaf van wapens. |
28.2.2011 |
10. |
AL-BARASSI, Safia Farkash |
Geboortedatum: 1952 Geboorteplaats: Al Bayda, Libië |
Vrouw van Muammar KADHAFI. Nauw gelieerd aan het regime. |
28.2.2011 |
11. |
SALEH, Bachir |
Geboortedatum: 1946 Geboorteplaats: Traghen |
Hoofd kabinet van de Leider. Nauw gelieerd aan het regime. |
28.2.2011 |
12. |
TOHAMI, Generaal Khaled |
Geboortedatum: 1946 Geboorteplaats: Genzur |
Directeur Bureau Interne Veiligheid. Nauw gelieerd aan het regime. |
28.2.2011 |
13. |
FARKASH, Mohammed Boucharaya |
Geboortedatum: 1 juli 1949 Geboorteplaats: Al-Bayda |
Directeur inlichtingen in het Bureau Externe Veiligheid. Nauw gelieerd aan het regime. |
28.2.2011 |
▼M8 ————— |
||||
15. |
EL-KASSIM ZOUAI, Mohamed Abou |
Secretaris-generaal van het Algemeen Volkscongres; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
|
16. |
AL-MAHMOUDI, Baghdadi |
Minister-president van de regering van kolonel Kadhafi; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
|
17. |
HIJAZI, Mohamad Mahmoud |
Minister van Volksgezondheid en Milieu in de regering van kolonel Kadhafi; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
|
18. |
ZLITNI, Abdelhaziz |
Geboortedatum: 1935 |
Minister van Planning en Financiën in de regering van kolonel Kadhafi; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
19. |
HOUEJ, Mohamad Ali |
Geboortedatum: 1949 Geboorteplaats: Al-Azizia (bij Tripoli) |
Minister van Industrie, Economie en Handel in de regering van kolonel Kadhafi; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
20. |
AL-GAOUD, Abdelmajid |
Geboortedatum: 1943 |
Minister van Landbouw en Dierlijke en Maritieme Hulpbronnen in de regering van kolonel Kadhafi. |
21.3.2011 |
21. |
AL-CHARIF, Ibrahim Zarroug |
Minister van Sociale Zaken in de regering van kolonel Kadhafi; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
|
22. |
FAKHIRI, Abdelkebir Mohamad |
Geboortedatum: 4 mei 1963 Paspoortnummer: B/014965 (verstrijkt eind 2013) |
Minister van Onderwijs, Hoger Onderwijs en Onderzoek in de regering van kolonel Kadhafi; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
23. |
ZIDANE, Mohamad Ali |
Geboortedatum: 1958 Paspoortnummer: B/0105075 (verstrijkt eind 2013) |
Minister van Vervoer in de regering van kolonel Kadhafi; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
24. |
MANSOUR, Abdallah |
Geboortedatum: 8.7.1954 Paspoortnummer: B/014924 (verstrijkt eind 2013) |
Naaste medewerker van kolonel Kadhafi; vooraanstaande rol in de veiligheidsdiensten, voormalig directeur van radio en televisie; betrokken bij de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
25. |
AL KADHAFI, Quren Salih Quren |
Libisch ambassadeur in Tsjaad. Is van Tsjaad naar Sabha vertrokken. Rechtstreeks betrokken bij het voor het regime inhuren en aansturen van huurlingen. |
12.4.2011 |
|
26. |
AL KUNI, Kolonel Amid Husain |
Gouverneur van Ghat (Zuid-Libië). Rechtstreeks betrokken bij het inhuren van huurlingen. |
12.4.2011 |
|
27. |
Kolonel Taher Juwadi |
Vierde in bevel in de Revolutionnaire Garde |
Sleutelfiguur van het Kadhaffiregime |
23.05.2011 |
Entiteiten
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
Libyan Housing and Infrastructure Board (HIB) |
Tajora, Tripoli, Libië Wetgevingsnummer: 60/2006 van het Algemeen Volkscomité van LibiëTel.: +218 21 369 1840,Fax: +218 21 369 6447http://www.hib.org.ly |
Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en zijn familie en mogelijke financieringsbron voor zijn regime. |
10.3.2011 |
2. |
Fonds voor economische en sociale ontwikkeling (ESDF) |
Qaser Bin Ghasher road Salaheddine Cross - BP: 93599 Libya-TripoliTel.: +218 21 490 8893 -Fax: +218 21 491 8893 – E-mail: info@esdf.ly |
Onder zeggenschap van het regime van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor deze laatste. |
21.3.2011 |
3. |
Libyan Arab African Investment Company - LAAICO |
Site: http://www.laaico.comOnderneming opgericht in 198176351 Janzour-Libië.81370 Tripoli-LibiëTel.: 00 218 (21) 4890146 – 4890586 - 4892613Fax: 00 218 (21) 4893800 - 4891867E-mail: info@laaico.com |
Onder zeggenschap van het regime van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor deze laatste. |
21.3.2011 |
4. |
Stichting-Kadhafi voor internationale liefdadigheids-instellingen en ontwikkeling |
Administratief adres: Hay Alandalus – Jian St. – Tripoli – P.O.Box: 1101 – LIBIE Tel.: (+218) 214778301 - Fax: (+218) 214778766; E-mail: info@gicdf.org |
Onder zeggenschap van het regime van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor deze laatste. |
21.3.2011 |
5. |
Stichting Waatassimou |
gevestigd in Tripoli |
Onder zeggenschap van het regime van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor deze laatste. |
21.3.2011 |
6. |
Hoofdzetel van de Libische radio en televisie |
Gegevens: Tel.: 00 218 21 444 59 26; 00 21 444 59 00; Fax: 00 218 21 340 21 07 http://www.ljbc.net; E-mail: info@ljbc.net |
Zet publiekelijk aan tot haat en geweld door deel te nemen aan desinformatiecampagnes betreffende de repressie van manifestanten. |
21.3.2011 |
7. |
Revolutionaire Garde |
Betrokken bij de repressie van manifestanten |
21.3.2011 |
|
8. |
National Commercial Bank |
Orouba StreetAlBayda,LibiëTel.+218 21-361-2429Fax+218 21-446-705www.ncb.ly |
De National Commercial Bank is een commerciële bank in Libië. Zij is opgericht in 1970 en heeft haar zetel in AlBayda (Libië), met vestigingen in Tripoli en AlBayda en bijkantoren in Libië. Zij is voor 100 % in handen van de overheid en een mogelijke financieringsbron voor het regime. |
21.3.2011 |
9. |
Gumhouria Bank |
Gumhouria Bank BuildingOmar Al Mukhtar AvenueGiaddal Omer Al MoukhtarP.O. Box 685TarabulusTripoliLibiëTel.: +218 21-333-4035+218 21-444-2541+218 21-444-2544+218 21-333-4031Fax:+218 21-444-2476+218 21-333-2505E-mail:info@gumhouria-bank.com.lyWebsite:www.gumhouria-bank.com.ly |
De Gumhouria Bank is een commerciële bank in Libië. De bank is in 2008 ontstaan als gevolg van de fusie tussen de Al Ummah Bank en de Gumhouria Bank. Zij is voor 100 % in handen van de overheid en een mogelijke financieringsbron voor het regime. |
21.3.2011 |
10. |
Sahara Bank |
Sahara Bank BuildingFirst of September StreetP.O. Box 270TarabulusTripoliLibiëTel.+218 21-379-0022Fax+218 21-333-7922E-mail:info@saharabank.com.lyWebsite:www.saharabank.com.ly |
De Sahara Bank is een commerciële bank in Libië. Zij is voor 81 % in handen van de overheid en een mogelijke financieringsbron voor het regime. |
21.3.2011 |
11. |
Azzawia (Azawiya) Refining |
P.O. Box 6451TripoliLibië+218 023 7976 26778http://www.arc.com.ly |
Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor zijn regime. |
23.3.2011 |
12. |
Ras Lanuf Oil and Gas Processing Company (RASCO) |
Ras Lanuf Oil and Gas Processing Company BuildingRas Lanuf CityP.O. Box 2323LibiëTel.: +218 21-360-5171+218 21-360-5177+218 21-360-5182Fax: +218 21-360-5174E-mail: info@raslanuf.lyWebsite: www.raslanuf.ly |
Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor zijn regime. |
23.3.2011 |
13. |
Brega |
Head Office: Azzawia / coast roadP.O. Box Azzawia 16649Tel.: 2 – 625021-023 / 3611222Fax: 3610818Telex: 30460 / 30461 / 30462 |
Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor zijn regime. |
23.3.2011 |
14. |
Sirte Oil Company |
Sirte Oil Company BuildingMarsa Al Brega AreaP.O. Box 385TarabulusTripoliLibiëTel.:+218 21-361-0376+218 21-361-0390Fax:+218 21-361-0604+218 21-360-5118E-mail: info@soc.com.lyWebsite: www.soc.com.ly |
Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor zijn regime. |
23.3.2011 |
15. |
Waha Oil Company |
Waha Oil CompanyOffice Location: Off Airport RoadTripoliTarabulusLibiëPostal Address: P.O. Box 395TripoliLibiëTel.: +218 21-3331116Fax: +218 21-3337169Telex: 21058 |
Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en mogelijke financieringsbron voor zijn regime. |
23.3.2011 |
16. |
Libyan Agricultural Bank (ook bekend als Agricultural Bank; ook bekend als Al Masraf Al Zirae Agricultural Bank; ook bekend als Al Masraf Al Zirae; ook bekend als Libyan Agricultural Bank) |
El Ghayran Area, Ganzor El Sharqya, P.O. Box 1100, Tripoli, Libië; Al Jumhouria Street, East Junzour, Al Gheran, Tripoli, Libië; E-mail: agbank@agribankly.org; SWIFT/BIC AGRULYLT (Libya);Tel.: (218) 214870586;Tel.: (218) 214870714;Tel.: (218) 214870745;Tel.: (218) 213338366;Tel.: (218) 213331533;Tel.: (218) 213333541;Tel.: (218) 213333544;Tel.: (218) 213333543;Tel.: (218) 213333542;Fax: (218) 214870747;Fax: (218) 214870767;Fax: (218) 214870777;Fax: (218) 213330927;Fax: (218) 213333545 |
Libische dochteronderneming van de Central Bank of Libya. |
12.4.2011 |
17. |
Tamoil Africa Holdings Limited (ook bekend als Oil Libya Holding Company) |
Libische dochteronderneming van de Libyan Africa Investment Portfolio. |
12.4.2011 |
|
18. |
Al-Inma Holding Co. for Services Investments |
Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling (ESDF). |
12.4.2011 |
|
19. |
Al-Inma Holding Co. For Industrial Investments |
Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling (ESDF). |
12.4.2011 |
|
20. |
Al-Inma Holding Company for Tourism Investment |
Hasan al-Mashay Street (off al-Zawiyah Street)Tel.: (218) 213345187Fax: +218.21.334.5188E-mail: info@ethic.ly |
Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling (ESDF). |
12.4.2011 |
21. |
Libyan Holding Company for Development and Investment |
Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling (ESDF). |
12.4.2011 |
|
22. |
Al-Inma Holding Co. for Construction and Real Estate Developments |
Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling (ESDF). |
12.4.2011 |
|
23. |
First Gulf Libyan Bank |
The 7th of November Street, P.O. Box 81200, Tripoli, Libië; SWIFT/BIC FGLBLYLT (Libya);Tel.: (218) 213622262;Fax: (218) 213622205 |
Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling (ESDF). |
12.4.2011 |
24. |
LAP Green Networks (ook bekend als LAP Green Holding Company) |
Libische dochteronderneming van de Libyan Africa Investment Portfolio. |
12.4.2011 |
|
25. |
National Oil Wells and Drilling and Workover Company (ook bekend als National Oil Wells Chemical and Drilling and Workover Equipment Co.; ook bekend als National Oil Wells Drilling And Workover Equipment Co.) |
National Oil Wells Drilling and Workover Company Building, Omar Al Mokhtar Street, P.O. Box 1106, Tarabulus,Tripoli, LibiëTel.: (218) 213332411;Tel.: (218) 213368741;Tel.: (218) 213368742Fax: (218) 214446743E-mail: info@nwd-ly.comWebsite: www.nwd-ly.com |
Libische dochteronderneming van de National Oil Corporation (NOC). De onderneming is in 2010 ontstaan als gevolg van een fusie tussen de National Drilling Co. en de National Company for Oil Wells Services. |
12.4.2011 |
26. |
North African Geophysical Exploration Company (ook bekend als NAGECO; ook bekend als North African Geophysical Exploration) |
Airport Road, Ben Ghasir 6.7 KM, Tripoli, LibiëTel.: (218) 215634670/4Fax: (218) 215634676E-mail: mailto:nageco@nageco.comnageco@nageco.comWebsite: http://www.nageco.com/www.nageco.com |
Libische dochteronderneming van de National Oil Corporation (NOC). In 2008 is de NOC voor 100 % eigenaar van NAGECO geworden. |
12.4.2011 |
27. |
National Oil Fields and Terminals Catering Company |
Airport Road Km 3, Tripoli, Libië |
Libische dochteronderneming van de National Oil Corporation (NOC). |
12.4.2011 |
28. |
Mabruk Oil Operations |
Dat El-Emad 2, Ground Floor, PO Box 91171, Tripoli, Libië. |
Joint venture tussen Total en de National Oil Corporation |
12.4.2011 |
29. |
Zuietina Oil Company (ook bekend als ZOC; ook bekend als Zueitina) |
Zueitina Oil Building, Sidi Issa Street, Al Dahra Area, P.O. Box 2134, Tripoli, Libië |
Joint venture tussen Occidental en de National Oil Corporation |
12.4.2011 |
30. |
Harouge Oil Operations (ook bekend als Harouge; ook bekend als Veba Oil Libya GMBH) |
Al Magharba Street, P.O. Box 690, Tripoli, Libië |
Joint venture tussen Petro Canada en de National Oil Corporation. |
12.4.2011 |
31. |
Jawaby Property Investment Limited |
Cutlers Farmhouse, Marlow Road, Lane End, High Wycombe, Buckinghamshire, Verenigd Koninkrijk Overige info: Reg. nr. 01612618 (UK) |
In het Verenigd Koninkrijk als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de National Oil Corporation (NOC). |
12.4.2011 |
32. |
Tekxel Limited |
One Wood Street, London, Verenigd Koninkrijk. Overige info: Reg. nr. 02439691 |
In het Verenigd Koninkrijk als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de National Oil Corporation (NOC). |
12.4.2011 |
33. |
Sabtina Ltd |
530-532 Elder Gate, Elder House, Milton Keynes, Verenigd Koninkrijk Overige info: Reg. nr. 01794877 (UK) |
In het Verenigd Koninkrijk als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority. |
12.4.2011 |
34. |
Dalia Advisory Limited (LIA sub) |
11 Upper Brook Street, London, Verenigd Koninkrijk Overige info: Reg. nr. 06962288 (Verenigd Koninkrijk) |
In het Verenigd Koninkrijk als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority. |
12.4.2011 |
35. |
Ashton Global Investments Limited |
Woodbourne Hall, P.O.Box 3162, Road Town, Tortola, Britse Maagdeneilanden Overige info: Reg. nr. 1510484 |
Op de Britse Maagdeneilanden als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority. |
12.4.2011 |
36. |
Capitana Seas Limited |
c/o Trident Trust Company (BVI) Ltd, Trident Chambers, PO Box 146, Road Town, Tortola, Britse Maagdeneilanden Overige info: Reg. nr. 1526359 |
Op de Britse Maagdeneilanden als vennootschap opgerichte entiteit die in handen is van Saadi Kadhafi. |
12.4.2011 |
37. |
Kinloss Property Limited |
Woodbourne Hall, P.O.Box 3162, Road Town, Tortola, Britse Maagdeneilanden Overige info: Reg. nr. 1534407 |
Op de Britse Maagdeneilanden als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority. |
12.4.2011 |
38. |
Baroque Investments Limited |
c/o ILS Fiduciaries Ltd, First Floor, Millennium House, Victoria Road, Douglas, Isle of Man Overige info: Reg. nr. 59058C (IOM) |
Op het Eiland Man als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority. |
12.4.2011 |
39. |
Mediterranean Oil Services Company (ook bekend als Mediterranean Sea Oil Services Company) |
Bashir El Saadawy Street, P.O. Box 2655, Tripoli, Libië. |
Is eigendom van of staat onder zeggenschap van de National Oil Corporation (NOC). |
12.4.2011 |
40. |
Mediterranean Oil Services GMBH (ook bekend als MED OIL OFFICE DUESSELDORF, ook bekend als MEDOIL) |
Werdener Strasse 8DüsseldorfNordhein-Westfalen, 40227Duitsland |
Is eigendom van of staat onder zeggenschap van de National Oil Corporation (NOC) |
12.4.2011 |
41. |
Libyan Arab Airlines |
P.O. Box 2555Haiti streetTripoli, LibiëTel. hoofdzetel: + 218 (21) 602 093Fax hoofdzetel: + 218 (22) 30970 |
Voor 100 % in handen van de overheid |
12.4.2011 |
42. |
Afriqiyah Airways |
Afriqiyah Airways1st FloorWaha Building273, Omar Almokhtar StreetP.O. Box 83428Tripoli, Libyaemailadres: afriqiyah@afriqiyah.aero |
Libische dochteronderneming van/eigendom van de Libisch Afrikaanse portefeuillemaatschappij, een entiteit die eigendom is van en onder zeggenschap staat van het regime, en door de EU-verordening is aangewezen |
23.05.2011 |
43. |
Havenautoriteit van Tripoli |
Havenautoriteit: Socialist Ports Company (met betrekking tot de exploitatie van de haven van Tripoli) tel. +218 21 43946 |
Onder zeggenschap van het Khadafi-regime |
7.6.2011 |
44. |
Havenautoriteit van Al Khoms |
Havenautoriteit: Socialist Ports Company (met betrekking tot de exploitatie van de haven van Al Khoms) tel. +218 21 43946 |
Onder zeggenschap van het Khadafi-regime |
7.6.2011 |
45. |
Havenautoriteit van Brega |
Onder zeggenschap van het Khadafi-regime |
7.6.2011 |
|
46. |
Havenautoriteit van Ras Lanuf |
Havenautoriteit: Veba Oil Operations BVAdres: PO Box 690Tripoli, Libiëtel. +218 21 333 0081 |
Onder zeggenschap van het Khadafi-regime |
7.6.2011 |
47. |
Havenautoriteit van Zawia |
Onder zeggenschap van het Khadafi-regime |
7.6.2011 |
|
48. |
Havenautoriteit van Zuwara |
Havenautoriteit: havenautoriteit van ZuwaraAdres: PO Box 648Port Affairs and Marine TransportTripoliLibiëTel. +218 25 25305 |
Onder zeggenschap van het Khadafi-regime |
7.6.2011 |
BIJLAGE IV
Lijst van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten bedoeld in artikel 7, lid 1, artikel 8, lid 1, artikel 10 en artikel 13, lid 1, en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie
A. Bevoegde autoriteiten van de lidstaten:
BELGIË
http://www.diplomatie.be/eusanctions
BULGARIJE
http://www.mfa.government.bg
TSJECHIË
http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce
DENEMARKEN
http://www.um.dk/da/menu/Udenrigspolitik/FredSikkerhedOgInternationalRetsorden/Sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/BMWi/Navigation/Aussenwirtschaft/Aussenwirtschaftsrecht/embargos.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
http://www.mfa.gr/www.mfa.gr/en-US/Policy/Multilateral+Diplomacy/Global+Issues/International+Sanctions/
SPANJE
http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/
ITALIË
http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm
CYPRUS
http://www.mfa.gov.cy/sanctions
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt
LUXEMBURG
http://www.mae.lu/sanctions
HONGARIJE
http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/
MALTA
http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp
NEDERLAND
http://www.minbuza.nl/sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
http://www.msz.gov.pl
PORTUGAL
http://www.min-nestrangeiros.pt
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/
SLOWAKIJE
http://www.foreign.gov.sk
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
www.fco.gov.uk/competentauthorities
B. Adres voor kennisgevingen of andere mededelingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie
Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid
CHAR 12/106
B-1049 Brussel
België
E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu
Tel.: (32 2) 295 55 85
Fax: (32 2) 299 08 73
( 1 ) Zie bladzijde 53 van dit Publicatieblad.
( 2 ) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
( 3 ) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
( 4 ) PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.
( 5 ) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
( 6 ) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
( 7 ) PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.