Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02005D0671-20231031

    Consolidated text: Besluit 2005/671/JBZ van de Raad van 20 september 2005 betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/671/2023-10-31

    02005D0671 — NL — 31.10.2023 — 002.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    BESLUIT 2005/671/JBZ VAN DE RAAD

    van 20 september 2005

    betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard

    (PB L 253 van 29.9.2005, blz. 22)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    RICHTLIJN (EU) 2017/541 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD  van 15 maart 2017

      L 88

    6

    31.3.2017

    ►M2

    RICHTLIJN (EU) 2023/2123 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD  van 4 oktober 2023

      L 

    1

    11.10.2023

    ►M3

    VERORDENING (EU) 2023/2131 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD  van 4 oktober 2023

      L 

    1

    11.10.2023




    ▼B

    BESLUIT 2005/671/JBZ VAN DE RAAD

    van 20 september 2005

    betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard



    Artikel 1

    Definities

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    ▼M1

    a) 

    „Strafbare feiten van terroristische aard”: de misdrijven bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 );

    ▼M2 —————

    ▼M3 —————

    ▼M2

    d) 

    “groep of entiteit”: terroristische groepering zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3), van Richtlijn (EU) 2017/541 en de groepen en entiteiten die zijn vermeld in de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad ( 2 ).

    ▼B

    Artikel 2

    ▼M2

    Verstrekking van informatie over strafbare feiten van terroristische aard aan Europol en de lidstaten

    ▼B

    1.  
    Elke lidstaat wijst onder zijn politiediensten of andere wetshandhavingsautoriteiten een gespecialiseerde dienst aan, die conform de nationale wetgeving toegang heeft tot alle relevante gegevens die betrekking hebben op en voortvloeien uit strafrechtelijke onderzoeken van zijn wetshandhavingsautoriteiten aangaande strafbare feiten van terroristische aard, en die deze gegevens verzamelt en aan Europol toezendt overeenkomstig de leden 3 en 4.

    ▼M3 —————

    ▼M3

    3.  
    Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat ten minste de door de bevoegde instantie verzamelde gegevens, zoals bedoeld in lid 4, betreffende strafrechtelijke onderzoeken naar strafbare feiten van terroristische aard die twee of meer lidstaten treffen of kunnen treffen, worden doorgegeven aan Europol conform het nationale recht en Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ).

    ▼M2

    3 bis.  
    Elke lidstaat zorgt ervoor dat persoonsgegevens overeenkomstig lid 3 van dit artikel uitsluitend worden verwerkt met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen of vervolgen van strafbare feiten van terroristische aard en andere strafbare feiten die vallen onder de bevoegdheid van Europol, zoals vermeld in bijlage I bij Verordening (EU) 2016/794. Een dergelijke verwerking doet geen afbreuk aan de beperkingen die van toepassing zijn op de verwerking van gegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2016/794.

    ▼B

    4.  

    De overeenkomstig lid 3 aan Europol te verstrekken gegevens zijn:

    a) 

    de identificatiegegevens van de persoon, groep of entiteit;

    b) 

    de onderzochte handelingen en de specifieke omstandigheden daarvan;

    c) 

    het betrokken strafbaar feit;

    d) 

    het verband met andere terzake doende gevallen;

    e) 

    het gebruik van communicatietechnologieën;

    f) 

    dreigingen in verband met het bezit van massavernietigingswapens.

    ▼M2

    De categorieën persoonsgegevens die voor de in lid 3 bis genoemde doeleinden aan Europol moeten worden verstrekt, blijven beperkt tot die welke zijn vermeld in deel B, punt 2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/794.

    ▼M3 —————

    ▼M1

    6.  
    Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat relevante informatie over strafbare feiten van terroristische aard die door zijn bevoegde autoriteiten tijdens strafprocedures zijn verzameld, zo spoedig mogelijk toegankelijk wordt gemaakt voor de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat waar de informatie zou kunnen worden gebruikt voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van terroristische misdrijven als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/541 in die lidstaat, hetzij op verzoek hetzij spontaan, en overeenkomstig de nationale wetgeving en de desbetreffende internationale rechtsinstrumenten.

    ▼M2

    De categorieën persoonsgegevens die tussen de lidstaten mogen worden uitgewisseld voor de in de eerste alinea genoemde doeleinden, blijven beperkt tot die welke zijn vermeld in deel B, punt 2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/794.

    ▼M1

    7.  
    Lid 6 is niet van toepassing wanneer de uitwisseling van informatie lopende onderzoeken of de veiligheid van een persoon zou schaden en evenmin wanneer ze strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de betrokken lidstaat.
    8.  
    De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat hun bevoegde autoriteiten na ontvangst van de in lid 6 bedoelde informatie tijdig maatregelen nemen overeenkomstig de nationale wetgeving, naargelang van het geval.

    ▼B

    Artikel 3

    Gemeenschappelijke onderzoeksteams

    De lidstaten nemen, in de gevallen die daarvoor in aanmerking komen, de nodige maatregelen om gemeenschappelijke onderzoeksteams in te stellen met het oog op het verrichten van strafrechtelijke onderzoeken naar strafbare feiten van terroristische aard.

    Artikel 4

    Verzoeken om rechtshulp en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen

    Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om te waarborgen dat de verzoeken om rechtshulp en de verzoeken om erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen van een andere lidstaat met betrekking tot strafbare feiten van terroristische aard met spoed worden behandeld en voorrang krijgen.

    Artikel 5

    Intrekking van bestaande bepalingen

    Besluit 2003/48/JBZ wordt ingetrokken.

    Artikel 6

    Uitvoering

    De lidstaten nemen de nodige maatregelen om uiterlijk op 30 juni 2006 aan dit besluit te voldoen.

    Artikel 7

    Territoriaal toepassingsgebied

    Dit besluit is van toepassing op Gibraltar.

    Artikel 8

    Inwerkingtreding

    Dit besluit wordt van kracht op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.



    ( 1 ) Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).

    ( 2 ) Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 93).

    ( 3 ) Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

    Top