This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02009R0004-20150312
Council Regulation (EC) No 4/2009 of 18 December 2008 on jurisdiction, applicable law, recognition and enforcement of decisions and cooperation in matters relating to maintenance obligations
Consolidated text: Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen
Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen
In deze geconsolideerde tekst zijn de volgende wijzigingen mogelijk nog niet verwerkt:
Wijzigingsbesluit | Soort wijziging | Betrokken onderverdeling | Datum inwerkingtreding |
---|---|---|---|
32018R1937 | gewijzigd door | bijlage X | 31/12/2018 |
2009R0004 — NL — 12.03.2015 — 003.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EG) nr. 4/2009 VAN DE RAAD van 18 december 2008 (PB L 007, 10.1.2009, p.1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
No |
page |
date |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1142/2011 VAN DE COMMISSIE van 10 november 2011 |
L 293 |
24 |
11.11.2011 |
|
L 158 |
1 |
10.6.2013 |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/228 VAN DE COMMISSIE van 17 februari 2015 |
L 49 |
1 |
20.2.2015 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) nr. 4/2009 VAN DE RAAD
van 18 december 2008
betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen
DE RAAD VAN DE UROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement ( 1 ),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité ( 2 ),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Gemeenschap heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te handhaven en te ontwikkelen waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging daarvan moet de Gemeenschap onder meer maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen aannemen, voor zover nodig voor de goede werking van de interne markt. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 65, punt b), van het Verdrag dient het daarbij onder meer te gaan om maatregelen ter bevordering van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende regels voor collisie- en jurisdictiegeschillen. |
(3) |
In dat kader heeft de Gemeenschap onder meer reeds de volgende maatregelen aangenomen: Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken ( 3 ), Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken ( 4 ), Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken ( 5 ), Richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen ( 6 ), Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid ( 7 ), Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen ( 8 ) en Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken („de betekening en de kennisgeving van stukken”) ( 9 ). |
(4) |
De Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 heeft de Raad en de Commissie verzocht speciale gemeenschappelijke procedureregels vast te stellen ter vereenvoudiging en versnelling van de beslechting van grensoverschrijdende geschillen over onder andere levensonderhoud. Hij heeft tevens opgeroepen tot de afschaffing van de intermediaire maatregelen die nog altijd noodzakelijk zijn voor de erkenning en de tenuitvoerlegging in de aangezochte staat van een in een andere lidstaat gewezen beslissing, met name een beslissing inzake levensonderhoud. |
(5) |
Op 30 november 2000 hebben de Commissie en de Raad een gemeenschappelijk programma van maatregelen vastgesteld voor de uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en handelszaken ( 10 ). Dit programma voorziet in de afschaffing van de exequaturprocedure voor aanspraken op levensonderhoud, opdat onderhoudsgerechtigden hun rechten op een meer doeltreffende wijze geldend kunnen maken. |
(6) |
De Europese Raad, op 4 en 5 november 2004 te Brussel bijeen, heeft een nieuw programma aangenomen, met als titel „Haagse Programma: versterking van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie” (hierna te noemen „het Haagse Programma”) ( 11 ). |
(7) |
Op 2 en 3 juni 2005 heeft de Raad een actieplan van de Raad en de Commissie aangenomen dat het Haagse Programma in concrete acties vertaalt en dat de noodzaak vermeldt om voorstellen inzake onderhoudsverplichtingen aan te nemen ( 12 ). |
(8) |
De Gemeenschap en haar lidstaten hebben deelgenomen aan onderhandelingen in het kader van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, die op 23 november 2007 hebben geresulteerd in de aanneming van het Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden (hierna „het Haagse Verdrag van 2007”) en van het Haagse protocol inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen (hierna „het Haagse Protocol van 2007”). In het kader van deze verordening moet derhalve met deze twee instrumenten rekening worden gehouden. |
(9) |
Een onderhoudsgerechtigde dient in een lidstaat gemakkelijk een beslissing te kunnen verkrijgen die automatisch, zonder enige andere formaliteit uitvoerbaar is in een andere lidstaat. |
(10) |
Om deze doelstelling te bereiken, is het wenselijk een communautair instrument inzake onderhoudsverplichtingen te creëren waarin alle voorschriften inzake bevoegdheid en toepasselijk recht, erkenning en uitvoerbaarheid, tenuitvoerlegging van beslissingen, rechtsbijstand en samenwerking tussen centrale autoriteiten worden verenigd. |
(11) |
Alle onderhoudsverplichtingen die voortvloeien uit familiebetrekkingen, bloedverwantschap, huwelijk of aanverwantschap, dienen binnen de werkingssfeer van de verordening te vallen, dit om de gelijke behandeling van alle onderhoudsgerechtigden te garanderen. Voor de toepassing van deze verordening moet het begrip „onderhoudsverplichting” autonoom geïnterpreteerd worden. |
(12) |
Teneinde rekening te houden met de verschillende wijzen waarop kwesties inzake onderhoudsverplichtingen in de lidstaten worden geregeld, dient deze verordening toepasselijk te zijn op zowel rechterlijke beslissingen als beslissingen van administratieve autoriteiten, mits deze laatste autoriteiten waarborgen bieden, met name inzake onpartijdigheid en het recht van partijen om te worden gehoord. Deze administratieve autoriteiten dienen bijgevolg alle voorschriften van deze verordening in acht te nemen. |
(13) |
Om de bovengenoemde redenen dient deze verordening ook de erkenning en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke schikkingen en authentieke akten te verzekeren zonder dat zulks afbreuk doet aan het recht van de ene of de andere partij bij een dergelijke schikking of akte om een zodanig document voor een gerecht van de lidstaat van oorsprong te betwisten. |
(14) |
De verordening dient te bepalen dat de term „onderhoudsgerechtigde” in het verband van een verzoek om erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake onderhoudsverplichtingen mede omvat openbare lichamen die gerechtigd zijn namens de onderhoudsgerechtigde op te treden dan wel de terugbetaling te vorderen van bij wijze van levensonderhoud aan de onderhoudsgerechtigde gedane uitkeringen. Wanneer een openbaar lichaam in die hoedanigheid optreedt, dient dit het recht te hebben op dezelfde diensten en dezelfde rechtsbijstand als een onderhoudsgerechtigde. |
(15) |
Teneinde de behartiging van de belangen van onderhoudsgerechtigden te waarborgen en een goede rechtsbedeling in de Europese Unie te bevorderen, dienen de bevoegdheidsregels die voortvloeien uit Verordening (EG) nr. 44/2001 te worden aangepast. Het feit dat de verweerder zijn gewone verblijfplaats in een derde staat heeft, mag niet langer een reden zijn om de toepassing van communautaire bevoegdheidsregels uit te sluiten, en er dient geen enkele verwijzing naar de bevoegdheidsregels van het nationale recht meer te worden opgenomen. In deze verordening dient dus te worden bepaald in welk gevallen een gerecht van lidstaat een subsidiaire bevoegdheid kan uitoefenen. |
(16) |
Teneinde meer in het bijzonder een voorziening te bieden voor gevallen van rechtsweigering, dient in deze verordening ook een forum necessitatis (noodbevoegdheid) te worden opgenomen, waardoor een gerecht van een lidstaat in uitzonderlijke omstandigheden kennis kan nemen van een geschil dat een nauwe band met een derde staat heeft. Een dergelijk uitzonderlijk geval zou zich kunnen voordoen wanneer een procedure in de betrokken derde staat onmogelijk blijkt, bijvoorbeeld door een burgeroorlog, of wanneer van de verzoeker redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij in dat land een procedure aanhangig maakt of voert. De op het forum necessitatis gebaseerde bevoegdheid kan evenwel alleen worden uitgeoefend als het geschil voldoende nauw verbonden is met de lidstaat van het gerecht waar de zaak aanhangig is gemaakt, bijvoorbeeld door de nationaliteit van een van de partijen. |
(17) |
In een aanvullende bevoegdheidsregel dient te worden bepaald dat de onderhoudsplichtige, behoudens specifieke omstandigheden, een procedure tot wijziging van een bestaande onderhoudsbeslissing of tot verkrijging van een nieuwe beslissing alleen aanhangig kan maken in de staat waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats had toen de beslissing werd gegeven en waar hij nog steeds gewoonlijk verblijft. Om te verzekeren dat het Haagse Verdrag van 2007 en deze verordening goed op elkaar aansluiten, dient dit voorschrift ook te gelden voor beslissingen van een derde staat die partij is bij het genoemde verdrag, voor zover dit tussen de betrokken staat en de Gemeenschap in werking is getreden en in de betrokken staat en in de Gemeenschap dezelfde onderhoudsverplichtingen dekt. |
(18) |
Voor de toepassing van deze verordening dient te worden bepaald dat het begrip „nationaliteit” in Ierland wordt vervangen door het begrip „woonplaats” („domicile”), evenals in het Verenigd Koninkrijk, voor zover deze verordening in die lidstaat van toepassing wordt overeenkomstig artikel 4 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht. |
(19) |
Teneinde de rechtszekerheid, de voorspelbaarheid en de autonomie van partijen te vergroten, dient deze verordening partijen de mogelijkheid te bieden in onderlinge overeenstemming het bevoegde gerecht te kiezen op basis van bepaalde aanknopingsfactoren. Met het oog op de bescherming van de zwakkere partij moet een dergelijke forumkeuze worden uitgesloten voor onderhoudsverplichtingen ten aanzien van kinderen jonger dan achttien jaar. |
(20) |
In de verordening dient te worden bepaald dat voor de door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaten de collisieregels van dat protocol toepasselijk zijn. Te dien einde dient een verwijzing naar genoemd protocol te worden opgenomen. Het Haagse Protocol van 2007 zal door de Gemeenschap tijdig worden gesloten om de toepassing van deze verordening mogelijk te maken. Ten einde rekening te houden met de mogelijkheid dat het Haagse Protocol van 2007 niet in alle lidstaten toepasselijk zou zijn, dient, wat de erkenning, de uitvoerbaarheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen betreft, onderscheid te worden gemaakt tussen lidstaten die door het Haagse Protocol van 2007 gebonden zijn en lidstaten die niet door het Protocol gebonden zijn. |
(21) |
Gepreciseerd zij dat deze collisieregels in het kader van deze verordening alleen het recht, toepasselijk op onderhoudsverplichtingen bepalen, maar niet recht dat van toepassing is op de vaststelling van de familiebetrekkingen waarop de onderhoudsverplichtingen zijn gebaseerd. De vaststelling van de familiebetrekkingen blijft vallen onder het nationale recht van de lidstaten, met inbegrip van hun regels van internationaal privaatrecht. |
(22) |
Om een snelle en efficiënte inning van levensonderhoud te waarborgen en vertraging door beroepsprocedures te voorkomen, dienen de in een lidstaat gegeven beslissingen inzake onderhoudsverplichtingen in beginsel bij voorraad uitvoerbaar te zijn. Derhalve dient in deze verordening te worden bepaald dat het gerecht van oorsprong de beslissing bij voorraad uitvoerbaar kan verklaren, zelfs indien het nationale recht niet in uitvoerbaarheid van rechtswege voorziet en zelfs indien naar nationaal recht een rechtsmiddel tegen de beslissing is ingesteld of nog kan worden ingesteld. |
(23) |
Teneinde de kosten verbonden aan de door deze verordening geregelde procedures te beperken, is het nuttig dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van moderne communicatietechnologieën, met name bij het horen van partijen. |
(24) |
De door de toepassing van de collisieregels geboden waarborgen rechtvaardigen dat onderhoudsbeslissingen, gegeven in een lidstaat die gebonden is door het Haagse Protocol van 2007, zonder enige procedure of inhoudelijke toetsing in de lidstaat van tenuitvoerlegging, in alle andere lidstaten worden erkend en uitvoerbaar zijn. |
(25) |
De erkenning in een lidstaat van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen heeft uitsluitend ten doel de inning van het in de beslissing vastgestelde levensonderhoud mogelijk te maken. De erkenning houdt niet in de erkenning, door de betrokken lidstaat, van de familiebetrekkingen, de bloedverwantschap, het huwelijk of de aanverwantschap die ten grondslag liggen aan de onderhoudsverplichting die tot de beslissing heeft geleid. |
(26) |
Voor beslissingen die in een niet door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat zijn gegeven, dient de verordening te voorzien in een procedure voor erkenning en uitvoerbaarverklaring. Deze procedure dient te worden ingericht volgens het model van de procedure en de gronden voor weigering van erkenning van Verordening (EG) nr. 44/2001. Teneinde de procedure te versnellen en de onderhoudsgerechtigde in staat te stellen zijn aanspraak snel geldend te maken, dient te worden bepaald dat het gerecht waarbij de zaak aanhangig is gemaakt binnen vaste termijnen uitspraak doet, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen. |
(27) |
Voorts dienen formaliteiten voor de tenuitvoerlegging die de kosten voor de onderhoudsgerechtigde kunnen opdrijven, zoveel mogelijk te worden beperkt. Met het oog daarop bepaalt deze verordening dat de onderhoudsgerechtigde niet gehouden is in de lidstaat van tenuitvoerlegging over een postadres of een bevoegde vertegenwoordiger te beschikken, zonder dat overigens afbreuk wordt gedaan aan de interne organisatie van de lidstaten op het stuk van procedures van tenuitvoerlegging. |
(28) |
Teneinde de met de procedures van tenuitvoerlegging gepaard gaande kosten te beperken, mogen geen vertalingen worden verlangd, behalve indien de tenuitvoerlegging betwist wordt en onverminderd de op de betekening en kennisgeving van stukken toepasselijke voorschriften. |
(29) |
Om te waarborgen dat de vereisten van een eerlijk proces worden geëerbiedigd, dient deze verordening te bepalen dat de verweerder die niet voor het gerecht van oorsprong van een door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat is verschenen, het recht heeft om, wanneer de tegen hem gegeven beslissing ten uitvoer wordt gelegd, om heroverweging van deze beslissing te verzoeken. De verweerder dient een verzoek om heroverweging evenwel in te dienen binnen een bepaalde termijn, die moet aanvangen uiterlijk op de dag waarop hij, in de fase van de procedure van tenuitvoerlegging, de beschikking over zijn goederen geheel of ten dele verliest. Het recht op heroverweging is een buitengewoon rechtsmiddel dat ter beschikking staat van de verweerder tegen wie verstek is verleend. Het laat onverlet de mogelijkheid van een beroep op andere buitengewone rechtsmiddelen die zijn voorzien in het recht van de lidstaat van oorsprong, mits deze niet onverenigbaar zijn met het recht op heroverweging uit hoofde van de verordening. |
(30) |
Teneinde de tenuitvoerlegging van een beslissing van een door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat in een andere lidstaat te bespoedigen, is er aanleiding de gronden voor weigering of schorsing van de tenuitvoerlegging die de onderhoudsplichtige wegens het grensoverschrijdende karakter van de aanspraak op levensonderhoud kan inroepen, te beperken. Deze beperking mag geen afbreuk doen aan de gronden voor weigering of schorsing die in het nationale recht zijn voorzien en die niet onverenigbaar zijn met de in deze verordening genoemde gronden, zoals de vereffening van de schuld door de onderhoudsplichtige op het moment van de tenuitvoerlegging of het feit dat bepaalde goederen niet vatbaar zijn voor beslag. |
(31) |
Ter vergemakkelijking van de grensoverschrijdende inning van levensonderhoud dient een regeling te worden getroffen voor de samenwerking van de door de lidstaten aangewezen centrale autoriteiten. Deze autoriteiten dienen onderhoudsgerechtigden en onderhoudsplichtigen bij te staan bij het in een andere lidstaat doen gelden van hun rechten, door de indiening van verzoeken tot erkenning, uitvoerbaarverklaring en tenuitvoerlegging van gegeven beslissingen, tot wijziging van zodanige beslissingen of tot verkrijging van een beslissing. Zij dienen ook informatie uit te wisselen om onderhoudsplichtigen en onderhoudsgerechtigden te lokaliseren en, voor zover nodig, hun inkomen en vermogen vast te stellen. Zij dienen, ten slotte, onderling samen te werken en algemene informatie uit te wisselen, alsmede de samenwerking van bevoegde autoriteiten van hun lidstaat te bevorderen. |
(32) |
Elke overeenkomstig deze verordening aangewezen centrale autoriteit dient, behoudens welomschreven uitzonderingen, haar eigen kosten te dragen en iedere verzoeker die in haar lidstaat verblijft bij te staan. De maatstaf voor de bepaling van het recht van een persoon om bijstand van een centrale autoriteit te vragen, dient minder streng te zijn dan de aanknopingsfactor „gewone verblijfplaats” die elders in deze verordening wordt gebruikt. Het criterium „verblijfplaats” sluit echter de enkele aanwezigheid uit. |
(33) |
Om onderhoudsgerechtigden en onderhoudsplichtigen volledig te kunnen bijstaan en de grensoverschrijdende inning van levensonderhoud zo goed mogelijk te bevorderen, dienen de centrale autoriteiten te kunnen beschikken over een aantal persoonsgegevens. Deze verordening dient de lidstaten bijgevolg te verplichten ervoor te zorgen dat hun centrale autoriteiten toegang hebben tot deze gegevens bij de overheidsinstanties of -administraties die in het kader van hun gebruikelijke activiteiten over deze gegevens beschikken. Iedere lidstaat dient echter vrij te zijn om te bepalen op welke wijze toegang wordt verleend. Zo zou een lidstaat de overheidsinstanties of -administraties moeten kunnen aanwijzen die overeenkomstig deze verordening de gegevens aan de centrale autoriteit dienen te verstrekken, in voorkomend geval daaronder begrepen de overheidsinstanties of -administraties die reeds zijn aangewezen in het kader van andere regelingen inzake toegang tot gegevens. Wanneer een lidstaat overheidsdiensten of -administraties aanwijst, moet hij ervoor zorgen dat zijn centrale autoriteit overeenkomstig deze verordening toegang kan krijgen tot de gevraagde informatie waarover zij beschikken. Een lidstaat dient voorts zijn centrale autoriteit te kunnen machtigen om toegang te verkrijgen tot de gevraagde informatie waarover enige andere rechtspersoon beschikt en voor de behandeling waarvan deze verantwoordelijk is. |
(34) |
Wat de toegang tot, en het gebruik en de verstrekking van persoonsgegevens betreft, dienen de vereisten van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens ( 13 ), zoals omgezet in de nationale wetgeving van de lidstaten, in acht te worden genomen. |
(35) |
Voor de toepassing van deze verordening dienen de specifieke voorwaarden voor de toegang tot persoonsgegevens, het gebruik en de verstrekking van deze gegevens evenwel nader te worden omschreven. In dit verband is rekening gehouden met het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming ( 14 ). De kennisgeving aan de persoon over wie de informatie is verzameld, dient overeenkomstig het nationale recht van de aangezochte lidstaat te geschieden. Het dient echter mogelijk te zijn om de kennisgeving uit te stellen om te voorkomen dat de onderhoudsplichtige zijn bezittingen overbrengt en aldus de inning van levensonderhoud in het gedrang brengt. |
(36) |
Gezien de kosten van procedures, dient in een zeer gunstige rechtsbijstandsregeling te worden voorzien, namelijk in een volledige tegemoetkoming in de kosten verbonden aan procedures betreffende onderhoudsverplichtingen jegens kinderen jonger dan 21 jaar die door tussenkomst van de centrale autoriteiten aanhangig worden gemaakt. De bestaande rechtsbijstandsregeling in het kader van de Europese Unie, op grond van Richtlijn 2003/8/EG, dient bijgevolg te worden aangevuld met specifieke regels die een bijzonder regime creëren voor rechtsbijstand op het gebied van onderhoudsverplichtingen. In dat verband dient de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat in uitzonderlijke gevallen de kosten te kunnen verhalen op een verzoeker die kosteloze rechtsbijstand heeft genoten en die in het ongelijk is gesteld, voor zover diens financiële situatie dit toelaat. Dat zou met name het geval zijn voor een bemiddelde persoon die te kwader trouw heeft gehandeld. |
(37) |
Voor andere dan de in de vorige overweging bedoelde onderhoudsverplichtingen dient te worden gewaarborgd dat op het gebied van rechtsbijstand alle partijen dezelfde behandeling krijgen bij de tenuitvoerlegging van een beslissing in een andere lidstaat. Zo dienen de bepalingen betreffende de continuïteit van de rechtsbijstand aldus te worden begrepen dat zij ook voorzien in de verlening van zodanige bijstand aan een partij die, terwijl zij geen rechtsbijstand heeft genoten tijdens de procedure strekkende tot verkrijging of wijziging van een beslissing in de lidstaat van oorsprong, vervolgens in diezelfde lidstaat wel rechtsbijstand heeft genoten in het kader van een verzoek tot tenuitvoerlegging van de beslissing. Ook dient een partij die kosteloos heeft geprocedeerd ten overstaan van een administratieve autoriteit als in bijlage X genoemd, in de lidstaat van tenuitvoerlegging de meest gunstige rechtsbijstand of de ruimste vrijstelling van kosten en uitgaven te genieten, mits zij aantoont dat zij daarvoor in de lidstaat van oorsprong in aanmerking zou zijn gekomen. |
(38) |
Teneinde de kosten voor het vertalen van bewijsstukken te beperken, dient het gerecht waarbij een zaak aanhangig is gemaakt, alleen als dat nodig is vertaling van stukken te verlangen, onverminderd de rechten van de verdediging en de voorschriften voor de betekening en de kennisgeving van stukken. |
(39) |
Om de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken, dienen de lidstaten te worden verplicht de namen en contactgegevens van hun centrale autoriteiten alsook andere informatie aan de Commissie mede te delen. Deze gegevens dienen ter beschikking van de betrokken beroepsbeoefenaren en het publiek te worden gesteld door middel van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie of langs elektronische weg via het bij Besluit 2001/470/EG opgerichte Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken. Voorts dient het gebruik van de in deze verordening vervatte formulieren de communicatie tussen centrale autoriteiten te vereenvoudigen en te versnellen en de elektronische indiening van verzoeken mogelijk te maken. |
(40) |
Er dient een regeling te worden getroffen voor de verhouding tussen deze verordening en de bilaterale of multilaterale overeenkomsten inzake onderhoudsverplichtingen waarbij de lidstaten partij zijn. In dat verband dient te worden bepaald dat de lidstaten die partij zijn bij de Overeenkomst van 23 maart 1962 tussen Zweden, Denemarken, Finland, IJsland en Noorwegen inzake het verhaal van levensonderhoud, deze overeenkomst kunnen blijven toepassen, aangezien zij op het stuk van erkenning en tenuitvoerlegging gunstiger bepalingen bevat dan die waarin deze verordening voorziet. Wat toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen op het gebied van onderhoudsverplichtingen betreft, dienen de procedures en de voorwaarden voor machtiging van lidstaten om zelf met derde landen over dergelijke overeenkomsten te onderhandelen en deze te sluiten, te worden vastgesteld in het kader van de besprekingen over een desbetreffend Commissievoorstel. |
(41) |
Voor de berekening van de in deze verordening voorziene termijnen dient Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden ( 15 ), te worden toegepast. |
(42) |
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ( 16 ). |
(43) |
De Commissie dient met name te worden gemachtigd om elke wijziging van de formulieren die in deze verordening zijn voorzien, aan te nemen volgens de in artikel 3 van Besluit 1999/468/EG bedoelde raadplegingsprocedure. Voor de opstelling van de lijst van administratieve autoriteiten die onder deze verordening vallen, dient de Commissie evenwel te worden gemachtigd om volgens de in artikel 4 van dat besluit bedoelde beheersprocedure te handelen. |
(44) |
Deze verordening dient Verordening (EG) nr. 44/2001 te wijzigen door in de plaats te treden van de bepalingen daarvan die betrekking hebben op onderhoudsverplichtingen. Onder voorbehoud van de overgangsbepalingen van de onderhavige verordening dienen de lidstaten vanaf de datum waarop zij van kracht wordt, op onderhoudsverplichtingen de bepalingen van deze verordening over bevoegdheid, erkenning, uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van beslissingen, en over rechtsbijstand, toe te passen in plaats van die van Verordening (EG) nr. 44/2001. |
(45) |
Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het treffen van een aantal maatregelen om de daadwerkelijke inning van levensonderhoud in grensoverschrijdende gevallen te waarborgen en derhalve het vrije verkeer van personen in de Europese Unie te vergemakkelijken, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, wegens de omvang en de gevolgen van deze verordening, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, mag de Gemeenschap maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(46) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft Ierland kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze verordening. |
(47) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de aanneming van deze verordening en is bijgevolg niet door de verordening gebonden noch gehouden deze toe te passen. Dat laat onverlet de mogelijkheid voor het Verenigd Koninkrijk om mede te delen dat het voornemens is deze verordening, na de aanneming ervan, overeenkomstig artikel 4 van genoemd protocol te aanvaarden. |
(48) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van de voorgestelde verordening, en is daardoor niet gebonden noch gehouden deze toe te passen, onverminderd de mogelijkheid voor Denemarken om, overeenkomstig artikel 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken ( 17 ), de inhoud van de wijzigingen die thans in Verordening (EG) nr. 44/2001 worden aangebracht, toe te passen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Toepassingsgebied
1. Deze verordening is van toepassing op onderhoudsverplichtingen die voortvloeien uit familiebetrekkingen, bloedverwantschap, huwelijk of aanverwantschap.
2. In deze verordening wordt onder „lidstaat” verstaan, de lidstaten waarop deze verordening van toepassing is.
Artikel 2
Definities
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
1. „beslissing”, een door een gerecht van een lidstaat gegeven beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, ongeacht de daaraan gegeven benaming, zoals arrest, vonnis, beschikking of rechterlijk bevel tot tenuitvoerlegging, alsmede de vaststelling door de griffier van het bedrag van de proceskosten. Voor de toepassing van de hoofdstukken VII en VIII wordt onder „beslissing” mede verstaan, een in een derde land gegeven beslissing inzake onderhoudsverplichtingen;
2. „gerechtelijke schikking”, een schikking inzake onderhoudsverplichtingen die door een gerecht is goedgekeurd of tijdens een procedure voor een gerecht is getroffen;
3. „authentieke akte”,
a) een akte inzake onderhoudsverplichtingen die als authentieke akte is verleden of geregistreerd in de lidstaat van herkomst en waarvan de authenticiteit:
i) betrekking heeft op de ondertekening en de inhoud van de akte, en
ii) is vastgesteld door een overheidsinstantie of andere daartoe bevoegd verklaarde instantie, of
b) een afspraak inzake onderhoudsverplichtingen die met administratieve autoriteiten van de lidstaat van herkomst is gemaakt of die door deze autoriteiten authentiek is verklaard;
4. „lidstaat van herkomst”, de lidstaat waar, naar gelang van het geval, de beslissing is gegeven, de gerechtelijke schikking is goedgekeurd of getroffen, of de authentieke akte is opgesteld;
5. „lidstaat van tenuitvoerlegging”, de lidstaat waar om tenuitvoerlegging van de beslissing, de gerechtelijke schikking of de authentieke akte wordt gevraagd;
6. „verzoekende lidstaat”, de lidstaat waarvan de centrale autoriteit het verzoek in de zin van hoofdstuk VII verzendt;
7. „aangezochte lidstaat”, de lidstaat waarvan de centrale autoriteit het verzoek in de zin van hoofdstuk VII in ontvangst neemt;
8. „Haagse Verdrag-staat”, een staat die partij is bij het Haagse Verdrag van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden (hierna „het Haagse Verdrag van 2007”), voor zover dit verdrag van toepassing is tussen de Gemeenschap en die staat;
9. „gerecht van herkomst”, het gerecht dat de ten uitvoer te leggen beslissing heeft gegeven;
10. „onderhoudsgerechtigde”, elke natuurlijke persoon aan wie levensonderhoud verschuldigd is of van wie gesteld wordt dat levensonderhoud aan hem verschuldigd is;
11. „onderhoudsplichtige”, elke natuurlijke persoon die levensonderhoud verschuldigd is of ten aanzien van wie gesteld wordt dat hij levensonderhoud verschuldigd is.
2. Voor de toepassing van deze verordening omvat het begrip „gerecht” ook administratieve autoriteiten van de lidstaten die bevoegd zijn op het gebied van onderhoudsverplichtingen, voor zover zij waarborgen bieden wat betreft onpartijdigheid en het horen van de partijen en voor zover hun beslissingen overeenkomstig het recht van de lidstaat waar zij gevestigd zijn
i) vatbaar zijn voor een rechtsmiddel ten overstaan van een gerechtelijke autoriteit of voor toetsing door een zodanige autoriteit, en
ii) dezelfde kracht en dezelfde uitwerking hebben als een beslissing van een gerechtelijke autoriteit over dezelfde aangelegenheid.
Deze administratieve autoriteiten staan vermeld in bijlage X. Deze bijlage is opgesteld en wordt gewijzigd volgens de in artikel 73, lid 2, genoemde beheersprocedure, op verzoek van de lidstaat waar de betrokken administratieve autoriteit gevestigd is.
3. Voor de toepassing van de artikelen 3, 4 en 6 vervangt het begrip „woonplaats” („domicile”) „nationaliteit” in de lidstaten waar dit begrip in familierechtelijke zaken als aanknopingsfactor wordt gebruikt.
Voor de toepassing van artikel 6 worden partijen die hun woonplaats („domicile”) in verschillende territoriale eenheden van eenzelfde lidstaat hebben, geacht hun gemeenschappelijke woonplaats („domicile”) in die lidstaat te hebben.
HOOFDSTUK II
BEVOEGDHEID
Artikel 3
Algemene bepalingen
In de lidstaten zijn op het gebied van onderhoudsverplichtingen bevoegd:
a) het gerecht van de plaats waar de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft, of
b) het gerecht van de plaats waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft, of
c) het gerecht dat volgens het recht van het forum bevoegd is om kennis te nemen van een verzoek betreffende de staat van personen, indien het verzoek inzake een onderhoudsverplichting een nevenverzoek is dat verbonden is met dit verzoek, tenzij deze bevoegdheid uitsluitend op de nationaliteit van een der partijen berust, of
d) het gerecht dat volgens het recht van het forum bevoegd is om kennis te nemen van een verzoek betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid, indien het verzoek inzake een onderhoudsverplichting een nevenverzoek is dat verbonden is met dit verzoek, tenzij deze bevoegdheid uitsluitend op de nationaliteit van een der partijen berust.
Artikel 4
Forumkeuze
1. Partijen kunnen overeenkomen dat ter zake van geschillen die tussen hen zijn gerezen of zullen rijzen in verband met onderhoudsverplichtingen, het volgende gerecht of de volgende gerechten bevoegd zijn:
a) een gerecht of de gerechten van een lidstaat waar een hunner haar gewone verblijfplaats heeft,
b) een gerecht of de gerechten van een lidstaat waarvan een hunner de nationaliteit heeft,
c) in het geval van onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten of voormalige echtgenoten:
i) het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van hun geschillen in huwelijkszaken, of
ii) een gerecht of de gerechten van de lidstaat waar zij laatstelijk gedurende ten minste één jaar hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hebben gehad.
De in de punten a), b) of c) genoemde voorwaarden moeten vervuld zijn op het tijdstip waarop de forumkeuzeovereenkomst wordt gesloten of op het tijdstip waarop de zaak aanhangig wordt gemaakt.
De bij overeenkomst verleende bevoegdheid is exclusief, tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
2. De forumkeuzeovereenkomst wordt schriftelijk gesloten. Als schriftelijk wordt aangemerkt elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam wordt vastgelegd.
3. Dit artikel is niet van toepassing op geschillen betreffende een onderhoudsverplichting jegens een kind dat jonger is dan 18 jaar.
4. Indien partijen zijn overeengekomen exclusieve bevoegdheid te verlenen aan een gerecht of de gerechten van een staat die partij is bij het op 30 oktober 2007 te Lugano ondertekende Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken ( 18 ) (hierna „Verdrag van Lugano”) en die geen lidstaat is, is dit verdrag, behalve waar het betreft in lid 3 bedoelde geschillen, van toepassing.
Artikel 5
Bevoegdheid gebaseerd op de verschijning van de verweerder
Buiten de gevallen waarin zijn bevoegdheid voortvloeit uit andere bepalingen van deze verordening, is het gerecht van een lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd. Dit voorschrift is niet van toepassing indien de verschijning ten doel heeft de bevoegdheid te betwisten.
Artikel 6
Subsidiaire bevoegdheid
Indien geen enkel gerecht van een lidstaat op grond van de artikelen 3, 4 en 5 bevoegd is, en indien geen enkel gerecht van een staat die partij is bij het Verdrag van Lugano, maar die geen lidstaat is, op grond van de bepalingen van genoemd verdrag bevoegd is, zijn de gerechten van de lidstaat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de partijen bevoegd.
Artikel 7
Forum necessitatis
Indien geen enkel gerecht van een lidstaat op grond van de artikelen 3, 4, 5 en 6 bevoegd is, kunnen de gerechten van een lidstaat in uitzonderingsgevallen kennis nemen van een geschil indien in een derde staat waarmee het geschil nauw verbonden is, redelijkerwijs geen procedure aanhangig kan worden gemaakt of gevoerd, of een procedure daar onmogelijk blijkt.
Het geschil moet voldoende nauw verbonden zijn met de lidstaat waar de zaak aanhangig wordt gemaakt.
Artikel 8
Beperking ten aanzien van procedures
1. Is een beslissing gegeven in een lidstaat of in een staat die partij is bij het Haagse Verdrag van 2007 waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft, dan kan de onderhoudsplichtige niet in een andere lidstaat een procedure aanhangig maken om de beslissing te wijzigen of een nieuwe beslissing te verkrijgen zolang de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats behoudt in de staat waar de beslissing is gegeven.
2. Lid 1 is niet van toepassing indien:
a) de partijen overeenkomstig artikel 4 zijn overeengekomen dat de gerechten van die andere lidstaat bevoegd zijn,
b) de onderhoudsgerechtigde zich op grond van artikel 5 onderwerpt aan de bevoegdheid van de gerechten van die andere lidstaat,
c) de bevoegde autoriteit in de staat van herkomst die partij is bij het Haagse Verdrag van 2007 haar bevoegdheid tot wijziging van de beslissing of tot het geven van een nieuwe beslissing niet kan uitoefenen of weigert deze uit te oefenen, of
d) de in de staat van herkomst die partij is bij het Haagse Verdrag van 2007 gegeven beslissing niet kan worden erkend of uitvoerbaar verklaard in de lidstaat waar een procedure tot wijziging van de beslissing of tot verkrijging van een nieuwe beslissing wordt overwogen.
Artikel 9
Aanhangigmaking van een zaak bij een gerecht
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt een zaak geacht bij een gerecht te zijn aangebracht:
a) op het tijdstip waarop het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk bij het gerecht wordt ingediend, mits de verzoeker vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat hij met het oog op de betekening of de kennisgeving van het stuk aan de verweerder moest doen, of,
b) indien het stuk betekend of medegedeeld moet worden voordat het bij het gerecht wordt ingediend, op het tijdstip waarop de autoriteit die verantwoordelijk is voor de betekening of kennisgeving het stuk ontvangt, mits de verzoeker vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat hij met het oog op de indiening van het stuk bij het gerecht moest doen.
Artikel 10
Toetsing van de bevoegdheid
Indien een zaak bij een gerecht van een lidstaat aanhangig is gemaakt waarvoor het volgens deze verordening niet bevoegd is, verklaart het zich ambtshalve onbevoegd.
Artikel 11
Toetsing van de ontvankelijkheid
1. Indien de verweerder die zijn gewone verblijfplaats in een andere staat heeft dan de lidstaat waar de zaak aanhangig is gemaakt, niet verschijnt, houdt het bevoegde gerecht zijn uitspraak aan zolang niet vaststaat dat de verweerder tijdig genoeg kennis heeft kunnen nemen van de het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk om verweer te kunnen voeren, of dat daartoe al het nodige is gedaan.
2. In plaats van lid 1 van dit artikel is artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van toepassing indien het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk volgens die verordening vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat diende te worden verzonden.
3. Indien de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1393/2007 niet van toepassing zijn, is artikel 15 van het Verdrag van s-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken van toepassing ingeval het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk overeenkomstig dat verdrag naar het buitenland diende te worden verzonden.
Artikel 12
Aanhangigheid
1. Wanneer voor gerechten van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen verzoeken aanhangig zijn die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten, houdt het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht zijn uitspraak ambtshalve aan totdat de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat.
2. Wanneer de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat, verklaart het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht, zich onbevoegd.
Artikel 13
Samenhang
1. Indien samenhangende verzoeken aanhangig zijn voor gerechten van verschillende lidstaten, kan het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht, zijn uitspraak aanhouden.
2. Indien deze verzoeken in eerste aanleg aanhangig zijn, kan het gerecht waar de zaak het laatst is aangebracht, op verzoek van een der partijen, ook tot verwijzing overgaan mits het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht bevoegd is van de desbetreffende verzoeken kennis te nemen en zijn recht de voeging ervan toestaat.
3. Samenhangend in de zin van dit artikel zijn verzoeken die zo nauw verbonden zijn dat een goede rechtsbedeling vraagt om gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen zouden kunnen worden gegeven.
Artikel 14
Voorlopige maatregelen en maatregelen tot bewaring van recht
Door het recht van een lidstaat voorziene voorlopige of bewarende maatregelen kunnen bij de gerechten van die staat worden aangevraagd, zelfs indien een gerecht van een andere lidstaat krachtens deze verordening bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen.
HOOFDSTUK III
TOEPASSELIJK RECHT
Artikel 15
Bepaling van het toepasselijke recht
Het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen wordt bepaald overeenkomstig het Haagse Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen (hierna „het Haagse Protocol van 2007”) in de lidstaten die door dit protocol gebonden zijn.
HOOFDSTUK IV
ERKENNING, UITVOERBAARHEID EN TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN
Artikel 16
Toepassingsgebied van dit hoofdstuk
1. Dit hoofdstuk regelt de erkenning, de uitvoerbaarheid en de tenuitvoerlegging van de onder deze verordening vallende beslissingen.
2. Afdeling 1 is van toepassing op beslissingen gegeven in lidstaten die door het Haagse Protocol van 2007 gebonden zijn.
3. Afdeling 2 is van toepassing op beslissingen gegeven in lidstaten die niet door het Haagse Protocol van 2007 gebonden zijn.
4. Afdeling 3 is van toepassing op alle beslissingen.
AFDELING 1
Beslissingen gegeven in lidstaten die door het Haagse Protocol van 2007 gebonden zijn
Artikel 17
Afschaffing van het exequatur
1. Een beslissing, gegeven in een door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat, wordt in een andere lidstaat erkend zonder dat daartoe een procedure vereist is en zonder mogelijkheid om tegen de erkenning op te komen.
2. De beslissing gegeven in een door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat welke in die lidstaat uitvoerbaar is, is in een andere lidstaat uitvoerbaar zonder dat een uitvoerbaarverklaring vereist is.
Artikel 18
Bewarende maatregelen
Uitvoerbare beslissingen houden van rechtswege het verlof in bewarende maatregelen te treffen volgens het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging.
Artikel 19
Recht om heroverweging te vragen
1. De verweerder die in de lidstaat van herkomst niet is verschenen, heeft het recht om het bevoegde gerecht van die lidstaat te verzoeken de beslissing te heroverwegen, indien:
a) het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk niet zo tijdig en op zodanige wijze als met het oog op zijn verdediging nodig was, aan hem is betekend of meegedeeld, of
b) hij de aanspraak op levensonderhoud door overmacht of buitengewone omstandigheden buiten zijn wil niet heeft kunnen betwisten,
tenzij de verweerder tegen de beslissing geen rechtsmiddel heeft aangewend terwijl hij daartoe in staat was.
2. De termijn waarbinnen om heroverweging kan worden verzocht, gaat in op de dag waarop de verweerder daadwerkelijk kennis heeft gekregen van de inhoud van de beslissing en in staat was om op te treden, zij het uiterlijk op de dag van de eerste tenuitvoerleggingsmaatregel waardoor hij de beschikking over zijn goederen geheel of gedeeltelijk verliest. De verweerder handelt zonder verwijl en in ieder geval binnen een termijn van 45 dagen. De termijn kan niet op grond van afstand worden verlengd.
3. Indien het gerecht het in lid 1 bedoelde verzoek tot heroverweging afwijst omdat aan geen van de aldaar genoemde voorwaarden voor heroverweging is voldaan, blijft de beslissing van kracht.
Indien het gerecht beslist dat de heroverweging gegrond is omdat aan een van de in lid 1 genoemde voorwaarden is voldaan, is de beslissing nietig. De onderhoudsgerechtigde verliest echter niet de voordelen voortvloeiend uit stuiting van de verjaring of uit verval van de aanspraak, of het recht om voor het verleden aanspraak op levensonderhoud te maken dat hij op grond van het oorspronkelijke verzoek zou hebben verkregen.
Artikel 20
Stukken voor de tenuitvoerlegging
1. Om in een andere lidstaat tenuitvoerlegging van een beslissing te verkrijgen, verstrekt de verzoeker de volgende stukken aan de bevoegde autoriteiten die met de tenuitvoerlegging belast zijn:
a) een afschrift van de beslissing die voldoet aan de vereisten om haar echtheid vast te stellen;
b) een uittreksel van de beslissing, afgegeven door het gerecht van herkomst door middel van het formulier waarvan het model in bijlage I is opgenomen;
c) in voorkomend geval, een stuk waaruit de betalingsachterstanden blijken, onder vermelding van de datum waarop deze zijn berekend;
d) in voorkomend geval, een transliteratie of een vertaling van het in punt b) bedoelde formulier in de officiële taal van de lidstaat van tenuitvoerlegging, of, indien er in die lidstaat verscheidene officiële talen bestaan, in een officiële rechtstaal van de plaats waar de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd, zulks overeenkomstig het recht van die lidstaat, of in een andere taal die de lidstaat van tenuitvoerlegging heeft aangegeven te aanvaarden. Iedere lidstaat kan mededelen welke officiële taal of talen van de instellingen van de Europese Unie hij naast zijn eigen taal of talen, voor de invulling van het formulier kan aanvaarden.
2. De bevoegde instanties van de lidstaat van tenuitvoerlegging kunnen van de verzoeker geen vertaling van de beslissing verlangen. Een vertaling kan echter wel worden verlangd indien de tenuitvoerlegging van de beslissing wordt aangevochten.
3. De vertaling moet worden gemaakt door een persoon die tot het maken van vertalingen in een van de lidstaten bevoegd is.
Artikel 21
Weigering of schorsing van de tenuitvoerlegging
1. De in het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging voorziene gronden voor weigering of schorsing van de tenuitvoerlegging zijn van toepassing voor zover zij niet onverenigbaar zijn met de toepassing van de leden 2 en 3.
2. Op verzoek van de onderhoudsplichtige weigert de bevoegde autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht van herkomst geheel of gedeeltelijk, indien het recht om de beslissing van het gerecht van herkomst ten uitvoer te leggen, is verjaard, hetzij volgens het recht van de lidstaat van herkomst, hetzij volgens het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging, waarbij de langste termijn geldt.
Voorts kan, op verzoek van de onderhoudsplichtige, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht van herkomst geheel of gedeeltelijk weigeren indien die beslissing onverenigbaar is met een beslissing die in de lidstaat van tenuitvoerlegging is gegeven, of met een in een andere lidstaat of in een derde staat gegeven beslissing die aan de voorwaarden voor erkenning in de lidstaat van tenuitvoerlegging voldoet.
Een beslissing die op grond van gewijzigde omstandigheden tot gevolg heeft dat een eerdere beslissing over onderhoudsverplichtingen wordt gewijzigd, wordt niet beschouwd als een onverenigbare beslissing in de zin van de tweede alinea.
3. Op verzoek van de onderhoudsplichtige kan de bevoegde instantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht van herkomst geheel of gedeeltelijk schorsen, indien bij het bevoegde gerecht van de lidstaat van herkomst overeenkomstig artikel 19 een verzoek tot heroverweging van de beslissing van het gerecht van herkomst is ingediend.
Voorts schorst de bevoegde instantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging op verzoek van de onderhoudsplichtige de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht van herkomst, indien de uitvoerbaarheid ervan in de lidstaat van herkomst is geschorst.
Artikel 22
Geen gevolgen voor het bestaan van familiebetrekkingen
De erkenning en de tenuitvoerlegging van een beslissing over onderhoudsverplichtingen op grond van deze verordening houden op generlei wijze de erkenning in van de familiebetrekkingen, de bloedverwantschap, het huwelijk of de aanverwantschap die ten grondslag liggen aan de onderhoudsverplichtingen die tot de beslissing aanleiding hebben gegeven.
AFDELING 2
Beslissingen gegeven in een niet door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat
Artikel 23
Erkenning
1. Een beslissing, gegeven in een niet door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat, wordt in de overige lidstaten erkend zonder dat daartoe een procedure vereist is.
2. Indien de erkenning van een beslissing wordt betwist, kan iedere belanghebbende partij die zich ten principale op de erkenning beroept, van de in deze afdeling bedoelde procedures gebruikmaken om de erkenning te doen vaststellen.
3. Wordt voor een gerecht van een lidstaat de erkenning bij wege van tussenverzoek ingeroepen, dan is dit gerecht bevoegd om van dat verzoek kennis te nemen.
Artikel 24
Gronden voor weigering van de erkenning
Een beslissing wordt niet erkend indien:
a) de erkenning kennelijk strijdig is met de openbare orde van de aangezochte lidstaat. De bevoegdheidsregels zijn niet onderworpen aan de openbare ordetoets;
b) het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk, niet zo tijdig en op zodanige wijze als met het oog op zijn verdediging nodig was, aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend, betekend of meegedeeld is, tenzij de verweerder tegen de beslissing geen rechtsmiddel heeft aangewend terwijl hij daartoe in staat was;
c) zij onverenigbaar is met een beslissing die tussen dezelfde partijen is gegeven in de aangezochte lidstaat;
d) zij onverenigbaar is met een beslissing die vroeger in een andere lidstaat of in een derde land tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust, mits deze laatste beslissing voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in de aangezochte lidstaat.
Een beslissing die tot gevolg heeft dat op basis van veranderde omstandigheden een eerdere beslissing inzake onderhoudsverplichtingen wordt gewijzigd, wordt niet beschouwd als een onverenigbare beslissing in de zin van de punten c) of d).
Artikel 25
Aanhouden van de erkenningsprocedure
Het gerecht van een lidstaat waarbij de erkenning wordt ingeroepen van een beslissing gegeven in een niet door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat, houdt zijn uitspraak aan indien de uitvoerbaarheid van die beslissing door een daartegen aangewend rechtsmiddel in de lidstaat van herkomst is geschorst.
Artikel 26
Uitvoerbaarheid
Een beslissing die is gegeven in een niet door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat en die daar uitvoerbaar is, kan in een andere lidstaat ten uitvoer worden gelegd nadat zij aldaar, op verzoek van een belanghebbende partij, uitvoerbaar is verklaard.
Artikel 27
Relatief bevoegd gerecht
1. Het verzoek om een uitvoerbaarverklaring wordt gericht tot het gerecht of de bevoegde autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging, waarvan de naam door deze lidstaat overeenkomstig artikel 71 aan de Commissie is medegedeeld.
2. De relatieve bevoegdheid wordt bepaald door de gewone verblijfplaats van de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, of door de plaats van tenuitvoerlegging.
Artikel 28
Procedure
1. Het verzoek om een uitvoerbaarverklaring gaat vergezeld van de volgende stukken:
a) een afschrift van de beslissing die voldoet aan de vereisten voor vaststelling van haar echtheid;
b) een uittreksel van de beslissing, afgegeven door het gerecht van herkomst door middel van het formulier waarvan het model in bijlage II is opgenomen, onverminderd artikel 29;
c) in voorkomend geval, een transliteratie of een vertaling van het onder b) bedoelde formulier in de officiële taal van de lidstaat van tenuitvoerlegging, of, indien er in die lidstaat verscheidene officiële talen bestaan, in een officiële rechtstaal van de plaats waar het verzoek wordt ingediend, zulks overeenkomstig het recht van die lidstaat, of in een andere taal die de lidstaat van tenuitvoerlegging heeft aangegeven te aanvaarden. Iedere lidstaat kan mededelen welke officiële taal of talen van de instellingen van de Europese Unie hij naast zijn eigen taal of talen, voor de invulling van het formulier kan aanvaarden.
2. Het gerecht of de bevoegde autoriteit waarbij het verzoek wordt ingediend, kan van de verzoeker geen vertaling van de beslissing verlangen. Een vertaling kan wel worden verlangd voor de behandeling van het in artikel 32 of 33 bedoelde rechtsmiddel.
3. De vertaling moet worden gemaakt door een persoon die tot het maken van vertalingen in een van de lidstaten bevoegd is.
Artikel 29
Niet-overlegging van een uittreksel
1. Wordt het in artikel 28, lid 1, onder b), bedoelde uittreksel niet overgelegd, dan kan het gerecht of de bevoegde autoriteit voor de overlegging een termijn bepalen of gelijkwaardige documenten aanvaarden, dan wel, indien het gerecht of de autoriteit zich voldoende voorgelicht acht, van de overlegging vrijstelling verlenen.
2. Indien het gerecht of de bevoegde autoriteit dat verlangt, wordt van de documenten een vertaling overgelegd. De vertaling wordt gemaakt door een persoon die tot het maken van vertalingen in een van de lidstaten bevoegd is.
Artikel 30
Uitvoerbaarverklaring
De beslissing wordt, zodra de formaliteiten van artikel 28 zijn vervuld en uiterlijk binnen 30 dagen na de voltooiing van deze formaliteiten, zonder onderzoek uit hoofde van artikel 24, uitvoerbaar verklaard, tenzij dit als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden onmogelijk blijkt. De partij tegen wie tenuitvoerlegging wordt gevraagd, wordt bij deze stand van de procedure niet gehoord.
Artikel 31
Kennisgeving van de beslissing op het verzoek om uitvoerbaarverklaring
1. De beslissing over het verzoek om uitvoerbaarverklaring wordt onmiddellijk ter kennis van de verzoeker gebracht op de wijze als is bepaald in het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging.
2. De uitvoerbaarverklaring wordt betekend of medegedeeld aan de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd en gaat vergezeld van de beslissing, indien deze nog niet aan haar is betekend of medegedeeld.
Artikel 32
Rechtsmiddelen tegen de beslissing op het verzoek
1. Elke partij kan een rechtsmiddel instellen tegen de beslissing op het verzoek om uitvoerbaarverklaring.
2. Het rechtsmiddel wordt ingesteld bij het gerecht waarvan de naam door de betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 71 aan de Commissie is meegedeeld.
3. Het rechtsmiddel wordt volgens de regels van de procedure op tegenspraak behandeld.
4. Indien de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, niet verschijnt voor het gerecht dat over het door de verzoeker ingestelde rechtsmiddel oordeelt, is artikel 11 van toepassing, ook wanneer de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, geen gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van een der lidstaten.
5. Het rechtsmiddel tegen de uitvoerbaarverklaring wordt ingesteld binnen 30 dagen na de betekening of kennisgeving hiervan. Indien de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd haar gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat dan die waar de uitvoerbaarverklaring is gegeven, is de termijn waarbinnen het rechtsmiddel moet worden ingesteld, 45 dagen met ingang van de dag waarop de beslissing aan de partij in persoon of op haar verblijfplaats is betekend of daarvan kennis is gegeven. De termijn mag niet op grond van afstand worden verlengd.
Artikel 33
Rechtsmiddel tegen de op het rechtsmiddel gegeven beslissing
Tegen de op het rechtsmiddel gegeven beslissing kan slechts het rechtsmiddel worden aangewend waarvan de Commissie overeenkomstig artikel 71 door de betrokken lidstaat in kennis is gesteld.
Artikel 34
Weigering of intrekking van een uitvoerbaarverklaring
1. Het gerecht dat oordeelt over een rechtsmiddel, bedoeld in artikel 32 of 33, kan de uitvoerbaarverklaring slechts op een van de in artikel 24 genoemde gronden weigeren of intrekken.
2. Onverminderd artikel 32, lid 4, beslist het gerecht dat oordeelt over een rechtsmiddel in de zin van artikel 32, binnen een termijn van 90 dagen nadat het verzoek aanhangig is gemaakt, tenzij dit als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden onmogelijk is.
3. Het gerecht dat oordeelt over een rechtsmiddel in de zin van artikel 33, doet onverwijld uitspraak.
Artikel 35
Aanhouding van de uitspraak
Het gerecht dat oordeelt over een rechtsmiddel in de zin van de artikelen 32 of 33, kan op verzoek van de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, zijn uitspraak aanhouden indien de uitvoerbaarheid is geschorst door een in de lidstaat van herkomst ingesteld rechtsmiddel.
Artikel 36
Voorlopige maatregelen en maatregelen tot bewaring van recht
1. Indien een beslissing overeenkomstig deze afdeling moet worden erkend, belet niets dat de verzoeker zich beroept op voorlopige of bewarende maatregelen waarin de wetgeving van de lidstaat van tenuitvoerlegging voorziet, zonder dat daartoe een uitvoerbaarverklaring in de zin van artikel 30 is vereist.
2. De uitvoerbaarverklaring houdt van rechtswege het verlof in bewarende maatregelen te treffen.
3. Gedurende de termijn, voorzien in artikel 32, lid 5, voor het instellen van een rechtsmiddel tegen de uitvoerbaarverklaring, en totdat daarover uitspraak is gedaan, kunnen slechts bewarende maatregelen worden genomen ten aanzien van de goederen van de partij tegen wie de tenuitvoerlegging is gevraagd.
Artikel 37
Gedeeltelijke uitvoerbaarheid
1. Indien in de beslissing uitspraak is gedaan over meer dan één punt van het verzoek, en de uitvoerbaarverklaring niet kan worden verleend voor het geheel, verleent het gerecht of de bevoegde autoriteit deze voor één of meer onderdelen daarvan.
2. De verzoeker kan verlangen dat de uitvoerbaarverklaring een gedeelte van de beslissing betreft.
Artikel 38
Geen belasting, recht of heffing
Ter zake van de procedure tot afgifte van een uitvoerbaarverklaring wordt in de lidstaat van tenuitvoerlegging geen belasting, recht of heffing, evenredig aan het geldelijke belang van de zaak, geheven.
AFDELING 3
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 39
Uitvoerbaarheid bij voorraad
Het gerecht van herkomst kan de beslissing bij voorraad uitvoerbaar verklaren, zelfs indien het nationaal recht niet in uitvoerbaarheid van rechtswege voorziet.
Artikel 40
Inroepen van een erkende beslissing
1. De partij die een in de zin van artikel 17, lid 1, of van afdeling 2 erkende beslissing in een andere lidstaat wenst in te roepen, legt een afschrift van de beslissing over, die voldoet aan de vereisten voor vaststelling van haar echtheid.
2. In voorkomend geval kan het gerecht waarvoor de erkende beslissing wordt ingeroepen, de partij die de beslissing inroept verzoeken een door het gerecht van herkomst afgegeven uittreksel over te leggen volgens het modelformulier dat in bijlage I of, naar gelang van het geval, in bijlage II is opgenomen.
Het gerecht van herkomst geeft dit uittreksel tevens af op verzoek van iedere belanghebbende partij.
3. In voorkomend geval verstrekt de partij die de erkende beslissing inroept, een transliteratie of een vertaling van de inhoud van het in lid 2 bedoelde formulier in de officiële taal van de betrokken lidstaat, of indien er in die lidstaat verscheidene officiële talen bestaan, in een officiële rechtstaal van de plaats waar de erkende beslissing wordt ingeroepen, zulks overeenkomstig het recht van die lidstaat, of in een andere taal die de betrokken lidstaat heeft aangegeven te aanvaarden. Iedere lidstaat kan mededelen welke officiële taal of talen van de instellingen van de Europese Unie hij, naast zijn eigen taal of talen, voor de invulling van het formulier kan aanvaarden.
4. De vertaling moet worden gemaakt door een persoon die tot het maken van vertalingen in een van de lidstaten bevoegd is.
Artikel 41
Procedure van en voorwaarden voor tenuitvoerlegging
1. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, wordt de procedure voor de tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven beslissing beheerst door het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging. Een in een lidstaat gegeven beslissing die in de lidstaat van tenuitvoerlegging uitvoerbaar is, wordt er onder dezelfde voorwaarden ten uitvoer gelegd als een in die lidstaat van tenuitvoerlegging gegeven beslissing.
2. Van de partij die om de tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven beslissing vraagt, wordt niet verlangd dat zij in de lidstaat van tenuitvoerlegging beschikt over een postadres of een gemachtigd vertegenwoordiger, onverminderd de voor de procedure van tenuitvoerlegging bevoegde personen.
Artikel 42
Ontbreken van inhoudelijke toetsing van de beslissing
In geen geval wordt in de lidstaat waar erkenning, uitvoerbaarheid of tenuitvoerlegging wordt gevraagd, overgegaan tot een onderzoek naar de juistheid van de in een lidstaat gegeven beslissing.
Artikel 43
Niet-prioritair verhalen van kosten
De kosten in verband met de toepassing van deze verordening worden niet met voorrang boven de onderhoudsuitkeringen verhaald.
HOOFDSTUK V
TOEGANG TOT DE RECHTER
Artikel 44
Recht op rechtsbijstand
1. De partijen in een geschil in de zin van deze verordening hebben, onder de voorwaarden bepaald in dit hoofdstuk, in een andere lidstaat daadwerkelijke toegang tot de rechter, met name wat de tenuitvoerleggingsprocedures en de rechtsmiddelen betreft.
In de gevallen bedoeld in hoofdstuk VII wordt deze daadwerkelijke toegang door de aangezochte lidstaat gewaarborgd aan elke verzoeker die zijn verblijfplaats in de verzoekende lidstaat heeft.
2. Teneinde deze toegang te verzekeren, verlenen de lidstaten overeenkomstig dit hoofdstuk rechtsbijstand tenzij lid 3 van toepassing is.
3. In de gevallen bedoeld in hoofdstuk VII is een lidstaat niet verplicht rechtsbijstand te verlenen indien en voor zover de procedures van die lidstaat de partijen in staat stellen op te treden zonder een beroep te behoeven doen op rechtsbijstand, en de centrale autoriteit kosteloos de nodige diensten verstrekt.
4. De voorwaarden voor verkrijging van rechtsbijstand zijn niet restrictiever dan in soortgelijke binnenlandse zaken.
5. Geen zekerheid, borgtocht of pand, in welke vorm ook, kan worden verlangd voor de betaling van de kosten en uitgaven in verband met procedures betreffende onderhoudsverplichtingen.
Artikel 45
Inhoud van de rechtsbijstand
Onder rechtsbijstand, uit hoofde van dit hoofdstuk te verlenen, wordt verstaan de bijstand die de partijen nodig hebben om hun rechten te kennen en te doen gelden en om te waarborgen dat hun verzoek, dat via de centrale autoriteiten of rechtstreeks bij de bevoegde autoriteiten wordt ingediend, volledig en doeltreffend zal worden behandeld. Zij dekt in voorkomend geval de volgende kosten:
a) de kosten van advies in de precontentieuze fase, ter beslechting van een geschil voordat dit aan de rechter wordt voorgelegd;
b) juridische bijstand om een zaak bij een rechterlijke of andere autoriteit aanhangig te maken en vertegenwoordiging in rechte;
c) de vrijstelling van of de tegemoetkoming in de proceskosten, en het honorarium van lasthebbers die zijn aangewezen om in de procedure op te treden;
d) in lidstaten waar de in het ongelijk gestelde partij aansprakelijk is voor de kosten van de wederpartij, indien de begunstigde van de rechtsbijstand de zaak verliest, de door de wederpartij gemaakte kosten, die zouden zijn gedekt indien de begunstigde zijn gewone verblijfplaats zou hebben in de lidstaat waar de zaak aanhangig is gemaakt;
e) de kosten van vertolking;
f) de kosten van vertaling van de voor de afdoening van de zaak benodigde stukken die door de rechter of de bevoegde autoriteit worden verlangd en door de begunstigde van de rechtsbijstand worden overgelegd, en
g) de reiskosten die voor rekening van de begunstigde van de rechtsbijstand komen, voor zover de wet of het gerecht van de betreffende lidstaat verlangt dat, wanneer de zaak voorkomt, de bij het aanhangig maken van de zaak betrokken personen zelf ter terechtzitting aanwezig zijn en de rechter beslist dat zij niet anderszins ten genoegen van de rechter kunnen worden gehoord.
Artikel 46
Kosteloze rechtsbijstand voor het via de centrale autoriteiten ingediende verzoek betreffende onderhoudsverplichtingen jegens kinderen
1. De aangezochte lidstaat verleent kosteloze rechtsbijstand voor elk door een onderhoudsgerechtigde op grond van artikel 56 ingediend verzoek betreffende onderhoudsverplichtingen jegens een persoon jonger dan 21 jaar, die voortvloeien uit een ouder-kindrelatie.
2. In afwijking van lid 1 kan de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat met betrekking tot verzoeken anders dan uit hoofde van artikel 56, lid 1, onder a) en b), de verlening van kosteloze rechtsbijstand weigeren indien zij van oordeel is dat het verzoek of enig rechtsmiddel kennelijk ongegrond is.
Artikel 47
Niet in artikel C bedoelde gevallen
1. In niet in artikel 46 bedoelde gevallen kan, onder voorbehoud van de artikelen 44 en 45, kosteloze rechtsbijstand worden verleend overeenkomstig het nationale recht, met name wat betreft de voorwaarden voor toetsing van de draagkracht van de verzoeker of de gegrondheid van het verzoek.
2. In afwijking van lid 1 heeft de partij die in de lidstaat van herkomst voor het geheel of een gedeelte rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven heeft genoten, in iedere procedure van erkenning, van uitvoerbaarverklaring of van tenuitvoerlegging recht op de meest gunstige rechtsbijstand of de meest ruime vrijstelling van kosten en uitgaven waarin het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging voorziet.
3. In afwijking van lid 1 heeft de partij die in de lidstaat van herkomst kosteloos een procedure voor een in bijlage X genoemde administratieve autoriteit heeft kunnen voeren, in iedere procedure van erkenning, van uitvoerbaarverklaring of van tenuitvoerlegging recht op rechtsbijstand overeenkomstig lid 2. Hiertoe legt zij een door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst opgesteld stuk over, waaruit blijkt dat zij voldoet aan de financiële voorwaarden om voor het geheel of een gedeelte in aanmerking te komen voor rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven.
De in dit lid bedoelde bevoegde autoriteiten staan vermeld in bijlage XI. Deze bijlage wordt opgesteld en gewijzigd volgens de beheersprocedure, bedoeld in artikel 73, lid 2.
HOOFDSTUK VI
GERECHTELIJKE SCHIKKINGEN EN AUTHENTIEKE AKTEN
Artikel 48
Toepassing van de verordening op gerechtelijke schikkingen en authentieke akten
1. In de lidstaat van herkomst uitvoerbare gerechtelijke schikkingen en authentieke akten worden in een andere lidstaat erkend en zijn uitvoerbaar als beslissingen, overeenkomstig hoofdstuk IV.
2. De bepalingen van deze verordening zijn, voor zoveel nodig, van toepassing op gerechtelijke schikkingen en authentieke akten.
3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst geeft op verzoek van elke belanghebbende partij een uittreksel van de gerechtelijke schikking of de authentieke akte af door middel van het modelformulier in de bijlagen I en II, respectievelijk de bijlagen III en IV.
HOOFDSTUK VII
SAMENWERKING TUSSEN CENTRALE AUTORITEITEN
Artikel 49
Aanwijzing van centrale autoriteiten
1. Elke lidstaat wijst een centrale autoriteit aan die belast is met de haar door deze verordening opgelegde taken.
2. Een federale lidstaat, een lidstaat met meer dan één rechtsstelsel of een lidstaat die autonome territoriale eenheden omvat, is vrij om meer dan één centrale autoriteit aan te wijzen onder vermelding van de territoriale of de personele reikwijdte van hun taken. De lidstaat die van deze mogelijkheid gebruik maakt, bepaalt aan welke centrale autoriteit de mededelingen kunnen worden gedaan ter doorgeleiding aan de binnen deze lidstaat bevoegde centrale autoriteit. Is een mededeling toegezonden aan een centrale autoriteit die niet bevoegd is, dan zendt deze de mededeling aan de bevoegde centrale autoriteit door en stelt zij de afzender daarvan in kennis.
3. Elke lidstaat deelt de aanwijzing van de centrale autoriteit of de centrale autoriteiten, hun contactgegevens en, in voorkomend geval, de reikwijdte van hun taken in de zin van lid 2, overeenkomstig artikel 71 aan de Commissie mede.
Artikel 50
Algemene taken van de centrale autoriteiten
1. De centrale autoriteiten:
a) werken onderling samen, mede door het uitwisselen van informatie, en bevorderen de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten in hun lidstaten, teneinde de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken;
b) zoeken zo veel mogelijk een oplossing voor de moeilijkheden die zich bij de toepassing van deze verordening voordoen.
2. De centrale autoriteiten nemen maatregelen om de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken en hun onderlinge samenwerking te versterken. Daartoe wordt gebruikgemaakt van het bij Beschikking 2001/470/EG ingestelde Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken.
Artikel 51
Specifieke taken van de centrale autoriteiten
1. Centrale autoriteiten verlenen bijstand met betrekking tot verzoeken als voorzien in artikel 56, met name door:
a) die verzoeken te verzenden en in ontvangst te nemen;
b) procedures in verband met deze verzoeken aanhangig te maken of het aanhangig maken ervan te vergemakkelijken.
2. Met betrekking tot deze verzoeken nemen de centrale autoriteiten alle passende maatregelen om:
a) wanneer de omstandigheden het vereisen, rechtsbijstand te verlenen of de verkrijging van rechtsbijstand te vergemakkelijken;
b) de onderhoudsplichtige en de onderhoudsgerechtigde te helpen lokaliseren, met name met toepassing van de artikelen 61, 62 en 63;
c) te assisteren bij de verkrijging van relevante informatie over het inkomen en, indien nodig, het vermogen van de onderhoudsplichtige of de onderhoudsgerechtigde, het lokaliseren van goederen daaronder begrepen, met name met toepassing van de artikelen 61, 62 en 63;
d) indien passend door de gebruikmaking van bemiddeling, verzoening of soortgelijke methoden te streven naar een minnelijke schikking met het oog op de vrijwillige betaling van levensonderhoud;
e) de doorlopende tenuitvoerlegging van beslissingen inzake onderhoudsverplichtingen, met inbegrip van achterstallige bedragen, te vergemakkelijken;
f) de inning en de onverwijlde overmaking van betalingen van levensonderhoud te vergemakkelijken;
g) de verkrijging van schriftelijk of ander bewijs te vergemakkelijken, onverminderd Verordening (EG) nr. 1206/2001;
h) bijstand te verlenen bij de vaststelling van de afstamming wanneer dat nodig is voor de inning van levensonderhoud;
i) procedures aanhangig te maken of het aanhangig maken ervan te vergemakkelijken, ter verkrijging van voorlopige maatregelen van territoriale aard die ertoe strekken dat een aanhangig verzoek om levensonderhoud tot resultaat leidt;
j) de betekening en de kennisgeving van stukken te vergemakkelijken, onverminderd Verordening (EG) nr. 1393/2007.
3. De taken van de centrale autoriteit overeenkomstig dit artikel kunnen, voor zover het recht van de betrokken lidstaat dit toestaat, worden uitgeoefend door openbare lichamen of andere lichamen die onder toezicht staan van de bevoegde autoriteiten van die lidstaat. De aanwijzing van deze openbare of andere lichamen, alsook hun contactgegevens en hun bevoegdheid, worden overeenkomstig artikel 71 door de lidstaat aan de Commissie medegedeeld.
4. Noch dit artikel, noch artikel 53 legt de centrale autoriteiten de verplichting op bevoegdheden uit te oefenen die volgens het recht van de aangezochte lidstaat slechts door gerechtelijke autoriteiten kunnen worden uitgeoefend.
Artikel 52
Volmacht
De centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat kan van de verzoeker alleen een volmacht eisen indien zij namens hem in rechte of in procedures ten overstaan van andere autoriteiten optreedt, of teneinde daartoe een vertegenwoordiger aan te wijzen.
Artikel 53
Verzoek om specifieke maatregelen
1. Indien geen verzoek in de zin van artikel 56 aanhangig is, kan de centrale autoriteit aan een andere centrale autoriteit een met redenen omkleed verzoek richten om passende specifieke maatregelen als voorzien in artikel 51, lid 2, punten b), c), g), h), i) en j), te treffen. De aangezochte centrale autoriteit treft maatregelen die passend blijken indien zij deze nodig acht om een mogelijke verzoeker bijstand te verlenen bij het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 56 of bij het bepalen of een zodanig verzoek moet worden ingediend.
2. Wordt een verzoek met het oog op de maatregelen als voorzien in artikel 51, lid 2, punten b) en c), ingediend, dan wint de aangezochte centrale autoriteit, indien nodig met toepassing van artikel 61, de benodigde informatie in. De in artikel 61, lid 2, punten b), c) en d), bedoelde informatie kan evenwel slechts worden ingewonnen indien de onderhoudsgerechtigde een afschrift van een ten uitvoer te leggen beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte overlegt, in voorkomend geval vergezeld van het uittreksel bedoeld in de artikelen 20, 28 of 48.
De aangezochte centrale autoriteit verstrekt de verkregen informatie aan de verzoekende centrale autoriteit. Deze informatie heeft, indien met toepassing van artikel 61 verkregen, uitsluitend betrekking op het adres van de mogelijke verweerder in de aangezochte lidstaat. In het kader van een verzoek met het oog op een erkenning, een uitvoerbaarverklaring of een tenuitvoerlegging, heeft de informatie voorts uitsluitend betrekking op de vraag of de onderhoudsplichtige in deze staat over inkomsten of vermogen beschikt.
Indien de aangezochte centrale autoriteit de gevraagde gegevens niet kan verstrekken, deelt zij dit onverwijld en met opgave van redenen aan de verzoekende centrale autoriteit mede.
3. Een centrale autoriteit kan op verzoek van een andere centrale autoriteit specifieke maatregelen treffen in verband met een in de verzoekende lidstaat aanhangige zaak met een internationaal aspect die betrekking heeft op de inning van levensonderhoud.
4. Een verzoek op grond van dit artikel wordt door de centrale autoriteiten gedaan door middel van het formulier waarvan het model in bijlage V is opgenomen.
Artikel 54
Kosten van de centrale autoriteit
1. Elke centrale autoriteit draagt haar eigen kosten voor de toepassing van deze verordening.
2. Centrale autoriteiten mogen de verzoeker voor de krachtens deze verordening verstrekte diensten geen andere kosten in rekening brengen dan uitzonderlijke kosten die voortvloeien uit een verzoek om een specifieke maatregel als voorzien in artikel 53.
Voor de toepassing van dit lid worden de kosten in verband met de lokalisering van de onderhoudsplichtige niet beschouwd als uitzonderlijke kosten.
3. De aangezochte centrale autoriteit mag zich de in lid 2 bedoelde uitzonderlijke kosten niet doen vergoeden zonder dat de verzoeker heeft toegestemd in die dienstverlening tegen zodanige kosten.
Artikel 55
Verzoek via de centrale autoriteiten
Een verzoek in de zin van dit hoofdstuk wordt door tussenkomst van de centrale autoriteit van de lidstaat waar de verzoeker verblijft bij de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat ingediend.
Artikel 56
Toegestane verzoeken
1. De onderhoudsgerechtigde die op grond van deze verordening levensonderhoud beoogt te innen, kan de volgende verzoeken indienen:
a) erkenning of erkenning en uitvoerbaarverklaring van een beslissing;
b) tenuitvoerlegging van een in de aangezochte lidstaat gegeven of erkende beslissing;
c) vaststelling van een beslissing in de aangezochte lidstaat indien er geen beslissing voorhanden is, indien nodig daaronder begrepen de vaststelling van de afstamming;
d) vaststelling van een beslissing in de aangezochte lidstaat, indien de erkenning en de uitvoerbaarverklaring van een in een andere staat dan de aangezochte lidstaat gegeven beslissing niet mogelijk zijn;
e) wijziging van een in de aangezochte lidstaat gegeven beslissing;
f) wijziging van een in een andere staat dan de aangezochte lidstaat gegeven beslissing.
2. De onderhoudsplichtige tegen wie een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen is gegeven, kan de volgende verzoeken indienen:
a) erkenning van een beslissing die leidt tot schorsing of beperking van de tenuitvoerlegging van een eerdere beslissing in de aangezochte lidstaat;
b) wijziging van een in de aangezochte lidstaat gegeven beslissing;
c) wijziging van een in een andere staat dan de aangezochte lidstaat gegeven beslissing.
3. Met betrekking tot een verzoek in de zin van dit artikel worden bijstand en vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 45, punt b), door de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van overheidslichamen of andere lichamen of personen verleend.
4. Behoudens voor zover in deze verordening anders is bepaald, worden verzoeken als bedoeld in de leden 1 en 2 behandeld overeenkomstig het recht van de aangezochte lidstaat en met inachtneming van de in die lidstaat toepasselijke bevoegdheidsregels.
Artikel 57
Inhoud van het verzoek
1. Een verzoek als bedoeld in artikel 56 wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier waarvan het model in bijlage VI of bijlage VII is opgenomen.
2. Een verzoek als bedoeld in artikel 56 omvat ten minste:
a) een verklaring over de aard van het verzoek of de verzoeken;
b) de naam van de verzoeker en diens contactgegevens, waaronder zijn adres en geboortedatum;
c) de naam van de verweerder en, indien bekend, zijn adres en geboortedatum;
d) de naam en de geboortedatum van elke persoon voor wie levensonderhoud wordt gevraagd;
e) de gronden waarop het verzoek berust;
f) indien het verzoek afkomstig is van de onderhoudsgerechtigde, gegevens over de plaats waar de betalingen moeten worden gedaan of elektronisch overgemaakt;
g) de naam en contactgegevens van de persoon of de afdeling van de centrale autoriteit van de verzoekende lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek.
3. Voor de toepassing van lid 2, punt b), kan, in gevallen van huiselijk geweld, in plaats van het persoonlijke adres van de verzoeker een ander adres worden opgegeven, indien het nationale recht van de aangezochte lidstaat niet vereist dat de verzoeker zijn persoonlijk adres opgeeft om de procedure te kunnen inleiden.
4. Zo nodig en voor zover bekend bevat het verzoek tevens:
a) gegevens over de financiële omstandigheden van de onderhoudsgerechtigde;
b) gegevens over de financiële omstandigheden van de onderhoudsplichtige, daaronder begrepen de naam en het adres van zijn werkgever, alsook de aard van zijn goederen en de plaats waar deze zich bevinden;
c) alle andere gegevens die van nut kunnen zijn voor de opsporing van de verweerder.
5. Het verzoek gaat vergezeld van alle noodzakelijke gegevens of bewijsstukken, waaronder, in voorkomend geval, stukken waaruit blijkt dat de verzoeker recht heeft op rechtsbijstand. De in artikel 56, lid 1, punten a) en b), en lid 2, punt a), bedoelde verzoeken gaan, naar gelang van het geval, alleen vergezeld van de documenten als bedoeld in de artikelen 20, 28 of 48, of in artikel 25 van het Haagse Verdrag van 2007.
Artikel 58
Verzending, ontvangst en behandeling van verzoeken en zaken door tussenkomst van de centrale autoriteiten
1. De centrale autoriteit van de verzoekende lidstaat staat de verzoeker bij teneinde te verzekeren dat het verzoek vergezeld gaat van alle gegevens en stukken die, voor zover haar bekend, voor de behandeling van het verzoek zijn vereist.
2. Na zich ervan te hebben vergewist dat het verzoek voldoet aan de vereisten van deze verordening voldoet, verzendt de centrale autoriteit van de verzoekende lidstaat het aan de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat.
3. Binnen 30 dagen na de datum van ontvangst van het verzoek bevestigt de centrale autoriteit de ontvangst ervan door middel van het formulier waarvan het model in bijlage VIII is opgenomen; zij stelt de centrale autoriteit van de verzoekende lidstaat in kennis van de eerste stappen die zijn of zullen worden ondernomen voor de behandeling van het verzoek, en zij kan verdere stukken en gegevens opvragen die zij nodig acht. Binnen dezelfde termijn van 30 dagen verstrekt de aangezochte centrale autoriteit de verzoekende centrale autoriteit de naam en contactgegevens van de persoon of afdeling die belast is met de beantwoording van vragen over de voortgang van de behandeling van het verzoek.
4. Binnen 60 dagen na de bevestiging stelt de aangezochte centrale autoriteit de verzoekende centrale autoriteit in kennis van de stand van het verzoek.
5. De verzoekende en de aangezochte centrale autoriteit stellen elkaar in kennis van:
a) de persoon of de afdeling die met een bepaalde zaak is belast;
b) de voortgang van de behandeling van de zaak;
en zij geven tijdig antwoord op vragen.
6. De centrale autoriteiten behandelen de zaak zo spoedig als een gedegen onderzoek van de inhoud ervan het toelaat.
7. De centrale autoriteiten maken gebruik van de snelste en meest efficiënte communicatiemiddelen waarover zij beschikken.
8. Een aangezochte centrale autoriteit kan de behandeling van een verzoek alleen weigeren als kennelijk niet aan de vereisten van deze verordening is voldaan. In dat geval stelt zij de verzoekende centrale autoriteit onverwijld in kennis van de redenen voor de weigering door middel van het formulier waarvan het model in bijlage IX is opgenomen.
9. De aangezochte centrale autoriteit kan een verzoek niet weigeren op de enkele grond dat aanvullende stukken of gegevens nodig zijn. Zij kan evenwel de verzoekende centrale autoriteit om deze stukken of gegevens verzoeken. Indien de verzoekende centrale autoriteit hierop niet binnen 90 dagen of een door de aangezochte centrale autoriteit gestelde langere termijn ingaat, kan de aangezochte centrale autoriteit beslissen het verzoek niet verder te behandelen. In dat geval stelt zij de verzoekende centrale autoriteit daarvan in kennis door middel van het formulier dat in bijlage IX is opgenomen.
Artikel 59
Talen
1. Het formulier voor een verzoek wordt ingevuld in de officiële taal van de aangezochte lidstaat of, indien er verscheidene officiële talen in die lidstaat zijn, in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats van vestiging van de betrokken centrale autoriteit of in een andere officiële taal van de instellingen van de Europese Unie die de aangezochte lidstaat heeft verklaard te kunnen aanvaarden, tenzij de centrale autoriteit van deze lidstaat vrijstelling van vertaling heeft verleend.
2. Onverminderd de artikelen 20, 28, 40 en 66, worden de stukken waarvan het formulier met het verzoek vergezeld gaat, alleen in de overeenkomstig lid 1 bepaalde taal vertaald als zulks nodig is om de gevraagde bijstand te kunnen verlenen.
3. Alle andere mededelingen tussen de centrale autoriteiten geschieden in de overeenkomstig lid 1 bepaalde taal, tenzij de centrale autoriteiten onderling anders regeling overeenkomen.
Artikel 60
Vergaderingen
1. Op gezette tijden worden vergaderingen van de centrale autoriteiten gehouden om de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken.
2. De bijeenroeping van deze vergaderingen geschiedt overeenkomstig Beschikking 2001/470/EG.
Artikel 61
Toegang voor de centrale autoriteiten tot informatie
1. Op de voorwaarden, voorzien in dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 51, lid 4, wendt de aangezochte centrale autoriteit alle passende en redelijke middelen aan om de in lid 2 bedoelde informatie in te winnen teneinde in een gegeven zaak de verkrijging, de wijziging, de erkenning, de uitvoerbaarverklaring of de tenuitvoerlegging van een beslissing te vergemakkelijken.
Overheidsinstanties of -administraties die in het kader van hun gebruikelijke activiteiten in de aangezochte lidstaat over de in lid 2 bedoelde informatie beschikken en met de verwerking ervan in de zin van Richtlijn 95/46/EG zijn belast, verstrekken deze informatie, onder voorbehoud van de beperkingen omwille van de nationale of de openbare veiligheid, aan de aangezochte centrale autoriteit. De verstrekking geschiedt op haar verzoek ingeval zij niet rechtstreeks toegang heeft tot die informatie.
De lidstaten kunnen de overheidsinstanties of -administraties aanwijzen die aan de aangezochte centrale autoriteit de in lid 2 bedoelde informatie kunnen verstrekken. Een lidstaat die tot een dergelijke aanwijzing overgaat, ziet er daarbij op toe dat bij die keuze van instanties en administraties zijn centrale autoriteit, conform dit artikel, toegang kan krijgen tot de gevraagde informatie.
Elke andere rechtspersoon die in de aangezochte lidstaat over de in lid 2 bedoelde informatie beschikt en met de verwerking ervan in de zin van Richtlijn 95/46/EG is belast, verstrekt deze informatie op verzoek aan de aangezochte centrale autoriteit indien zij daartoe volgens het recht van de aangezochte lidstaat gemachtigd is.
De aangezochte centrale autoriteit verstrekt de aldus verkregen informatie, voor zover nodig, aan de verzoekende centrale autoriteit.
2. Het betreft informatie als in dit artikel bedoeld, die reeds in het bezit is van de in lid 1 bedoelde overheidsinstanties, -administraties of personen. De informatie moet toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn en heeft betrekking op:
a) het adres van de onderhoudsplichtige of van de onderhoudsgerechtigde;
b) de inkomsten van de onderhoudsplichtige;
c) de gegevens omtrent de werkgever van de onderhoudsplichtige en/of de bankrekening of bankrekeningen van de onderhoudsplichtige, en
d) het vermogen van de onderhoudsplichtige.
Ten behoeve van de verkrijging of de wijziging van een beslissing kan de aangezochte centrale autoriteit uitsluitend de in punt a) bedoelde informatie opvragen.
Ten behoeve van de erkenning, de uitvoerbaarverklaring of de tenuitvoerlegging van een beslissing kan de aangezochte centrale autoriteit alle in de eerste alinea bedoelde informatie opvragen. De in punt d), bedoelde informatie kan evenwel alleen worden opgevraagd voor zover de in de punten b) en c), bedoelde informatie niet volstaat om de beslissing ten uitvoer te kunnen leggen.
Artikel 62
Verstrekking en gebruik van informatie
1. Centrale autoriteiten verstrekken binnen hun lidstaat, naar gelang van het geval, de in artikel 61, lid 2, bedoelde informatie aan de bevoegde gerechten, de voor de kennisgeving of betekening van stukken bevoegde autoriteiten en de met de tenuitvoerlegging van een beslissing belaste bevoegde autoriteiten.
2. Elke autoriteit en elk gerecht waaraan overeenkomstig artikel 61 informatie is verstrekt, mag deze alleen gebruiken om de inning van levensonderhoud te vergemakkelijken.
Met uitzondering van de informatie betreffende het al dan niet bestaan van een adres, inkomsten of vermogen in de aangezochte lidstaat, mogen de in artikel 61, lid 2, bedoelde gegevens niet worden verstrekt aan de persoon die de zaak bij de verzoekende centrale autoriteit aanhangig heeft gemaakt, onverminderd de in rechte toepasselijke regels voor de procesvoering.
3. Elke autoriteit die de haar met toepassing van artikel 61 verstrekte informatie verwerkt, mag deze informatie niet langer bewaren dan nodig is voor het doel waarvoor zij is verstrekt.
4. Elke autoriteit die gegevens verwerkt welke haar met toepassing van artikel 61 zijn verstrekt, verzekert de vertrouwelijkheid daarvan overeenkomstig het nationale recht.
Artikel 63
Kennisgeving aan de persoon over wie informatie is verzameld
1. De kennisgeving, aan de persoon over wie informatie is verzameld, van de volledige of gedeeltelijke verstrekking daarvan, geschiedt overeenkomstig het nationale recht van de aangezochte lidstaat.
2. Indien er gevaar is dat deze kennisgeving afbreuk doet aan de daadwerkelijke inning van het levensonderhoud, kan zij worden uitgesteld voor een termijn van ten hoogste 90 dagen vanaf de datum waarop de informatie aan de aangezochte centrale autoriteit is verstrekt.
HOOFDSTUK VIII
OPENBARE LICHAMEN
Artikel 64
Openbare lichamen in de hoedanigheid van verzoeker
1. Met het oog op een verzoek om erkenning en uitvoerbaarverklaring van een beslissing of een verzoek om tenuitvoerlegging van een beslissing wordt onder „onderhoudsgerechtigde” tevens verstaan een openbaar lichaam dat optreedt in plaats van degene aan wie de onderhoudsverplichtingen is verschuldigd of een lichaam waaraan uitkeringen die bij wijze van levensonderhoud zijn verstrekt, moeten worden terugbetaald.
2. Het recht van een openbaar lichaam om op te treden in de plaats van degene aan wie levensonderhoud is verschuldigd, of om terugbetaling te vragen van uitkeringen die bij wijze van levensonderhoud aan de onderhoudsgerechtigde zijn verstrekt, wordt beheerst door het recht waaraan dat lichaam is onderworpen.
3. Een openbaar lichaam kan de erkenning en de uitvoerbaarverklaring, dan wel de tenuitvoerlegging vragen van:
a) een beslissing welke tegen een onderhoudsplichtige is gegeven op verzoek van een openbaar lichaam dat terugbetaling vraagt van bij wijze van levensonderhoud verstrekte uitkeringen;
b) de tussen een onderhoudsgerechtigde en een onderhoudsplichtige gegeven beslissing, ten belope van de bij wijze van levensonderhoud aan de onderhoudsgerechtigde verstrekte uitkeringen.
4. Het openbare lichaam dat om erkenning en uitvoerbaarverklaring of om tenuitvoerlegging van een beslissing vraagt, verstrekt desverzocht alle stukken aan de hand waarvan het recht dat hem ingevolge lid 2 toekomt en de aan de onderhoudsgerechtigde verstrekte uitkeringen, kunnen worden vastgesteld.
HOOFDSTUK IX
ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 65
Legalisatie of soortgelijke formaliteit
Geen legalisatie of soortgelijke formaliteit mag in het kader van deze verordening worden geëist.
Artikel 66
Vertaling van ter staving dienende stukken
Onverminderd de artikelen 20, 28 en 40, kan het geadieerde gerecht van de partijen een vertaling van bewijsstukken in een andere taal dan de procestaal alleen dan verlangen indien het de vertaling nodig acht om uitspraak te kunnen doen of om de rechten van de verdediging in acht te nemen.
Artikel 67
Verhalen van kosten
Onverminderd artikel 54 kan de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat bij uitzondering de kosten terugvorderen van de in het ongelijk gestelde partij die krachtens artikel 46 kosteloze rechtsbijstand geniet, indien de financiële omstandigheden van die partij dit mogelijk maken.
Artikel 68
Verhouding tot andere communautaire regelgeving
1. Onder voorbehoud van artikel 75, lid 2, wijzigt deze verordening Verordening (EG) nr. 44/2001, door de bepalingen inzake onderhoudsverplichtingen van die verordening te vervangen.
2. Deze verordening vervangt, op het gebied van onderhoudsverplichtingen, Verordening (EG) nr. 805/2004, behalve voor zover het betreft Europese executoriale titels inzake onderhoudsverplichtingen, afgegeven in een lidstaat die niet gebonden is door het Haagse Protocol van 2007.
3. Op het gebied van de onderhoudsverplichtingen laat deze verordening, onder voorbehoud van hoofdstuk V, de toepassing van Richtlijn 2003/8/EG onverlet.
4. Deze verordening laat de toepassing van Richtlijn 95/46/EG onverlet.
Artikel 69
Verhouding tot bestaande internationale verdragen en overeenkomsten
1. Deze verordening laat onverlet de toepassing van bilaterale of multilaterale verdragen en overeenkomsten waarbij een of meer lidstaten op het tijdstip van de vaststelling van de verordening partij zijn en die betrekking hebben op aangelegenheden waarop deze verordening van toepassing is, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten op grond van artikel 307 van het Verdrag.
2. Niettegenstaande lid 1 en onverminderd lid 3, heeft deze verordening tussen de lidstaten voorrang boven verdragen en overeenkomsten die betrekking hebben op de in deze verordening geregelde materie en waarbij lidstaten partij zijn.
3. Deze verordening vormt geen beletsel voor de toepassing van de Overeenkomst van 23 maart 1962 tussen Zweden, Denemarken, Finland, IJsland en Noorwegen inzake de inning van levensonderhoud door de lidstaten die daarbij partij zijn, omdat genoemde overeenkomst ter zake van erkenning, uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van beslissingen:
a) vereenvoudigt en versnelde procedures voor de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake onderhoudsverplichtingen voorziet, en
b) een gunstiger rechtsbijstandsregeling voorziet dan die welke is vervat in hoofdstuk V van deze verordening.
De toepassing van genoemde overeenkomst ontzegt de verweerder evenwel niet de bescherming die hij geniet op basis van de artikelen 19 en 21 van deze verordening.
Artikel 70
Informatie die ter beschikking van het publiek wordt gesteld
De lidstaten verstrekken, in het kader van het bij Beschikking 2001/470/EG ingestelde Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken, de volgende gegevens teneinde deze voor het publiek toegankelijk te maken:
a) een beschrijving van de nationale wetgeving en procedures betreffende onderhoudsverplichtingen;
b) een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om aan de verplichtingen in de zin van artikel 51 te voldoen;
c) een beschrijving van de wijze waarop, overeenkomstig artikel 44, daadwerkelijk toegang tot de rechter wordt verzekerd;
d) een beschrijving van de nationale voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging, met inbegrip van informatie over alle met betrekking tot de tenuitvoerlegging geldende beperkingen, met name de voorschriften ter bescherming van de onderhoudsplichtige en inzake verval- of verjaringstermijnen.
Deze informatie wordt door de lidstaten voortdurend geactualiseerd.
Artikel 71
Informatie betreffende contactgegevens en talen
1. Uiterlijk op 18 september 2010 doen de lidstaten aan de Commissie mededeling van:
a) de naam en de contactgegevens van de gerechten of autoriteiten die bevoegd zijn voor het behandelen van het verzoek om een uitvoerbaarverklaring, overeenkomstig artikel 27, lid 1, en voor het rechtsmiddel tegen een beslissing over dit verzoek, overeenkomstig artikel 32, lid 2;
b) het in artikel 33 bedoelde rechtsmiddel;
c) de procedure voor heroverweging ingevolge artikel 19, alsmede de naam en de contactgegevens van de bevoegde gerechten;
d) de naam en de contactgegevens van hun centrale autoriteiten en, in voorkomend geval, de reikwijdte van hun bevoegdheid, overeenkomstig artikel 49, lid 3;
e) de naam en de contactgegevens van de openbare of andere lichamen en, in voorkomend geval, de reikwijdte van hun bevoegdheid, overeenkomstig artikel 51, lid 3;
f) de naam en de contactgegevens van de autoriteiten die voor de toepassing van artikel 21 bevoegd zijn tot tenuitvoerlegging;
g) de talen die zij aanvaarden voor de vertaling van de in de artikelen 20, 28 en 40 bedoelde stukken;
h) de talen die hun centrale autoriteiten aanvaarden bij de in artikel 59 bedoelde mededelingen aan andere centrale autoriteiten.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van iedere wijziging van deze informatie.
2. De overeenkomstig lid 1 meegedeelde informatie, met uitzondering van de adressen en overige contactgegevens van de in de punten a), c) en f), bedoelde gerechten en instanties, wordt door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
3. Alle overeenkomstig lid 1 meegedeelde informatie wordt door de Commissie met alle andere passende middelen, in het bijzonder via het bij Besluit 2001/470/EG ingestelde Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken, voor het publiek toegankelijk gemaakt.
Artikel 72
Wijziging van formulieren
Elke wijziging van de formulieren waarin deze verordening voorziet, wordt volgens de in artikel 73, lid 3, bedoelde raadplegingsprocedure aangenomen.
Artikel 73
Comité
1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 70 van Verordening (EG) nr. 2201/2003 ingestelde comité.
2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
3. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
Artikel 74
Herzieningsclausule
Uiterlijk 5 jaar na de volgens artikel 76, derde alinea, vastgestelde datum van toepassing brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing van deze verordening, met inbegrip van een evaluatie van de ervaringen die in de praktijk met de samenwerking tussen de centrale autoriteiten zijn opgedaan, met name ten aanzien van de toegang die zij hebben tot de informatie waarover overheidsinstanties en -administraties beschikken, en een evaluatie van de werking van de procedure voor erkenning, uitvoerbaarverklaring en tenuitvoerlegging die van toepassing is op beslissingen die zijn gegeven in een niet door het Haagse Protocol van 2007 gebonden lidstaat. Het verslag gaat zo nodig vergezeld van voorstellen tot aanpassing.
Artikel 75
Overgangsbepalingen
1. Onder voorbehoud van de leden 2 en 3 is deze verordening slechts van toepassing op de procedures die zijn ingesteld, de gerechtelijke schikkingen die zijn goedgekeurd of getroffen, en de authentieke akten die zijn opgesteld vanaf de datum waarop de verordening van toepassing is geworden.
2. De afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk IV zijn van toepassing:
a) op beslissingen, in lidstaten gegeven voordat de verordening van toepassing wordt, en waarvan vanaf dat tijdstip erkenning en uitvoerbaarverklaring wordt gevraagd;
b) op beslissingen die vanaf de datum waarop de verordening van toepassing wordt, worden gegeven in procedures die voor dat tijdstip zijn begonnen,
voor zover deze beslissingen, wat erkenning en tenuitvoerlegging betreft, binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 44/2001 vallen.
Verordening (EG) nr. 44/2001 blijft van toepassing op de procedures inzake erkenning en tenuitvoerlegging die aanhangig zijn op het tijdstip waarop de onderhavige verordening van toepassing wordt.
De eerste en de tweede alinea zijn van overeenkomstige toepassing op gerechtelijke schikkingen die worden goedgekeurd of getroffen, en authentieke akten die worden opgesteld in de lidstaten.
3. Hoofdstuk VII betreffende samenwerking tussen de centrale autoriteiten is van toepassing op verzoeken die de centrale autoriteit in ontvangst neemt met ingang van de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.
Artikel 76
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De artikelen 2, lid 2, 47, lid 3, 71, 72 en 73, zijn van toepassing met ingang van 18 september 2010.
Deze verordening, met uitzondering van de in de tweede alinea vermelde bepalingen, is van toepassing met ingang van 18 juni 2011, onder voorbehoud dat op dat tijdstip het Haagse Protocol van 2007 in de Gemeenschap van toepassing is. Bij gebreke hiervan is zij van toepassing met ingang van de datum waarop het genoemde protocol in de Gemeenschap van toepassing is.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
BIJLAGE I
UITTREKSEL VAN EEN BESLISSING/GERECHTELIJKE SCHIKKING INZAKE ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN DIE NIET ONDERWORPEN IS AAN EEN PROCEDURE VAN ERKENNING EN UITVOERBAARVERKLARING
(artikelen 20 en 48 van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 19 ))
BELANGRIJK
Af te geven door het gerecht van herkomst
Uitsluitend af te geven indien de beslissing of de gerechtelijke schikking uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst
Alleen de gegevens vermelden die in de beslissing of de gerechtelijke schikking zijn opgegeven of die het gerecht van herkomst ter kennis zijn gebracht
1. SOORT STUK
|
Beslissing |
|
Gerechtelijke schikking |
Datum en referentienummer: …
De beslissing/gerechtelijke schikking wordt erkend en is uitvoerbaar in een andere lidstaat zonder mogelijkheid om tegen de erkenning op te komen en zonder dat een uitvoerbaarverklaring nodig is (artikelen 17 en 48 van Verordening 4/2009).
2. GERECHT VAN HERKOMST
2.1. |
Naam: … |
2.2. |
Adres: 2.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 2.2.2. Plaats en postcode: … 2.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden |
2.3. |
Telefoon/fax/e-mail: … |
3.1. Persoon A
3.1.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
3.1.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
3.1.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
3.1.4. |
Adres: 3.1.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 3.1.4.2. Plaats en postcode: … 3.1.4.3. Land: … |
3.1.5. |
Heeft genoten 3.1.5.1. rechtsbijstand:
3.1.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
3.1.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009:
|
3.2. Persoon B
3.2.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
3.2.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
3.2.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
3.2.4. |
Adres: 3.2.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 3.2.4.2. Plaats en postcode: … 3.2.4.3. Land: … |
3.2.5. |
Heeft genoten 3.2.5.1. rechtsbijstand:
3.2.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
3.2.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009:
|
3.3. Persoon C
3.3.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
3.3.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
3.3.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
3.3.4. |
Adres: 3.3.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 3.3.4.2. Plaats en postcode: … 3.3.4.3. Land: … |
3.3.5. |
Heeft genoten 3.3.5.1. rechtsbijstand:
3.3.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
3.3.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009:
|
4. VERWEERDER(S) ( 22 ) ( 23 )
4.1. Persoon A
4.1.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
4.1.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
4.1.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
4.1.4. |
Adres: 4.1.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 4.1.4.2. Plaats en postcode: … 4.1.4.3. Land: … |
4.1.5. |
Heeft genoten 4.1.5.1. rechtsbijstand:
4.1.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
4.1.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009:
|
4.2. Persoon B
4.2.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
4.2.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
4.2.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
4.2.4. |
Adres: 4.2.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 4.2.4.2. Plaats en postcode: … 4.2.4.3. Land: … |
4.2.5. |
Heeft genoten 4.2.5.1. rechtsbijstand:
4.2.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
4.2.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009:
|
4.3. Persoon C
4.3.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
4.3.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
4.3.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
4.3.4. |
Adres: 4.3.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 4.3.4.2. Plaats en postcode: … 4.3.4.3. Land: … |
4.3.5. |
Heeft genoten 4.3.5.1. rechtsbijstand:
4.3.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
4.3.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009:
|
5. BESCHIKKEND GEDEELTE VAN DE BESLISSING/GERECHTELIJKE SCHIKKING
5.1. Valuta
Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) Tsjechische kroon (CZK) Kroatische kuna (HRK) Hongaarse forint (HUF) Poolse zloty (PLN) Roemeense leu (RON) Zweedse kroon (SEK) Andere (gelieve de ISO-code te vermelden): …
5.2. Verschuldigd levensonderhoud ( 24 )
5.2.1. Schuld A
5.2.1.1. |
Het verschuldigde levensonderhoud dient te worden uitgekeerd door … (naam en voornaam/voornamen) aan … (naam en voornaam/voornamen van de persoon aan wie het bedrag daadwerkelijk moet worden uitgekeerd) Persoon voor wie levensonderhoud verschuldigd is: … (naam en voornaam/voornamen) |
5.2.1.2. |
Uitkering ineens In voorkomend geval, tijdvak: … (datum (dd/mm/jjjj) tot datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis) Betaaldatum: … (dd/mm/jjjj) Bedrag: … |
5.2.1.3. |
Uitkering in termijnen
|
5.2.1.4. |
Periodieke uitkering
Bedrag: … Vanaf: … (dd/mm/jjjj) Datum/betaaldatum: … In voorkomend geval, tot (datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis): … Indien het verschuldigde levensonderhoud geïndexeerd is, gelieve te vermelden hoe de indexering wordt berekend: … … Indexering van toepassing met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.1.5. |
Met terugwerkende kracht verschuldigde bedrag Tijdvak: … ((dd/mm/jjjj) tot (dd/mm/jjjj)) Bedrag: … Betalingswijze: … … … |
5.2.1.6. |
Rente (indien in de beslissing/gerechtelijke schikking vermeld) Indien over het verschuldigde levensonderhoud rente is verschuldigd, gelieve de rentevoet te vermelden: … Rente verschuldigd met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.1.7. |
Betaling in natura (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.1.8. |
Andere betalingswijze (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.2. Schuld B
5.2.2.1. |
Het verschuldigde levensonderhoud dient te worden uitgekeerd door … (naam en voornaam/voornamen) aan … (naam en voornaam/voornamen van de persoon aan wie het bedrag daadwerkelijk moet worden uitgekeerd) Persoon voor wie levensonderhoud verschuldigd is: … (naam en voornaam/voornamen) |
5.2.2.2. |
Uitkering ineens In voorkomend geval, tijdvak: … (datum (dd/mm/jjjj) tot datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis) Betaaldatum: … (dd/mm/jjjj) Bedrag: … |
5.2.2.3. |
Uitkering in termijnen
|
5.2.2.4. |
Periodieke uitkering
Bedrag: … Vanaf: … (dd/mm/jjjj) Datum/betaaldatum: … In voorkomend geval, tot (datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis): … Indien het verschuldigde levensonderhoud geïndexeerd is, gelieve te vermelden hoe de indexering wordt berekend: … Indexering van toepassing met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.2.5. |
Met terugwerkende kracht verschuldigde bedrag Tijdvak: … ((dd/mm/jjjj) tot (dd/mm/jjjj)) Bedrag: … Betalingswijze: … … … |
5.2.2.6. |
Rente (indien in de beslissing/gerechtelijke schikking vermeld) Indien over het verschuldigde levensonderhoud rente is verschuldigd, gelieve de rentevoet te vermelden: … Rente verschuldigd met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.2.7. |
Betaling in natura (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.2.8. |
Andere betalingswijze (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.3. Schuld C
5.2.3.1. |
Het verschuldigde levensonderhoud dient te worden betaald door … (naam en voornaam/voornamen) aan … (naam en voornaam/voornamen van de persoon aan wie het bedrag daadwerkelijk moet worden betaald) Persoon voor wie levensonderhoud verschuldigd is: … (naam en voornaam/voornamen) |
5.2.3.2. |
Uitkering ineens In voorkomend geval, tijdvak: … (datum (dd/mm/jjjj) tot datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis) Betaaldatum: … (dd/mm/jjjj) Bedrag: … |
5.2.3.3. |
Uitkering in termijnen
|
5.2.3.4. |
Periodieke uitkering
Bedrag: … Vanaf: … (dd/mm/jjjj) Datum/betaaldatum: … In voorkomend geval, tot (datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis): … Indien het verschuldigde levensonderhoud geïndexeerd is, gelieve te vermelden hoe de indexering wordt berekend: … … Indexering van toepassing met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.3.5. |
Met terugwerkende kracht verschuldigde bedrag Tijdvak: … ((dd/mm/jjjj) tot (dd/mm/jjjj)) Bedrag: … Betalingswijze: … … … |
5.2.3.6. |
Rente (indien in de beslissing/gerechtelijke schikking vermeld) Indien over het verschuldigde levensonderhoud rente is verschuldigd, gelieve de rentevoet te vermelden: … Rente verschuldigd met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.3.7. |
Betaling in natura (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.3.8. |
Andere betalingswijze (gelieve te preciseren): … … … … |
5.3. Kosten
Op grond van de beslissing/gerechtelijke schikking moet
…(naam en voornaam/voornamen)
de som van … betalen
aan … (naam en voornaam/voornamen)
Gelieve het aantal bladzijden te vermelden indien u extra bladen toevoegt: …
Gedaan te: … op: … (dd/mm/jjjj)
Handtekening en/of stempel van het gerecht van herkomst:
…
BIJLAGE II
UITTREKSEL VAN EEN BESLISSING/GERECHTELIJKE SCHIKKING INZAKE ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN DIE ONDERWORPEN IS AAN EEN PROCEDURE VAN ERKENNING EN UITVOERBAARVERKLARING
(artikel 28 en artikel 75, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 25 ))
BELANGRIJK
Af te geven door het gerecht van herkomst
Uitsluitend af te geven indien de beslissing of de gerechtelijke schikking uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst
Alleen de gegevens vermelden die in de beslissing of de gerechtelijke schikking zijn opgegeven of die aan het gerecht van herkomst ter kennis zijn gebracht
1. SOORT STUK
|
Beslissing |
|
Gerechtelijke schikking |
Datum en referentienummer: …
2. GERECHT VAN HERKOMST
2.1. |
Naam: … |
2.2. |
Adres: 2.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 2.2.2. Plaats en postcode: … 2.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Denemarken Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
2.3. |
Telefoon/fax/e-mail: … |
3.1. Persoon A
3.1.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
3.1.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
3.1.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
3.1.4. |
Adres: 3.1.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 3.1.4.2. Plaats en postcode: … 3.1.4.3. Land: … |
3.1.5. |
Heeft genoten 3.1.5.1. rechtsbijstand:
3.1.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
3.1.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. ( 28 ) 4/2009:
|
3.2. Persoon B
3.2.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
3.2.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
3.2.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
3.2.4. |
Adres: 3.2.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 3.2.4.2. Plaats en postcode: … 3.2.4.3. Land: … |
3.2.5. |
Heeft genoten 3.2.5.1. rechtsbijstand:
3.2.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
3.2.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. ( 29 ) 4/2009:
|
3.3. Persoon C
3.3.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
3.3.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
3.3.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
3.3.4. |
Adres: 3.3.4.1. Straat en nummer/postbus: … 3.3.4.2. Plaats en postcode: … 3.3.4.3. Land: … |
3.3.5. |
Heeft genoten 3.3.5.1. rechtsbijstand:
3.3.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
3.3.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. ( 30 ) 4/2009:
|
4. VERWEERDER(S) ( 31 ) ( 32 )
4.1. Persoon A
4.1.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
4.1.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
4.1.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
4.1.4. |
Adres: 4.1.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 4.1.4.2. Plaats en postcode: … 4.1.4.3. Land: … |
4.1.5. |
Heeft genoten 4.1.5.1. rechtsbijstand:
4.1.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
4.1.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009 ( 33 ):
|
4.2. Persoon B
4.2.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
4.2.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
4.2.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
4.2.4. |
Adres: 4.2.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 4.2.4.2. Plaats en postcode: … 4.2.4.3. Land: … |
4.2.5. |
Heeft genoten 4.2.5.1. rechtsbijstand:
4.2.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
4.2.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009 ( 34 ):
|
4.3. Persoon C
4.3.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
4.3.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
4.3.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer: … |
4.3.4. |
Adres: 4.3.4.1. Straat en huisnummer/postbus: … 4.3.4.2. Plaats en postcode: … 4.3.4.3. Land: … |
4.3.5. |
Heeft genoten 4.3.5.1. rechtsbijstand:
4.3.5.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
4.3.5.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009 ( 35 ):
|
5. BESCHIKKEND GEDEELTE VAN DE BESLISSING/GERECHTELIJKE SCHIKKING
5.1. Valuta
Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) Tsjechische kroon (CZK) Deense kroon (DKK) Pond sterling (GBP) Kroatische kuna (HRK) Hongaarse forint (HUF) Poolse zloty (PLN) Roemeense leu (RON) Zweedse kroon (SEK) Andere (gelieve de ISO-code te vermelden): …
5.2. Verschuldigd levensonderhoud ( 36 )
5.2.1. Schuld A
5.2.1.1. |
Het verschuldigde levensonderhoud dient te worden uitgekeerd door … (naam en voornaam/voornamen) aan … (naam en voornaam/voornamen van de persoon aan wie het bedrag daadwerkelijk moet worden uitgekeerd) Persoon voor wie levensonderhoud verschuldigd is: … (naam en voornaam/voornamen) |
5.2.1.2. |
Uitkering ineens In voorkomend geval, tijdvak: … (datum (dd/mm/jjjj) tot datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis) Betaaldatum: … (dd/mm/jjjj) Bedrag: … |
5.2.1.3. |
Uitkering in termijnen
|
5.2.1.4. |
Periodieke uitkering
Bedrag: … Vanaf: … (dd/mm/jjjj) Datum/betaaldatum: … In voorkomend geval, tot (datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis): … Indien het verschuldigde levensonderhoud geïndexeerd is, gelieve te vermelden hoe de indexering wordt berekend: … … Indexering van toepassing met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.1.5. |
Met terugwerkende kracht verschuldigde bedrag Tijdvak: … ((dd/mm/jjjj) tot (dd/mm/jjjj)) Bedrag: … Betalingswijze: … … … |
5.2.1.6. |
Rente (indien in de beslissing/gerechtelijke schikking vermeld) Indien over het verschuldigde levensonderhoud rente is verschuldigd, gelieve de rentevoet te vermelden: … Rente verschuldigd met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.1.7. |
Betaling in natura (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.1.8. |
Andere betalingswijze (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.2. Schuld B
5.2.2.1. |
Het verschuldigde levensonderhoud dient te worden uitgekeerd door … (naam en voornaam/voornamen) aan … (naam en voornaam/voornamen van de persoon aan wie het bedrag daadwerkelijk moet worden uitgekeerd) Persoon voor wie levensonderhoud verschuldigd is: …(naam en voornaam/voornamen) |
5.2.2.2. |
Uitkering ineens In voorkomend geval, tijdvak: … (datum (dd/mm/jjjj) tot datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis) Betaaldatum: … (dd/mm/jjjj) Bedrag: … |
5.2.2.3. |
Uitkering in termijnen
|
5.2.2.4. |
Periodieke uitkering
Bedrag: … Vanaf: … (dd/mm/jjjj) Datum/betaaldatum: … In voorkomend geval, tot (datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis): … Indien het verschuldigde levensonderhoud geïndexeerd is, gelieve te vermelden hoe de indexering wordt berekend: … … Indexering van toepassing met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.2.5. |
Met terugwerkende kracht verschuldigde bedrag Tijdvak: … ((dd/mm/jjjj) tot (dd/mm/jjjj)) Bedrag: … Betalingswijze: … … … |
5.2.2.6. |
Rente (indien in de beslissing/gerechtelijke schikking vermeld) Indien over het verschuldigde levensonderhoud rente is verschuldigd, gelieve de rentevoet te vermelden: … Rente verschuldigd met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.2.7. |
Betaling in natura (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.2.8. |
Andere betalingswijze (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.3. Schuld C
5.2.3.1. |
Het verschuldigde levensonderhoud dient te worden uitgekeerd door … (naam en voornaam/voornamen) aan … (naam en voornaam/voornamen van de persoon aan wie het bedrag daadwerkelijk moet worden uitgekeerd) Persoon voor wie levensonderhoud verschuldigd is: … (naam en voornaam/voornamen) |
5.2.3.2. |
Uitkering ineens In voorkomend geval, tijdvak: … (datum (dd/mm/jjjj) tot datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis) Betaaldatum: … (dd/mm/jjjj) Bedrag: … |
5.2.3.3. |
Uitkering in termijnen
|
5.2.3.4. |
Periodieke uitkering
Bedrag: … Vanaf: … (dd/mm/jjjj) Datum/betaaldatum: … In voorkomend geval, tot (datum (dd/mm/jjjj) of gebeurtenis): … Indien het verschuldigde levensonderhoud geïndexeerd is, gelieve te vermelden hoe de indexering wordt berekend: … … Indexering van toepassing met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.3.5. |
Met terugwerkende kracht verschuldigde bedrag Tijdvak: … ((dd/mm/jjjj) tot (dd/mm/jjjj)) Bedrag: … Betalingswijze: … … … |
5.2.3.6. |
Rente (indien in de beslissing/gerechtelijke schikking vermeld) Indien over het verschuldigde levensonderhoud rente is verschuldigd, gelieve de rentevoet te vermelden: … Rente verschuldigd met ingang van: … (dd/mm/jjjj) |
5.2.3.7. |
Betaling in natura (gelieve te preciseren): … … … … |
5.2.3.8. |
Andere betalingswijze (gelieve te preciseren): … … … … |
5.3. Kosten
Op grond van de beslissing/gerechtelijke schikking moet
… (naam en voornaam/voornamen)
de som van … betalen
aan … (naam en voornaam/voornamen)
Gelieve het aantal bladzijden te vermelden indien u extra bladen toevoegt: …
Gedaan te: … op: … (dd/mm/jjjj)
Handtekening en/of stempel van het gerecht van herkomst:
…
BIJLAGE III
UITTREKSEL VAN EEN AUTHENTIEKE AKTE INZAKE ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN DIE NIET ONDERWORPEN IS AAN EEN PROCEDURE VAN ERKENNING EN UITVOERBAARVERKLARING
(artikel 48 van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 37 ))
BELANGRIJK
Af te geven door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst
Uitsluitend af te geven indien de authentieke akte uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst
Alleen de gegevens opgeven die in de authentieke akte vermeld zijn of die aan de bevoegde autoriteit ter kennis zijn gebracht
1. |
DATUM EN REFERENTIENUMMER VAN DE AUTHENTIEKE AKTE: … De authentieke akte wordt erkend en is uitvoerbaar in een andere lidstaat zonder mogelijkheid om tegen de erkenning op te komen en zonder dat een uitvoerbaarverklaring nodig is (artikel 48 van Verordening (EG) nr. 4/2009). |
2. |
AARD VAN DE AUTHENTIEKE AKTE
|
3. |
ONDERHOUDSGERECHTIGDE(N) (
38
) 3.1. Persoon A
3.2. Persoon B
3.3. Persoon C
|
4. |
ONDERHOUDSPLICHTIGE(N) (
39
) 4.1. Persoon A
4.2. Persoon B
4.3. Persoon C
|
5. |
INHOUD VAN DE AUTHENTIEKE AKTE 5.1. Valuta Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) Tsjechische kroon (CZK) Kroatische kuna (HRK) Hongaarse forint (HUF) Poolse zloty (PLN) Roemeense leu (RON) Zweedse kroon (SEK) Andere (gelieve de ISO-code te vermelden): … 5.2. Verschuldigd levensonderhoud ( 40 ) 5.2.1. Schuld A
5.2.2. Schuld B
5.2.3. Schuld C
5.3. Kosten Op grond van de authentieke akte moet … (naam en voornaam/voornamen) de som van … betalen aan … (naam en voornaam/voornamen) |
Gelieve het aantal bladzijden te vermelden indien u extra bladen toevoegt: …
Gedaan te: … op: … (dd/mm/jjjj)
Handtekening en/of stempel van de bevoegde autoriteit:
…
BIJLAGE IV
UITTREKSEL VAN EEN AUTHENTIEKE AKTE INZAKE ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN DIE ONDERWORPEN IS AAN EEN PROCEDURE VAN ERKENNING EN UITVOERBAARVERKLARING
(artikel 48 en artikel 75, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 41 ))
BELANGRIJK
Af te geven door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst
Uitsluitend af te geven indien de authentieke akte uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst
Alleen de gegevens opgeven die in de authentieke akte vermeld zijn of die aan de bevoegde autoriteit ter kennis zijn gebracht
1. |
DATUM EN REFERENTIENUMMER VAN DE AUTHENTIEKE AKTE: … |
2. |
AARD VAN DE AUTHENTIEKE AKTE
|
3. |
ONDERHOUDSGERECHTIGDE(N) (
42
) 3.1. Persoon A
3.2. Persoon B
3.3. Persoon C
|
4. |
ONDERHOUDSPLICHTIGE(N) (
43
) 4.1. Persoon A
4.2. Persoon B
4.3. Persoon C
|
5. |
INHOUD VAN DE AUTHENTIEKE AKTE 5.1. Valuta Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) Tsjechische kroon (CZK) Deense kroon (DKK) Pond sterling (GBP) Kroatische kuna (HRK) Hongaarse forint (HUF) Poolse zloty (PLN) Roemeense leu (RON) Zweedse kroon (SEK) Andere (gelieve de ISO-code te vermelden): … 5.2. Verschuldigd levensonderhoud ( 44 ) 5.2.1. Schuld A
5.2.2. Schuld B
5.2.3. Schuld C
5.3. Kosten Op grond van de authentieke akte moet … (naam en voornaam/voornamen) de som van … betalen aan … (naam en voornaam/voornamen) |
Gelieve het aantal bladzijden te vermelden indien u extra bladen toevoegt: …
Gedaan te: … op: … (dd/mm/jjjj)
Handtekening en/of stempel van de bevoegde autoriteit:
…
BIJLAGE V
VERZOEK OM EEN SPECIFIEKE MAATREGEL
(artikel 53 van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 45 ))
DEEL A
In te vullen door de verzoekende centrale autoriteit
1. VERZOEKENDE CENTRALE AUTORITEIT
1.1. |
Naam: … |
1.2. |
Adres: 1.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 1.2.2. Plaats en postcode: … 1.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
1.3. |
Telefoon: … |
1.4. |
Fax … |
1.5. |
E-mail: … |
1.6. |
Referentienummer: … |
1.7. |
Met de behandeling van het verzoek belaste persoon: 1.7.1. Naam en voornaam/voornamen: … 1.7.2. Telefoon: … 1.7.3. E-mail: … |
2. AANGEZOCHTE CENTRALE AUTORITEIT
2.1. |
Naam: … |
2.2. |
Adres: 2.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 2.2.2. Plaats en postcode: … 2.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
3. VERZOEK
3.1. De specifieke maatregel heeft ten doel:
3.1.1. De onderhoudsplichtige en de onderhoudsgerechtigde te helpen lokaliseren (zie punten 3.3. en 3.4.)
3.1.2. Assistentie bij de verkrijging van informatie over het inkomen of het vermogen van de onderhoudsplichtige of de onderhoudsgerechtigde (zie punten 3.3. en 3.4)
3.1.3. de verkrijging van bewijsstukken of ander bewijs te vergemakkelijken;
3.1.4. Bijstand bij het vaststellen van de bloedverwantschap te verkrijgen
3.1.5. Een procedure ter verkrijging van voorlopige maatregelen aanhangig te maken of het aanhangig maken daarvan te vergemakkelijken
3.1.6. De betekening en de kennisgeving van stukken te vergemakkelijken
3.2. Motivering van het verzoek:
…
…
…
…
…
3.3. De gevraagde gegevens hebben betrekking op:
3.3.1. |
de volgende onderhoudsplichtige:
|
3.3.2. |
de volgende onderhoudsgerechtigde:
|
3.4. Gevraagde gegevens
3.4.1. |
Huidig adres van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde |
3.4.2. |
Inkomsten van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde: |
3.4.3. |
Vermogen van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde, inclusief de lokalisering van de goederen van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde |
De onderhoudsgerechtigde heeft een afschrift van een beslissing, een gerechtelijke schikking of een authentieke akte overgelegd, eventueel vergezeld van het desbetreffende formulier
|
Ja |
|
Neen |
De kennisgeving aan de persoon over wie de informatie wordt verzameld zou afbreuk kunnen doen aan de daadwerkelijke inning van het levensonderhoud (artikel 63, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009)
Gedaan te … op: … (dd/mm/jjjj)
Naam en handtekening van de gemachtigde functionaris van de verzoekende centrale autoriteit:
…
DEEL B
In te vullen door de aangezochte centrale autoriteit
4. REFERENTIENUMMER VAN DE AANGEZOCHTE CENTRALE AUTORITEIT:
5. MET DE BEHANDELING VAN HET VERZOEK BELASTE PERSOON: …
5.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
5.2. |
Telefoon: … |
5.3. |
Fax … |
5.4. |
E-mail: … |
6. GENOMEN MAATREGELEN EN RESULTATEN
…
…
…
…
7. INGEWONNEN INFORMATIE:
7.1. In geval van niet toepassing van de artikelen 61, 62 en 63 van Verordening (EG) nr. 4/2009:
7.1.1. |
Adres van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde:
… … |
7.1.2. |
Inkomsten van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde:
… … |
7.1.3. |
Vermogen van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde:
… … |
7.2. In geval van toepassing van de artikelen 61, 62 en 63 van Verordening (EG) nr. 4/2009:
7.2.1. |
Adres van de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde:
… … … |
7.2.2. |
De onderhoudsplichtige beschikt over inkomsten
|
7.2.3. |
De onderhoudsplichtige beschikt over vermogen
|
BELANGRIJK
In geval van toepassing van de artikelen 61, 62 en 63 van Verordening (EG) nr. 4/2009:
Met uitzondering van de informatie betreffende het al dan niet bestaan van een adres, inkomsten of vermogen in de aangezochte lidstaat, mogen de in artikel 61, lid 2, bedoelde gegevens niet worden verstrekt aan de persoon die de zaak bij de verzoekende centrale autoriteit aanhangig heeft gemaakt, onverminderd de in rechte toepasselijke regels voor de procesvoering (artikel 62, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 4/2009).
8. ONMOGELIJKHEID OM DE GEVRAAGDE INFORMATIE TE VERSTREKKEN
De aangezochte centrale autoriteit kan de gevraagde informatie om de volgende redenen niet verstrekken:
…
…
…
Gedaan te … op: … (dd/mm/jjjj)
Naam en handtekening van de gemachtigde functionaris van de aangezochte centrale autoriteit:
…
BIJLAGE VI
AANVRAAGFORMULIER MET HET OOG OP DE ERKENNING, DE UITVOERBAARVERKLARING OF DE TENUITVOERLEGGING VAN EEN BESLISSING INZAKE ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN
(artikel 56 en artikel 57 van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 52 ))
DEEL A
In te vullen door de verzoekende centrale autoriteit
1. VERZOEK
|
Verzoek om erkenning of verzoek om erkenning en uitvoerbaarverklaring van een beslissing (artikel 56, lid 1, punt a)) |
|
Verzoek om erkenning van een beslissing (artikel 56, lid 2, punt a)) |
|
Verzoek om tenuitvoerlegging van een in de aangezochte lidstaat gegeven of erkende beslissing (artikel 56, lid 1, punt b)) |
2. VERZOEKENDE CENTRALE AUTORITEIT
2.1. |
Naam: … |
2.2. |
Adres: 2.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 2.2.2. Plaats en postcode: … 2.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
2.3. |
Telefoon: … |
2.4. |
Fax … |
2.5. |
E-mail: … |
2.6. |
Referentienummer van het verzoek: … Te behandelen samen met het verzoek/de verzoeken met het/de volgende referentienummer(s): … |
2.7. |
Met de behandeling van het verzoek belaste persoon: 2.7.1. Naam en voornaam/voornamen: … 2.7.2. Telefoon: … 2.7.3. E-mail: … |
3. AANGEZOCHTE CENTRALE AUTORITEIT
3.1. |
Naam: … |
3.2. |
Adres: 3.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 3.2.2. Plaats en postcode: … 3.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
4. BIJ HET VERZOEK TE VOEGEN STUKKEN ( 53 ) INDIEN HET EEN IN EEN LIDSTAAT GEWEZEN BESLISSING BETREFT
|
Een expeditie van de beslissing/gerechtelijke schikking/authentieke akte |
|
Een uittreksel van de beslissing/gerechtelijke schikking/authentieke akte door middel van het formulier in bijlage I, bijlage II, bijlage III of bijlage IV |
|
Een transliteratie of een vertaling van de inhoud van het formulier in bijlage I, bijlage II, bijlage III of bijlage IV |
|
Eventueel een kopie van de uitvoerbaarverklaring |
|
Een stuk waarin het bedrag van de achterstallige betalingen wordt vastgesteld, met vermelding van de berekeningsdatum |
|
Een stuk waarin wordt verklaard dat de verzoeker rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven heeft genoten |
|
Een stuk waarin wordt verklaard dat de verzoeker in de lidstaat van herkomst een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit heeft genoten en dat hij voldoet aan de financiële criteria om voor rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven in aanmerking te komen |
|
Een stuk waarin het recht van het openbare lichaam op terugbetaling van aan de onderhoudsgerechtigde verstrekte uitkeringen wordt aangetoond en de verstrekking van de uitkeringen wordt gestaafd |
|
Andere (specificeren) … … … … |
5. BIJ HET VERZOEK TE VOEGEN STUKKEN ( 54 ) INDIEN HET EEN IN EEN DERDE LAND GEWEZEN BESLISSING BETREFT
|
De volledige tekst van de beslissing |
|
Een samenvatting of uittreksel van de beslissing, opgesteld door de bevoegde instantie van de lidstaat van herkomst |
|
Een stuk waarin wordt vastgesteld dat de beslissing in de lidstaat van herkomst uitvoerbaar is en, als het om een beslissing van een administratieve autoriteit gaat, een stuk waarin wordt vastgesteld dat aan de voorwaarden van artikel 19, lid 3, van het Verdrag van „s-Gravenhage van 2007 is voldaan |
|
Indien de verweerder niet is verschenen of niet is vertegenwoordigd in de procedures in de lidstaat van herkomst, een stuk of stukken waarin, naar gelang van het geval, wordt bevestigd dat de verweerder naar behoren is ingelicht over de procedure en de mogelijkheid heeft gehad gehoord te worden, dan wel naar behoren in kennis is gesteld van de beslissing en de mogelijkheid heeft gehad om deze aan te vechten of een rechtsmiddel in te stellen, in feite en in rechte |
|
Een stuk waarin het bedrag van de achterstallige betalingen wordt vastgesteld, met vermelding van de berekeningsdatum |
|
Een stuk met nuttige informatie voor de nodige berekeningen in geval van een beslissing met automatische indexering |
|
Een stuk waarin wordt vermeld in welke mate de betrokkene in de lidstaat van herkomst kosteloze rechtsbijstand heeft genoten |
|
Andere, namelijk: … … … … |
Aantal aan het aanvraagformulier gehechte stukken: …
Gedaan te: … op … (dd/mm/jjjj)
Naam en handtekening van de gemachtigde functionaris van de verzoekende centrale autoriteit: …
DEEL B
In te vullen door de verzoeker of, in voorkomend geval, door de persoon/autoriteit die in de verzoekende lidstaat gemachtigd is om namens de verzoeker een formulier in te vullen
6. VERZOEK
6.1. |
Verzoek om erkenning of verzoek om erkenning en uitvoerbaarverklaring van een beslissing Grond van het verzoek: 6.1.1. Hoofdstuk IV, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009 6.1.2. Het Verdrag van „s-Gravenhage van 2007 6.1.2.1. Grondslag voor de erkenning en tenuitvoerlegging uit hoofde van artikel 20 van dit verdrag: … 6.1.2.2. De verweerder is verschenen of vertegenwoordigd in de procedures in de lidstaat van herkomst:
6.1.3. Nationaal recht van de aangezochte lidstaat 6.1.4. Andere (preciseer) … … … … |
6.2. |
Verzoek om tenuitvoerlegging van de in de aangezochte lidstaat gegeven of erkende beslissing |
7. BESLISSING
7.1. |
Datum en referentienummer: … |
7.2. |
Naam van het gerecht van herkomst: … |
8. VERZOEKER
8.1. Natuurlijke persoon
8.1.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
8.1.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
8.1.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer ( 55 ): … |
8.1.4. |
Nationaliteit: … |
8.1.5. |
Beroep: … |
8.1.6. |
Burgerlijke staat: … |
8.1.7. |
Adres:
|
8.1.8. |
Telefoon/e-mail: … |
8.1.9. |
Heeft genoten: 8.1.9.1. rechtsbijstand:
8.1.9.2. vrijstelling van kosten en uitgaven:
8.1.9.3. een kosteloze procedure voor een administratieve autoriteit als genoemd in bijlage X van Verordening (EG) nr. 4/2009:
|
8.1.10. |
In voorkomend geval, naam, voornaam/voornamen en contactgegevens van de vertegenwoordiger van de verzoeker (advocaat …): … … |
8.2. Openbaar lichaam:
8.2.1. |
Naam: … |
8.2.2. |
Adres: 8.2.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 8.2.2.2. Plaats en postcode: … 8.2.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
8.2.3. |
Telefoon/fax/e-mail: … |
8.2.4. |
Naam van de persoon die in de procedures optreedt voor de overheidsinstantie ( 57 ): … |
8.2.5. |
Met de behandeling van het verzoek belaste persoon: 8.2.5.1. Naam en voornaam/voornamen: … 8.2.5.2. Telefoon: … 8.2.5.3. Fax … 8.2.5.4. E-mail: … |
9. VERWEERDER
9.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
9.2. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats ( 58 ): … |
9.3. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer ( 59 ): … |
9.4. |
Nationaliteit ( 60 ): … |
9.5. |
Beroep ( 61 ): … |
9.6. |
Burgerlijke staat ( 62 ): … |
9.7. |
Adres ( 63 ):
|
10. ALLE ANDERE GEGEVENS DIE VAN NUT KUNNEN ZIJN VOOR DE OPSPORING VAN DE VERWEERDER: …
…
…
…
11. PERSOON VOOR WIE LEVENSONDERHOUD WORDT GEVRAAGD OF VERSCHULDIGD IS ( 64 )
11.1. |
Dezelfde persoon als de verzoeker in punt 8 |
11.2. |
Dezelfde persoon als de verweerder in punt 9 |
11.3. |
is de wettelijke vertegenwoordiger ( 65 ) van de belangen van de volgende persoon/personen: 11.3.1. Persoon A
11.3.2. Persoon B
11.3.3. Persoon C
|
12. ONDERHOUDSPLICHTIGE
12.1. |
Dezelfde persoon als de verzoeker in punt 8 |
12.2. |
Dezelfde persoon als de verweerder in punt 9 |
12.3. |
is de wettelijke behartiger ( 78 ) van de belangen van de volgende persoon: 12.3.1. Naam en voornaam/voornamen: … 12.3.2. Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … 12.3.3. Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer ( 79 ): … 12.3.4. Nationaliteit ( 80 ): … 12.3.5. Beroep ( 81 ): … 12.3.6. Burgerlijke staat ( 82 ): … |
13. GEGEVENS OVER DE BETALING INDIEN HET VERZOEK UITGAAT VAN DE ONDERHOUDSGERECHTIGDE
13.1. Elektronische betaling
13.1.1. |
Naam van de bank: … |
13.1.2. |
BIC of andere relevante bankcode: … |
13.1.3. |
Rekeninghouder: … |
13.1.4. |
Internationaal bankrekeningnummer (IBAN): … |
13.2. Betaling per cheque
13.2.1. |
Cheque ten name van: … |
13.2.2. |
Cheque te sturen aan
|
14. EVENTUELE AANVULLENDE INFORMATIE:
…
…
…
Gedaan te: … op … (dd/mm/jjjj)
Handtekening van de aanvrager: …
en/of, in voorkomend geval:
Naam en handtekening van de persoon/autoriteit die in de verzoekende lidstaat gemachtigd is om namens de verzoeker een formulier in te vullen:
…
BIJLAGE VII
AANVRAAGFORMULIER VOOR DE VERKRIJGING OF DE WIJZIGING VAN EEN BESLISSING INZAKE ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN
(artikel 56 en artikel 57 van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 83 ))
DEEL A
In te vullen door de verzoekende centrale autoriteit
1. VERZOEK
|
Verzoek om vaststelling van een beslissing (artikel 56, lid 1, punt c)) |
|
Verzoek om vaststelling van een beslissing (artikel 56, lid 1, punt d)) |
|
Verzoek om wijziging van een beslissing (artikel 56, lid 1, punt e)) |
|
Verzoek om wijziging van een beslissing (artikel 56, lid 1, punt f)) |
|
Verzoek om wijziging van een beslissing (artikel 56, lid 2, punt b)) |
|
Verzoek om wijziging van een beslissing (artikel 56, lid 2, punt c)) |
2. VERZOEKENDE CENTRALE AUTORITEIT
2.1. |
Naam: … |
2.2. |
Adres: 2.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 2.2.2. Plaats en postcode: … 2.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
2.3. |
Telefoon: … |
2.4. |
Fax … |
2.5. |
E-mail: … |
2.6. |
Referentienummer van het verzoek: … Te behandelen samen met het verzoek/de verzoeken met het/de volgende referentienummer(s): … |
2.7. |
Met de behandeling van het verzoek belaste persoon: 2.7.1. Naam en voornaam/voornamen: … 2.7.2. Telefoon: … 2.7.3. E-mail: … |
3. AANGEZOCHTE CENTRALE AUTORITEIT
3.1. |
Naam: … |
3.2. |
Adres: 3.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 3.2.2. Plaats en postcode: … 3.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
4. NAAR GELANG VAN HET GEVAL BIJ HET VERZOEK TE VOEGEN STUKKEN ( 84 )
|
Beslissing van de aangezochte lidstaat waarbij de erkenning of de uitvoerbaarverklaring is geweigerd |
|
Afschrift van de te wijzigen beslissing |
|
Uittreksel van de te wijzigen beslissing |
|
Stuk(ken) ter staving van gewijzigde inkomenspositie of van andere gewijzigde omstandigheden |
|
Geboorteakte(n) of daarmee gelijkgesteld stuk |
|
Erkenning van bloedverwantschap door de onderhoudsplichtige |
|
Stuk ter staving van de biologische afstamming |
|
Beslissing van een bevoegde autoriteit met betrekking tot de bloedverwantschap |
|
Resultaten van genetisch onderzoek |
|
Adoptieakte |
|
Huwelijksakte of akte van andere samenlevingsvorm |
|
Stukken ter staving van datum van echtscheiding/scheiding van tafel en bed |
|
Stuk ter staving van de samenwoning van partijen |
|
Bewijs/bewijzen van schoolopleiding |
|
Stuk(ken) ter staving van de financiële situatie |
|
Andere, namelijk: … … … … |
Aantal aan het aanvraagformulier gehechte stukken: …
Gedaan te: … op … (dd/mm/jjjj)
Naam en handtekening van de gemachtigde functionaris van de verzoekende centrale autoriteit:
…
DEEL B
In te vullen door de verzoeker of, in voorkomend geval, door de persoon/de autoriteit die in de verzoekende lidstaat gemachtigd is om namens de verzoeker het formulier in te vullen
5. VERZOEK
5.1. |
Verzoek om vaststelling van een beslissing
|
5.2. |
Verzoek om wijziging van een beslissing
|
6. VERZOEKER
6.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
6.2. |
Adres:
|
6.3. |
Telefoon/e-mail: … |
6.4. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … |
6.5. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer ( 86 ): … |
6.6. |
Nationaliteit: … |
6.7. |
Beroep: … |
6.8. |
Burgerlijke staat: … |
6.9. |
In voorkomend geval, naam, voornaam/voornamen en contactgegevens van de vertegenwoordiger van de verzoeker (advocaat …): … … |
7. VERWEERDER
7.1. |
Naam en voornaam/voornamen: … |
7.2. |
Adres ( 87 ): 7.2.1. Straat en huisnummer/postbus: … 7.2.2. Plaats en postcode: … 7.2.3. lidstaat België Bulgarije Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk |
7.3. |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats ( 88 ): … |
7.4. |
Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer ( 89 ): … |
7.5. |
Nationaliteit ( 90 ): … |
7.6. |
Beroep ( 91 ): … |
7.7. |
Burgerlijke staat ( 92 ): … |
8. ALLE ANDERE GEGEVENS DIE VAN NUT KUNNEN ZIJN VOOR DE OPSPORING VAN DE VERWEERDER:
…
…
…
9. PERSOON VOOR WIE LEVENSONDERHOUD WORDT GEVRAAGD OF VERSCHULDIGD IS ( 93 )
9.1. |
Dezelfde persoon als de verzoeker in punt 6 |
9.2. |
Dezelfde persoon als de verweerder in punt 7 |
9.3. |
is de wettelijke vertegenwoordiger ( 94 ) van de belangen van de volgende persoon/personen: 9.3.1. Persoon A
9.3.2. Persoon B
9.3.3. Persoon C
|
10. ONDERHOUDSPLICHTIGE
10.1. |
Dezelfde persoon als de verzoeker in punt 6 |
10.2. |
Dezelfde persoon als de verweerder in punt 7 |
10.3. |
is de wettelijke behartiger ( 107 ) van de belangen van de volgende persoon: 10.3.1. Naam en voornaam/voornamen: … 10.3.2. Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats: … 10.3.3. Identiteitskaartnummer of socialezekerheidsnummer/burgerservicenummer ( 108 ): … 10.3.4. Nationaliteit ( 109 ): … 10.3.5. Beroep ( 110 ): … 10.3.6. Burgerlijke staat ( 111 ): … 10.3.7. Levensonderhoud voortvloeiend uit:
|
11. GEGEVENS OVER DE FINANCIËLE TOESTAND VAN DE PERSONEN OP WIE HET VERZOEK BETREKKING HEEFT (ALLEEN DE GEGEVENS VERMELDEN DIE RELEVANT ZIJN VOOR HET VASTSTELLEN OF WIJZIGEN VAN EEN BESLISSING)
11.1. Valuta
Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) Tsjechische kroon (CZK) Pond sterling (GBP) Kroatische kuna (HRK) Hongaarse forint (HUF) Poolse zloty (PLN) Roemeense leu (RON) Zweedse kroon (SEK) Andere (gelieve de ISO-code te vermelden): …
11.2. De persoon (personen) voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is en de persoon die deze persoon (personen) in hoofdzaak onderhoudt
11.2.1. Bruto-inkomen
op maandbasis op jaarbasis |
Persoon die de persoon (de personen) voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is, in hoofdzaak onderhoudt |
Huidige echtgeno(o)t(e) of partner van de persoon die de persoon (personen) voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is, in hoofdzaak onderhoudt |
Persoon voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is (Persoon A) |
Persoon voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is (Persoon B) |
Persoon voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is (Persoon C) |
Inkomsten uit arbeid in loondienst (inclusief voordelen in natura), ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen, levensonderhoud, rente, lijfrente en werkloosheidsuitkeringen |
|||||
Inkomen uit arbeid anders dan in loondienst |
|||||
Inkomen uit effecten/roerende waarden/onroerende inkomsten |
|||||
Andere bronnen van inkomsten |
|||||
TOTAAL |
11.2.2. Uitgaven en lasten
op maandbasis op jaarbasis |
Persoon die de persoon (de personen) voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is, in hoofdzaak onderhoudt |
Huidige echtgeno(o)t(e) of partner van de persoon die de persoon (personen) voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is, in hoofdzaak onderhoudt |
Persoon voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is (Persoon A) |
Persoon voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is (Persoon B) |
Persoon voor wie levensonderhoud wordt gevraagd of verschuldigd is (Persoon C) |
Heffingen en belastingen |
|||||
Verzekeringspremies, verplichte sociale en beroepsmatige afdrachten |
|||||
Huur/kosten van mede-eigenaarschap, aflossing van hypothecaire leningen |
|||||
Kosten voor voeding en kleding |
|||||
Medische kosten |
|||||
Uitkeringen van levensonderhoud aan een derde uit hoofde van een wettelijke verplichting en/of uitgaven voor andere dan de in het verzoek bedoelde personen ten laste van de onderhoudsplichtige |
|||||
Studiekosten van de kinderen |
|||||
Afbetaling van leningen, andere schulden |
|||||
Andere uitgaven |
|||||
TOTAAL |
11.2.3. Andere vermogensbestanddelen
…
…
…
11.3. De onderhoudsplichtige
11.3.1. Bruto-inkomsten
op maandbasis op jaarbasis |
Onderhoudsplichtige |
Huidige echtgeno(o)t(e) of partner van de onderhoudsplichtige |
Inkomsten uit arbeid in loondienst (inclusief voordelen in natura), ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen, levensonderhoud, rente, lijfrente en werkloosheidsuitkeringen |
||
Inkomen uit arbeid anders dan in loondienst |
||
Inkomen uit effecten/roerende waarden/onroerende inkomsten |
||
Andere inkomensbronnen |
||
TOTAAL |
11.3.2. Uitgaven en lasten
op maandbasis op jaarbasis |
Onderhoudsplichtige |
Huidige echtgeno(o)t(e) of partner van de onderhoudsplichtige |
Heffingen en belastingen |
||
Verzekeringspremies, verplichte sociale en beroepsmatige afdrachten |
||
Huur/kosten van mede-eigenaarschap, aflossing van hypothecaire leningen |
||
Kosten voor voeding en kleding |
||
Medische kosten |
||
Uitkeringen van levensonderhoud aan een derde uit hoofde van een wettelijke verplichting en/of uitgaven voor andere dan de in het verzoek bedoelde personen ten laste van de onderhoudsplichtige |
||
Studiekosten van de kinderen |
||
Afbetaling van leningen, andere schulden |
||
Andere uitgaven |
||
TOTAAL |
11.3.3. Andere vermogensbestanddelen
…
…
…
12. GEGEVENS OVER DE BETALING INDIEN HET VERZOEK UITGAAT VAN DE ONDERHOUDSGERECHTIGDE
12.1. |
Elektronische betaling
|
12.2. |
Betaling per cheque
|
13. EVENTUELE AANVULLENDE INFORMATIE:
…
…
…
Gedaan te: … op … (dd/mm/jjjj)
Handtekening van de aanvrager: …
en/of, in voorkomend geval:
Naam en handtekening van de persoon/autoriteit die in de verzoekende lidstaat gemachtigd is om namens de verzoeker een formulier in te vullen:
…
BIJLAGE VIII
BEVESTIGING VAN ONTVANGST VAN EEN VERZOEK
(artikel 58, lid 3, van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 112 ))
Deze ontvangstbevestiging dient uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het verzoek te worden toegezonden
1. Verzoekende centrale autoriteit
1.1. |
Referentienummer van de verzoekende centrale autoriteit: … |
1.2. |
Naam en voornaam/voornamen van de met de behandeling van het verzoek belaste persoon: … |
2. Aangezochte centrale autoriteit
2.1. |
Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit: … |
2.2. |
Met de behandeling van het verzoek belaste persoon:
|
3. |
Ingekomen: … (dd/mm/jjjj) |
4. |
Eerste stappen die zijn of zullen worden ondernomen voor de behandeling van het verzoek … … … … |
5. |
Benodigde bijkomende stukken of gegevens (gelieve te preciseren welke) … … … |
Een voortgangsbericht volgt binnen een termijn van 60 dagen.
Gedaan te: … op: … (dd/mm/jjjj)
Naam en handtekening van de gemachtigde functionaris van de aangezochte centrale autoriteit:
…
BIJLAGE IX
BERICHT VAN WEIGERING OM EEN VERZOEK IN BEHANDELING TE NEMEN OF VAN STOPZETTING VAN DE BEHANDELING VAN HET VERZOEK
(Artikel 58, leden 8 en 9, van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen ( 113 ))
1. Verzoekende centrale autoriteit
1.1. |
Referentienummer van de verzoekende centrale autoriteit: … |
1.2. |
Naam en voornaam/voornamen van de met de behandeling van het verzoek belaste persoon: … |
2. Aangezochte centrale autoriteit
2.1. |
Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit: … |
2.2. |
Met de behandeling van het verzoek belaste persoon:
|
3. |
De aangezochte centrale autoriteit weigert de aanvraag te behandelen omdat kennelijk niet aan de vereisten is voldaan. Redenen (gelieve te preciseren): … … … … … … … |
4. |
De aangezochte centrale autoriteit behandelt het verzoek niet verder omdat de verzoekende centrale autoriteit de aanvullende stukken of gegevens waar de aangezochte centrale autoriteit om heeft verzocht, niet binnen 90 dagen of een door de aangezochte autoriteit gestelde langere termijn, heeft verstrekt. |
Gedaan te: … op: … (dd/mm/jjjj)
Naam en handtekening van de gemachtigde functionaris van de aangezochte centrale autoriteit:
…
BIJLAGE X
De in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009 bedoelde administratieve autoriteiten zijn:
— in Finland, de Sociale dienst („Sosiaalilautakunta/Socialnämnd”),
— in Zweden, de Tenuitvoerleggingsinstantie („Kronofogdemyndigheten”),
— in het Verenigd Koninkrijk:
—a) in Engeland en Wales en Schotland, de Commissie levensonderhoud voor kinderen en tenuitvoerlegging (CMEC) (Child Maintenance and Enforcement Commission),
b) in Noord-Ierland, het ministerie van Sociale Ontwikkeling (DSDNI) (Department for Social Development Northern Ireland).
BIJLAGE XI
De in artikel 47, lid 3, van Verordening (EG) nr. 4/2009 bedoelde bevoegde autoriteiten zijn:
— in Finland, het Bureau voor rechtsbijstand („Oikeusaputoimisto/Rättshjälpsbyrå”).
( 1 ) Advies uitgebracht op 13 december 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en advies uitgebracht op 4 december 2008 na een nieuwe raadpleging (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
( 2 ) Advies uitgebracht na een niet-verplichte raadpleging (PB C 185 van 8.8.2006, blz. 35).
( 3 ) PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1.
( 4 ) PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25.
( 5 ) PB L 174 van 27.6.2001, blz. 1.
( 6 ) PB L 26 van 31.1.2003, blz. 41.
( 7 ) PB L 338 van 23.12.2003, blz. 1.
( 8 ) PB L 143 van 30.4.2004, blz. 15.
( 9 ) PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79.
( 10 ) PB C 12 van 15.1.2001, blz. 1.
( 11 ) PB C 53 van 3.3.2005, blz. 1.
( 12 ) PB C 198 van 12.8.2005, blz. 1.
( 13 ) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
( 14 ) PB C 242 van 7.10.2006, blz. 20.
( 15 ) PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1.
( 16 ) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
( 17 ) PB L 299 van 16.11.2005, blz. 62.
( 18 ) PB L 339 van 21.12.2007, blz. 3.
( 19 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 20 ) Indien de partijen in de beslissing of de gerechtelijke schikking niet als verzoeker of verweerder zijn opgetreden: de partijen zonder onderscheid vermelden als verzoeker of als verweerder.
( 21 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de beslissing of de gerechtelijke schikking betrekking heeft op meer dan drie schulden.
( 22 ) Indien de partijen in de beslissing of de gerechtelijke schikking niet als verzoeker of verweerder zijn opgetreden: de partijen zonder onderscheid vermelden als verzoeker of als verweerder.
( 23 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de beslissing of de gerechtelijke schikking betrekking heeft op meer dan drie schulden.
( 24 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de beslissing of de gerechtelijke schikking betrekking heeft op meer dan drie schulden.
( 25 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 26 ) Indien de partijen in de beslissing of de gerechtelijke schikking niet als verzoeker of verweerder zijn opgetreden: de partijen zonder onderscheid vermelden als verzoeker of als verweerder.
( 27 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de beslissing of de gerechtelijke schikking betrekking heeft op meer dan drie schulden.
( 28 ) Voor Denemarken de administratieve autoriteiten die vermeld staan in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 251 van 21.9.2013, blz. 1).
( 29 ) Voor Denemarken de administratieve autoriteiten die vermeld staan in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 251 van 21.9.2013, blz. 1).
( 30 ) Voor Denemarken de administratieve autoriteiten die vermeld staan in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 251 van 21.9.2013, blz. 1).
( 31 ) Indien de partijen in de beslissing of de gerechtelijke schikking niet als verzoeker of verweerder zijn opgetreden: de partijen zonder onderscheid vermelden als verzoeker of als verweerder.
( 32 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de beslissing of de gerechtelijke schikking betrekking heeft op meer dan drie schulden.
( 33 ) Voor Denemarken de administratieve autoriteiten die vermeld staan in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 251 van 21.9.2013, blz. 1).
( 34 ) Voor Denemarken de administratieve autoriteiten die vermeld staan in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 251 van 21.9.2013, blz. 1).
( 35 ) Voor Denemarken de administratieve autoriteiten die vermeld staan in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 251 van 21.9.2013, blz. 1).
( 36 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de beslissing of de gerechtelijke schikking betrekking heeft op meer dan drie schulden.
( 37 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 38 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de authentieke akte betrekking heeft op meer dan drie onderhoudsgerechtigden of schuldenaren.
( 39 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de authentieke akte betrekking heeft op meer dan drie onderhoudsgerechtigden of schuldenaren.
( 40 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de authentieke akte betrekking heeft op meer dan drie onderhoudsverplichtingen.
( 41 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 42 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de authentieke akte betrekking heeft op meer dan drie onderhoudsgerechtigden of schuldenaren.
( 43 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de authentieke akte betrekking heeft op meer dan drie onderhoudsgerechtigden of schuldenaren.
( 44 ) Gelieve een extra blad toe te voegen indien de authentieke akte betrekking heeft op meer dan drie onderhoudsverplichtingen.
( 45 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 46 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 47 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 48 ) Bijvoorbeeld naam van een vorige werkgever, naam en adres van familieleden, gegevens over een voertuig of onroerend goed waarvan de betrokken persoon eigenaar zou zijn.
( 49 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 50 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 51 ) Bijvoorbeeld naam van een vorige werkgever, naam en adres van familieleden, gegevens over een voertuig of onroerend goed waarvan de betrokken persoon eigenaar zou zijn.
( 52 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 53 ) Gelieve de desbetreffende vakjes aan te kruisen en de bijlagen te nummeren.
( 54 ) Gelieve de desbetreffende vakjes aan te kruisen en de bijlagen te nummeren.
( 55 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 56 ) Het nationale recht van de aangezochte rechtsstaat kan echter vereisen dat de verzoeker zijn persoonlijk adres opgeeft om de procedure te kunnen inleiden (zie artikel 57, lid 3, van Verordening (EG) nr. 4/2009).
( 57 ) Indien relevant.
( 58 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 59 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 60 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 61 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 62 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 63 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 64 ) Gelieven een extra blad toe te voegen indien er meer dan drie personen zijn.
( 65 ) Bijvoorbeeld de persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefent of de voogd van een beschermde meerderjarige.
( 66 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 67 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 68 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 69 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 70 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 71 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 72 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 73 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 74 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 75 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 76 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 77 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 78 ) Bijvoorbeeld de persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefent of de voogd van een beschermde meerderjarige.
( 79 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 80 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 81 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 82 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 83 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 84 ) Gelieve de desbetreffende vakjes aan te kruisen en de bijlagen te nummeren.
( 85 ) Het nationale recht van de aangezochte rechtsstaat kan echter vereisen dat de verzoeker zijn persoonlijk adres opgeeft om de procedure te kunnen inleiden (zie artikel 57, lid 3, van Verordening (EG) nr. 4/2009).
( 86 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 87 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 88 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 89 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 90 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 91 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 92 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 93 ) Gelieven een extra blad toe te voegen indien er meer dan drie personen zijn.
( 94 ) Bijvoorbeeld de persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefent of de voogd van een beschermde meerderjarige.
( 95 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 96 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 97 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 98 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 99 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 100 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 101 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 102 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 103 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 104 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 105 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 106 ) Indien deze gegevens beschikbaar en/of relevant zijn.
( 107 ) Bijvoorbeeld de persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefent of de voogd van een beschermde meerderjarige.
( 108 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 109 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 110 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 111 ) Indien deze gegevens beschikbaar zijn.
( 112 ) PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.
( 113 ) PB L 7 van 1.10.2009, blz. 1.