Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02006D0325-20091130

    Consolidated text: Besluit van de Raad van 27 april 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (2006/325/EG)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/325/2009-11-30

    2006D0325 — NL — 30.11.2009 — 001.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 27 april 2006

    betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

    (2006/325/EG)

    (PB L 120, 5.5.2006, p.22)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

    ►M1

    BESLUIT VAN DE RAAD van 30 november 2009

      L 331

    24

    16.12.2009




    ▼B

    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 27 april 2006

    betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

    (2006/325/EG)



    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, onder c), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement ( 1 ),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, zijn de bepalingen van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken ( 2 ) niet verbindend voor, noch van toepassing in Denemarken.

    (2)

    De Commissie heeft onderhandeld over een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken houdende uitbreiding tot Denemarken van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 44/2001.

    (3)

    Deze overeenkomst is, behoudens eventuele sluiting ervan op een later tijdstip, op 19 oktober 2005 namens de Europese Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2005/790/EG van de Raad van 20 september 2005 ( 3 ).

    (4)

    Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland deel aan de aanneming en de toepassing van dit besluit.

    (5)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, is dit besluit niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.

    (6)

    De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

    BESLUIT:



    Artikel 1

    De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

    ▼M1

    Artikel 1 bis

    1.  Voor de toepassing van artikel 5, lid 2, van de overeenkomst gaat de Commissie, voordat zij een besluit betreffende de instemming van de Gemeenschap neemt, na of de door Denemarken voorgenomen internationale overeenkomst de overeenkomst niet haar werking ontneemt noch het correct functioneren van het daarbij ingestelde systeem aantast.

    2.  De Commissie neemt een gemotiveerd besluit binnen 90 dagen nadat zij door Denemarken in kennis is gesteld van het voornemen van Denemarken om de betrokken internationale overeenkomst te sluiten.

    Indien de betrokken internationale overeenkomst voldoet aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden, wordt in het besluit van de Commissie de instemming van de Gemeenschap verleend in de zin van artikel 5, lid 2, van de overeenkomst.

    Artikel 1 ter

    De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de internationale overeenkomsten die Denemarken overeenkomstig artikel 1 bis gemachtigd is te sluiten.

    ▼B

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 12, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.



    ( 1 ) Advies uitgebracht op 23 maart 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    ( 2 ) PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2245/2004 van de Commissie (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 10).

    ( 3 ) PB L 299 van 16.11.2005, blz. 61.

    Top